Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 | Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
14 DECEMBER 2015. - Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 | 14 DECEMBER 2015. - Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 |
en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 | en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 |
MEMORIE VAN TOELICHTING | MEMORIE VAN TOELICHTING |
Dames en Heren, | Dames en Heren, |
Een verlaagd tarief inzake accijnzen voor aardgas gebruikt door | Een verlaagd tarief inzake accijnzen voor aardgas gebruikt door |
bedrijven met een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door het | bedrijven met een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door het |
Vlaams Gewest, een "accord de branche" afgeleverd door het Waals | Vlaams Gewest, een "accord de branche" afgeleverd door het Waals |
Gewest of een gelijkaardige overeenkomst afgeleverd door het Brussels | Gewest of een gelijkaardige overeenkomst afgeleverd door het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest wordt ingesteld. | Hoofdstedelijk Gewest wordt ingesteld. |
Dit verlaagd tarief wordt ingesteld naar aanleiding van het eindigen | Dit verlaagd tarief wordt ingesteld naar aanleiding van het eindigen |
van de verlaagde tarieven op 31 december 2014 voor bedrijven die | van de verlaagde tarieven op 31 december 2014 voor bedrijven die |
beschikten over een vergunning of overeenkomst milieudoelstelling in | beschikten over een vergunning of overeenkomst milieudoelstelling in |
het kader van de bepalingen van artikel 17 van de Richtlijn 2003/96/EG | het kader van de bepalingen van artikel 17 van de Richtlijn 2003/96/EG |
van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de | van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de |
communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en | communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en |
elektriciteit. | elektriciteit. |
Het verlaagd tarief wordt ingesteld op 0,54 euro per MWh wat | Het verlaagd tarief wordt ingesteld op 0,54 euro per MWh wat |
overeenstemt met het Europees minimumtarief voorzien in Richtlijn | overeenstemt met het Europees minimumtarief voorzien in Richtlijn |
2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de | 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de |
communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en | communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en |
elektriciteit. | elektriciteit. |
De toepassing van dit bedrag wordt toegestaan door de bepalingen van | De toepassing van dit bedrag wordt toegestaan door de bepalingen van |
artikel 44 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van | artikel 44 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van |
17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de | 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de |
artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar | artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar |
worden verklaard; in dit geval bepaalt artikel 44 dat steunregelingen | worden verklaard; in dit geval bepaalt artikel 44 dat steunregelingen |
in de vorm van kortingen op milieubelastingen die voldoen aan de | in de vorm van kortingen op milieubelastingen die voldoen aan de |
voorwaarden van Richtlijn 2003/96/EG -van de Raad van 27 oktober 2003 | voorwaarden van Richtlijn 2003/96/EG -van de Raad van 27 oktober 2003 |
tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting | tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting |
van energieproducten en elektriciteit verenigbaar zijn met de interne | van energieproducten en elektriciteit verenigbaar zijn met de interne |
markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag. | markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag. |
In haar advies nr. 57.948/1 van 19 augustus 2015 merkt de Raad van | In haar advies nr. 57.948/1 van 19 augustus 2015 merkt de Raad van |
State op dat niet uit te sluiten valt dat de ontworpen regeling niet | State op dat niet uit te sluiten valt dat de ontworpen regeling niet |
voldoet aan de voorwaarden vervat in artikel 107, lid 1 van het | voldoet aan de voorwaarden vervat in artikel 107, lid 1 van het |
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zijnde dat | Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zijnde dat |
steunmaatregelen die de mededinging door begunstiging van bepaalde | steunmaatregelen die de mededinging door begunstiging van bepaalde |
ondernemingen vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar zijn | ondernemingen vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar zijn |
met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen | met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen |
de lidstaten ongunstig beïnvloedt. | de lidstaten ongunstig beïnvloedt. |
De Raad van State adviseert dat indien er uitsluitsel gewenst is | De Raad van State adviseert dat indien er uitsluitsel gewenst is |
aangaande de verenigbaarheid van deze steunmaatregelen met het | aangaande de verenigbaarheid van deze steunmaatregelen met het |
Unierecht, mede in het licht van de onzekerheid aangaande de | Unierecht, mede in het licht van de onzekerheid aangaande de |
toepassing ervan in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, de | toepassing ervan in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, de |
ontworpen regeling aangemeld wordt bij de Europese Commissie. | ontworpen regeling aangemeld wordt bij de Europese Commissie. |
Wat betreft deze aanbeveling, wordt er van het advies van de Raad van | Wat betreft deze aanbeveling, wordt er van het advies van de Raad van |
State afgeweken. Er zal dus niet overgegaan worden tot een aanmelding | State afgeweken. Er zal dus niet overgegaan worden tot een aanmelding |
van de regeling bij de Europese Commissie, en dit omwille van de | van de regeling bij de Europese Commissie, en dit omwille van de |
volgende reden: met de beslissing N201/04 - België - Toepassing van de | volgende reden: met de beslissing N201/04 - België - Toepassing van de |
mogelijkheden tot accijnsvrijstelling of -verlaging uit hoofde van | mogelijkheden tot accijnsvrijstelling of -verlaging uit hoofde van |
artikel 17 van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad werd in 2005 de | artikel 17 van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad werd in 2005 de |
belastingverlaging en -vrijstelling als verenigbaar met interne markt | belastingverlaging en -vrijstelling als verenigbaar met interne markt |
aanzien door de Europese Commissie. | aanzien door de Europese Commissie. |
De toen aangemelde steunmaatregel was enkel van toepassing op de | De toen aangemelde steunmaatregel was enkel van toepassing op de |
Vlaamse en Waalse convenantbedrijven. In het tweetalige gebied | Vlaamse en Waalse convenantbedrijven. In het tweetalige gebied |
Brussel-Hoofdstad was geen regeling uitgewerkt. | Brussel-Hoofdstad was geen regeling uitgewerkt. |
Aangezien de Europese Commissie in 2005 heeft geoordeeld dat de | Aangezien de Europese Commissie in 2005 heeft geoordeeld dat de |
aangemelde steunmaatregel verenigbaar was met de interne markt, kan | aangemelde steunmaatregel verenigbaar was met de interne markt, kan |
aangenomen worden dat de nieuwe regeling, die een beperkter voordeel | aangenomen worden dat de nieuwe regeling, die een beperkter voordeel |
biedt voor de convenantbedrijven ten opzichte van de regeling die | biedt voor de convenantbedrijven ten opzichte van de regeling die |
beëindigd werd op 31 december 2014 en die bovendien voorziet in de | beëindigd werd op 31 december 2014 en die bovendien voorziet in de |
mogelijkheid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om gebruik te | mogelijkheid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om gebruik te |
maken van deze regeling, eveneens verenigbaar is met de interne markt. | maken van deze regeling, eveneens verenigbaar is met de interne markt. |
Met de andere opmerkingen van de Raad van State werd rekening | Met de andere opmerkingen van de Raad van State werd rekening |
gehouden. | gehouden. |
Dit is, Dames en Heren, de inhoud van het ontwerp van wet dat de | Dit is, Dames en Heren, de inhoud van het ontwerp van wet dat de |
regering de eer heeft aan uw beraadslagingen voor te leggen. | regering de eer heeft aan uw beraadslagingen voor te leggen. |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
Johan VAN OVERTVELDT | Johan VAN OVERTVELDT |
RAAD VAN STATE | RAAD VAN STATE |
afdeling Wetgeving | afdeling Wetgeving |
Advies 57.948/1/V van 19 augustus 2015 over een voorontwerp van wet | Advies 57.948/1/V van 19 augustus 2015 over een voorontwerp van wet |
`tot wijziging van artikelen 419, i), iii) en 420 van de programmawet | `tot wijziging van artikelen 419, i), iii) en 420 van de programmawet |
van 27 december 2004' | van 27 december 2004' |
Op 22 juli 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 22 juli 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, | Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, |
van rechtswege verlengd tot 7 september 2015,(*) een advies te | van rechtswege verlengd tot 7 september 2015,(*) een advies te |
verstrekken over een voorontwerp van wet `tot wijziging van artikelen | verstrekken over een voorontwerp van wet `tot wijziging van artikelen |
419, i), iii) en 420 van de programmawet van 27 december 2004'. | 419, i), iii) en 420 van de programmawet van 27 december 2004'. |
