Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 16/11/2015
← Terug naar "Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken "
Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
16 NOVEMBER 2015. - Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale 16 NOVEMBER 2015. - Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale
zaken zaken
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij
bekrachtigen, hetgeen volgt : bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1 Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de
Grondwet. Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Nieuw beleid - Horeca HOOFDSTUK 2. - Nieuw beleid - Horeca
Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities
Art. 2 Art. 2
Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemers en werkgevers die Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemers en werkgevers die
ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder
het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker
ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf. ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf.
Art. 3 Art. 3
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten Voor de toepassing van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten
wordt verstaan onder: wordt verstaan onder:
1° flexi-job: de tewerkstelling in het kader van een raamovereenkomst 1° flexi-job: de tewerkstelling in het kader van een raamovereenkomst
als bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7; als bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7;
2° flexiloon: het nettoloon ter vergoeding van een prestatie geleverd 2° flexiloon: het nettoloon ter vergoeding van een prestatie geleverd
in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling onder 1°; in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling onder 1°;
3° flexi-jobwerknemer: een werknemer tewerkgesteld met een 3° flexi-jobwerknemer: een werknemer tewerkgesteld met een
flexi-jobarbeidsovereenkomst in het kader van een raamovereenkomst als flexi-jobarbeidsovereenkomst in het kader van een raamovereenkomst als
bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7; bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7;
4° flexi-jobarbeidsovereenkomst: de arbeidsovereenkomst, onderworpen 4° flexi-jobarbeidsovereenkomst: de arbeidsovereenkomst, onderworpen
aan de regels van afdeling 3, en die wordt gesloten tussen een aan de regels van afdeling 3, en die wordt gesloten tussen een
werkgever en een werknemer die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij werkgever en een werknemer die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij
artikel 4. artikel 4.
Wordt gelijkgesteld met een flexi-jobarbeidsovereenkomst, de Wordt gelijkgesteld met een flexi-jobarbeidsovereenkomst, de
overeenkomst gesloten, onder dezelfde voorwaarden, tussen een overeenkomst gesloten, onder dezelfde voorwaarden, tussen een
uitzendkantoor en een uitzendkracht, op voorwaarde dat de activiteit uitzendkantoor en een uitzendkracht, op voorwaarde dat de activiteit
van de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het van de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het
hotelbedrijf (PC 302); hotelbedrijf (PC 302);
5° overuur in de horecasector: ieder overuur als bedoeld in artikel 5° overuur in de horecasector: ieder overuur als bedoeld in artikel
26bis, § 2bis, derde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 26bis, § 2bis, derde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971
gepresteerd bij een werkgever die ressorteert onder het paritair gepresteerd bij een werkgever die ressorteert onder het paritair
comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de
uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair
comité voor het hotelbedrijf en voor zover er sprake is van een comité voor het hotelbedrijf en voor zover er sprake is van een
voltijdse tewerkstelling; voltijdse tewerkstelling;
6° flexivakantiegeld: het vakantiegeld verschuldigd voor een prestatie 6° flexivakantiegeld: het vakantiegeld verschuldigd voor een prestatie
geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling
onder 1°. onder 1°.
Afdeling 2. - Voorwaarden Afdeling 2. - Voorwaarden
Art. 4 Art. 4
§ 1. Een tewerkstelling in het kader van een flexi-job is mogelijk § 1. Een tewerkstelling in het kader van een flexi-job is mogelijk
wanneer de betrokken werknemer bij één of meerdere andere werkgever(s) wanneer de betrokken werknemer bij één of meerdere andere werkgever(s)
al een tewerkstelling heeft die minimaal gelijk is aan 4/5e van een al een tewerkstelling heeft die minimaal gelijk is aan 4/5e van een
voltijdse job van een referentiepersoon van de sector waarin de 4/5e voltijdse job van een referentiepersoon van de sector waarin de 4/5e
tewerkstelling wordt gepresteerd, gedurende het referentiekwartaal tewerkstelling wordt gepresteerd, gedurende het referentiekwartaal
T-3, en voor zover de werknemer gedurende dezelfde periode in het T-3, en voor zover de werknemer gedurende dezelfde periode in het
kwartaal T: kwartaal T:
a) op hetzelfde moment niet is tewerkgesteld onder een andere a) op hetzelfde moment niet is tewerkgesteld onder een andere
arbeidsovereenkomst voor een tewerkstelling van minimaal 4/5e van een arbeidsovereenkomst voor een tewerkstelling van minimaal 4/5e van een
voltijdse job van een referentiepersoon van de sector bij de werkgever voltijdse job van een referentiepersoon van de sector bij de werkgever
bij wie hij de flexi-job uitoefent; bij wie hij de flexi-job uitoefent;
b) zich niet in een periode bevindt gedekt door een b) zich niet in een periode bevindt gedekt door een
verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding ten laste van de verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding ten laste van de
werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent; werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent;
c) zich niet bevindt in een opzeggingstermijn. c) zich niet bevindt in een opzeggingstermijn.
§ 2. Om te voldoen aan de minimale tewerkstelling van 4/5e van een § 2. Om te voldoen aan de minimale tewerkstelling van 4/5e van een
voltijdse job van een referentiepersoon wordt voor de berekening in voltijdse job van een referentiepersoon wordt voor de berekening in
het kwartaal T-3 rekening gehouden met alle door de werkgever betaalde het kwartaal T-3 rekening gehouden met alle door de werkgever betaalde
periodes en alle niet door de werkgever betaalde periodes van periodes en alle niet door de werkgever betaalde periodes van
schorsing van de arbeidsovereenkomst, als bedoeld in de artikelen 30, schorsing van de arbeidsovereenkomst, als bedoeld in de artikelen 30,
31, 33, 34, 34bis, 34ter, 39, 40, 45, 47 en 51 tot en met 60 van het 31, 33, 34, 34bis, 34ter, 39, 40, 45, 47 en 51 tot en met 60 van het
koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van
begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de
sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26
juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring
van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Voor de berekening van de geleverde arbeidsprestaties in het kwartaal Voor de berekening van de geleverde arbeidsprestaties in het kwartaal
T-3 wordt geen rekening gehouden met prestaties : T-3 wordt geen rekening gehouden met prestaties :
a) geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in artikel 3, a) geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in artikel 3,
