Wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen | Wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen |
---|---|
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN | MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN |
11 APRIL 1999. - Wet betreffende de overeenkomsten inzake de | 11 APRIL 1999. - Wet betreffende de overeenkomsten inzake de |
verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende | verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende |
goederen (1) | goederen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen | HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
Zij bewerkstelligt de omzetting van richtlijn 94/47/EG van het | Zij bewerkstelligt de omzetting van richtlijn 94/47/EG van het |
Europese Parlement en van de Raad van 26 oktober 1994 betreffende de | Europese Parlement en van de Raad van 26 oktober 1994 betreffende de |
bescherming van de verkrijger wat bepaalde aspecten betreft van | bescherming van de verkrijger wat bepaalde aspecten betreft van |
overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds | overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds |
gebruik van onroerende goederen. | gebruik van onroerende goederen. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder : |
1° overeenkomst inzake de verkrijging van een recht van deeltijds | 1° overeenkomst inzake de verkrijging van een recht van deeltijds |
gebruik van onroerende goederen, hierna te noemen "overeenkomst" : | gebruik van onroerende goederen, hierna te noemen "overeenkomst" : |
elke overeenkomst of groep overeenkomsten met een looptijd van ten | elke overeenkomst of groep overeenkomsten met een looptijd van ten |
minste drie jaar, waarbij, rechtstreeks of onrechtstreeks, al dan niet | minste drie jaar, waarbij, rechtstreeks of onrechtstreeks, al dan niet |
exclusief, een zakelijk recht of enig ander recht op het gebruik van | exclusief, een zakelijk recht of enig ander recht op het gebruik van |
een of meer onroerende goederen ontstaat, wordt overgedragen of het | een of meer onroerende goederen ontstaat, wordt overgedragen of het |
voorwerp uitmaakt van een verbintenis tot overdracht tegen een | voorwerp uitmaakt van een verbintenis tot overdracht tegen een |
totaalprijs, voor een periode in het jaar van minstens twee dagen; | totaalprijs, voor een periode in het jaar van minstens twee dagen; |
2° kredietovereenkomst : elke overeenkomst in de zin van artikel 1, | 2° kredietovereenkomst : elke overeenkomst in de zin van artikel 1, |
4°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet; | 4°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet; |
3° onroerend goed : elk voor bewoning bestemd gebouw waarop het in de | 3° onroerend goed : elk voor bewoning bestemd gebouw waarop het in de |
overeenkomst bedoelde recht betrekking heeft; | overeenkomst bedoelde recht betrekking heeft; |
4° verkoper : iedere natuurlijke of rechtspersoon, die bij een onder | 4° verkoper : iedere natuurlijke of rechtspersoon, die bij een onder |
punt 1 vallende transactie en in het kader van zijn beroepsuitoefening | punt 1 vallende transactie en in het kader van zijn beroepsuitoefening |
het in de overeenkomst bedoelde recht doet ontstaan, overdraagt, of | het in de overeenkomst bedoelde recht doet ontstaan, overdraagt, of |
zich ertoe verbindt dit over te dragen; | zich ertoe verbindt dit over te dragen; |
5° verkrijger : iedere natuurlijke persoon die, bij een onder punt 1 | 5° verkrijger : iedere natuurlijke persoon die, bij een onder punt 1 |
vallende transactie, handelt voor doeleinden welke geacht kunnen | vallende transactie, handelt voor doeleinden welke geacht kunnen |
worden niet binnen het kader van zijn beroepsuitoefening te liggen, en | worden niet binnen het kader van zijn beroepsuitoefening te liggen, en |
aan wie het in de overeenkomst bedoelde recht wordt overgedragen of | aan wie het in de overeenkomst bedoelde recht wordt overgedragen of |
voor wie het in de overeenkomst bedoelde recht in het leven wordt | voor wie het in de overeenkomst bedoelde recht in het leven wordt |
geroepen; | geroepen; |
6° reclame : elke mededeling bedoeld in artikel 22 van de wet van 14 | 6° reclame : elke mededeling bedoeld in artikel 22 van de wet van 14 |
juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en | juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en |
bescherming van de consument; | bescherming van de consument; |
7° richtlijn : richtlijn 94/47/EG van het Europese Parlement en van de | 7° richtlijn : richtlijn 94/47/EG van het Europese Parlement en van de |
Raad van 26 oktober 1994 betreffende de bescherming van de verkrijger | Raad van 26 oktober 1994 betreffende de bescherming van de verkrijger |
voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de | voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de |
verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende | verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende |
goederen; | goederen; |
8° werkdagen : het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van | 8° werkdagen : het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van |
de zondagen en wettelijke feestdagen. Als de termijn verloopt op een | de zondagen en wettelijke feestdagen. Als de termijn verloopt op een |
zaterdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de eerstvolgende | zaterdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de eerstvolgende |
werkdag. | werkdag. |
Art. 3.§ 1. Als het onroerend goed in België gelegen is, dan geniet |
Art. 3.§ 1. Als het onroerend goed in België gelegen is, dan geniet |
de verkrijger, welke ook de toepasbare wet op grond van de regels van | de verkrijger, welke ook de toepasbare wet op grond van de regels van |
het internationaal privaatrecht mag zijn, van de bescherming geboden | het internationaal privaatrecht mag zijn, van de bescherming geboden |
door deze wet. | door deze wet. |
§ 2. Als het onroerend goed op het grondgebied van een andere Lidstaat | § 2. Als het onroerend goed op het grondgebied van een andere Lidstaat |
van de Europese Unie gelegen is, dan geniet de verkrijger die zijn | van de Europese Unie gelegen is, dan geniet de verkrijger die zijn |
gewone verblijfplaats in België heeft op het ogenblik van het sluiten | gewone verblijfplaats in België heeft op het ogenblik van het sluiten |