Het voorontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 11 | Het voorontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 11 |
augustus 2015. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, | augustus 2015. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, |
kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Bert THYS, staatsraden, | kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Bert THYS, staatsraden, |
Michel TISON, assessor, en Greet VERBERCKMOES, griffier. | Michel TISON, assessor, en Greet VERBERCKMOES, griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Tim CORTHAUT, auditeur. | Het verslag is uitgebracht door Tim CORTHAUT, auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Koen MUYLLE, staatsraad. | advies is nagezien onder toezicht van Koen MUYLLE, staatsraad. |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 19 augustus | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 19 augustus |
2015. | 2015. |
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de | 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de |
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling |
Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de | Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de |
steller van de handeling, van de rechtsgrond(1), alsmede van de vraag | steller van de handeling, van de rechtsgrond(1), alsmede van de vraag |
of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. | of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. |
STREKKING VAN HET VOORONTWERP | STREKKING VAN HET VOORONTWERP |
2. Het voorontwerp strekt tot het toekennen van een verlaagd tarief | 2. Het voorontwerp strekt tot het toekennen van een verlaagd tarief |
voor de bijdrage op energie voor aardgas, aangewend als | voor de bijdrage op energie voor aardgas, aangewend als |
verwarmingsbrandstof voor zakelijk gebruik, ten gunste van bedrijven | verwarmingsbrandstof voor zakelijk gebruik, ten gunste van bedrijven |
met een "energiebeleidsovereenkomst", afgeleverd door het Vlaamse | met een "energiebeleidsovereenkomst", afgeleverd door het Vlaamse |
Gewest of met een "accord de branche", afgeleverd door het Waalse | Gewest of met een "accord de branche", afgeleverd door het Waalse |
Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. | Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. |
Dat verlaagde tarief van 0,54 euro per MWh (bovenste | Dat verlaagde tarief van 0,54 euro per MWh (bovenste |
verbrandingswaarde) wordt opgenomen in artikel 419, i), iii), van de | verbrandingswaarde) wordt opgenomen in artikel 419, i), iii), van de |
programmawet van 27 december 2004 (artikel 2 van het ontwerp). De | programmawet van 27 december 2004 (artikel 2 van het ontwerp). De |
Koning wordt gemachtigd om de "toepassingsmodaliteiten" (lees: nadere | Koning wordt gemachtigd om de "toepassingsmodaliteiten" (lees: nadere |
regels) met betrekking tot het verlaagde tarief te bepalen (artikel 3 | regels) met betrekking tot het verlaagde tarief te bepalen (artikel 3 |
van het ontwerp - ontworpen artikel 420, § 7). Een bepaling met | van het ontwerp - ontworpen artikel 420, § 7). Een bepaling met |
betrekking tot de verplichte registratie voor personen die een | betrekking tot de verplichte registratie voor personen die een |
economische activiteit uitoefenen, wordt aangepast zodat die voortaan | economische activiteit uitoefenen, wordt aangepast zodat die voortaan |
ook geldt voor personen die in aanmerking willen komen voor het | ook geldt voor personen die in aanmerking willen komen voor het |
verlaagd tarief (artikel 4 van het ontwerp - ontworpen artikel 432, § | verlaagd tarief (artikel 4 van het ontwerp - ontworpen artikel 432, § |
3, zesde streepje). | 3, zesde streepje). |
VORMVEREISTEN | VORMVEREISTEN |
3.1. De stellers van het ontwerp gaan ervan uit dat de ontworpen | 3.1. De stellers van het ontwerp gaan ervan uit dat de ontworpen |
regeling voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 44 van | regeling voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 44 van |
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 | Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 |
`waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en | `waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en |
108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard' | 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard' |
(hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening), zodat ze is | (hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening), zodat ze is |
vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding bij de Europese | vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding bij de Europese |
