| Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure | Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
| 10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek | 10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek |
| betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de | betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de |
| wrakingsprocedure (1) | wrakingsprocedure (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
| 78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
| HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek | HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek |
Art. 2.In artikel 131 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de |
Art. 2.In artikel 131 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de |
| wetten van 1 december 1994 en 25 juni 1998, wordt tussen het eerste en | wetten van 1 december 1994 en 25 juni 1998, wordt tussen het eerste en |
| het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : | het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : |
| "De procureur-generaal kan aan de eerste voorzitter voorstellen dat | "De procureur-generaal kan aan de eerste voorzitter voorstellen dat |
| een zaak in voltallige zitting wordt behandeld.". | een zaak in voltallige zitting wordt behandeld.". |
Art. 3.In artikel 428ter van hetzelfde Wetboek, wordt § 10, opgeheven |
Art. 3.In artikel 428ter van hetzelfde Wetboek, wordt § 10, opgeheven |
| bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998, hersteld als volgt : | bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998, hersteld als volgt : |
| " § 10. Tegen de beslissingen gewezen door de in § 6 bedoelde | " § 10. Tegen de beslissingen gewezen door de in § 6 bedoelde |
| commissies van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld | commissies van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld |
| overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel | overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel |
| IVbis, van dit Wetboek.". | IVbis, van dit Wetboek.". |
Art. 4.Worden opgeheven : |
Art. 4.Worden opgeheven : |
| - artikel 468, § 3, van hetzelfde Wetboek; | - artikel 468, § 3, van hetzelfde Wetboek; |
| - artikel 609, 4°, van hetzelfde Wetboek; | - artikel 609, 4°, van hetzelfde Wetboek; |
| - artikel 614, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 | - artikel 614, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 |
| maart 1998, van hetzelfde Wetboek. | maart 1998, van hetzelfde Wetboek. |
Art. 5.In artikel 838 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten |
Art. 5.In artikel 838 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten |
| van 12 maart 1998, 10 juni 2001 en 26 april 2007, wordt het derde lid | van 12 maart 1998, 10 juni 2001 en 26 april 2007, wordt het derde lid |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| "Binnen achtenveertig uren na de beslissing brengt de griffier deze | "Binnen achtenveertig uren na de beslissing brengt de griffier deze |
| ter kennis van de partijen bij gerechtsbrief. De termijn om | ter kennis van de partijen bij gerechtsbrief. De termijn om |
| cassatieberoep in te stellen, begint te lopen vanaf deze | cassatieberoep in te stellen, begint te lopen vanaf deze |
| kennisgeving.". | kennisgeving.". |
Art. 6.In artikel 1091 van hetzelfde Wetboek worden de volgende |
Art. 6.In artikel 1091 van hetzelfde Wetboek worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
| 1° in het eerste lid worden de woorden "de voorziening" vervangen door | 1° in het eerste lid worden de woorden "de voorziening" vervangen door |
| de woorden "het cassatieberoep"; | de woorden "het cassatieberoep"; |
| 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : | 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : |
| "Het cassatieberoep wegens machtsoverschrijding wordt betekend aan de | "Het cassatieberoep wegens machtsoverschrijding wordt betekend aan de |
| betrokken partijen, die gerechtigd zijn om tussen te komen. Op straffe | betrokken partijen, die gerechtigd zijn om tussen te komen. Op straffe |
| van verval gebeurt die tussenkomst met een memorie die binnen twee | van verval gebeurt die tussenkomst met een memorie die binnen twee |
| maanden na de betekening moet worden ingediend ter griffie van het | maanden na de betekening moet worden ingediend ter griffie van het |
| Hof."; | Hof."; |
| 3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende : | 3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende : |
| "Het cassatieberoep in het belang van de wet wordt niet ter kennis | "Het cassatieberoep in het belang van de wet wordt niet ter kennis |
| gebracht noch betekend aan de partijen in de bestreden beslissing.". | gebracht noch betekend aan de partijen in de bestreden beslissing.". |
Art. 7.Artikel 1092 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : |
Art. 7.Artikel 1092 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 1092.Het cassatieberoep wordt beantwoord door ter griffie van |
" Art. 1092.Het cassatieberoep wordt beantwoord door ter griffie van |
| het Hof van Cassatie een memorie in te dienen. Onverminderd de | het Hof van Cassatie een memorie in te dienen. Onverminderd de |
| bijzondere regels inzake fiscale zaken wordt de memorie ondertekend | bijzondere regels inzake fiscale zaken wordt de memorie ondertekend |
| door een advocaat bij het Hof van Cassatie. | door een advocaat bij het Hof van Cassatie. |