van de overeenkomst, welke ook de toepasbare wet op grond van de | van de overeenkomst, welke ook de toepasbare wet op grond van de |
regels van het internationaal privaatrecht mag zijn, van de | regels van het internationaal privaatrecht mag zijn, van de |
bescherming hem geboden door de wet van die Staat of, bij gebrek | bescherming hem geboden door de wet van die Staat of, bij gebrek |
hieraan, van de bescherming hem geboden door deze wet. | hieraan, van de bescherming hem geboden door deze wet. |
§ 3. Bij gebrek aan toepassing van de §§ 1 en 2, is deze wet van | § 3. Bij gebrek aan toepassing van de §§ 1 en 2, is deze wet van |
toepassing, welke de toepasselijke wet ingevolge de regels van | toepassing, welke de toepasselijke wet ingevolge de regels van |
internationaal privaatrecht ook mag zijn : | internationaal privaatrecht ook mag zijn : |
1° op de overeenkomsten die in België gesloten werden door een | 1° op de overeenkomsten die in België gesloten werden door een |
verkrijger die zijn gewone verblijfplaats in België heeft bij het | verkrijger die zijn gewone verblijfplaats in België heeft bij het |
sluiten van de overeenkomst; | sluiten van de overeenkomst; |
2° op de overeenkomsten die buiten België gesloten werden door een | 2° op de overeenkomsten die buiten België gesloten werden door een |
verkrijger die zijn gewone verblijfplaats in België heeft bij het | verkrijger die zijn gewone verblijfplaats in België heeft bij het |
aanbod of het sluiten van de overeenkomst, onder de volgende | aanbod of het sluiten van de overeenkomst, onder de volgende |
voorwaarden : | voorwaarden : |
- ofwel werd het sluiten van de overeenkomst voorafgegaan door een | - ofwel werd het sluiten van de overeenkomst voorafgegaan door een |
speciaal in België gedaan voorstel of in België gevoerde reclame, en | speciaal in België gedaan voorstel of in België gevoerde reclame, en |
de verkrijger heeft er de handelingen die noodzakelijk waren tot het | de verkrijger heeft er de handelingen die noodzakelijk waren tot het |
sluiten van de overeenkomst verricht, | sluiten van de overeenkomst verricht, |
- ofwel werd de overeenkomst gesloten in een Staat waarheen de | - ofwel werd de overeenkomst gesloten in een Staat waarheen de |
verkrijger zich begeven heeft, als gevolg van een, direct of indirect, | verkrijger zich begeven heeft, als gevolg van een, direct of indirect, |
voorstel tot verplaatsing naar of tot verblijf in deze Staat vanwege | voorstel tot verplaatsing naar of tot verblijf in deze Staat vanwege |
de verkoper met het oog op het sluiten van de overeenkomst. | de verkoper met het oog op het sluiten van de overeenkomst. |
§ 4. Elk beding dat een rechtsmacht bevoegd verklaart van een Staat | § 4. Elk beding dat een rechtsmacht bevoegd verklaart van een Staat |
die niet is toegetreden tot het Verdrag van Brussel van 27 september | die niet is toegetreden tot het Verdrag van Brussel van 27 september |
1968 en tot het Verdrag van Lugano van 16 september 1988 betreffende | 1968 en tot het Verdrag van Lugano van 16 september 1988 betreffende |
de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van de | de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van de |
beslissingen in burgerlijke en handelszaken wordt, indien de | beslissingen in burgerlijke en handelszaken wordt, indien de |
verkrijger zijn gewone verblijfplaats in België heeft of indien het | verkrijger zijn gewone verblijfplaats in België heeft of indien het |
onroerend goed op het grondgebied van een Staat die is toegetreden tot | onroerend goed op het grondgebied van een Staat die is toegetreden tot |
deze Verdragen gelegen is, voor niet-geschreven gehouden. | deze Verdragen gelegen is, voor niet-geschreven gehouden. |
HOOFDSTUK II. - Reclame | HOOFDSTUK II. - Reclame |
Art. 4.Iedere reclame met betrekking tot het recht op deeltijds |
Art. 4.Iedere reclame met betrekking tot het recht op deeltijds |
gebruik van onroerende goederen of tot een onroerend goed dat door | gebruik van onroerende goederen of tot een onroerend goed dat door |
dergelijk recht wordt beoogd moet aangeven op welke wijze het in | dergelijk recht wordt beoogd moet aangeven op welke wijze het in |
artikel 5 bedoelde document kan verkregen worden alsmede gegevens over | artikel 5 bedoelde document kan verkregen worden alsmede gegevens over |
de wijze waarop nadere inlichtingen kunnen worden bekomen. | de wijze waarop nadere inlichtingen kunnen worden bekomen. |
De reclame moet, naast de identiteit en het adres van de adverteerder, | De reclame moet, naast de identiteit en het adres van de adverteerder, |
duidelijk vermelden dat zij rechtstreeks of onrechtstreeks | duidelijk vermelden dat zij rechtstreeks of onrechtstreeks |
verkoopsbevordering van rechten op het deeltijds gebruik van | verkoopsbevordering van rechten op het deeltijds gebruik van |
onroerende goederen tot doel heeft. | onroerende goederen tot doel heeft. |
HOOFDSTUK III. - Overeenkomst betreffende de verkrijging van een recht | HOOFDSTUK III. - Overeenkomst betreffende de verkrijging van een recht |
van deeltijds gebruik van onroerende goederen | van deeltijds gebruik van onroerende goederen |
Afdeling 1. - Prospectus | Afdeling 1. - Prospectus |
Art. 5.Bij elk aanbod tot overeenkomst of op vraag van iedere |
Art. 5.Bij elk aanbod tot overeenkomst of op vraag van iedere |
belanghebbende consument, is de verkoper ertoe gehouden gratis, en | belanghebbende consument, is de verkoper ertoe gehouden gratis, en |
vóór het sluiten van de overeenkomst, een prospectus te overhandigen, | vóór het sluiten van de overeenkomst, een prospectus te overhandigen, |
die precieze gegevens betreffende de volgende elementen bevat : | die precieze gegevens betreffende de volgende elementen bevat : |
1° de naam of de benaming en de woonplaats of de maatschappelijke | 1° de naam of de benaming en de woonplaats of de maatschappelijke |
zetel van de verkoper, met aanduiding van zijn juridische | zetel van de verkoper, met aanduiding van zijn juridische |
hoedanigheid, alsmede de naam of de benaming en de woonplaats of de | hoedanigheid, alsmede de naam of de benaming en de woonplaats of de |
maatschappelijke zetel van de eigenaar; | maatschappelijke zetel van de eigenaar; |
2° de aard van het in de overeenkomst bedoelde recht en de duur ervan, | 2° de aard van het in de overeenkomst bedoelde recht en de duur ervan, |
alsmede een clausule die aangeeft welke de voorwaarden voor de | alsmede een clausule die aangeeft welke de voorwaarden voor de |