1°; 1°;
b) als leerling als bedoeld in artikel 1 van de wet van 27 juni 1969 b) als leerling als bedoeld in artikel 1 van de wet van 27 juni 1969
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders; maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
c) als student als bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 c) als student als bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten, voor de aangegeven 50 dagen van betreffende de arbeidsovereenkomsten, voor de aangegeven 50 dagen van
tewerkstelling van een kalenderjaar overeenkomstig artikel 7 van het tewerkstelling van een kalenderjaar overeenkomstig artikel 7 van het
koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels; pensioenstelsels;
d) van werknemers als bedoeld in artikel 5bis van het koninklijk d) van werknemers als bedoeld in artikel 5bis van het koninklijk
besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni
1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende
de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
e) van gelegenheidswerknemers in land- en tuinbouw als bedoeld in e) van gelegenheidswerknemers in land- en tuinbouw als bedoeld in
artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders; zekerheid der arbeiders;
f) als gelegenheidswerknemer in de horeca als bedoeld bij artikel f) als gelegenheidswerknemer in de horeca als bedoeld bij artikel
31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 5 Art. 5
§ 1. Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, wordt vastgesteld in § 1. Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, wordt vastgesteld in
de raamovereenkomst. de raamovereenkomst.
§ 2. Het flexiloon bedraagt minimaal 8,82 euro per uur. Dit minimaal § 2. Het flexiloon bedraagt minimaal 8,82 euro per uur. Dit minimaal
bedrag van het flexiloon wordt aangepast aan het indexcijfer der bedrag van het flexiloon wordt aangepast aan het indexcijfer der
consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2
augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden,
lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de
openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de
bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening
van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede
de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan
het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
§ 3. Het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, bedraagt 7,67 § 3. Het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, bedraagt 7,67
% van het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, en dient samen met % van het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, en dient samen met
het flexiloon te worden uitbetaald aan de werknemer. het flexiloon te worden uitbetaald aan de werknemer.
Afdeling 3. - Wijzigingen inzake het arbeidsrecht Afdeling 3. - Wijzigingen inzake het arbeidsrecht
Onderafdeling 1. - De raamovereenkomst. Onderafdeling 1. - De raamovereenkomst.
Art. 6 Art. 6
De werknemer en de werkgever sluiten voorafgaandelijk aan de aanvang De werknemer en de werkgever sluiten voorafgaandelijk aan de aanvang
van de eerste tewerkstelling een raamovereenkomst die ten minste de van de eerste tewerkstelling een raamovereenkomst die ten minste de
volgende vermeldingen bevat : volgende vermeldingen bevat :
a) de identiteit van de partijen; a) de identiteit van de partijen;
b) de wijze waarop en de voorafgaande termijn waarbinnen de b) de wijze waarop en de voorafgaande termijn waarbinnen de
flexi-jobarbeidsovereenkomst door de werkgever aan de werknemer moet flexi-jobarbeidsovereenkomst door de werkgever aan de werknemer moet
worden voorgesteld; worden voorgesteld;
c) een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie(s); c) een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie(s);
d) het flexiloon met inachtneming van het minimum zoals bepaald bij d) het flexiloon met inachtneming van het minimum zoals bepaald bij
artikel 5; artikel 5;
e) de tekst van artikel 4, § 1. e) de tekst van artikel 4, § 1.
Bij ontstentenis van een raamovereenkomst die voldoet aan de Bij ontstentenis van een raamovereenkomst die voldoet aan de
bepalingen van het eerste lid, kan de arbeidsovereenkomst die in dat bepalingen van het eerste lid, kan de arbeidsovereenkomst die in dat
kader wordt gesloten niet worden beschouwd als een kader wordt gesloten niet worden beschouwd als een
flexi-jobarbeidsovereenkomst. flexi-jobarbeidsovereenkomst.
Art. 7 Art. 7
Wanneer de werknemer een uitzendkracht is, moet de in artikel 6 Wanneer de werknemer een uitzendkracht is, moet de in artikel 6
bedoelde raamovereenkomst niet worden opgemaakt. In dat geval worden bedoelde raamovereenkomst niet worden opgemaakt. In dat geval worden
de in artikel 6 opgesomde vermeldingen opgenomen in de overeenkomst de in artikel 6 opgesomde vermeldingen opgenomen in de overeenkomst
als bedoeld in artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 24 juli 1987 als bedoeld in artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 24 juli 1987
betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter
beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
Bij ontstentenis van de in artikel 6 opgesomde vermeldingen in de Bij ontstentenis van de in artikel 6 opgesomde vermeldingen in de
betrokken overeenkomst, kunnen de arbeidsovereenkomsten die in dat betrokken overeenkomst, kunnen de arbeidsovereenkomsten die in dat
kader worden gesloten niet worden beschouwd als een kader worden gesloten niet worden beschouwd als een
flexi-jobarbeidsovereenkomst. flexi-jobarbeidsovereenkomst.
Onderafdeling 2. - De arbeidsovereenkomst Onderafdeling 2. - De arbeidsovereenkomst
Art. 8 Art. 8
De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde tijd De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde tijd
of voor een duidelijk omschreven werk. of voor een duidelijk omschreven werk.
Art. 9 Art. 9
De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten behalve de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten behalve
voor wat de bijzondere bepalingen in deze afdeling betreft. voor wat de bijzondere bepalingen in deze afdeling betreft.
Art. 10 Art. 10
De flexi-jobarbeidsovereenkomst kan schriftelijk of mondeling worden De flexi-jobarbeidsovereenkomst kan schriftelijk of mondeling worden
gesloten. gesloten.
Art. 11 Art. 11
In geval van een variabel werkrooster, zijn artikel 159 en In geval van een variabel werkrooster, zijn artikel 159 en
onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk 4 van titel II van de onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk 4 van titel II van de
programmawet van 22 december 1989 en artikel 38bis van de arbeidswet programmawet van 22 december 1989 en artikel 38bis van de arbeidswet
van 16 maart 1971 niet van toepassing. van 16 maart 1971 niet van toepassing.
Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 12 Art. 12
De werkgever houdt de raamovereenkomst en de De werkgever houdt de raamovereenkomst en de
flexi-jobarbeidsovereenkomst bij op de plaats van de tewerkstelling flexi-jobarbeidsovereenkomst bij op de plaats van de tewerkstelling
van de flexi-jobwerknemer. van de flexi-jobwerknemer.
Afdeling 4. - Wijzigingen inzake de sociale zekerheid Afdeling 4. - Wijzigingen inzake de sociale zekerheid
Art. 13 Art. 13
In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidende : wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidende :
"