Commissie, vervat in artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende | Commissie, vervat in artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende |
de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). In het formulier met | de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). In het formulier met |
de voorafgaande regelgevingsimpactanalyse (RIA) wordt dienaangaande | de voorafgaande regelgevingsimpactanalyse (RIA) wordt dienaangaande |
het volgende uiteengezet: | het volgende uiteengezet: |
"Het verlaagd tarief wordt ingesteld op 0,54 euro per MWh wat | "Het verlaagd tarief wordt ingesteld op 0,54 euro per MWh wat |
overeenstemt met het Europees minimumtarief voorzien in Richtlijn | overeenstemt met het Europees minimumtarief voorzien in Richtlijn |
2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de | 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de |
communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en | communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en |
elektriciteit. | elektriciteit. |
De toepassing van dit bedrag wordt toegestaan door de bepalingen van | De toepassing van dit bedrag wordt toegestaan door de bepalingen van |
artikel 44 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van | artikel 44 van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van |
17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de | 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de |
artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar | artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar |
worden verklaard; in dit geval bepaalt artikel 44 dat de steunregeling | worden verklaard; in dit geval bepaalt artikel 44 dat de steunregeling |
in de vorm van kortingen op milieubelastingen die voldoen aan de | in de vorm van kortingen op milieubelastingen die voldoen aan de |
voorwaarden van Richtlijn 2003/96/EG - van de Raad van 27 oktober 2003 | voorwaarden van Richtlijn 2003/96/EG - van de Raad van 27 oktober 2003 |
tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting | tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting |
van energieproducten en elektriciteit verenigbaar zijn met de interne | van energieproducten en elektriciteit verenigbaar zijn met de interne |
markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag." | markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag." |
In zoverre effectief is voldaan aan de voorwaarden in Richtlijn | In zoverre effectief is voldaan aan de voorwaarden in Richtlijn |
2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 `tot herstructurering van | 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 `tot herstructurering van |
de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en | de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en |
elektriciteit', inzonderheid wat betreft de erin vervatte | elektriciteit', inzonderheid wat betreft de erin vervatte |
minimumbelastingniveaus voor energieproducten, evenals aan de | minimumbelastingniveaus voor energieproducten, evenals aan de |
voorwaarden van hoofdstuk I van Verordening (EU) nr. 651/2014, moet de | voorwaarden van hoofdstuk I van Verordening (EU) nr. 651/2014, moet de |
ontworpen regeling niet worden aangemeld bij de Europese Commissie. | ontworpen regeling niet worden aangemeld bij de Europese Commissie. |
3.2. Dit alles neemt evenwel niet weg dat de ontworpen regeling moet | 3.2. Dit alles neemt evenwel niet weg dat de ontworpen regeling moet |
voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 107, lid 1, van het VWEU | voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 107, lid 1, van het VWEU |
en de interpretatie die eraan is gegeven in de rechtspraak van het Hof | en de interpretatie die eraan is gegeven in de rechtspraak van het Hof |
van Justitie. In dat verband valt niet uit te sluiten dat, achteraf | van Justitie. In dat verband valt niet uit te sluiten dat, achteraf |
beschouwd, bepaalde ondernemingen of bepaalde producties worden | beschouwd, bepaalde ondernemingen of bepaalde producties worden |
begunstigd, namelijk wanneer de steunregeling niet werkzaam kan zijn | begunstigd, namelijk wanneer de steunregeling niet werkzaam kan zijn |
voor bedrijven die zijn gevestigd in het tweetalige gebied | voor bedrijven die zijn gevestigd in het tweetalige gebied |
Brussel-Hoofdstad, indien er door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest | Brussel-Hoofdstad, indien er door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest |
geen regelgevend kader zou worden gecreëerd inzake de overeenkomsten | geen regelgevend kader zou worden gecreëerd inzake de overeenkomsten |
die met de betrokken bedrijven kunnen worden gesloten. | die met de betrokken bedrijven kunnen worden gesloten. |