| De memorie van antwoord wordt aan de advocaat van de eiser of, indien | De memorie van antwoord wordt aan de advocaat van de eiser of, indien |
| hij geen advocaat heeft, naar de eiser zelf gezonden uiterlijk op de | hij geen advocaat heeft, naar de eiser zelf gezonden uiterlijk op de |
| dag van de neerlegging ervan ter griffie. | dag van de neerlegging ervan ter griffie. |
| Op verzoek van de eiser, weert het Hof deze memorie wanneer zij | Op verzoek van de eiser, weert het Hof deze memorie wanneer zij |
| laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van | laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van |
| het recht van verdediging van de eiser heeft geschaad. | het recht van verdediging van de eiser heeft geschaad. |
| Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de memorie van antwoord | Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de memorie van antwoord |
| evenwel voorafgaand aan de indiening ter griffie worden betekend aan | evenwel voorafgaand aan de indiening ter griffie worden betekend aan |
| de advocaat van de eiser of, indien hij geen advocaat heeft, aan de | de advocaat van de eiser of, indien hij geen advocaat heeft, aan de |
| eiser zelf, wanneer in de memorie van antwoord een middel van | eiser zelf, wanneer in de memorie van antwoord een middel van |
| niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wordt opgeworpen.". | niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wordt opgeworpen.". |
Art. 8.In artikel 1093, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het |
Art. 8.In artikel 1093, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het |
| woord "uitsluiting" vervangen door het woord "verval". | woord "uitsluiting" vervangen door het woord "verval". |
Art. 9.Artikel 1094 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : |
Art. 9.Artikel 1094 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 1094.Indien de verweerder tegen het cassatieberoep een middel |
" Art. 1094.Indien de verweerder tegen het cassatieberoep een middel |
| van niet-ontvankelijkheid heeft opgeworpen, kan de eiser hierop | van niet-ontvankelijkheid heeft opgeworpen, kan de eiser hierop |
| antwoorden door op de griffie van het Hof van Cassatie een memorie van | antwoorden door op de griffie van het Hof van Cassatie een memorie van |
| wederantwoord in te dienen. Onverminderd de bijzondere regels inzake | wederantwoord in te dienen. Onverminderd de bijzondere regels inzake |
| fiscale zaken wordt deze memorie ondertekend door een advocaat bij het | fiscale zaken wordt deze memorie ondertekend door een advocaat bij het |
| Hof van Cassatie. | Hof van Cassatie. |
| De termijn waarover de eiser beschikt om zijn memorie van | De termijn waarover de eiser beschikt om zijn memorie van |
| wederantwoord ter griffie in te dienen bedraagt, op straffe van | wederantwoord ter griffie in te dienen bedraagt, op straffe van |
| verval, een maand, te rekenen van de dag waarop de memorie van | verval, een maand, te rekenen van de dag waarop de memorie van |
| antwoord is betekend. | antwoord is betekend. |
| De memorie van wederantwoord wordt aan de advocaat van de verweerder | De memorie van wederantwoord wordt aan de advocaat van de verweerder |
| of, indien hij geen advocaat heeft, naar de verweerder zelf gezonden | of, indien hij geen advocaat heeft, naar de verweerder zelf gezonden |
| uiterlijk op de dag van de neerlegging ervan ter griffie. | uiterlijk op de dag van de neerlegging ervan ter griffie. |
| Op verzoek van de verweerder, weert het Hof deze memorie wanneer zij | Op verzoek van de verweerder, weert het Hof deze memorie wanneer zij |
| laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van | laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van |
| het recht van verdediging van de verweerder heeft geschaad.". | het recht van verdediging van de verweerder heeft geschaad.". |
Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/1 ingevoegd, |
Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/1 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1094/1.In uitzonderlijke omstandigheden kan, op verzoek van een |
" Art. 1094/1.In uitzonderlijke omstandigheden kan, op verzoek van een |
| partij, de eerste voorzitter, wanneer het algemeen belang het vereist | partij, de eerste voorzitter, wanneer het algemeen belang het vereist |
| of in geval van volstrekte noodzakelijkheid, op de schriftelijke of | of in geval van volstrekte noodzakelijkheid, op de schriftelijke of |
| mondelinge conclusie van de procureur-generaal, de termijn waarover de | mondelinge conclusie van de procureur-generaal, de termijn waarover de |
| verweerder voor de memorie van antwoord of de eiser voor een repliek | verweerder voor de memorie van antwoord of de eiser voor een repliek |
| beschikt, inkorten zonder dat deze termijnen minder dan vijftien dagen | beschikt, inkorten zonder dat deze termijnen minder dan vijftien dagen |
| mogen bedragen. | mogen bedragen. |
| Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt opgenomen in een | Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt opgenomen in een |
| afzonderlijk akte, die wordt gevoegd bij het cassatieberoep of bij de | afzonderlijk akte, die wordt gevoegd bij het cassatieberoep of bij de |
| memorie van antwoord en hiermee samen wordt betekend of, in voorkomend | memorie van antwoord en hiermee samen wordt betekend of, in voorkomend |
| geval, meegedeeld. | geval, meegedeeld. |
| In afwijking van het tweede lid, wanneer een partij rechtvaardigt in | In afwijking van het tweede lid, wanneer een partij rechtvaardigt in |