Art. 1ter.Deze wet is eveneens van toepassing op de

"

Art. 1ter.Deze wet is eveneens van toepassing op de

flexi-jobwerknemers en de werkgevers die ressorteren onder het flexi-jobwerknemers en de werkgevers die ressorteren onder het
paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité
voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het
paritair comité voor het hotelbedrijf en die door een paritair comité voor het hotelbedrijf en die door een
flexi-jobarbeidsovereenkomst verbonden zijn.". flexi-jobarbeidsovereenkomst verbonden zijn.".
Art. 14 Art. 14
In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van
24 juli 2008, wordt een § 3bis ingevoegd, luidende : 24 juli 2008, wordt een § 3bis ingevoegd, luidende :
" § 3bis. Het flexiloon als bedoeld in artikel 9, 2°, van de wet van " § 3bis. Het flexiloon als bedoeld in artikel 9, 2°, van de wet van
16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het
flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet en de flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet en de
netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals
omschreven in artikel 3, 5°, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit omschreven in artikel 3, 5°, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit
het loonbegrip.". het loonbegrip.".
Art. 15 Art. 15
In artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene In artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de
wetten van 24 juli 2008, 23 december 2009 en 25 april 2014, wordt wetten van 24 juli 2008, 23 december 2009 en 25 april 2014, wordt
tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
"Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 16 "Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 16
november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het
flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet en de flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet en de
netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals
omschreven in artikel 3, 5°, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit omschreven in artikel 3, 5°, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit
het loonbegrip.". het loonbegrip.".
Art. 16 Art. 16
In artikel 38 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december In artikel 38 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december
2013, wordt een paragraaf 3sexdecies ingevoegd, luidende : 2013, wordt een paragraaf 3sexdecies ingevoegd, luidende :
" § 3sexdecies. De werkgever is een bijzondere bijdrage van 25 % " § 3sexdecies. De werkgever is een bijzondere bijdrage van 25 %
verschuldigd op het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet verschuldigd op het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet
van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken
en op het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3,6°, van dezelfde en op het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3,6°, van dezelfde
wet. wet.
De bijzondere bijdrage als bedoeld in het eerste lid wordt door de De bijzondere bijdrage als bedoeld in het eerste lid wordt door de
werkgever betaald aan de instelling belast met de inning van de werkgever betaald aan de instelling belast met de inning van de
socialezekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder socialezekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder
dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de
werknemers. werknemers.
De bepalingen van het algemene stelsel van de sociale zekerheid van De bepalingen van het algemene stelsel van de sociale zekerheid van
werknemers, inzonderheid wat betreft de aangiften met verantwoording werknemers, inzonderheid wat betreft de aangiften met verantwoording
van de bijdragen, de termijnen inzake betaling, de toepassing van de van de bijdragen, de termijnen inzake betaling, de toepassing van de
burgerlijke sancties en van de strafbepalingen, het toezicht, de burgerlijke sancties en van de strafbepalingen, het toezicht, de
aanwijzing van de rechter bevoegd in geval van betwisting, de aanwijzing van de rechter bevoegd in geval van betwisting, de
verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van
het bedrag van de schuldvordering van de Rijksdienst voor Sociale het bedrag van de schuldvordering van de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid zijn van toepassing. Zekerheid zijn van toepassing.
De opbrengst van de bijzondere bijdragen bedoeld in het eerste lid De opbrengst van de bijzondere bijdragen bedoeld in het eerste lid
wordt overgemaakt aan de RSZ-Globaal Beheer als bedoeld in artikel 5, wordt overgemaakt aan de RSZ-Globaal Beheer als bedoeld in artikel 5,
eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders.". zekerheid der arbeiders.".
Art. 17 Art. 17
In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met
toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip
"gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen
in overeenstemming worden gebracht, gewijzigd bij het koninklijk in overeenstemming worden gebracht, gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 5 november 2002 en de wet van 11 november 2013, worden de besluit van 5 november 2002 en de wet van 11 november 2013, worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin : 1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin :
"Voor de werknemers als bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 "Voor de werknemers als bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16
november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, wordt november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, wordt
als gemiddeld dagloon beschouwd het flexiloon als bedoeld in artikel als gemiddeld dagloon beschouwd het flexiloon als bedoeld in artikel
3, 2°, van dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in 3, 2°, van dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in
artikel 3, 6°, van dezelfde wet." artikel 3, 6°, van dezelfde wet."
2° het derde lid wordt aangevuld met de volgence zin : 2° het derde lid wordt aangevuld met de volgence zin :
"Ook een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel 3, 5°, van "Ook een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel 3, 5°, van
de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale
zaken wordt voor de toepassing van dit lid geacht deel uit te maken zaken wordt voor de toepassing van dit lid geacht deel uit te maken
van de in het tweede lid bedoelde bedragen en voordelen.". van de in het tweede lid bedoelde bedragen en voordelen.".
Art. 18 Art. 18
De arbeidsprestaties verricht in het kader van een flexi-job als De arbeidsprestaties verricht in het kader van een flexi-job als
bedoeld in artikel 3, 1°, worden voor de toepassing van de bedoeld in artikel 3, 1°, worden voor de toepassing van de
werkloosheidsverzekering als arbeidsprestaties in aanmerking genomen. werkloosheidsverzekering als arbeidsprestaties in aanmerking genomen.
Art. 19 Art. 19
Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967
betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt
aangevuld met een lid, luidende : aangevuld met een lid, luidende :
"Voor de toepassing van dit besluit worden de flexi-jobwerknemers als "Voor de toepassing van dit besluit worden de flexi-jobwerknemers als
bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken met werknemers diverse bepalingen inzake sociale zaken met werknemers
gelijkgesteld.". gelijkgesteld.".
Art. 20 Art. 20
Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een
lid, luidende : lid, luidende :
"Het loon voor een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel "Het loon voor een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel
3, 5°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen 3, 5°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen
inzake sociale zaken, het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van inzake sociale zaken, het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van
dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°,
van dezelfde wet worden wat het eerste lid betreft eveneens beschouwd van dezelfde wet worden wat het eerste lid betreft eveneens beschouwd
als een brutoloon in functie waarvan het rustpensioen wordt als een brutoloon in functie waarvan het rustpensioen wordt
berekend.". berekend.".
Art. 21 Art. 21
In artikel 1 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de In artikel 1 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de
werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, wordt tussen het eerste en werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, wordt tussen het eerste en
het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
"Art 2ter. Voor de toepassing van deze wet wordt de flexi-jobwerknemer "Art 2ter. Voor de toepassing van deze wet wordt de flexi-jobwerknemer
als bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende als bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken beschouwd als hoofdarbeider." diverse bepalingen inzake sociale zaken beschouwd als hoofdarbeider."
Art. 22 Art. 22
Artikel 9, § 2, van dezelfde wetten wordt aangevuld met de woorden : Artikel 9, § 2, van dezelfde wetten wordt aangevuld met de woorden :
"en wordt het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van de "en wordt het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van de
wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale
zaken, bepaald overeenkomstig artikel 5, § 3, van dezelfde wet". zaken, bepaald overeenkomstig artikel 5, § 3, van dezelfde wet".
Art. 23 Art. 23
In het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een In het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende : pensioenstelsels wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende :
"