uitoefening van dat recht zijn op het grondgebied van de Staat waar | uitoefening van dat recht zijn op het grondgebied van de Staat waar |
het onroerend goed zich bevindt of de onroerende goederen zich | het onroerend goed zich bevindt of de onroerende goederen zich |
bevinden en of aan die voorwaarden voldaan is, of, indien zulks niet | bevinden en of aan die voorwaarden voldaan is, of, indien zulks niet |
het geval is, aan welke voorwaarden nog moet worden voldaan; | het geval is, aan welke voorwaarden nog moet worden voldaan; |
3° indien het gaat om een bepaald onroerend goed of bepaalde | 3° indien het gaat om een bepaald onroerend goed of bepaalde |
onroerende goederen, een beschrijving van dat goed of die goederen en | onroerende goederen, een beschrijving van dat goed of die goederen en |
van de ligging ervan; | van de ligging ervan; |
4° in geval van een onroerend goed of onroerende goederen in aanbouw : | 4° in geval van een onroerend goed of onroerende goederen in aanbouw : |
a) de mate waarin het onroerend goed voltooid is, | a) de mate waarin het onroerend goed voltooid is, |
b) een redelijke raming van de termijn voor voltooiing, | b) een redelijke raming van de termijn voor voltooiing, |
c) indien het gaat om een bepaald onroerend goed, het nummer van de | c) indien het gaat om een bepaald onroerend goed, het nummer van de |
bouwvergunning, de vervaldatum ervan en de naam en het volledig adres | bouwvergunning, de vervaldatum ervan en de naam en het volledig adres |
van de bevoegde instantie of instanties terzake, | van de bevoegde instantie of instanties terzake, |
d) de mate waarin de gemeenschappelijke diensten die het goed of de | d) de mate waarin de gemeenschappelijke diensten die het goed of de |
goederen gebruiksklaar maken, voltooid zijn (aansluiting op gas, | goederen gebruiksklaar maken, voltooid zijn (aansluiting op gas, |
elektriciteit, water, telefoon), | elektriciteit, water, telefoon), |
e) de waarborgen voor de deugdelijke voltooiing van het onroerend goed | e) de waarborgen voor de deugdelijke voltooiing van het onroerend goed |
en, indien het goed niet wordt voltooid, voor de terugbetaling van | en, indien het goed niet wordt voltooid, voor de terugbetaling van |
alle betaalde bedragen, en in voorkomend geval, de voorwaarden | alle betaalde bedragen, en in voorkomend geval, de voorwaarden |
waaronder die waarborgen worden verstrekt, | waaronder die waarborgen worden verstrekt, |
5° de gemeenschappelijke diensten zoals verlichting, water, onderhoud, | 5° de gemeenschappelijke diensten zoals verlichting, water, onderhoud, |
ophalen van huisvuil, die de verkrijger ter beschikking staan of | ophalen van huisvuil, die de verkrijger ter beschikking staan of |
zullen staan en, in voorkomend geval, de voorwaarden hiertoe, | zullen staan en, in voorkomend geval, de voorwaarden hiertoe, |
6° de gemeenschappelijke voorzieningen zoals zwembad, sauna, die de | 6° de gemeenschappelijke voorzieningen zoals zwembad, sauna, die de |
verkrijger ter beschikking staan of zullen staan en, in voorkomend | verkrijger ter beschikking staan of zullen staan en, in voorkomend |
geval, de voorwaarden hiertoe, | geval, de voorwaarden hiertoe, |
7° in voorkomend geval, de regels die de verkrijgers toelaten | 7° in voorkomend geval, de regels die de verkrijgers toelaten |
vertegenwoordigd te zijn in de beheers- en bestuursorganen van het of | vertegenwoordigd te zijn in de beheers- en bestuursorganen van het of |
de gebouw(en), onder meer hun rechten en plichten inzake de keuze van | de gebouw(en), onder meer hun rechten en plichten inzake de keuze van |
de beheerders, deelname aan de vergaderingen, bijdrage tot steeds | de beheerders, deelname aan de vergaderingen, bijdrage tot steeds |
terugkomende of uitzonderlijke kosten, financiering van een | terugkomende of uitzonderlijke kosten, financiering van een |
reservefonds voor grote herstellingen, en inzake sancties in geval van | reservefonds voor grote herstellingen, en inzake sancties in geval van |
laattijdige betaling of niet-betaling van kosten, | laattijdige betaling of niet-betaling van kosten, |
8° de prijs die de verkrijger moet betalen voor de uitoefening van het | 8° de prijs die de verkrijger moet betalen voor de uitoefening van het |
in de overeenkomst bedoelde recht of tenminste, de toegepaste | in de overeenkomst bedoelde recht of tenminste, de toegepaste |
prijzenrooster; een raming van het bedrag dat de verkrijger moet | prijzenrooster; een raming van het bedrag dat de verkrijger moet |
betalen voor het gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen en | betalen voor het gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen en |
diensten; de grondslag voor de berekening van het bedrag van de kosten | diensten; de grondslag voor de berekening van het bedrag van de kosten |
die verbonden zijn aan het gebruik van het onroerend goed of de | die verbonden zijn aan het gebruik van het onroerend goed of de |
onroerende goederen door de verkrijger, van de wettelijk verplichte | onroerende goederen door de verkrijger, van de wettelijk verplichte |
kosten (belastingen, retributies) en de bijkomende administratiekosten | kosten (belastingen, retributies) en de bijkomende administratiekosten |
(beheer, onderhoud, instandhouding), | (beheer, onderhoud, instandhouding), |
9° de mogelijkheid al dan niet deel te nemen aan een systeem van ruil | 9° de mogelijkheid al dan niet deel te nemen aan een systeem van ruil |
en/of wederverkoop van het in de overeenkomst bedoelde recht, alsmede | en/of wederverkoop van het in de overeenkomst bedoelde recht, alsmede |
de precieze voorwaarden van het systeem en de eventuele kosten ervan | de precieze voorwaarden van het systeem en de eventuele kosten ervan |
indien het systeem van ruil en/of wederverkoop wordt geregeld door de | indien het systeem van ruil en/of wederverkoop wordt geregeld door de |
verkoper of door een door hem in de overeenkomst aangewezen derde, | verkoper of door een door hem in de overeenkomst aangewezen derde, |
10° in voorkomend geval, de waarschuwing dat de deelname aan een | 10° in voorkomend geval, de waarschuwing dat de deelname aan een |
systeem van ruil en/of wederverkoop niet de zekerheid biedt dat de | systeem van ruil en/of wederverkoop niet de zekerheid biedt dat de |
gevraagde ruil of wederverkoop zal verwezenlijkt worden, alsmede | gevraagde ruil of wederverkoop zal verwezenlijkt worden, alsmede |