| de onmogelijkheid te hebben verkeerd om het verzoek tot inkorting van | de onmogelijkheid te hebben verkeerd om het verzoek tot inkorting van |
| de termijn te voegen bij het cassatieberoep of bij de memorie van | de termijn te voegen bij het cassatieberoep of bij de memorie van |
| antwoord, wordt het in het eerste lid bedoelde verzoek bij | antwoord, wordt het in het eerste lid bedoelde verzoek bij |
| verzoekschrift ingediend mits neerlegging ter griffie van het Hof | verzoekschrift ingediend mits neerlegging ter griffie van het Hof |
| waarna de griffier de overige partijen er per gerechtsbrief kennis van | waarna de griffier de overige partijen er per gerechtsbrief kennis van |
| geeft. | geeft. |
| De tegenpartij beschikt over een termijn van vijftien dagen om | De tegenpartij beschikt over een termijn van vijftien dagen om |
| opmerkingen te formuleren. Deze termijn begint te lopen de dag na de | opmerkingen te formuleren. Deze termijn begint te lopen de dag na de |
| betekening, kennisgeving of verzending aan deze partij van het | betekening, kennisgeving of verzending aan deze partij van het |
| verzoekschrift tot inkorting van de termijnen; deze opmerkingen worden | verzoekschrift tot inkorting van de termijnen; deze opmerkingen worden |
| door haar aan de eerste voorzitter van het Hof toegezonden in een | door haar aan de eerste voorzitter van het Hof toegezonden in een |
| geschrift waarvan zij een afschrift aan de andere partijen mededeelt. | geschrift waarvan zij een afschrift aan de andere partijen mededeelt. |
| De eerste voorzitter oordeelt op stukken en bepaalt in overleg met het | De eerste voorzitter oordeelt op stukken en bepaalt in overleg met het |
| openbaar ministerie het tijdsverloop van de rechtspleging, evenals de | openbaar ministerie het tijdsverloop van de rechtspleging, evenals de |
| datum waarop de zaak ter zitting wordt opgeroepen. | datum waarop de zaak ter zitting wordt opgeroepen. |
| De eerste voorzitter kan in aanwezigheid van de procureur-generaal, de | De eerste voorzitter kan in aanwezigheid van de procureur-generaal, de |
| partijen horen. | partijen horen. |
| De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van de beschikking van de | De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van de beschikking van de |
| eerste voorzitter aan de partijen.". | eerste voorzitter aan de partijen.". |
Art. 11.In artikel 1097 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet |
Art. 11.In artikel 1097 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet |
| van 14 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | van 14 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° in het eerste lid worden de woorden "uiterlijk vijftien dagen voor | 1° in het eerste lid worden de woorden "uiterlijk vijftien dagen voor |
| de zitting" ingevoegd na de woorden "van de partijen". | de zitting" ingevoegd na de woorden "van de partijen". |
| 2° in het derde lid, worden de woorden "bij arrest" ingevoegd tussen | 2° in het derde lid, worden de woorden "bij arrest" ingevoegd tussen |
| het woord "eveneens" en de woorden "de verdaging"; | het woord "eveneens" en de woorden "de verdaging"; |
| 3° in het derde lid worden de woorden "van het cassatieberoep" | 3° in het derde lid worden de woorden "van het cassatieberoep" |
| ingevoegd tussen de woorden "niet-ontvankelijkheid" en het woord | ingevoegd tussen de woorden "niet-ontvankelijkheid" en het woord |
| "ambtshalve". | "ambtshalve". |
Art. 12.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1097/1 ingevoegd, |
Art. 12.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1097/1 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1097/1.Artikel 1097 is van toepassing wanneer het aan het |
" Art. 1097/1.Artikel 1097 is van toepassing wanneer het aan het |
| openbaar ministerie of aan het Hof voorkomt dat een middel niet | openbaar ministerie of aan het Hof voorkomt dat een middel niet |
| ontvankelijk zou kunnen zijn na de substitutie van een rechtsreden | ontvankelijk zou kunnen zijn na de substitutie van een rechtsreden |
| door een reden waarvan het de onwettigheid aanvoert of niet | door een reden waarvan het de onwettigheid aanvoert of niet |
| ontvankelijk op grond van een element dat de eiser niet kon | ontvankelijk op grond van een element dat de eiser niet kon |
| voorzien.". | voorzien.". |
Art. 13.In artikel 1099, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt het |
Art. 13.In artikel 1099, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt het |
| woord ", desgevallend," ingevoegd tussen het woord "en" en de woorden | woord ", desgevallend," ingevoegd tussen het woord "en" en de woorden |
| "de exploten". | "de exploten". |
Art. 14.In artikel 1105bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de |
Art. 14.In artikel 1105bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de |
| wet van 6 mei 1997, wordt § 1 vervangen als volgt : | wet van 6 mei 1997, wordt § 1 vervangen als volgt : |
| " § 1. Wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep | " § 1. Wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep |
| blijkbaar voor de hand ligt of niet noopt tot beantwoording van | blijkbaar voor de hand ligt of niet noopt tot beantwoording van |
| rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de | rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de |
| rechtsontwikkeling, kan de eerste voorzitter of de voorzitter van de | rechtsontwikkeling, kan de eerste voorzitter of de voorzitter van de |
| kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het | kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het |
| openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met | openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met |
| drie raadsheren.". | drie raadsheren.". |
Art. 15.Artikel 1106 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een |
Art. 15.Artikel 1106 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een |
| lid, luidende : | lid, luidende : |
| "In voorkomend geval voegt de griffier aan de mededeling van de | "In voorkomend geval voegt de griffier aan de mededeling van de |
| rechtsdag de vragen toe die het Hof of het openbaar ministerie | rechtsdag de vragen toe die het Hof of het openbaar ministerie |
| overwegen te stellen op de terechtzitting aan de advocaten of aan de | overwegen te stellen op de terechtzitting aan de advocaten of aan de |
| partijen die niet vertegenwoordigd zijn door een advocaat, dewelke het | partijen die niet vertegenwoordigd zijn door een advocaat, dewelke het |
| verzoekschrift tot cassatie of een memorie van antwoord hebben | verzoekschrift tot cassatie of een memorie van antwoord hebben |
| ingediend.". | ingediend.". |
Art. 16.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1109/1 ingevoegd, |
Art. 16.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1109/1 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1109/1.Ingeval het Hof van Cassatie een beslissing betreffende |
" Art. 1109/1.Ingeval het Hof van Cassatie een beslissing betreffende |
| de bevoegdheid vernietigt, verwijst het Hof de zaak zo nodig naar de | de bevoegdheid vernietigt, verwijst het Hof de zaak zo nodig naar de |
| bevoegde rechter die hij aanwijst. De beslissing betreffende de | bevoegde rechter die hij aanwijst. De beslissing betreffende de |
| bevoegdheid bindt de rechter naar wie de zaak wordt verwezen, met dien | bevoegdheid bindt de rechter naar wie de zaak wordt verwezen, met dien |
| verstande dat zijn recht om over de grond van de zaak te oordelen | verstande dat zijn recht om over de grond van de zaak te oordelen |
| onverkort blijft.". | onverkort blijft.". |
Art. 17.Artikel 1110 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een |
Art. 17.Artikel 1110 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een |
| lid, luidende : | lid, luidende : |
| "Wanneer cassatie wordt uitgesproken in een zaak bedoeld als in | "Wanneer cassatie wordt uitgesproken in een zaak bedoeld als in |
| artikel 609, 2°, voegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van | artikel 609, 2°, voegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van |
| State waarnaar de zaak is verwezen zich naar de beslissing van het Hof | State waarnaar de zaak is verwezen zich naar de beslissing van het Hof |
| betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt.". | betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt.". |
Art. 18.In artikel 1111 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet |
Art. 18.In artikel 1111 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet |
| van 24 juni 1970, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | van 24 juni 1970, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° in het derde lid, worden de woorden "met verwijzing" ingevoegd | 1° in het derde lid, worden de woorden "met verwijzing" ingevoegd |
| tussen de woorden "wordt uitgesproken" en de woorden "worden de | tussen de woorden "wordt uitgesproken" en de woorden "worden de |
| kosten"; | kosten"; |
| 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : | 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : |
| "Wanneer cassatie wordt uitgesproken zonder verwijzing, doet het Hof | "Wanneer cassatie wordt uitgesproken zonder verwijzing, doet het Hof |
| uitspraak over de kosten.". | uitspraak over de kosten.". |
Art. 19.Artikel 1114, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt |
Art. 19.Artikel 1114, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| "Het verzoekschrift tot intrekking wordt ingediend en aan de partijen | "Het verzoekschrift tot intrekking wordt ingediend en aan de partijen |
| in het geding of hun advocaten betekend op de wijze bepaald in de | in het geding of hun advocaten betekend op de wijze bepaald in de |
| artikelen 1079 en 1080.". | artikelen 1079 en 1080.". |
Art. 20.In het vierde deel, boek III, van hetzelfde Wetboek wordt een |
Art. 20.In het vierde deel, boek III, van hetzelfde Wetboek wordt een |
| titel IVbis ingevoegd, luidende "Cassatieberoep in tuchtzaken.". | titel IVbis ingevoegd, luidende "Cassatieberoep in tuchtzaken.". |
Art. 21.In titel IVbis, ingevoegd bij artikel 19, wordt een artikel |
Art. 21.In titel IVbis, ingevoegd bij artikel 19, wordt een artikel |
| 1121/1 ingevoegd, luidende : | 1121/1 ingevoegd, luidende : |
| " Art. 1121/1.§ 1. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de |
" Art. 1121/1.§ 1. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de |
| cassatieberoepen tegen de beslissingen in laatste aanleg van : | cassatieberoepen tegen de beslissingen in laatste aanleg van : |
| 1° de raden van beroep van de Orde van advocaten; | 1° de raden van beroep van de Orde van advocaten; |
| 2° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van | 2° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van |
| geneesheren; | geneesheren; |
| 3° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van | 3° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van |
| apothekers; | apothekers; |
