Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 10/04/2014
← Terug naar "Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure "
Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek 10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de
wrakingsprocedure (1) wrakingsprocedure (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

78 van de Grondwet. 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In artikel 131 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de

Art. 2.In artikel 131 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de

wetten van 1 december 1994 en 25 juni 1998, wordt tussen het eerste en wetten van 1 december 1994 en 25 juni 1998, wordt tussen het eerste en
het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
"De procureur-generaal kan aan de eerste voorzitter voorstellen dat "De procureur-generaal kan aan de eerste voorzitter voorstellen dat
een zaak in voltallige zitting wordt behandeld.". een zaak in voltallige zitting wordt behandeld.".

Art. 3.In artikel 428ter van hetzelfde Wetboek, wordt § 10, opgeheven

Art. 3.In artikel 428ter van hetzelfde Wetboek, wordt § 10, opgeheven

bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998, hersteld als volgt : bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998, hersteld als volgt :
" § 10. Tegen de beslissingen gewezen door de in § 6 bedoelde " § 10. Tegen de beslissingen gewezen door de in § 6 bedoelde
commissies van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld commissies van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld
overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel
IVbis, van dit Wetboek.". IVbis, van dit Wetboek.".

Art. 4.Worden opgeheven :

Art. 4.Worden opgeheven :

- artikel 468, § 3, van hetzelfde Wetboek; - artikel 468, § 3, van hetzelfde Wetboek;
- artikel 609, 4°, van hetzelfde Wetboek; - artikel 609, 4°, van hetzelfde Wetboek;
- artikel 614, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 - artikel 614, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27
maart 1998, van hetzelfde Wetboek. maart 1998, van hetzelfde Wetboek.

Art. 5.In artikel 838 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten

Art. 5.In artikel 838 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten

van 12 maart 1998, 10 juni 2001 en 26 april 2007, wordt het derde lid van 12 maart 1998, 10 juni 2001 en 26 april 2007, wordt het derde lid
vervangen als volgt : vervangen als volgt :
"Binnen achtenveertig uren na de beslissing brengt de griffier deze "Binnen achtenveertig uren na de beslissing brengt de griffier deze
ter kennis van de partijen bij gerechtsbrief. De termijn om ter kennis van de partijen bij gerechtsbrief. De termijn om
cassatieberoep in te stellen, begint te lopen vanaf deze cassatieberoep in te stellen, begint te lopen vanaf deze
kennisgeving.". kennisgeving.".

Art. 6.In artikel 1091 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

Art. 6.In artikel 1091 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de voorziening" vervangen door 1° in het eerste lid worden de woorden "de voorziening" vervangen door
de woorden "het cassatieberoep"; de woorden "het cassatieberoep";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
"Het cassatieberoep wegens machtsoverschrijding wordt betekend aan de "Het cassatieberoep wegens machtsoverschrijding wordt betekend aan de
betrokken partijen, die gerechtigd zijn om tussen te komen. Op straffe betrokken partijen, die gerechtigd zijn om tussen te komen. Op straffe
van verval gebeurt die tussenkomst met een memorie die binnen twee van verval gebeurt die tussenkomst met een memorie die binnen twee
maanden na de betekening moet worden ingediend ter griffie van het maanden na de betekening moet worden ingediend ter griffie van het
Hof."; Hof.";
3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende : 3° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
"Het cassatieberoep in het belang van de wet wordt niet ter kennis "Het cassatieberoep in het belang van de wet wordt niet ter kennis
gebracht noch betekend aan de partijen in de bestreden beslissing.". gebracht noch betekend aan de partijen in de bestreden beslissing.".

Art. 7.Artikel 1092 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

Art. 7.Artikel 1092 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

"

Art. 1092.Het cassatieberoep wordt beantwoord door ter griffie van

"