Art. 7/1.De werkgever die flexi-jobwerknemers tewerkstelt als

"

Art. 7/1.De werkgever die flexi-jobwerknemers tewerkstelt als

bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken, deelt voor deze werknemers diverse bepalingen inzake sociale zaken, deelt voor deze werknemers
per kwartaal dat vervat is in de duurtijd van de arbeidsovereenkomst, per kwartaal dat vervat is in de duurtijd van de arbeidsovereenkomst,
de gegevens mee opgesomd in artikel 4, aangevuld met de hoedanigheid de gegevens mee opgesomd in artikel 4, aangevuld met de hoedanigheid
van flexi-jobwerknemer. van flexi-jobwerknemer.
Gaat het om een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die mondeling Gaat het om een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die mondeling
wordt gesloten, dan worden de gegevens opgesomd in artikel 4 wordt gesloten, dan worden de gegevens opgesomd in artikel 4
meegedeeld per dag, aangevuld met de hoedanigheid van meegedeeld per dag, aangevuld met de hoedanigheid van
flexi-jobwerknemer en het tijdstip van het begin en einde van de flexi-jobwerknemer en het tijdstip van het begin en einde van de
prestatie.". prestatie.".
Art. 24 Art. 24
De werkgever die een beroep doet op flexi-job-werknemers moet gebruik De werkgever die een beroep doet op flexi-job-werknemers moet gebruik
maken van een systeem dat voor iedere afzonderlijke flexi-jobwerknemer maken van een systeem dat voor iedere afzonderlijke flexi-jobwerknemer
het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie
registreert en bijhoudt. registreert en bijhoudt.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad, de nadere voorwaarden waaraan de in het eerste lid Ministerraad, de nadere voorwaarden waaraan de in het eerste lid
genoemde systeem moet voldoen. De Koning bepaalt eveneens, bij een genoemde systeem moet voldoen. De Koning bepaalt eveneens, bij een
besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, hoe lang de besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, hoe lang de
geregistreerde gegevens moeten worden opgeslagen. geregistreerde gegevens moeten worden opgeslagen.
Een registratie overeenkomstig artikel 28/10, § 2, van het koninklijk Een registratie overeenkomstig artikel 28/10, § 2, van het koninklijk
besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel
IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de
harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake
verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen vervangt de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen vervangt de
verplichting tot registratie als bedoeld in het eerste lid. verplichting tot registratie als bedoeld in het eerste lid.
Art. 25 Art. 25
Wanneer een flexi-jobwerknemer aangetroffen wordt op de arbeidsplaats, Wanneer een flexi-jobwerknemer aangetroffen wordt op de arbeidsplaats,
terwijl het juiste tijdstip van begin en einde van een taak of een terwijl het juiste tijdstip van begin en einde van een taak of een
arbeidsprestatie niet is geregistreerd en bijgehouden overeenkomstig arbeidsprestatie niet is geregistreerd en bijgehouden overeenkomstig
artikel 24, wordt de flexi-jobwerknemer vermoed, behoudens het bewijs artikel 24, wordt de flexi-jobwerknemer vermoed, behoudens het bewijs
van het tegendeel, gedurende het betreffende kwartaal zijn van het tegendeel, gedurende het betreffende kwartaal zijn
arbeidsprestaties te hebben geleverd in uitvoering van een arbeidsprestaties te hebben geleverd in uitvoering van een
arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van voltijds werknemer. arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van voltijds werknemer.
Art. 26 Art. 26
Wanneer een werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel Wanneer een werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel
7/1 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van 7/1 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van
een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van
artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de
wettelijke pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de wettelijke pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de
voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als
flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij
artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, dan wordt de tewerkstelling als een gewone zekerheid der arbeiders, dan wordt de tewerkstelling als een gewone
tewerkstelling beschouwd en worden de gewone verschuldigde tewerkstelling beschouwd en worden de gewone verschuldigde
socialezekerheidsbijdragen voor deze tewerkstelling berekend op het socialezekerheidsbijdragen voor deze tewerkstelling berekend op het
flexiloon, verhoogd met een door de Koning te bepalen percentage van flexiloon, verhoogd met een door de Koning te bepalen percentage van
het flexiloon, dat niet lager ligt dan 50 % en niet hoger ligt dan 200 het flexiloon, dat niet lager ligt dan 50 % en niet hoger ligt dan 200
% van het flexiloon. % van het flexiloon.
Art. 27 Art. 27
In boek 2, hoofdstuk 2, van het Sociaal Strafwetboek wordt een In boek 2, hoofdstuk 2, van het Sociaal Strafwetboek wordt een
afdeling 3/1 ingevoegd, luidende : "Afdeling 3/1. afdeling 3/1 ingevoegd, luidende : "Afdeling 3/1.
Flexi-jobwerknemers". Flexi-jobwerknemers".
Art. 28 Art. 28
In afdeling 3/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 27, wordt In afdeling 3/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 27, wordt
een artikel 152/1, ingevoegd, luidende : een artikel 152/1, ingevoegd, luidende :
"