| 4° de gemengde raden van beroep van de Orde der dierenartsen; | 4° de gemengde raden van beroep van de Orde der dierenartsen; |
| 5° de commissie van beroep van het Instituut der bedrijfsrevisoren; | 5° de commissie van beroep van het Instituut der bedrijfsrevisoren; |
| 6° de raden van beroep van de Orde van architecten; | 6° de raden van beroep van de Orde van architecten; |
| 7° de Onderzoeksraad voor de scheepvaart; | 7° de Onderzoeksraad voor de scheepvaart; |
| 8° de beroepscommissie van het Instituut van accountants en | 8° de beroepscommissie van het Instituut van accountants en |
| belastingconsulenten, alsmede van de uitvoerende kamers of de | belastingconsulenten, alsmede van de uitvoerende kamers of de |
| verenigde uitvoerende kamers, of van de kamers van beroep of van de | verenigde uitvoerende kamers, of van de kamers van beroep of van de |
| verenigde kamers van beroep van het Beroepsinstituut van erkende | verenigde kamers van beroep van het Beroepsinstituut van erkende |
| boekhouders en fiscalisten; | boekhouders en fiscalisten; |
| 9° de beroepscommissie van het Instituut voor bedrijfsjuristen; | 9° de beroepscommissie van het Instituut voor bedrijfsjuristen; |
| 10° de Federale Raad van beroep van de landmetersexperten; | 10° de Federale Raad van beroep van de landmetersexperten; |
| 11° de commissie van beroep van de auto-experts; | 11° de commissie van beroep van de auto-experts; |
| 12° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van | 12° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van |
| de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep van het | de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep van het |
| Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars; | Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars; |
| 13° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van | 13° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van |
| de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep ingesteld | de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep ingesteld |
| krachtens de Kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de | krachtens de Kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de |
| dienstverlenende intellectuele beroepen. | dienstverlenende intellectuele beroepen. |
| § 2. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen | § 2. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen |
| tegen beslissingen in tuchtzaken van de notarissen, gewezen in laatste | tegen beslissingen in tuchtzaken van de notarissen, gewezen in laatste |
| aanleg door de rechtbanken van eerste aanleg in uitvoering van artikel | aanleg door de rechtbanken van eerste aanleg in uitvoering van artikel |
| 107 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, of door de | 107 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, of door de |
| hoven van beroep met toepassing van artikel 110, § 2, van die wet. | hoven van beroep met toepassing van artikel 110, § 2, van die wet. |
| § 3. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen | § 3. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen |
| tegen beslissingen in tuchtzaken van de gerechtsdeurwaarders gewezen | tegen beslissingen in tuchtzaken van de gerechtsdeurwaarders gewezen |
| in laatste aanleg door de rechtbank van eerste aanleg met toepassing | in laatste aanleg door de rechtbank van eerste aanleg met toepassing |
| van artikel 544, of tegen beslissingen gewezen in laatste aanleg door | van artikel 544, of tegen beslissingen gewezen in laatste aanleg door |
| het hof van beroep met toepassing van artikel 546, § 2.". | het hof van beroep met toepassing van artikel 546, § 2.". |
Art. 22.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/2 ingevoegd, |
Art. 22.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/2 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1121/2.De Orde, het Instituut of, bij ontstentenis, de |
" Art. 1121/2.De Orde, het Instituut of, bij ontstentenis, de |
| rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de | rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de |
| beroepsregels, treedt op als eiser of als verweerder in de | beroepsregels, treedt op als eiser of als verweerder in de |
| rechtspleging voor het Hof van Cassatie.". | rechtspleging voor het Hof van Cassatie.". |
Art. 23.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/3 ingevoegd, |
Art. 23.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/3 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1121/3.§ 1. De betrokken persoon, de Orde, het Instituut of de |
" Art. 1121/3.§ 1. De betrokken persoon, de Orde, het Instituut of de |
| rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de | rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de |
| beroepsregels, kan de beslissingen gewezen in laatste aanleg door de | beroepsregels, kan de beslissingen gewezen in laatste aanleg door de |
| in artikel 1121/1, §§ 1 tot 3, bedoelde tuchtrechtscolleges aan het | in artikel 1121/1, §§ 1 tot 3, bedoelde tuchtrechtscolleges aan het |
| Hof van Cassatie voorleggen. | Hof van Cassatie voorleggen. |
| § 2. De minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort kan aan | § 2. De minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort kan aan |
| het Hof van Cassatie de beslissingen voorleggen, gewezen in laatste | het Hof van Cassatie de beslissingen voorleggen, gewezen in laatste |
| aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld | aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld |
| in het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de | in het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de |
| Orde der geneesheren, alsmede de beslissingen gewezen in laatste | Orde der geneesheren, alsmede de beslissingen gewezen in laatste |
| aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld | aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld |
| in het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de | in het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de |
| Orde der apothekers. | Orde der apothekers. |
| § 3. De minister van Financiën kan aan het Hof van Cassatie de | § 3. De minister van Financiën kan aan het Hof van Cassatie de |
| beslissingen voorleggen, gewezen in laatste aanleg door de | beslissingen voorleggen, gewezen in laatste aanleg door de |
| beroepscommissie als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende | beroepscommissie als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende |
| de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten.". | de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten.". |
Art. 24.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/4 ingevoegd, |
Art. 24.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/4 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1121/4.Het cassatieberoep tegen voorbereidende beslissingen of |
" Art. 1121/4.Het cassatieberoep tegen voorbereidende beslissingen of |
| tegen onderzoeksbeslissingen kan enkel geschieden samen met het | tegen onderzoeksbeslissingen kan enkel geschieden samen met het |
| cassatieberoep tegen de eindbeslissing.". | cassatieberoep tegen de eindbeslissing.". |
Art. 25.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/5 ingevoegd, |
Art. 25.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/5 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1121/5.De rechtspleging van cassatieberoep in tuchtzaken wordt |
" Art. 1121/5.De rechtspleging van cassatieberoep in tuchtzaken wordt |
| geregeld zoals in burgerlijke zaken, behalve wat de volgende | geregeld zoals in burgerlijke zaken, behalve wat de volgende |
| afwijkingen betreft : | afwijkingen betreft : |
| 1° de termijn om cassatieberoep in te stellen, bedraagt twee maanden | 1° de termijn om cassatieberoep in te stellen, bedraagt twee maanden |
| te rekenen van de kennisgeving van de beslissing; | te rekenen van de kennisgeving van de beslissing; |
| 2° de termijn waarover de verweerder beschikt om te antwoorden | 2° de termijn waarover de verweerder beschikt om te antwoorden |
| bedraagt twee maanden. Wanneer de verweerder geen woon- of | bedraagt twee maanden. Wanneer de verweerder geen woon- of |
| verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft in België, dan wordt | verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft in België, dan wordt |
| de termijn verlengd overeenkomstig artikel 55; | de termijn verlengd overeenkomstig artikel 55; |
| 3° tenzij de beslissing anders luidt, heeft het cassatieberoep | 3° tenzij de beslissing anders luidt, heeft het cassatieberoep |
| schorsende kracht; | schorsende kracht; |
| 4° de door het Hof van Cassatie gewezen arresten worden door de | 4° de door het Hof van Cassatie gewezen arresten worden door de |
| griffier van het Hof bij gerechtsbrief ter kennis gebracht aan de | griffier van het Hof bij gerechtsbrief ter kennis gebracht aan de |
| partijen alsook aan de Orde, het Instituut of de rechtspersoon die | partijen alsook aan de Orde, het Instituut of de rechtspersoon die |
| krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de beroepsregels; | krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de beroepsregels; |
| 5° na cassatie wordt de zaak naar hetzelfde, doch anders samengestelde | 5° na cassatie wordt de zaak naar hetzelfde, doch anders samengestelde |
| tuchtrechtscollege verwezen. | tuchtrechtscollege verwezen. |
| Dit rechtscollege voegt zich naar de beslissing van het Hof | Dit rechtscollege voegt zich naar de beslissing van het Hof |
| betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt. | betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt. |
| Indien het onmogelijk is om het tuchtrechtscollege anders samen te | Indien het onmogelijk is om het tuchtrechtscollege anders samen te |
| stellen, wordt daarvan melding gemaakt in de eindbeslissing; | stellen, wordt daarvan melding gemaakt in de eindbeslissing; |
| 6° het Hof van Cassatie oordeelt over de kosten van het | 6° het Hof van Cassatie oordeelt over de kosten van het |
| cassatiegeding. | cassatiegeding. |
| Het 5° en het 6° zijn niet van toepassing op de in artikel 1121/1, §§ | Het 5° en het 6° zijn niet van toepassing op de in artikel 1121/1, §§ |
| 2 en 3, bedoelde gevallen.". | 2 en 3, bedoelde gevallen.". |
Art. 26.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/6 ingevoegd, |
Art. 26.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/6 ingevoegd, |
| luidende : | luidende : |
| " Art. 1121/6.Het staat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie |
" Art. 1121/6.Het staat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie |
| vrij zich bij dit Hof van Cassatie te voorzien in het belang van de | vrij zich bij dit Hof van Cassatie te voorzien in het belang van de |
| wet.". | wet.". |
Art. 27.In artikel 1143 van hetzelfde Wetboek worden de volgende |
Art. 27.In artikel 1143 van hetzelfde Wetboek worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