Art. 1092.Het cassatieberoep wordt beantwoord door ter griffie van

het Hof van Cassatie een memorie in te dienen. Onverminderd de het Hof van Cassatie een memorie in te dienen. Onverminderd de
bijzondere regels inzake fiscale zaken wordt de memorie ondertekend bijzondere regels inzake fiscale zaken wordt de memorie ondertekend
door een advocaat bij het Hof van Cassatie. door een advocaat bij het Hof van Cassatie.
De memorie van antwoord wordt aan de advocaat van de eiser of, indien De memorie van antwoord wordt aan de advocaat van de eiser of, indien
hij geen advocaat heeft, naar de eiser zelf gezonden uiterlijk op de hij geen advocaat heeft, naar de eiser zelf gezonden uiterlijk op de
dag van de neerlegging ervan ter griffie. dag van de neerlegging ervan ter griffie.
Op verzoek van de eiser, weert het Hof deze memorie wanneer zij Op verzoek van de eiser, weert het Hof deze memorie wanneer zij
laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van
het recht van verdediging van de eiser heeft geschaad. het recht van verdediging van de eiser heeft geschaad.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de memorie van antwoord Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de memorie van antwoord
evenwel voorafgaand aan de indiening ter griffie worden betekend aan evenwel voorafgaand aan de indiening ter griffie worden betekend aan
de advocaat van de eiser of, indien hij geen advocaat heeft, aan de de advocaat van de eiser of, indien hij geen advocaat heeft, aan de
eiser zelf, wanneer in de memorie van antwoord een middel van eiser zelf, wanneer in de memorie van antwoord een middel van
niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wordt opgeworpen.". niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wordt opgeworpen.".

Art. 8.In artikel 1093, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het

Art. 8.In artikel 1093, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het

woord "uitsluiting" vervangen door het woord "verval". woord "uitsluiting" vervangen door het woord "verval".

Art. 9.Artikel 1094 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

Art. 9.Artikel 1094 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

"

Art. 1094.Indien de verweerder tegen het cassatieberoep een middel

"

Art. 1094.Indien de verweerder tegen het cassatieberoep een middel

van niet-ontvankelijkheid heeft opgeworpen, kan de eiser hierop van niet-ontvankelijkheid heeft opgeworpen, kan de eiser hierop
antwoorden door op de griffie van het Hof van Cassatie een memorie van antwoorden door op de griffie van het Hof van Cassatie een memorie van
wederantwoord in te dienen. Onverminderd de bijzondere regels inzake wederantwoord in te dienen. Onverminderd de bijzondere regels inzake
fiscale zaken wordt deze memorie ondertekend door een advocaat bij het fiscale zaken wordt deze memorie ondertekend door een advocaat bij het
Hof van Cassatie. Hof van Cassatie.
De termijn waarover de eiser beschikt om zijn memorie van De termijn waarover de eiser beschikt om zijn memorie van
wederantwoord ter griffie in te dienen bedraagt, op straffe van wederantwoord ter griffie in te dienen bedraagt, op straffe van
verval, een maand, te rekenen van de dag waarop de memorie van verval, een maand, te rekenen van de dag waarop de memorie van
antwoord is betekend. antwoord is betekend.
De memorie van wederantwoord wordt aan de advocaat van de verweerder De memorie van wederantwoord wordt aan de advocaat van de verweerder
of, indien hij geen advocaat heeft, naar de verweerder zelf gezonden of, indien hij geen advocaat heeft, naar de verweerder zelf gezonden
uiterlijk op de dag van de neerlegging ervan ter griffie. uiterlijk op de dag van de neerlegging ervan ter griffie.
Op verzoek van de verweerder, weert het Hof deze memorie wanneer zij Op verzoek van de verweerder, weert het Hof deze memorie wanneer zij
laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van laattijdig werd verzonden en deze laattijdigheid de uitoefening van
het recht van verdediging van de verweerder heeft geschaad.". het recht van verdediging van de verweerder heeft geschaad.".

Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/1 ingevoegd,

Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/1 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1094/1.In uitzonderlijke omstandigheden kan, op verzoek van een

"