informatie over onzekere elementen, die eigen zijn aan het systeem en | informatie over onzekere elementen, die eigen zijn aan het systeem en |
die de mogelijkheden van de ruil en/of wederverkoop van het recht | die de mogelijkheden van de ruil en/of wederverkoop van het recht |
kunnen beperken, | kunnen beperken, |
11° het recht van de verkrijger om, overeenkomstig artikel 9, § 1, van | 11° het recht van de verkrijger om, overeenkomstig artikel 9, § 1, van |
de overeenkomst af te zien en de wijze waarop dat recht moet worden | de overeenkomst af te zien en de wijze waarop dat recht moet worden |
uitgeoefend; in voorkomend geval, informatie over de wijze waarop kan | uitgeoefend; in voorkomend geval, informatie over de wijze waarop kan |
worden afgezien van de kredietovereenkomst die verbonden is aan de | worden afgezien van de kredietovereenkomst die verbonden is aan de |
overeenkomst betreffende de verkrijging van een recht van deeltijds | overeenkomst betreffende de verkrijging van een recht van deeltijds |
gebruik van onroerende goederen ingeval de verkrijger van de | gebruik van onroerende goederen ingeval de verkrijger van de |
laatstgenoemde overeenkomst afziet, | laatstgenoemde overeenkomst afziet, |
12° de opgave van de vormvoorschriften die moeten worden nageleefd om | 12° de opgave van de vormvoorschriften die moeten worden nageleefd om |
de overeenkomst aan derden tegenstelbaar te maken en de kosten van die | de overeenkomst aan derden tegenstelbaar te maken en de kosten van die |
openbaarmaking, | openbaarmaking, |
13° de aard, de omvang, of het bedrag van de waarborgsommen bestemd | 13° de aard, de omvang, of het bedrag van de waarborgsommen bestemd |
voor het naleven door de verkoper van zijn verplichtingen ten aanzien | voor het naleven door de verkoper van zijn verplichtingen ten aanzien |
van de verkrijger te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen | van de verkrijger te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen |
vastgesteld door de Koning. | vastgesteld door de Koning. |
Art. 6.§ 1. Alle inlichtingen vervat in de prospectus bedoeld in |
Art. 6.§ 1. Alle inlichtingen vervat in de prospectus bedoeld in |
artikel 5 maken integraal deel uit van de overeenkomst. | artikel 5 maken integraal deel uit van de overeenkomst. |
§ 2. Elke eenzijdige wijziging van deze inlichtingen mag alleen | § 2. Elke eenzijdige wijziging van deze inlichtingen mag alleen |
voortvloeien uit omstandigheden buiten de wil van de verkoper. Die | voortvloeien uit omstandigheden buiten de wil van de verkoper. Die |
wijziging en haar eventuele weerslag op de prijs moeten onmiddellijk | wijziging en haar eventuele weerslag op de prijs moeten onmiddellijk |
aan de verkrijger worden meegedeeld vóór het sluiten van de | aan de verkrijger worden meegedeeld vóór het sluiten van de |
overeenkomst. | overeenkomst. |
De overeenkomst moet uitdrukkelijk melding maken van deze wijziging. | De overeenkomst moet uitdrukkelijk melding maken van deze wijziging. |
§ 3. De prospectus wordt opgesteld in één van de officiële talen van | § 3. De prospectus wordt opgesteld in één van de officiële talen van |
de Europese Unie die, ter keuze van de verkrijger, één van de talen is | de Europese Unie die, ter keuze van de verkrijger, één van de talen is |
van de Staat waar hij verblijft of waarvan hij onderdaan is. | van de Staat waar hij verblijft of waarvan hij onderdaan is. |
Afdeling 2. - Overeenkomst | Afdeling 2. - Overeenkomst |
Art. 7.§ 1. Op straffe van nietigheid moet de overeenkomst |
Art. 7.§ 1. Op straffe van nietigheid moet de overeenkomst |
schriftelijk worden opgemaakt en in zoveel exemplaren als er | schriftelijk worden opgemaakt en in zoveel exemplaren als er |
contracterende partijen zijn. | contracterende partijen zijn. |
Zij moet op een leesbare en niet- dubbelzinnige wijze, buiten de | Zij moet op een leesbare en niet- dubbelzinnige wijze, buiten de |
vermeldingen in artikel 5, en met uitzondering van de vermelding in | vermeldingen in artikel 5, en met uitzondering van de vermelding in |
11°, vermelden : | 11°, vermelden : |
1° de duidelijke opgave van de periode of de periodes van het jaar | 1° de duidelijke opgave van de periode of de periodes van het jaar |
waarin het in de overeenkomst bedoelde recht kan worden uitgeoefend, | waarin het in de overeenkomst bedoelde recht kan worden uitgeoefend, |
en dit voor de volledige duur van de overeenkomst; de datum of de data | en dit voor de volledige duur van de overeenkomst; de datum of de data |
vanaf dewelke de verkrijger het in de overeenkomst bedoelde recht voor | vanaf dewelke de verkrijger het in de overeenkomst bedoelde recht voor |
het eerst kan uitoefenen, | het eerst kan uitoefenen, |
2° de vermelding dat de verkrijging geen andere kosten, lasten of | 2° de vermelding dat de verkrijging geen andere kosten, lasten of |
verplichtingen meebrengt dan die welke uitdrukkelijk in de | verplichtingen meebrengt dan die welke uitdrukkelijk in de |
overeenkomst zijn bepaald, | overeenkomst zijn bepaald, |
3° alle informatie over de hypothecaire toestand van het onroerend | 3° alle informatie over de hypothecaire toestand van het onroerend |
goed of betrekking hebbende op de reeds bestaande zakelijke rechten | goed of betrekking hebbende op de reeds bestaande zakelijke rechten |
die zijn gebruik rechtstreeks zouden kunnen beïnvloeden. | die zijn gebruik rechtstreeks zouden kunnen beïnvloeden. |
De overeenkomst moet op haar voorzijde, op straffe van nietigheid, en | De overeenkomst moet op haar voorzijde, op straffe van nietigheid, en |
in vet gedrukte letters in een afzonderlijk kader, de tekst van de | in vet gedrukte letters in een afzonderlijk kader, de tekst van de |
artikelen 9 en 10 vermelden. | artikelen 9 en 10 vermelden. |
§ 2. De verkrijger moet zijn handtekening laten voorafgaan door de met | § 2. De verkrijger moet zijn handtekening laten voorafgaan door de met |
de hand voluit geschreven vermelding "gelezen en goedgekeurd". Tevens | de hand voluit geschreven vermelding "gelezen en goedgekeurd". Tevens |
moet hij er de met de hand geschreven vermelding van de datum en van | moet hij er de met de hand geschreven vermelding van de datum en van |
de precieze plaats van de ondertekening van de overeenkomst op | de precieze plaats van de ondertekening van de overeenkomst op |
aanbrengen. | aanbrengen. |