| 1° in het eerste lid worden de woorden "of haar bijzondere | 1° in het eerste lid worden de woorden "of haar bijzondere |
| gemachtigde" vervangen door de woorden "en door een advocaat bij het | gemachtigde" vervangen door de woorden "en door een advocaat bij het |
| Hof van Cassatie"; | Hof van Cassatie"; |
| 2° in het tweede lid worden de woorden "De volmacht en" opgeheven. | 2° in het tweede lid worden de woorden "De volmacht en" opgeheven. |
| HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van diverse wetten en koninklijke besluiten | HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van diverse wetten en koninklijke besluiten |
Art. 28.In artikel 12 van de wet van 19 december 1950 tot instelling |
Art. 28.In artikel 12 van de wet van 19 december 1950 tot instelling |
| van de Orde der Dierenartsen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 | van de Orde der Dierenartsen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 |
| maart 2014 tot wijziging van de wet van 19 december 1950 tot | maart 2014 tot wijziging van de wet van 19 december 1950 tot |
| instelling van de Orde der Dierenartsen, worden de volgende | instelling van de Orde der Dierenartsen, worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
| 1° het derde lid wordt vervangen als volgt : | 1° het derde lid wordt vervangen als volgt : |
| "De gemengde raad van beroep is gelast met het geheel van de zaak. De | "De gemengde raad van beroep is gelast met het geheel van de zaak. De |
| gemengde raad van beroep kan de sanctie verzwaren zelfs als alleen de | gemengde raad van beroep kan de sanctie verzwaren zelfs als alleen de |
| betrokken dierenarts beroep heeft ingesteld. | betrokken dierenarts beroep heeft ingesteld. |
| Tegen de eindbeslissingen gewezen door de gemengde raad van beroep kan | Tegen de eindbeslissingen gewezen door de gemengde raad van beroep kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk wetboek."; | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk wetboek."; |
| 2° het vierde tot het achtste lid worden opgeheven. | 2° het vierde tot het achtste lid worden opgeheven. |
Art. 29.Artikel 23 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting |
Art. 29.Artikel 23 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting |
| van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en tot organisatie van het | van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en tot organisatie van het |
| publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gewijzigd bij de | publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gewijzigd bij de |
| wet van 21 februari 1985, wordt vervangen als volgt : | wet van 21 februari 1985, wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 23.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
" Art. 23.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 30.In de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van |
Art. 30.In de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van |
| architecten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | architecten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° artikel 33, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt vervangen | 1° artikel 33, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt vervangen |
| als volgt : | als volgt : |
| " Art. 33.Tegen de beslissing van de raad van beroep kan |
" Art. 33.Tegen de beslissing van de raad van beroep kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; |
| 2° de tweede zin van artikel 41, tweede lid, wordt opgeheven. | 2° de tweede zin van artikel 41, tweede lid, wordt opgeheven. |
Art. 31.Artikel 8 van de wet van 22 april 1999 betreffende de |
Art. 31.Artikel 8 van de wet van 22 april 1999 betreffende de |
| beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten wordt vervangen | beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten wordt vervangen |
| als volgt : | als volgt : |
| " Art. 8.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
" Art. 8.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 32.In artikel 45/1 van de wet van 22 april 1999 betreffende de |
Art. 32.In artikel 45/1 van de wet van 22 april 1999 betreffende de |
| boekhoudkundige en fiscale beroepen, ingevoegd bij de wet van 25 | boekhoudkundige en fiscale beroepen, ingevoegd bij de wet van 25 |
| februari 2013, wordt § 14 vervangen als volgt : | februari 2013, wordt § 14 vervangen als volgt : |
| "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende | "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende |
| kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de | kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de |
| eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers | eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers |
| van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de | van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de |
| bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het | bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het |
| Gerechtelijk Wetboek.". | Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 33.Artikel 19 van de wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een |
Art. 33.Artikel 19 van de wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een |
| Instituut voor bedrijfsjuristen wordt vervangen als volgt : | Instituut voor bedrijfsjuristen wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 19.Tegen de beslissing van de beroepscommissie kan |