Art. 1094/1.In uitzonderlijke omstandigheden kan, op verzoek van een

partij, de eerste voorzitter, wanneer het algemeen belang het vereist partij, de eerste voorzitter, wanneer het algemeen belang het vereist
of in geval van volstrekte noodzakelijkheid, op de schriftelijke of of in geval van volstrekte noodzakelijkheid, op de schriftelijke of
mondelinge conclusie van de procureur-generaal, de termijn waarover de mondelinge conclusie van de procureur-generaal, de termijn waarover de
verweerder voor de memorie van antwoord of de eiser voor een repliek verweerder voor de memorie van antwoord of de eiser voor een repliek
beschikt, inkorten zonder dat deze termijnen minder dan vijftien dagen beschikt, inkorten zonder dat deze termijnen minder dan vijftien dagen
mogen bedragen. mogen bedragen.
Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt opgenomen in een Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt opgenomen in een
afzonderlijk akte, die wordt gevoegd bij het cassatieberoep of bij de afzonderlijk akte, die wordt gevoegd bij het cassatieberoep of bij de
memorie van antwoord en hiermee samen wordt betekend of, in voorkomend memorie van antwoord en hiermee samen wordt betekend of, in voorkomend
geval, meegedeeld. geval, meegedeeld.
In afwijking van het tweede lid, wanneer een partij rechtvaardigt in In afwijking van het tweede lid, wanneer een partij rechtvaardigt in
de onmogelijkheid te hebben verkeerd om het verzoek tot inkorting van de onmogelijkheid te hebben verkeerd om het verzoek tot inkorting van
de termijn te voegen bij het cassatieberoep of bij de memorie van de termijn te voegen bij het cassatieberoep of bij de memorie van
antwoord, wordt het in het eerste lid bedoelde verzoek bij antwoord, wordt het in het eerste lid bedoelde verzoek bij
verzoekschrift ingediend mits neerlegging ter griffie van het Hof verzoekschrift ingediend mits neerlegging ter griffie van het Hof
waarna de griffier de overige partijen er per gerechtsbrief kennis van waarna de griffier de overige partijen er per gerechtsbrief kennis van
geeft. geeft.
De tegenpartij beschikt over een termijn van vijftien dagen om De tegenpartij beschikt over een termijn van vijftien dagen om
opmerkingen te formuleren. Deze termijn begint te lopen de dag na de opmerkingen te formuleren. Deze termijn begint te lopen de dag na de
betekening, kennisgeving of verzending aan deze partij van het betekening, kennisgeving of verzending aan deze partij van het
verzoekschrift tot inkorting van de termijnen; deze opmerkingen worden verzoekschrift tot inkorting van de termijnen; deze opmerkingen worden
door haar aan de eerste voorzitter van het Hof toegezonden in een door haar aan de eerste voorzitter van het Hof toegezonden in een
geschrift waarvan zij een afschrift aan de andere partijen mededeelt. geschrift waarvan zij een afschrift aan de andere partijen mededeelt.
De eerste voorzitter oordeelt op stukken en bepaalt in overleg met het De eerste voorzitter oordeelt op stukken en bepaalt in overleg met het
openbaar ministerie het tijdsverloop van de rechtspleging, evenals de openbaar ministerie het tijdsverloop van de rechtspleging, evenals de
datum waarop de zaak ter zitting wordt opgeroepen. datum waarop de zaak ter zitting wordt opgeroepen.
De eerste voorzitter kan in aanwezigheid van de procureur-generaal, de De eerste voorzitter kan in aanwezigheid van de procureur-generaal, de
partijen horen. partijen horen.
De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van de beschikking van de De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van de beschikking van de
eerste voorzitter aan de partijen.". eerste voorzitter aan de partijen.".

Art. 11.In artikel 1097 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet

Art. 11.In artikel 1097 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet

van 14 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : van 14 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "uiterlijk vijftien dagen voor 1° in het eerste lid worden de woorden "uiterlijk vijftien dagen voor
de zitting" ingevoegd na de woorden "van de partijen". de zitting" ingevoegd na de woorden "van de partijen".
2° in het derde lid, worden de woorden "bij arrest" ingevoegd tussen 2° in het derde lid, worden de woorden "bij arrest" ingevoegd tussen
het woord "eveneens" en de woorden "de verdaging"; het woord "eveneens" en de woorden "de verdaging";
3° in het derde lid worden de woorden "van het cassatieberoep" 3° in het derde lid worden de woorden "van het cassatieberoep"
ingevoegd tussen de woorden "niet-ontvankelijkheid" en het woord ingevoegd tussen de woorden "niet-ontvankelijkheid" en het woord
"ambtshalve". "ambtshalve".

Art. 12.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1097/1 ingevoegd,

Art. 12.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1097/1 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1097/1.Artikel 1097 is van toepassing wanneer het aan het

"

Art. 1097/1.Artikel 1097 is van toepassing wanneer het aan het

openbaar ministerie of aan het Hof voorkomt dat een middel niet openbaar ministerie of aan het Hof voorkomt dat een middel niet
ontvankelijk zou kunnen zijn na de substitutie van een rechtsreden ontvankelijk zou kunnen zijn na de substitutie van een rechtsreden
door een reden waarvan het de onwettigheid aanvoert of niet door een reden waarvan het de onwettigheid aanvoert of niet
ontvankelijk op grond van een element dat de eiser niet kon ontvankelijk op grond van een element dat de eiser niet kon
voorzien.". voorzien.".