Art. 8.De overeenkomst wordt opgesteld in één van de officiële talen |
Art. 8.De overeenkomst wordt opgesteld in één van de officiële talen |
van de Europese Unie die, ter keuze van de verkrijger, één van de | van de Europese Unie die, ter keuze van de verkrijger, één van de |
talen is van de Staat waar hij verblijft, of waarvan hij onderdaan is. | talen is van de Staat waar hij verblijft, of waarvan hij onderdaan is. |
De verkoper bezorgt de verkrijger, bij de ondertekening van de | De verkoper bezorgt de verkrijger, bij de ondertekening van de |
overeenkomst, een eensluidende vertaling ervan in één van de officiële | overeenkomst, een eensluidende vertaling ervan in één van de officiële |
talen van de Staat waar het onroerend goed gelegen is. | talen van de Staat waar het onroerend goed gelegen is. |
Art. 9.§ 1. De verkrijger heeft het recht van de overeenkomst af te |
Art. 9.§ 1. De verkrijger heeft het recht van de overeenkomst af te |
zien : | zien : |
1° zonder opgave van redenen, binnen vijftien werkdagen vanaf de dag | 1° zonder opgave van redenen, binnen vijftien werkdagen vanaf de dag |
die volgt op de dag van de ondertekening van de overeenkomst door | die volgt op de dag van de ondertekening van de overeenkomst door |
beide partijen; | beide partijen; |
2° ingeval de inlichtingen door artikel 7 voorgeschreven niet in de | 2° ingeval de inlichtingen door artikel 7 voorgeschreven niet in de |
overeenkomst voorkomen, en hem zijn meegedeeld binnen een termijn van | overeenkomst voorkomen, en hem zijn meegedeeld binnen een termijn van |
uiterlijk drie maanden te rekenen van de dag die volgt op de dag van | uiterlijk drie maanden te rekenen van de dag die volgt op de dag van |
de ondertekening van de overeenkomst, binnen vijftien werkdagen vanaf | de ondertekening van de overeenkomst, binnen vijftien werkdagen vanaf |
de dag die volgt op de dag van deze mededeling; | de dag die volgt op de dag van deze mededeling; |
3° ingeval de inlichtingen door artikel 7 voorgeschreven niet in de | 3° ingeval de inlichtingen door artikel 7 voorgeschreven niet in de |
overeenkomst voorkomen, en niet werden meegedeeld binnen een termijn | overeenkomst voorkomen, en niet werden meegedeeld binnen een termijn |
van drie maanden te rekenen van de dag die volgt op de dag van de | van drie maanden te rekenen van de dag die volgt op de dag van de |
ondertekening van de overeenkomst, binnen een termijn van één jaar | ondertekening van de overeenkomst, binnen een termijn van één jaar |
vanaf de dag die volgt op de dag van de ondertekening van de | vanaf de dag die volgt op de dag van de ondertekening van de |
overeenkomst. | overeenkomst. |
§ 2. De verkrijger die het in § 1 bepaalde recht wil uitoefenen, moet | § 2. De verkrijger die het in § 1 bepaalde recht wil uitoefenen, moet |
de verkoper daarvan per aangetekende brief op de hoogte brengen | de verkoper daarvan per aangetekende brief op de hoogte brengen |
voordat de voorziene termijn verstreken is. | voordat de voorziene termijn verstreken is. |
De termijn wordt geacht te zijn nageleefd indien de kennisgeving vóór | De termijn wordt geacht te zijn nageleefd indien de kennisgeving vóór |
het verstrijken van die termijn is verzonden. | het verstrijken van die termijn is verzonden. |
Om dit recht uit te oefenen behoeven geen kosten noch vergoedingen te | Om dit recht uit te oefenen behoeven geen kosten noch vergoedingen te |
worden betaald. | worden betaald. |
§ 3. Er mag geen voorschot noch betaling, in welke vorm ook, van de | § 3. Er mag geen voorschot noch betaling, in welke vorm ook, van de |
verkrijger worden geëist of aanvaard voordat de termijn is verstreken | verkrijger worden geëist of aanvaard voordat de termijn is verstreken |
waarin hij het in § 1, 1°, bepaalde recht kan uitoefenen. | waarin hij het in § 1, 1°, bepaalde recht kan uitoefenen. |
§ 4. De verkrijger moet binnen de dertig werkdagen na de kennisgeving, | § 4. De verkrijger moet binnen de dertig werkdagen na de kennisgeving, |
bedoeld in § 2, de sommen terugbetaald krijgen die hij desgevallend | bedoeld in § 2, de sommen terugbetaald krijgen die hij desgevallend |
gestort heeft als voorschot of betaling. | gestort heeft als voorschot of betaling. |
Art. 10.Wanneer hij het recht uitoefent bedoeld in artikel 9, kan de |
Art. 10.Wanneer hij het recht uitoefent bedoeld in artikel 9, kan de |
verkrijger die een kredietovereenkomst afsloot met het oog op de | verkrijger die een kredietovereenkomst afsloot met het oog op de |
volledige of gedeeltelijke financiering van de betaling van de prijs | volledige of gedeeltelijke financiering van de betaling van de prijs |
voor het verwerven van het in de overeenkomst bedoelde recht, van de | voor het verwerven van het in de overeenkomst bedoelde recht, van de |
kredietovereenkomst afzien, zonder kosten of vergoedingen, onder de | kredietovereenkomst afzien, zonder kosten of vergoedingen, onder de |
hierna bepaalde voorwaarden : | hierna bepaalde voorwaarden : |
1° de kredietovereenkomst moet worden gesloten met de verkoper of met | 1° de kredietovereenkomst moet worden gesloten met de verkoper of met |
een derde voorzover er een akkoord bestaat tussen deze derde en de | een derde voorzover er een akkoord bestaat tussen deze derde en de |
verkoper, en | verkoper, en |
2° het afzien van de kredietovereenkomst moet gebeuren binnen de | 2° het afzien van de kredietovereenkomst moet gebeuren binnen de |
termijn en volgens de modaliteiten zoals bepaald in artikel 9 van deze | termijn en volgens de modaliteiten zoals bepaald in artikel 9 van deze |
wet. | wet. |
Art. 11.Niemand mag, in het kader van de overeenkomst of van de |
Art. 11.Niemand mag, in het kader van de overeenkomst of van de |
financiering ervan, door de verkrijger een wisselbrief of orderbriefje | financiering ervan, door de verkrijger een wisselbrief of orderbriefje |
laten tekenen noch als betaling noch als waarborg voor de betaling van | laten tekenen noch als betaling noch als waarborg voor de betaling van |
de aangegane verbintenissen. | de aangegane verbintenissen. |
HOOFDSTUK IV. - Inschrijving en waarborgen | HOOFDSTUK IV. - Inschrijving en waarborgen |
Art. 12.§ 1. Een verkoper mag geen overeenkomst aanbieden noch |
Art. 12.§ 1. Een verkoper mag geen overeenkomst aanbieden noch |
afsluiten in België indien hij niet vooraf ingeschreven is bij het | afsluiten in België indien hij niet vooraf ingeschreven is bij het |