" Art. 19.Tegen de beslissing van de beroepscommissie kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 34.In artikel 5 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van |
Art. 34.In artikel 5 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van |
| federale raden van landmeters-experten, gewijzigd bij de wet van 20 | federale raden van landmeters-experten, gewijzigd bij de wet van 20 |
| juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : | 1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : |
| "Tegen hun beslissingen kan cassatieberoep worden ingesteld | "Tegen hun beslissingen kan cassatieberoep worden ingesteld |
| overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel | overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel |
| IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; | IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; |
| 2° het zesde lid wordt opgeheven. | 2° het zesde lid wordt opgeheven. |
Art. 35.Artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en |
Art. 35.Artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en |
| bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een | bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een |
| Instituut van de auto-experts wordt vervangen als volgt : | Instituut van de auto-experts wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 32.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
" Art. 32.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan |
| cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het | cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het |
| vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". | vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 36.Artikel 9, § 7, van de kaderwet van 3 augustus 2007 |
Art. 36.Artikel 9, § 7, van de kaderwet van 3 augustus 2007 |
| betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen wordt vervangen | betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen wordt vervangen |
| als volgt : | als volgt : |
| "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende | "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende |
| kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de | kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de |
| eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers | eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers |
| van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de | van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de |
| bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het | bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het |
| Gerechtelijk Wetboek.". | Gerechtelijk Wetboek.". |
Art. 37.In het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 |
Art. 37.In het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 |
| betreffende de Orde der geneesheren worden de volgende wijzigingen | betreffende de Orde der geneesheren worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : | 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de |
" Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de |
| provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden | provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden |
| ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, | ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, |
| titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; | titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; |
| 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. | 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. |
Art. 38.In koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende |
Art. 38.In koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende |
| de Orde der apothekers worden de volgende wijzigingen aangebracht : | de Orde der apothekers worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : | 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : |
| " Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de |
" Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de |
| provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden | provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden |
| ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, | ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, |
| titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; | titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; |
| 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. | 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. |
Art. 39.Het koninklijk besluit nr. 261 van 24 maart 1936 betreffende |
Art. 39.Het koninklijk besluit nr. 261 van 24 maart 1936 betreffende |
| de termijnen van voorziening in tuchtzaken wordt opgeheven. | de termijnen van voorziening in tuchtzaken wordt opgeheven. |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 10 april 2014. | Gegeven te Brussel, 10 april 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. A. TURTELBOOM | Mevr. A. TURTELBOOM |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. A. TURTELBOOM | Mevr. A. TURTELBOOM |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Zie : | (1) Zie : |
| Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : | Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : |
| Stukken : 53-3337 | Stukken : 53-3337 |
| Integraal verslag : 26-27 maart 2014 | Integraal verslag : 26-27 maart 2014 |
| Senaat (www.senate.be) : | Senaat (www.senate.be) : |
| Stukken : 5-2807 | Stukken : 5-2807 |
| Handelingen van de Senaat : 3 april 2014 | Handelingen van de Senaat : 3 april 2014 |