Art. 13.In artikel 1099, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt het

Art. 13.In artikel 1099, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt het

woord ", desgevallend," ingevoegd tussen het woord "en" en de woorden woord ", desgevallend," ingevoegd tussen het woord "en" en de woorden
"de exploten". "de exploten".

Art. 14.In artikel 1105bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de

Art. 14.In artikel 1105bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de

wet van 6 mei 1997, wordt § 1 vervangen als volgt : wet van 6 mei 1997, wordt § 1 vervangen als volgt :
" § 1. Wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep " § 1. Wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep
blijkbaar voor de hand ligt of niet noopt tot beantwoording van blijkbaar voor de hand ligt of niet noopt tot beantwoording van
rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de
rechtsontwikkeling, kan de eerste voorzitter of de voorzitter van de rechtsontwikkeling, kan de eerste voorzitter of de voorzitter van de
kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het
openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met
drie raadsheren.". drie raadsheren.".

Art. 15.Artikel 1106 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een

Art. 15.Artikel 1106 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een

lid, luidende : lid, luidende :
"In voorkomend geval voegt de griffier aan de mededeling van de "In voorkomend geval voegt de griffier aan de mededeling van de
rechtsdag de vragen toe die het Hof of het openbaar ministerie rechtsdag de vragen toe die het Hof of het openbaar ministerie
overwegen te stellen op de terechtzitting aan de advocaten of aan de overwegen te stellen op de terechtzitting aan de advocaten of aan de
partijen die niet vertegenwoordigd zijn door een advocaat, dewelke het partijen die niet vertegenwoordigd zijn door een advocaat, dewelke het
verzoekschrift tot cassatie of een memorie van antwoord hebben verzoekschrift tot cassatie of een memorie van antwoord hebben
ingediend.". ingediend.".

Art. 16.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1109/1 ingevoegd,

Art. 16.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1109/1 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1109/1.Ingeval het Hof van Cassatie een beslissing betreffende

"

Art. 1109/1.Ingeval het Hof van Cassatie een beslissing betreffende

de bevoegdheid vernietigt, verwijst het Hof de zaak zo nodig naar de de bevoegdheid vernietigt, verwijst het Hof de zaak zo nodig naar de
bevoegde rechter die hij aanwijst. De beslissing betreffende de bevoegde rechter die hij aanwijst. De beslissing betreffende de
bevoegdheid bindt de rechter naar wie de zaak wordt verwezen, met dien bevoegdheid bindt de rechter naar wie de zaak wordt verwezen, met dien
verstande dat zijn recht om over de grond van de zaak te oordelen verstande dat zijn recht om over de grond van de zaak te oordelen
onverkort blijft.". onverkort blijft.".

Art. 17.Artikel 1110 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een

Art. 17.Artikel 1110 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een

lid, luidende : lid, luidende :
"Wanneer cassatie wordt uitgesproken in een zaak bedoeld als in "Wanneer cassatie wordt uitgesproken in een zaak bedoeld als in
artikel 609, 2°, voegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van artikel 609, 2°, voegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State waarnaar de zaak is verwezen zich naar de beslissing van het Hof State waarnaar de zaak is verwezen zich naar de beslissing van het Hof
betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt.". betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt.".

Art. 18.In artikel 1111 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet

Art. 18.In artikel 1111 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet

van 24 juni 1970, worden de volgende wijzigingen aangebracht : van 24 juni 1970, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het derde lid, worden de woorden "met verwijzing" ingevoegd 1° in het derde lid, worden de woorden "met verwijzing" ingevoegd
tussen de woorden "wordt uitgesproken" en de woorden "worden de tussen de woorden "wordt uitgesproken" en de woorden "worden de
kosten"; kosten";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Wanneer cassatie wordt uitgesproken zonder verwijzing, doet het Hof "Wanneer cassatie wordt uitgesproken zonder verwijzing, doet het Hof
uitspraak over de kosten.". uitspraak over de kosten.".