Art. 152/1.Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft, de

"

Art. 152/1.Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft, de

werkgever, zijn aangestelde of lasthebber, die flexi-jobwerknemers werkgever, zijn aangestelde of lasthebber, die flexi-jobwerknemers
tewerkstelt zonder het juiste tijdstip van begin en einde van de tewerkstelt zonder het juiste tijdstip van begin en einde van de
arbeidsprestatie via een systeem te registreren en bij te houden, arbeidsprestatie via een systeem te registreren en bij te houden,
zoals bepaald bij artikel 24 van de wet van 16 november 2015 houdende zoals bepaald bij artikel 24 van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken.". diverse bepalingen inzake sociale zaken.".
Afdeling 5. - Wijzigingen inzake fiscaliteit Afdeling 5. - Wijzigingen inzake fiscaliteit
Art. 29 Art. 29
Artikel 38, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de Artikel 38, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet
van 19 december 2014, wordt aangevuld met de bepalingen onder 29° en van 19 december 2014, wordt aangevuld met de bepalingen onder 29° en
30°, luidende : 30°, luidende :
"29° het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 16 "29° het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 16
november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken en het november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken en het
flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet; flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6°, van dezelfde wet;
30° de bezoldigingen met betrekking tot 300 overuren als bedoeld in 30° de bezoldigingen met betrekking tot 300 overuren als bedoeld in
artikel 3, 5°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse artikel 3, 5°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse
bepalingen inzake sociale zaken voor de werknemers tewerkgesteld bij bepalingen inzake sociale zaken voor de werknemers tewerkgesteld bij
werkgevers die geen gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem werkgevers die geen gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem
als bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het als bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het
bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd
kassasysteem in de horecasector moet voldoen, en tot 360 overuren voor kassasysteem in de horecasector moet voldoen, en tot 360 overuren voor
de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die in elke plaats van de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die in elke plaats van
uitbating wel gebruik maken van een dergelijk kassasysteem en die dit uitbating wel gebruik maken van een dergelijk kassasysteem en die dit
kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de
belastingadministratie.". belastingadministratie.".
Art. 30 Art. 30
Artikel 52, 3°, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de Artikel 52, 3°, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de
wet van 21 december 2007, wordt aangevuld met een bepaling onder e), wet van 21 december 2007, wordt aangevuld met een bepaling onder e),
luidende : luidende :
"e) de bijzondere bijdragen die verschuldigd zijn krachtens artikel "e) de bijzondere bijdragen die verschuldigd zijn krachtens artikel
38, § 3sexdecies, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de 38, § 3sexdecies, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de
algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.". algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.".
Afdeling 6. - Verhoging overuren Afdeling 6. - Verhoging overuren
Art. 31 Art. 31
De 143 uren als bedoeld in artikel 26bis, § 2bis, derde lid, van de De 143 uren als bedoeld in artikel 26bis, § 2bis, derde lid, van de
arbeidswet van 16 maart 1971, die op vraag van de werknemer niet arbeidswet van 16 maart 1971, die op vraag van de werknemer niet
moeten worden ingehaald, worden verhoogd tot 300 uren per kalenderjaar moeten worden ingehaald, worden verhoogd tot 300 uren per kalenderjaar
bij de werkgevers of, in geval van uitzendarbeid, bij de gebruikers bij de werkgevers of, in geval van uitzendarbeid, bij de gebruikers
van wie de activiteit ressorteert onder het paritair comité voor het van wie de activiteit ressorteert onder het paritair comité voor het
hotelbedrijf (PC 302). hotelbedrijf (PC 302).
Zij worden verhoogd tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij Zij worden verhoogd tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij
werkgevers die in elke plaats van uitbating gebruik maken van het werkgevers die in elke plaats van uitbating gebruik maken van het
geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van
30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden
waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet
voldoen, en die dit kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben voldoen, en die dit kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben
aangegeven bij de belastingadministratie. aangegeven bij de belastingadministratie.
Art. 32 Art. 32
In geval van toepassing van de verhogingen bepaald in artikel 31 In geval van toepassing van de verhogingen bepaald in artikel 31
kunnen maximaal 143 uren per periode van vier maanden niet worden kunnen maximaal 143 uren per periode van vier maanden niet worden
ingehaald. ingehaald.
Art. 33 Art. 33
In artikel 154bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de In artikel 154bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de
wet van 8 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : wet van 8 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt vervangen als volgt : 1° het derde lid wordt vervangen als volgt :
"Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt "Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt
opgetrokken tot 180 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij opgetrokken tot 180 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij
werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat
zij gebruik maken van een in hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4 zij gebruik maken van een in hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4
augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk bedoeld elektronisch uitvoering van hun werk bedoeld elektronisch
aanwezigheidsregistratiesysteem. aanwezigheidsregistratiesysteem.
Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt
opgetrokken tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij opgetrokken tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij
werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het
hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien
de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het
hotelbedrijf."; hotelbedrijf.";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De belastingvermindering is niet van toepassing op het overwerk dat "De belastingvermindering is niet van toepassing op het overwerk dat
in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid,
30°.". 30°.".
Art. 34 Art. 34