Ministerie van Economische Zaken. De Koning stelt de regels van deze | Ministerie van Economische Zaken. De Koning stelt de regels van deze |
inschrijving vast. | inschrijving vast. |
§ 2. Bij hun aanvraag tot inschrijving moeten de verkopers het bewijs | § 2. Bij hun aanvraag tot inschrijving moeten de verkopers het bewijs |
leveren van het nakomen van de verplichting in artikel 13. | leveren van het nakomen van de verplichting in artikel 13. |
§ 3. De verkopers moeten de door de minister tot wiens bevoegdheid de | § 3. De verkopers moeten de door de minister tot wiens bevoegdheid de |
Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren kennis laten nemen | Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren kennis laten nemen |
van alle documenten met betrekking tot hun verrichtingen. | van alle documenten met betrekking tot hun verrichtingen. |
Art. 13.Elke verkoper die in België overeenkomsten aanbiedt of |
Art. 13.Elke verkoper die in België overeenkomsten aanbiedt of |
afsluit, moet over voldoende waarborgen beschikken om de nakoming van | afsluit, moet over voldoende waarborgen beschikken om de nakoming van |
zijn verbintenissen tegenover de verkrijger te verzekeren, door middel | zijn verbintenissen tegenover de verkrijger te verzekeren, door middel |
van een verzekering, een borgstelling of een bankgarantie, | van een verzekering, een borgstelling of een bankgarantie, |
overeenkomstig de voorwaarden en regels die door de Koning vastgesteld | overeenkomstig de voorwaarden en regels die door de Koning vastgesteld |
worden. | worden. |
HOOFDSTUK V. - Sancties | HOOFDSTUK V. - Sancties |
Afdeling 1. - Burgerlijke sancties | Afdeling 1. - Burgerlijke sancties |
Art. 14.Verboden en van rechtswege nietig is : |
Art. 14.Verboden en van rechtswege nietig is : |
1° elk beding waarbij de verkrijger afstand doet van de hem door deze | 1° elk beding waarbij de verkrijger afstand doet van de hem door deze |
wet verleende rechten; | wet verleende rechten; |
2° elk beding waarbij de verkoper wordt vrijgesteld van de | 2° elk beding waarbij de verkoper wordt vrijgesteld van de |
verplichtingen die voortvloeien uit deze wet. | verplichtingen die voortvloeien uit deze wet. |
Art. 15.De rechter kan nietig verklaren : |
Art. 15.De rechter kan nietig verklaren : |
1° de overeenkomsten die niet werden voorafgegaan door een document | 1° de overeenkomsten die niet werden voorafgegaan door een document |
opgesteld volgens de artikelen 5 en 6, § 3, | opgesteld volgens de artikelen 5 en 6, § 3, |
2° de overeenkomsten die artikel 8 niet naleven, | 2° de overeenkomsten die artikel 8 niet naleven, |
3° de overeenkomsten gesloten door een niet-ingeschreven verkoper, of | 3° de overeenkomsten gesloten door een niet-ingeschreven verkoper, of |
een verkoper van wie de inschrijving werd geschrapt of geschorst | een verkoper van wie de inschrijving werd geschrapt of geschorst |
ingevolge artikel 18. | ingevolge artikel 18. |
Afdeling 2. - Vordering tot staking | Afdeling 2. - Vordering tot staking |
Art. 16.De vordering tot staking, bedoeld in artikel 2 van de wet van |
Art. 16.De vordering tot staking, bedoeld in artikel 2 van de wet van |
11 april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op | 11 april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op |
de wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een | de wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een |
recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen wordt ingesteld op | recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen wordt ingesteld op |
verzoek van : | verzoek van : |
1° de belanghebbenden, | 1° de belanghebbenden, |
2° de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, | 2° de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, |
3° een beroeps- of interprofessionele vereniging met | 3° een beroeps- of interprofessionele vereniging met |
rechtspersoonlijkheid, | rechtspersoonlijkheid, |
4° een vereniging ter verdediging van consumentenbelangen die | 4° een vereniging ter verdediging van consumentenbelangen die |
rechtspersoonlijkheid bezit, voorzover zij voldoet aan de voorwaarden | rechtspersoonlijkheid bezit, voorzover zij voldoet aan de voorwaarden |
gesteld in artikel 98, § 1, 4, van de wet van 14 juli 1991 betreffende | gesteld in artikel 98, § 1, 4, van de wet van 14 juli 1991 betreffende |
de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de | de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de |
consument. | consument. |
In afwijking van de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, | In afwijking van de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, |
kunnen de verenigingen bedoeld in het eerste lid, 3° en 4° in rechte | kunnen de verenigingen bedoeld in het eerste lid, 3° en 4° in rechte |
optreden voor de verdediging van hun statutair omschreven collectieve | optreden voor de verdediging van hun statutair omschreven collectieve |
belangen. | belangen. |
De artikelen 99 en 100 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de | De artikelen 99 en 100 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de |
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument | handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument |
zijn van toepassing op de vordering tot staking bedoeld in het eerste | zijn van toepassing op de vordering tot staking bedoeld in het eerste |
lid van dit artikel. | lid van dit artikel. |
Afdeling 3. - Strafsancties | Afdeling 3. - Strafsancties |
Art. 17.§ 1. Met een geldboete van 150 tot 10.000 frank worden |
Art. 17.§ 1. Met een geldboete van 150 tot 10.000 frank worden |
gestraft, zij die de bepalingen overtreden : | gestraft, zij die de bepalingen overtreden : |
1° van de artikelen 5 tot 12 van deze wet, met uitzondering van de | 1° van de artikelen 5 tot 12 van deze wet, met uitzondering van de |
artikelen 6, § 1, 9, §§ 1 en 2, en 10; | artikelen 6, § 1, 9, §§ 1 en 2, en 10; |
2° van de besluiten door de Koning genomen ter uitvoering van artikel | 2° van de besluiten door de Koning genomen ter uitvoering van artikel |
22. | 22. |
§ 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van | § 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van |
hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken | hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken |
bedoeld in § 1. | bedoeld in § 1. |