Ook indien de thans ontworpen federale regeling volledig "opengesteld" | Ook indien de thans ontworpen federale regeling volledig "opengesteld" |
wordt voor een dergelijk toekomstig regelgevend kader (zie daarover de | wordt voor een dergelijk toekomstig regelgevend kader (zie daarover de |
opmerkingen 4.1 en 4.2), moet die regeling worden gecombineerd met de | opmerkingen 4.1 en 4.2), moet die regeling worden gecombineerd met de |
relevante regelgeving van de gewesten om een volledig beeld te hebben | relevante regelgeving van de gewesten om een volledig beeld te hebben |
op de verenigbaarheid van de ermee beoogde steunmaatregelen met | op de verenigbaarheid van de ermee beoogde steunmaatregelen met |
artikel 107, lid 1, van het VWEU. Indien achteraf zou blijken dat | artikel 107, lid 1, van het VWEU. Indien achteraf zou blijken dat |
ondernemingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad | ondernemingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad |
door de ontstentenis van een regelgevend kader van het Brusselse | door de ontstentenis van een regelgevend kader van het Brusselse |
Hoofdstedelijke Gewest niet in aanmerking komen voor deze | Hoofdstedelijke Gewest niet in aanmerking komen voor deze |
steunmaatregelen, kan de verenigbaarheid ervan met de zo-even | steunmaatregelen, kan de verenigbaarheid ervan met de zo-even |
aangehaalde verdragsbepaling problematisch zijn.(2) De Raad van State | aangehaalde verdragsbepaling problematisch zijn.(2) De Raad van State |
moet op dit punt dan ook een voorbehoud maken. | moet op dit punt dan ook een voorbehoud maken. |
3.3. Indien de stellers van het ontwerp uitsluitsel wensen aangaande | 3.3. Indien de stellers van het ontwerp uitsluitsel wensen aangaande |
de verenigbaarheid van deze steunmaatregelen met het Unierecht, mede | de verenigbaarheid van deze steunmaatregelen met het Unierecht, mede |
in het licht van de onzekerheid aangaande de toepassing ervan in het | in het licht van de onzekerheid aangaande de toepassing ervan in het |
tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, kunnen zij de ontworpen regeling | tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, kunnen zij de ontworpen regeling |
alsnog aanmelden bij de Europese Commissie. | alsnog aanmelden bij de Europese Commissie. |
3.4. Er zal bovendien op moeten worden toegezien dat de publicatie- en | 3.4. Er zal bovendien op moeten worden toegezien dat de publicatie- en |
monitoringverplichtingen bepaald in de artikelen 9 tot 12 van | monitoringverplichtingen bepaald in de artikelen 9 tot 12 van |
Verordening (EU) nr. 651/2014 worden nageleefd. | Verordening (EU) nr. 651/2014 worden nageleefd. |
3.5. Ten slotte moet ook de aanmeldingsverplichting bepaald in artikel | 3.5. Ten slotte moet ook de aanmeldingsverplichting bepaald in artikel |
25, lid 1, en zo nodig ook deze bepaald in artikel 28, lid 4, van | 25, lid 1, en zo nodig ook deze bepaald in artikel 28, lid 4, van |
Richtlijn 2003/96/EG in acht worden genomen. | Richtlijn 2003/96/EG in acht worden genomen. |
ONDERZOEK VAN DE TEKST | ONDERZOEK VAN DE TEKST |
Artikelen 2 en 3 | Artikelen 2 en 3 |
4.1. Met betrekking tot de "energiebeleidsovereenkomsten" die vereist | 4.1. Met betrekking tot de "energiebeleidsovereenkomsten" die vereist |
zijn voor bedrijven gevestigd in het Vlaamse Gewest, verklaarde de | zijn voor bedrijven gevestigd in het Vlaamse Gewest, verklaarde de |
gemachtigde dat het gaat om een regeling "voor de verankering van en | gemachtigde dat het gaat om een regeling "voor de verankering van en |
voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve | voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve |
industrie (niet VER-bedrijven & VER-bedrijven), definitief goedgekeurd | industrie (niet VER-bedrijven & VER-bedrijven), definitief goedgekeurd |
door de Vlaamse Regering op 4 april 2014. De rechtsbasis voor deze | door de Vlaamse Regering op 4 april 2014. De rechtsbasis voor deze |
energiebeleidsovereenkomsten is terug te vinden in artikel 7.7.1 van | energiebeleidsovereenkomsten is terug te vinden in artikel 7.7.1 van |
het Energiedecreet = Decreet houdende algemene bepalingen betreffende | het Energiedecreet = Decreet houdende algemene bepalingen betreffende |
het energiebeleid van 8 mei 2009". | het energiebeleid van 8 mei 2009". |
Wat betreft de "accords de branche" die vereist zijn voor bedrijven | Wat betreft de "accords de branche" die vereist zijn voor bedrijven |
gevestigd in het Waalse Gewest verduidelijkte de gemachtigde het | gevestigd in het Waalse Gewest verduidelijkte de gemachtigde het |
volgende: "Les accords de branche sont des conventions | volgende: "Les accords de branche sont des conventions |
environnementales au sens du code de l'environnement (en particulier, | environnementales au sens du code de l'environnement (en particulier, |