In artikel 2751 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de In artikel 2751 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de
programmawet (I) van 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen programmawet (I) van 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° het zevende lid wordt vervangen als volgt : 1° het zevende lid wordt vervangen als volgt :
"Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt "Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt
opgetrokken tot 180 uren voor de werkgevers die werken in onroerende opgetrokken tot 180 uren voor de werkgevers die werken in onroerende
staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van een in staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van een in
hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende
het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoeld het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoeld
elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem. elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem.
Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt
opgetrokken tot 360 uren voor de werkgevers die ressorteren onder het opgetrokken tot 360 uren voor de werkgevers die ressorteren onder het
paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité
voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het
paritair comité voor het hotelbedrijf; paritair comité voor het hotelbedrijf;
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing is niet "De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing is niet
van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de
toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 30°.". toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 30°.".
Art. 35 Art. 35
Het overloon bepaald bij artikel 29, § 1, van de arbeidswet van 16 Het overloon bepaald bij artikel 29, § 1, van de arbeidswet van 16
maart 1971 is niet van toepassing op de overuren verricht maart 1971 is niet van toepassing op de overuren verricht
overeenkomstig artikel 32. overeenkomstig artikel 32.
Afdeling 7. - Slotbepalingen Afdeling 7. - Slotbepalingen
Art. 36 Art. 36
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad, de nadere uitvoeringsregels van dit hoofdstuk bepalen, Ministerraad, de nadere uitvoeringsregels van dit hoofdstuk bepalen,
met uitzondering van afdeling 5 en de artikelen 33 en 34. met uitzondering van afdeling 5 en de artikelen 33 en 34.
Art. 37 Art. 37
Dit hoofdstuk treedt in werking op de eerste dag van de maand die Dit hoofdstuk treedt in werking op de eerste dag van de maand die
volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid : In afwijking van het eerste lid :
1° treden de artikelen 29 en 33 in werking vanaf aanslagjaar 2016; 1° treden de artikelen 29 en 33 in werking vanaf aanslagjaar 2016;
2° zijn de artikelen 30 en 34 van toepassing op de bezoldigingen die 2° zijn de artikelen 30 en 34 van toepassing op de bezoldigingen die
vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking van deze vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking van deze
wet in het Belgisch Staatsblad worden betaald of toegekend. wet in het Belgisch Staatsblad worden betaald of toegekend.
Art. 38 Art. 38
De regelgeving in dit hoofdstuk valt onder de toepassing van de De regelgeving in dit hoofdstuk valt onder de toepassing van de
de-minimissteun zoals vervat in Verordening (EU) 1407/2013 van de de-minimissteun zoals vervat in Verordening (EU) 1407/2013 van de
Europese Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van Europese Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van
de artikelen 107 en 108 van het verdrag betreffende de werking van de de artikelen 107 en 108 van het verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie op de-minimissteun en de eventuele latere wijzigingen Europese Unie op de-minimissteun en de eventuele latere wijzigingen
van deze verordening. van deze verordening.
De toekenning van de regeling als bedoeld in dit hoofdstuk is De toekenning van de regeling als bedoeld in dit hoofdstuk is
verbonden aan de voorwaarde dat de onderneming de verbintenis aangaat verbonden aan de voorwaarde dat de onderneming de verbintenis aangaat
dat ze het plafond vermeld in de Verordening (EU) 1407/2013 van de dat ze het plafond vermeld in de Verordening (EU) 1407/2013 van de
Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de
artikelen 107 en 108 van het verdrag betreffende de werking van de artikelen 107 en 108 van het verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie op de de-minimissteun, niet zal overschrijden. Europese Unie op de de-minimissteun, niet zal overschrijden.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 27 juni 1969 tot herziening HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 27 juni 1969 tot herziening
van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders en van de programmawet van 10 augustus 2015, zekerheid der arbeiders en van de programmawet van 10 augustus 2015,
betreffende de vleessector betreffende de vleessector
Art. 39 Art. 39
In artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de In artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, worden de volgende wijzigingen aangebracht : zekerheid der arbeiders, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de volgende a) in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de volgende
zinnen : zinnen :
"De Koning kan, na eenparig advies van de bevoegde paritaire comités "De Koning kan, na eenparig advies van de bevoegde paritaire comités
of subcomités, de aannemer gelijkstellen met de opdrachtgever. In dat of subcomités, de aannemer gelijkstellen met de opdrachtgever. In dat
geval neemt deze aannemer alle rechten en plichten als bedoeld in dit geval neemt deze aannemer alle rechten en plichten als bedoeld in dit
artikel over van de opdrachtgever"; artikel over van de opdrachtgever";
b) in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 3° aangevuld met het b) in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 3° aangevuld met het
volgende streepje : volgende streepje :
"- wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie die hem "- wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie die hem
werd toevertrouwd in de bepaling onder 2°, de aannemer die werd toevertrouwd in de bepaling onder 2°, de aannemer die
gelijkgesteld werd met de opdrachtgever;"; gelijkgesteld werd met de opdrachtgever;";
c) § 7, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin : c) § 7, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin :
"Wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie als bedoeld "Wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie als bedoeld
in § 1, 2°, rust de verplichting tot melding op de met de in § 1, 2°, rust de verplichting tot melding op de met de
opdrachtgever gelijkgestelde aannemer.". opdrachtgever gelijkgestelde aannemer.".
Art. 40 Art. 40
Artikel 4 van de programmawet van 10 augustus 2015 wordt vervangen als Artikel 4 van de programmawet van 10 augustus 2015 wordt vervangen als
volgt : volgt :
"

Art. 4.Er wordt een aanwezigheidsregistratie ingevoerd voor de

"

