Wet tot wijziging van de artikelen 55, 60, 61, 1 en 61, 2 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten | Wet tot wijziging van de artikelen 55, 60, 61, 1 en 61, 2 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten |
---|---|
MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERIE VAN FINANCIEN |
19 MEI 1998. - Wet tot wijziging van de artikelen 55, 60, 61, 1 en 61, | 19 MEI 1998. - Wet tot wijziging van de artikelen 55, 60, 61, 1 en 61, |
2 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten (1) | 2 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
Art. 2.Aan artikel 55, eerste lid, 2°, van het Wetboek der |
Art. 2.Aan artikel 55, eerste lid, 2°, van het Wetboek der |
registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij artikel 147 | registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij artikel 147 |
van de wet van 22 december 1989, wordt een d) toegevoegd, luidende : | van de wet van 22 december 1989, wordt een d) toegevoegd, luidende : |
"d) in geval van toepassing van artikel 53, 2°, dat de verkrijger of | "d) in geval van toepassing van artikel 53, 2°, dat de verkrijger of |
zijn echtgenoot zijn inschrijving in het bevolkingsregister of in het | zijn echtgenoot zijn inschrijving in het bevolkingsregister of in het |
vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed | vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed |
zal bekomen.". | zal bekomen.". |
Art. 3.In artikel 60 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de |
Art. 3.In artikel 60 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de |
artikelen 1 van de wet van 27 februari 1978, 39 van de wet van 19 juli | artikelen 1 van de wet van 27 februari 1978, 39 van de wet van 19 juli |
1979 en 149 van de wet van 22 december 1989, wordt tussen het eerste | 1979 en 149 van de wet van 22 december 1989, wordt tussen het eerste |
en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : | en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : |
"Het voordeel van de in artikel 53, 2° bedoelde vermindering blijft | "Het voordeel van de in artikel 53, 2° bedoelde vermindering blijft |
alleen dan behouden zo de verkrijger of zijn echtgenoot ingeschreven | alleen dan behouden zo de verkrijger of zijn echtgenoot ingeschreven |
is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het | is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het |
adres van het verkregen onroerend goed. Deze inschrijving moet | adres van het verkregen onroerend goed. Deze inschrijving moet |
geschieden binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de datum | geschieden binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de datum |
van de authentieke akte van verkrijging en ten minste drie jaar zonder | van de authentieke akte van verkrijging en ten minste drie jaar zonder |
onderbreking behouden blijven.". | onderbreking behouden blijven.". |
Art. 4.Artikel 611 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 40 |
Art. 4.Artikel 611 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 40 |
van de wet van 19 juli 1979 en gewijzigd bij artikel 150 van de wet | van de wet van 19 juli 1979 en gewijzigd bij artikel 150 van de wet |
van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling : | van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"Indien de vermindering vervalt bij gebreke van exploitatie binnen de | "Indien de vermindering vervalt bij gebreke van exploitatie binnen de |
termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, eerste lid, is de | termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, eerste lid, is de |
verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke | verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke |
vermeerdering verschuldigd. | vermeerdering verschuldigd. |
Indien de vermindering vervalt bij gebreke van inschrijving binnen de | Indien de vermindering vervalt bij gebreke van inschrijving binnen de |
termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, tweede lid, is de | termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, tweede lid, is de |
verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke | verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke |
vermeerdering verschuldigd. | vermeerdering verschuldigd. |
De Minister van Financiën kan evenwel van die vermeerdering geheel of | De Minister van Financiën kan evenwel van die vermeerdering geheel of |
gedeeltelijk afzien.". | gedeeltelijk afzien.". |
Art. 5.In artikel 612, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 26 juli |
Art. 5.In artikel 612, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 26 juli |
1952, gewijzigd bij de artikelen 47 van de wet van 25 juli 1956, 72, | 1952, gewijzigd bij de artikelen 47 van de wet van 25 juli 1956, 72, |
1° van de wet van 12 juli 1976 en 62, 1° van de wet van 10 januari | 1° van de wet van 12 juli 1976 en 62, 1° van de wet van 10 januari |
1978 worden de woorden "van de artikelen 60 en 611" vervangen door de | 1978 worden de woorden "van de artikelen 60 en 611" vervangen door de |
woorden "van de artikelen 60, eerste lid en 611, eerste lid". | woorden "van de artikelen 60, eerste lid en 611, eerste lid". |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 19 mei 1998. | Gegeven te Brussel, 19 mei 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
Ph. MAYSTADT | Ph. MAYSTADT |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Stukken van de Senaat : | (1) Stukken van de Senaat : |
1-290 - 1995/1996 : | 1-290 - 1995/1996 : |
Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Ph. Charlier. | Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Ph. Charlier. |
1-290 - 1997/1998 : | 1-290 - 1997/1998 : |
Nr. 2 : Amendementen. | Nr. 2 : Amendementen. |
Nr. 3 : Verslag. | Nr. 3 : Verslag. |
Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. | Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. |
Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
de Kamer van volksvertegenwoordigers. | de Kamer van volksvertegenwoordigers. |
Handelingen van de Senaat : | Handelingen van de Senaat : |
19 februari 1998. | 19 februari 1998. |
Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : | Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : |
Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. | Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. |
Nr. 2 : Verslag. | Nr. 2 : Verslag. |
Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter | Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter |
bekrachtiging voorgelegd. | bekrachtiging voorgelegd. |
Handeling van de Kamer : | Handeling van de Kamer : |
22 en 28 april 1998. | 22 en 28 april 1998. |