les articles D82 à D92, partie 6, du livre 1er du code de | les articles D82 à D92, partie 6, du livre 1er du code de |
l'environnement)." | l'environnement)." |
In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zou nog geen regeling | In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zou nog geen regeling |
voorhanden zijn inzake overeenkomsten die met bedrijven worden | voorhanden zijn inzake overeenkomsten die met bedrijven worden |
gesloten die tot de toepasselijkheid van de ontworpen regeling inzake | gesloten die tot de toepasselijkheid van de ontworpen regeling inzake |
het verlaagde tarief kan leiden. De gemachtigde verklaarde in dat | het verlaagde tarief kan leiden. De gemachtigde verklaarde in dat |
verband het volgende: "Het invoeren van dergelijke regelingen behoort | verband het volgende: "Het invoeren van dergelijke regelingen behoort |
tot de bevoegdheden van de Gewesten. Het Vlaams Gewest heeft | tot de bevoegdheden van de Gewesten. Het Vlaams Gewest heeft |
dergelijke regeling ingevoerd aan de hand van de | dergelijke regeling ingevoerd aan de hand van de |
`energiebeleidsovereenkomsten' en het Waals Gewest aan de hand van de | `energiebeleidsovereenkomsten' en het Waals Gewest aan de hand van de |
`accords de branche'. Het al dan niet invoeren van dergelijke regeling | `accords de branche'. Het al dan niet invoeren van dergelijke regeling |
door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is geen federale bevoegdheid. | door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is geen federale bevoegdheid. |
Het [ontwerp] voorziet [in] de mogelijkheid dat - indien het Brussels | Het [ontwerp] voorziet [in] de mogelijkheid dat - indien het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest een dergelijke regeling invoert - ook de | Hoofdstedelijk Gewest een dergelijke regeling invoert - ook de |
bedrijven gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van | bedrijven gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van |
eenzelfde verlaagd tarief kunnen genieten." | eenzelfde verlaagd tarief kunnen genieten." |
4.2. Het klopt dat in de ontworpen bepalingen gewag wordt gemaakt van | 4.2. Het klopt dat in de ontworpen bepalingen gewag wordt gemaakt van |
een "`accord de branche' afgeleverd door (...) het Brussels | een "`accord de branche' afgeleverd door (...) het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest", maar daarmee wordt niet op een voldoende | Hoofdstedelijk Gewest", maar daarmee wordt niet op een voldoende |
rechtszekere wijze geanticipeerd op de mogelijke invoering van een | rechtszekere wijze geanticipeerd op de mogelijke invoering van een |
overeenkomst door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die | overeenkomst door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die |
vergelijkbaar is met hetgeen reeds bestaat in de twee andere gewesten. | vergelijkbaar is met hetgeen reeds bestaat in de twee andere gewesten. |
Zo kan er niet bij voorbaat van worden uitgegaan dat die overeenkomst | Zo kan er niet bij voorbaat van worden uitgegaan dat die overeenkomst |
"accord de branche" zal heten, nog afgezien van het gegeven dat er ook | "accord de branche" zal heten, nog afgezien van het gegeven dat er ook |
een Nederlandstalige benaming zal bestaan. | een Nederlandstalige benaming zal bestaan. |
Om die reden, en mede gelet op hetgeen in opmerking 3.2 is | Om die reden, en mede gelet op hetgeen in opmerking 3.2 is |
uiteengezet, is het raadzaam om in de ontworpen bepalingen de woorden | uiteengezet, is het raadzaam om in de ontworpen bepalingen de woorden |
"of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" te vervangen door de woorden | "of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" te vervangen door de woorden |
"of een gelijkaardige overeenkomst afgeleverd door het Brusselse | "of een gelijkaardige overeenkomst afgeleverd door het Brusselse |
Hoofdstedelijke Gewest". | Hoofdstedelijke Gewest". |
4.3. In de ontworpen bepalingen wordt ervan uitgegaan dat het volstaat | 4.3. In de ontworpen bepalingen wordt ervan uitgegaan dat het volstaat |
dat de betrokken overeenkomst door het bevoegde gewest is | dat de betrokken overeenkomst door het bevoegde gewest is |
"afgeleverd". Op de vraag wat gebeurt indien de overeenkomst niet | "afgeleverd". Op de vraag wat gebeurt indien de overeenkomst niet |
wordt ondertekend door het bedrijf of door het bedrijf niet wordt | wordt ondertekend door het bedrijf of door het bedrijf niet wordt |
nageleefd, antwoordde de gemachtigde het volgende: "Indien de | nageleefd, antwoordde de gemachtigde het volgende: "Indien de |
overeenkomst niet ondertekend werd door het bedrijf wordt deze ook | overeenkomst niet ondertekend werd door het bedrijf wordt deze ook |