Art. 4.Er wordt een aanwezigheidsregistratie ingevoerd voor de

tewerkgestelden die tewerkgesteld zijn op de arbeidsplaatsen waar tewerkgestelden die tewerkgesteld zijn op de arbeidsplaatsen waar
activiteiten verricht worden als bedoeld in artikel 2 van het activiteiten verricht worden als bedoeld in artikel 2 van het
koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de
artikelen 400, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de artikelen 400, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 12, 30bis en 30ter van inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 12, 30bis en 30ter van
de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
en van artikel 6ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het en van artikel 6ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het
welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en die welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en die
onderworpen zijn aan de verplichte melding van de overeenkomsten als onderworpen zijn aan de verplichte melding van de overeenkomsten als
bedoeld in artikel 30ter, § 7 van de wet van 27 juni 1969 tot bedoeld in artikel 30ter, § 7 van de wet van 27 juni 1969 tot
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders.". maatschappelijke zekerheid der arbeiders.".
Art. 41 Art. 41
In artikel 5 van de programmawet van 10 augustus 2015 worden de In artikel 5 van de programmawet van 10 augustus 2015 worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
a) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : a) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
"4° arbeidsplaatsen : de plaats of de plaatsen (slachthuis, een "4° arbeidsplaatsen : de plaats of de plaatsen (slachthuis, een
uitsnijderij of een bedrijf voor vleesbereidingen en/of bereidingen uitsnijderij of een bedrijf voor vleesbereidingen en/of bereidingen
van vleesproducten en die te dien einde een erkenning van het Federaal van vleesproducten en die te dien einde een erkenning van het Federaal
Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen moeten verkrijgen) Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen moeten verkrijgen)
waar de activiteiten als bedoeld in artikel 4 uitgevoerd worden, met waar de activiteiten als bedoeld in artikel 4 uitgevoerd worden, met
uitzondering van de inrichtingen die een erkenning 1.1.3 (Slachting op uitzondering van de inrichtingen die een erkenning 1.1.3 (Slachting op
landbouwbedrijven) moeten verkrijgen, zoals bepaald bij bijlage 2 van landbouwbedrijven) moeten verkrijgen, zoals bepaald bij bijlage 2 van
het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de
nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande
registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen; deze uitsluitingen zullen een jaar na Veiligheid van de Voedselketen; deze uitsluitingen zullen een jaar na
de inwerkingtreding van deze wet geëvalueerd worden."; de inwerkingtreding van deze wet geëvalueerd worden.";
b) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : b) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt :
"5° opdrachtgever : de in artikel 30ter, § 1, 2°, van de wet van 27 "5° opdrachtgever : de in artikel 30ter, § 1, 2°, van de wet van 27
juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bedoelde betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bedoelde
opdrachtgever of gelijkgestelde aannemer, die instaat voor het beheer opdrachtgever of gelijkgestelde aannemer, die instaat voor het beheer
van de arbeidsplaats; deze gelijkgestelde aannemer neemt alle rechten van de arbeidsplaats; deze gelijkgestelde aannemer neemt alle rechten
en plichten als bedoeld in deze afdeling over van de opdrachtgever;"; en plichten als bedoeld in deze afdeling over van de opdrachtgever;";
c) de bepaling onder 6° wordt aangevuld met het volgende streepje : c) de bepaling onder 6° wordt aangevuld met het volgende streepje :
"- de gelijkgestelde aannemer als bedoeld in artikel 30ter, § 1, 2°, "- de gelijkgestelde aannemer als bedoeld in artikel 30ter, § 1, 2°,
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der
arbeiders;". arbeiders;".
Art. 42 Art. 42
Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, betreffende de vleessector 1992, betreffende de vleessector
Art. 43 Art. 43
In artikel 400 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, In artikel 400 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,
vervangen bij het koninklijk besluit van 26 december 1998 en gewijzigd vervangen bij het koninklijk besluit van 26 december 1998 en gewijzigd
bij de wetten van 27 april 2007, 7 november 2011 en 29 maart 2012 bij de wetten van 27 april 2007, 7 november 2011 en 29 maart 2012
worden de volgende wijzigingen aangebracht : worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° aangevuld met het a) in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° aangevuld met het
volgende streepje, luidende : volgende streepje, luidende :
"- wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie die hem is "- wanneer de Koning gebruik heeft gemaakt van de delegatie die hem is
gegeven in het tweede lid, de aannemer die gelijkgesteld wordt met de gegeven in het tweede lid, de aannemer die gelijkgesteld wordt met de
opdrachtgever."; opdrachtgever.";
b) het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : b) het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
"De Koning kan, voor de in het eerste lid, 1°, b, bedoelde "De Koning kan, voor de in het eerste lid, 1°, b, bedoelde
activiteiten of werkzaamheden, na eenparig advies van de bevoegde activiteiten of werkzaamheden, na eenparig advies van de bevoegde
paritaire comités of subcomités, de aannemer gelijkstellen met de paritaire comités of subcomités, de aannemer gelijkstellen met de
opdrachtgever. In dat geval neemt deze aannemer alle rechten en opdrachtgever. In dat geval neemt deze aannemer alle rechten en
plichten beoogd in de artikelen 401 tot 408 over van de plichten beoogd in de artikelen 401 tot 408 over van de
opdrachtgever.". opdrachtgever.".
Art. 44 Art. 44
Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015.
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 30 december 2009 houdende HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 30 december 2009 houdende
diverse bepalingen diverse bepalingen
Art. 45 Art. 45
In artikel 184/1 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse In artikel 184/1 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse
bepalingen worden de woorden "maaltijd- en/of ecocheques" telkens bepalingen worden de woorden "maaltijd- en/of ecocheques" telkens
vervangen door de woorden "maaltijdcheques en/of papieren en vervangen door de woorden "maaltijdcheques en/of papieren en
elektronische ecocheques". elektronische ecocheques".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 12 mei 2014 betreffende de HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 12 mei 2014 betreffende de
erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote
zorgbehoefte bijstaat zorgbehoefte bijstaat
Art. 46 Art. 46
In artikel 2, 5°, van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning In artikel 2, 5°, van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning
van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte
bijstaat, worden de volgende wijzigingen aangebracht : bijstaat, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de cyclische of gefaseerde 1° in het eerste lid worden de woorden "de cyclische of gefaseerde
evolutie van bepaalde pathologieën of" opgeheven; evolutie van bepaalde pathologieën of" opgeheven;
2° het tweede lid wordt opgeheven." 2° het tweede lid wordt opgeheven."
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de programmawet (I) van 27 december HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de programmawet (I) van 27 december
2006" 2006"
Art. 47 Art. 47
In artikel 137 van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden de In artikel 137 van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
1) De bepaling onder 6°, opgeheven bij de wet van 11 november 2013, 1) De bepaling onder 6°, opgeheven bij de wet van 11 november 2013,
wordt hersteld als volgt : wordt hersteld als volgt :
"6° Risicosectoren : sectoren die vastgesteld worden door de Koning "6° Risicosectoren : sectoren die vastgesteld worden door de Koning
bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad waarvoor het bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad waarvoor het
risico geobjectiveerd werd door de sociale inlichtingen- en risico geobjectiveerd werd door de sociale inlichtingen- en
opsporingsdienst als bedoeld in artikel 6 van het Sociaal Strafwetboek opsporingsdienst als bedoeld in artikel 6 van het Sociaal Strafwetboek
en die voor advies voorgelegd zijn aan de betrokken sociale partners, en die voor advies voorgelegd zijn aan de betrokken sociale partners,
ieder wat zijn bevoegdheid betreft, binnen een termijn van vier ieder wat zijn bevoegdheid betreft, binnen een termijn van vier
maanden na de vraag om advies, overeenkomstig de procedure als bepaald maanden na de vraag om advies, overeenkomstig de procedure als bepaald
door de Koning;" door de Koning;"
2) De bepalingen onder 7° en 8° worden vervangen als volgt : 2) De bepalingen onder 7° en 8° worden vervangen als volgt :
"7° zelfstandigen : alle natuurlijke personen die een beroepsbezigheid "7° zelfstandigen : alle natuurlijke personen die een beroepsbezigheid
uitoefenen waarvoor zij niet door een arbeidsovereenkomst of door een uitoefenen waarvoor zij niet door een arbeidsovereenkomst of door een
statuut verbonden zijn; statuut verbonden zijn;
8° gedetacheerde zelfstandigen : 8° gedetacheerde zelfstandigen :
a) de personen als bedoeld in punt 7°, die in België tijdelijk of a) de personen als bedoeld in punt 7°, die in België tijdelijk of
gedeeltelijk een of meerdere zelfstandige activiteiten uitoefenen, gedeeltelijk een of meerdere zelfstandige activiteiten uitoefenen,
behorende tot de in punt 6° beoogde risicosectoren, zonder er behorende tot de in punt 6° beoogde risicosectoren, zonder er
permanent te verblijven en die gewoonlijk werken op het grondgebied permanent te verblijven en die gewoonlijk werken op het grondgebied
van een of meer andere landen dan België; van een of meer andere landen dan België;
b) de personen die uit het buitenland komen en zich naar België b) de personen die uit het buitenland komen en zich naar België
begeven om er tijdelijk een zelfstandige beroepsactiviteit uit te begeven om er tijdelijk een zelfstandige beroepsactiviteit uit te
oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren, of om er zich oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren, of om er zich
tijdelijk te vestigen als zelfstandige om er een activiteit uit te tijdelijk te vestigen als zelfstandige om er een activiteit uit te
oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren;". oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren;".
Art. 48 Art. 48
Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2017. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2017.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan
de datum vermeld in het eerste lid. de datum vermeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van artikel 10 van de programmawet van 10 HOOFDSTUK 8. - Wijziging van artikel 10 van de programmawet van 10
augustus 2015 augustus 2015
Art. 49 Art. 49
In artikel 10, derde lid, 2°, van de programmawet van 10 augustus 2015 In artikel 10, derde lid, 2°, van de programmawet van 10 augustus 2015
worden de woorden "artikel 5, 4°" vervangen door de woorden "artikel worden de woorden "artikel 5, 4°" vervangen door de woorden "artikel
5, 5°". 5, 5°".
Art. 50 Art. 50
Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015.
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april
1971 1971
Art. 51 Art. 51
In artikel 49bis, zesde lid, 1°, van de arbeidsongevallenwet van 10 In artikel 49bis, zesde lid, 1°, van de arbeidsongevallenwet van 10
april 1971 wordt het woord "vijfmaal" vervangen door het woord april 1971 wordt het woord "vijfmaal" vervangen door het woord
"driemaal". "driemaal".
Art. 52 Art. 52
Artikel 59ter van dezelfde wet wordt opgeheven. Artikel 59ter van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 53 Art. 53
Artikel 88quater, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met de Artikel 88quater, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met de
bepaling onder 5°, luidende : bepaling onder 5°, luidende :
"5° de Nationale Bank van België (NBB)." "5° de Nationale Bank van België (NBB)."
Art. 54 Art. 54
De artikelen 51 en 53 treden in werking de dag waarop deze wet in het De artikelen 51 en 53 treden in werking de dag waarop deze wet in het
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
"Artikel 52 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 voor de "Artikel 52 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 voor de
bijdrage als bedoeld in artikel 59, 1°, a), van de bijdrage als bedoeld in artikel 59, 1°, a), van de
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
Artikel 52 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015 voor de Artikel 52 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015 voor de
bijdrage bedoeld in artikel, 59, 1°, c), van dezelfde wet." bijdrage bedoeld in artikel, 59, 1°, c), van dezelfde wet."
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 16 november 2015. Gegeven te Brussel, 16 november 2015.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE BLOCK Mevr. M. DE BLOCK
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT J. VAN OVERTVELDT
De Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude en Privacy, De Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude en Privacy,
B. TOMMELEIN B. TOMMELEIN
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
K. GEENS K. GEENS
_______ _______
Nota Nota
Kamer van voklsvertegenwoordigers. Kamer van voklsvertegenwoordigers.
Stuk - 54K1297 Stuk - 54K1297
^