Afdeling 4. - Schorsing en schrapping van inschrijving | Afdeling 4. - Schorsing en schrapping van inschrijving |
Art. 18.§ 1. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 17 en 21, |
Art. 18.§ 1. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 17 en 21, |
kan de inschrijving bedoeld in artikel 12 door de minister tot wiens | kan de inschrijving bedoeld in artikel 12 door de minister tot wiens |
bevoegdheid de Economische Zaken behoren, voor een door hem te bepalen | bevoegdheid de Economische Zaken behoren, voor een door hem te bepalen |
duur, geschrapt of geschorst worden ten aanzien van de natuurlijke of | duur, geschrapt of geschorst worden ten aanzien van de natuurlijke of |
rechtspersonen die niet meer voldoen aan één of andere voorwaarde | rechtspersonen die niet meer voldoen aan één of andere voorwaarde |
voorzien door de uitvoeringsbesluiten of die een bepaling van de wet | voorzien door de uitvoeringsbesluiten of die een bepaling van de wet |
of van haar uitvoeringsbesluiten miskennen. | of van haar uitvoeringsbesluiten miskennen. |
§ 2. De minister of zijn gemachtigde deelt zijn grieven vooraf aan de | § 2. De minister of zijn gemachtigde deelt zijn grieven vooraf aan de |
betrokkenen mee. Hij brengt hen ervan op de hoogte dat zij het dossier | betrokkenen mee. Hij brengt hen ervan op de hoogte dat zij het dossier |
dat werd samengesteld kunnen raadplegen en dat zij over een termijn | dat werd samengesteld kunnen raadplegen en dat zij over een termijn |
van twee weken beschikken om hun verdediging voor te dragen. De | van twee weken beschikken om hun verdediging voor te dragen. De |
betrokkenen kunnen verzoeken om gehoord te worden door de Minister of | betrokkenen kunnen verzoeken om gehoord te worden door de Minister of |
zijn gemachtigde. | zijn gemachtigde. |
De beslissing van de minister wordt met redenen omkleed en wordt aan | De beslissing van de minister wordt met redenen omkleed en wordt aan |
de betrokkenen ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende | de betrokkenen ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende |
brief. Zij wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad | brief. Zij wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad |
bekengdgemaakt. | bekengdgemaakt. |
§ 3. De schrapping of de schorsing van de inschrijving heeft een duur | § 3. De schrapping of de schorsing van de inschrijving heeft een duur |
van hoogstens een jaar, te rekenen van de kennisgeving van de | van hoogstens een jaar, te rekenen van de kennisgeving van de |
beslissing. Tijdens deze periode mag de betrokkene geen aan deze wet | beslissing. Tijdens deze periode mag de betrokkene geen aan deze wet |
onderworpen activiteiten uitoefenen. | onderworpen activiteiten uitoefenen. |
Ingeval van schrapping dient hij een nieuwe inschrijving aan te vragen | Ingeval van schrapping dient hij een nieuwe inschrijving aan te vragen |
teneinde zijn activiteiten uit te kunnen oefenen. | teneinde zijn activiteiten uit te kunnen oefenen. |
§ 4. De inschrijving kan niet worden toegekend aan, of behouden voor | § 4. De inschrijving kan niet worden toegekend aan, of behouden voor |
de personen die tot tweemaal toe onderworpen waren aan een maatregel | de personen die tot tweemaal toe onderworpen waren aan een maatregel |
van schorsing of schrapping. | van schorsing of schrapping. |
§ 5. Onverminderd de bepalingen van artikel 15, 3°, heeft de | § 5. Onverminderd de bepalingen van artikel 15, 3°, heeft de |
schrapping of schorsing van de inschrijving geen gevolgen voor de | schrapping of schorsing van de inschrijving geen gevolgen voor de |
geldigheid en de uitvoering der lopende overeenkomsten. | geldigheid en de uitvoering der lopende overeenkomsten. |
HOOFDSTUK VI. - Opsporing en vaststelling van strafbare feiten | HOOFDSTUK VI. - Opsporing en vaststelling van strafbare feiten |
Art. 19.Onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke |
Art. 19.Onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke |
politie, zijn de door de minister tot wiens bevoegdheid de Economische | politie, zijn de door de minister tot wiens bevoegdheid de Economische |
Zaken behoren aangestelde ambtenaren, bevoegd om de bij deze wet | Zaken behoren aangestelde ambtenaren, bevoegd om de bij deze wet |
voorziene strafbare feiten op te sporen en vast te stellen. | voorziene strafbare feiten op te sporen en vast te stellen. |
De artikelen 113, 114 en 117 van de wet van 14 juli 1991 betreffende | De artikelen 113, 114 en 117 van de wet van 14 juli 1991 betreffende |
de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de | de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de |
consument zijn eveneens van toepassing op de in deze wet voorziene | consument zijn eveneens van toepassing op de in deze wet voorziene |
misdrijven. | misdrijven. |
Art. 20.Als wordt vastgesteld dat een handeling een inbreuk vormt op |
Art. 20.Als wordt vastgesteld dat een handeling een inbreuk vormt op |
deze wet of op één van haar uitvoeringsbesluiten, of dat ze aanleiding | deze wet of op één van haar uitvoeringsbesluiten, of dat ze aanleiding |
kan geven tot een vordering tot staking op initiatief van de minister | kan geven tot een vordering tot staking op initiatief van de minister |
tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoren, dan kan deze, of de | tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoren, dan kan deze, of de |
door hem aangestelde ambtenaar met toepassing van artikel 19, een | door hem aangestelde ambtenaar met toepassing van artikel 19, een |
waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot stopzetting | waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot stopzetting |
van deze handeling wordt aangemaand. | van deze handeling wordt aangemaand. |
De overtreder wordt, binnen drie weken vanaf de vaststelling van de | De overtreder wordt, binnen drie weken vanaf de vaststelling van de |
feiten, in kennis gesteld van deze waarschuwing, per aangetekende | feiten, in kennis gesteld van deze waarschuwing, per aangetekende |
brief met ontvangstbewijs, of door overhandiging van een kopie van het | brief met ontvangstbewijs, of door overhandiging van een kopie van het |
proces-verbaal van de vaststelling van de feiten. | proces-verbaal van de vaststelling van de feiten. |
De waarschuwing vermeldt : | De waarschuwing vermeldt : |