niet aanzien als zijnde `afgeleverd' door het betrokken Gewest. Bij de | niet aanzien als zijnde `afgeleverd' door het betrokken Gewest. Bij de |
niet-naleving van deze regelingen worden de bepalingen van de | niet-naleving van deze regelingen worden de bepalingen van de |
betrokken Gewesten gevolgd. Indien zij overgaan tot intrekking van de | betrokken Gewesten gevolgd. Indien zij overgaan tot intrekking van de |
regeling, zal het verlaagde tarief inzake accijnzen ook niet meer van | regeling, zal het verlaagde tarief inzake accijnzen ook niet meer van |
toepassing zijn." | toepassing zijn." |
Er kan dan ook het best worden bepaald dat de betrokken overeenkomst | Er kan dan ook het best worden bepaald dat de betrokken overeenkomst |
niet alleen moet zijn afgeleverd door het bevoegde gewest, maar ook | niet alleen moet zijn afgeleverd door het bevoegde gewest, maar ook |
dat ze moet worden toegepast overeenkomstig de regelgeving van het | dat ze moet worden toegepast overeenkomstig de regelgeving van het |
bevoegde gewest. | bevoegde gewest. |
Artikel 4 | Artikel 4 |
5. Op de vraag of met de omschrijving "iedere persoon die een | 5. Op de vraag of met de omschrijving "iedere persoon die een |
economische activiteit uitoefent" in het ontworpen artikel 432, § 3, | economische activiteit uitoefent" in het ontworpen artikel 432, § 3, |
zesde streepje, wordt verwezen naar de term "zakelijk gebruik" in het | zesde streepje, wordt verwezen naar de term "zakelijk gebruik" in het |
ontworpen artikel 419, i), iii), eerste asterisk, die nader wordt | ontworpen artikel 419, i), iii), eerste asterisk, die nader wordt |
omschreven in artikel 420, § 5, antwoordde de gemachtigde het | omschreven in artikel 420, § 5, antwoordde de gemachtigde het |
volgende: "De term `economische activiteit' stemt inderdaad overeen | volgende: "De term `economische activiteit' stemt inderdaad overeen |
met de term `zakelijk gebruik' zoals voorzien in artikel 420, § 5) van | met de term `zakelijk gebruik' zoals voorzien in artikel 420, § 5) van |
de programmawet van 27 december 2004." | de programmawet van 27 december 2004." |
Het is ter wille van de rechtszekerheid aangewezen om in het ontworpen | Het is ter wille van de rechtszekerheid aangewezen om in het ontworpen |
artikel 432, § 3, zesde streepje, ook de term "zakelijk gebruik" te | artikel 432, § 3, zesde streepje, ook de term "zakelijk gebruik" te |
hanteren. | hanteren. |
De griffier, | De griffier, |
Greet VERBERCKMOES | Greet VERBERCKMOES |
De voorzitter, | De voorzitter, |
Marnix VAN DAMME | Marnix VAN DAMME |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, | (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, |
in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege | januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege |
wordt verlengd met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen | wordt verlengd met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen |
15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 | 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 |
augustus. | augustus. |
(1) Aangezien het om een voorontwerp van wet gaat, wordt onder | (1) Aangezien het om een voorontwerp van wet gaat, wordt onder |
"rechtsgrond" de overeenstemming met de hogere rechtsnormen verstaan. | "rechtsgrond" de overeenstemming met de hogere rechtsnormen verstaan. |
(2) HvJ 6 september 2006, C-88/03, Portugal t. Commissie. Het gegeven | (2) HvJ 6 september 2006, C-88/03, Portugal t. Commissie. Het gegeven |
dat het Hof van Justitie in zijn beoordeling rekening kan houden met | dat het Hof van Justitie in zijn beoordeling rekening kan houden met |
de bijzondere situatie van regio's met constitutionele autonomie (zie | de bijzondere situatie van regio's met constitutionele autonomie (zie |
K. LENAERTS en N. CAMBIEN, "Regions and the European Courts: Giving | K. LENAERTS en N. CAMBIEN, "Regions and the European Courts: Giving |
Shape to the Regional Dimension of Member States", European Law Review | Shape to the Regional Dimension of Member States", European Law Review |
2010, 609-635), betekent nog niet dat zonder meer voorbij kan worden | 2010, 609-635), betekent nog niet dat zonder meer voorbij kan worden |
gegaan aan de zo-even geschetste mogelijke selectiviteit van de | gegaan aan de zo-even geschetste mogelijke selectiviteit van de |
ontworpen steunmaatregel, aangezien vooral de feitelijke effecten van | ontworpen steunmaatregel, aangezien vooral de feitelijke effecten van |
de maatregel bij die beoordeling doorwegen. | de maatregel bij die beoordeling doorwegen. |
14 DECEMBER 2015. - Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 | 14 DECEMBER 2015. - Wet tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 |
en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 | en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004 |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
bekrachtigen, hetgeen volgt : | bekrachtigen, hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
Art. 2.Artikel 419, i), iii), van de programmawet van 27 december |
Art. 2.Artikel 419, i), iii), van de programmawet van 27 december |
2004, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 19 december 2014, | 2004, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 19 december 2014, |
wordt vervangen als volgt : | wordt vervangen als volgt : |
"iii) gebruikt als verwarmingsbrandstof : | "iii) gebruikt als verwarmingsbrandstof : |
*zakelijk gebruik : | *zakelijk gebruik : |
- bedrijven met een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door en | - bedrijven met een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door en |
toegepast overeenkomstig de regelgeving van het Vlaams Gewest, een | toegepast overeenkomstig de regelgeving van het Vlaams Gewest, een |
"accord de branche" afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de | "accord de branche" afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de |
regelgeving van het Waals Gewest of een gelijkaardige overeenkomst | regelgeving van het Waals Gewest of een gelijkaardige overeenkomst |
afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de regelgeving van het | afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de regelgeving van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest : | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : |
accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijdrage op de energie : 0,54 euro per MWh (bovenste | bijdrage op de energie : 0,54 euro per MWh (bovenste |
verbrandingswaarde); | verbrandingswaarde); |
- andere bedrijven | - andere bedrijven |
accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijdrage op de energie : 0,9916 euro per MWh (bovenste | bijdrage op de energie : 0,9916 euro per MWh (bovenste |
verbrandingswaarde) ; | verbrandingswaarde) ; |
* niet-zakelijk gebruik | * niet-zakelijk gebruik |
accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); | bijzondere accijns : 0 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde); |
bijdrage op de energie : 0,9916 euro per MWh (bovenste | bijdrage op de energie : 0,9916 euro per MWh (bovenste |
verbrandingswaarde);" | verbrandingswaarde);" |
Art. 3.In artikel 420 van dezelfde programmawet wordt een paragraaf 7 |
Art. 3.In artikel 420 van dezelfde programmawet wordt een paragraaf 7 |
ingevoegd, luidende als volgt : | ingevoegd, luidende als volgt : |
" § 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten met betrekking tot | " § 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten met betrekking tot |
het tarief bedoeld in artikel 419, i), iii) voor de bedrijven die | het tarief bedoeld in artikel 419, i), iii) voor de bedrijven die |
beschikken over een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door en | beschikken over een "energiebeleidsovereenkomst" afgeleverd door en |
toegepast overeenkomstig de regelgeving van het Vlaams Gewest, een | toegepast overeenkomstig de regelgeving van het Vlaams Gewest, een |
"accord de branche" afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de | "accord de branche" afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de |
regelgeving van het Waals Gewest of een gelijkaardige overeenkomst | regelgeving van het Waals Gewest of een gelijkaardige overeenkomst |
afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de regelgeving van het | afgeleverd door en toegepast overeenkomstig de regelgeving van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest." | Brussels Hoofdstedelijk Gewest." |
Art. 4.Artikel 432, § 3, 6de streepje, van dezelfde programmawet, |
Art. 4.Artikel 432, § 3, 6de streepje, van dezelfde programmawet, |
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, houdende | laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, houdende |
diverse fiscale en financiële bepalingen (1), wordt vervangen als | diverse fiscale en financiële bepalingen (1), wordt vervangen als |
volgt : | volgt : |
"- iedere rechtspersoon die voor zijn zakelijk gebruik van een | "- iedere rechtspersoon die voor zijn zakelijk gebruik van een |
vrijstelling of een verlaagd tarief inzake accijnzen wenst te | vrijstelling of een verlaagd tarief inzake accijnzen wenst te |
genieten." | genieten." |
Art. 5.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2016. |
Art. 5.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2016. |
Gegeven te Brussel, 14 december 2015. | Gegeven te Brussel, 14 december 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
J. VAN OVERTVELDT | J. VAN OVERTVELDT |