1° De ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of | 1° De ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of |
-bepalingen; | -bepalingen; |
2° de termijn binnen dewelke zij dienen te worden stopgezet; | 2° de termijn binnen dewelke zij dienen te worden stopgezet; |
3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, ofwel de | 3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, ofwel de |
minister een vordering tot staking zal instellen, ofwel de met | minister een vordering tot staking zal instellen, ofwel de met |
toepassing van artikel 19 aangestelde ambtenaren respectievelijk de | toepassing van artikel 19 aangestelde ambtenaren respectievelijk de |
procureur des Konings kunnen inlichten of de regeling in der minne | procureur des Konings kunnen inlichten of de regeling in der minne |
bepaald in artikel 21 kunnen toepassen. | bepaald in artikel 21 kunnen toepassen. |
Art. 21.De daartoe door de minister tot wiens bevoegdheid de |
Art. 21.De daartoe door de minister tot wiens bevoegdheid de |
Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van | Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van |
de processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de | de processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de |
bepalingen bedoeld in artikel 17, en opgesteld door de in artikel 19 | bepalingen bedoeld in artikel 17, en opgesteld door de in artikel 19 |
bedoelde ambtenaren, aan de overtreders de betaling voorstellen van | bedoelde ambtenaren, aan de overtreders de betaling voorstellen van |
een som die de strafvordering doet vervallen. | een som die de strafvordering doet vervallen. |
Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete | Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete |
bepaald in artikel 17, § 1, verhoogd met de opdeciemen. De tarieven | bepaald in artikel 17, § 1, verhoogd met de opdeciemen. De tarieven |
alsmede de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de | alsmede de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de |
Koning. | Koning. |
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen |
Art. 22.De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit : |
Art. 22.De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit : |
1° maatregelen nemen die noodzakelijk blijken om rekening te houden | 1° maatregelen nemen die noodzakelijk blijken om rekening te houden |
met de eventuele wijzigingen van de richtlijn. Die maatregelen kunnen | met de eventuele wijzigingen van de richtlijn. Die maatregelen kunnen |
de opheffing en de wijziging van bestaande wettelijke bepalingen | de opheffing en de wijziging van bestaande wettelijke bepalingen |
inhouden; | inhouden; |
2° bijzondere regelen voorschrijven teneinde de bepalingen van deze | 2° bijzondere regelen voorschrijven teneinde de bepalingen van deze |
wet op sommige overeenkomsten te kunnen toepassen; | wet op sommige overeenkomsten te kunnen toepassen; |
3° de verkoper het opmaken van een inventaris van de onroerende | 3° de verkoper het opmaken van een inventaris van de onroerende |
goederen opleggen; | goederen opleggen; |
4° de voorwaarden en nadere regels bepalen waaraan deze inventaris | 4° de voorwaarden en nadere regels bepalen waaraan deze inventaris |
moet beantwoorden, alsmede de afgifte ervan aan de door Hem aangewezen | moet beantwoorden, alsmede de afgifte ervan aan de door Hem aangewezen |
ambtenaren. | ambtenaren. |
Art. 23.Met uitzondering van de artikelen 12 en 13, waarvan de datum |
Art. 23.Met uitzondering van de artikelen 12 en 13, waarvan de datum |
van inwerkingtreding wordt vastgesteld door de Koning, treedt deze wet | van inwerkingtreding wordt vastgesteld door de Koning, treedt deze wet |
in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op haar | in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op haar |
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve indien de wet van 11 | bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve indien de wet van 11 |
april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op de | april 1999 aangaande de vordering tot staking van de inbreuken op de |
wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht | wet betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht |
van deeltijds gebruik van onroerende goederen nog niet in werking is | van deeltijds gebruik van onroerende goederen nog niet in werking is |
getreden; in dat geval wordt de inwerkingtreding van deze wet | getreden; in dat geval wordt de inwerkingtreding van deze wet |
uitgesteld tot op de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet | uitgesteld tot op de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet |
van 11 april 1999. | van 11 april 1999. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 11 april 1999. | Gegeven te Brussel, 11 april 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
Nota | Nota |
(1) Gewone zitting 1997-1998. | (1) Gewone zitting 1997-1998. |
Kamer van volksvertegenwoordigers. | Kamer van volksvertegenwoordigers. |
Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 1716/1. - Verslag, nr. | Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 1716/1. - Verslag, nr. |
1716/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | 1716/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
de Senaat, nr. 1716/3. | de Senaat, nr. 1716/3. |
Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en | Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en |
aanneming. Vergadering van 7 januari 1999. | aanneming. Vergadering van 7 januari 1999. |
Gewone zitting 1998-1999. | Gewone zitting 1998-1999. |
Senaat. | Senaat. |
Parlementaire stukken. - Wetsontwerp overgezonden door de Kamer van | Parlementaire stukken. - Wetsontwerp overgezonden door de Kamer van |
volksvertegenwoordigers, nr. 1-1224/1. - Amendementen, nr. 1-1224/2. - | volksvertegenwoordigers, nr. 1-1224/1. - Amendementen, nr. 1-1224/2. - |
Verslag, nr. 1-1224/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. | Verslag, nr. 1-1224/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. |
1-1224/4. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 1-1224/5. | 1-1224/4. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 1-1224/5. |
Handelingen van de Senaat. - Bespreking. Vergadering van 3 maart 1999. | Handelingen van de Senaat. - Bespreking. Vergadering van 3 maart 1999. |
- Aanneming. Vergadering van 4 maart 1999. | - Aanneming. Vergadering van 4 maart 1999. |