Art. 19.Artikel 1114, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 19.Artikel 1114, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt

vervangen als volgt : vervangen als volgt :
"Het verzoekschrift tot intrekking wordt ingediend en aan de partijen "Het verzoekschrift tot intrekking wordt ingediend en aan de partijen
in het geding of hun advocaten betekend op de wijze bepaald in de in het geding of hun advocaten betekend op de wijze bepaald in de
artikelen 1079 en 1080.". artikelen 1079 en 1080.".

Art. 20.In het vierde deel, boek III, van hetzelfde Wetboek wordt een

Art. 20.In het vierde deel, boek III, van hetzelfde Wetboek wordt een

titel IVbis ingevoegd, luidende "Cassatieberoep in tuchtzaken.". titel IVbis ingevoegd, luidende "Cassatieberoep in tuchtzaken.".

Art. 21.In titel IVbis, ingevoegd bij artikel 19, wordt een artikel

Art. 21.In titel IVbis, ingevoegd bij artikel 19, wordt een artikel

1121/1 ingevoegd, luidende : 1121/1 ingevoegd, luidende :
"

Art. 1121/1.§ 1. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de

"

Art. 1121/1.§ 1. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de

cassatieberoepen tegen de beslissingen in laatste aanleg van : cassatieberoepen tegen de beslissingen in laatste aanleg van :
1° de raden van beroep van de Orde van advocaten; 1° de raden van beroep van de Orde van advocaten;
2° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van 2° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van
geneesheren; geneesheren;
3° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van 3° de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van
apothekers; apothekers;
4° de gemengde raden van beroep van de Orde der dierenartsen; 4° de gemengde raden van beroep van de Orde der dierenartsen;
5° de commissie van beroep van het Instituut der bedrijfsrevisoren; 5° de commissie van beroep van het Instituut der bedrijfsrevisoren;
6° de raden van beroep van de Orde van architecten; 6° de raden van beroep van de Orde van architecten;
7° de Onderzoeksraad voor de scheepvaart; 7° de Onderzoeksraad voor de scheepvaart;
8° de beroepscommissie van het Instituut van accountants en 8° de beroepscommissie van het Instituut van accountants en
belastingconsulenten, alsmede van de uitvoerende kamers of de belastingconsulenten, alsmede van de uitvoerende kamers of de
verenigde uitvoerende kamers, of van de kamers van beroep of van de verenigde uitvoerende kamers, of van de kamers van beroep of van de
verenigde kamers van beroep van het Beroepsinstituut van erkende verenigde kamers van beroep van het Beroepsinstituut van erkende
boekhouders en fiscalisten; boekhouders en fiscalisten;
9° de beroepscommissie van het Instituut voor bedrijfsjuristen; 9° de beroepscommissie van het Instituut voor bedrijfsjuristen;
10° de Federale Raad van beroep van de landmetersexperten; 10° de Federale Raad van beroep van de landmetersexperten;
11° de commissie van beroep van de auto-experts; 11° de commissie van beroep van de auto-experts;
12° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van 12° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van
de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep van het de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep van het
Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars; Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars;
13° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van 13° de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers, of van
de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep ingesteld de kamers van beroep of van de verenigde kamers van beroep ingesteld
krachtens de Kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de krachtens de Kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de
dienstverlenende intellectuele beroepen. dienstverlenende intellectuele beroepen.
§ 2. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen § 2. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen
tegen beslissingen in tuchtzaken van de notarissen, gewezen in laatste tegen beslissingen in tuchtzaken van de notarissen, gewezen in laatste
aanleg door de rechtbanken van eerste aanleg in uitvoering van artikel aanleg door de rechtbanken van eerste aanleg in uitvoering van artikel
107 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, of door de 107 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, of door de
hoven van beroep met toepassing van artikel 110, § 2, van die wet. hoven van beroep met toepassing van artikel 110, § 2, van die wet.
§ 3. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen § 3. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de cassatieberoepen
tegen beslissingen in tuchtzaken van de gerechtsdeurwaarders gewezen tegen beslissingen in tuchtzaken van de gerechtsdeurwaarders gewezen
in laatste aanleg door de rechtbank van eerste aanleg met toepassing in laatste aanleg door de rechtbank van eerste aanleg met toepassing
van artikel 544, of tegen beslissingen gewezen in laatste aanleg door van artikel 544, of tegen beslissingen gewezen in laatste aanleg door
het hof van beroep met toepassing van artikel 546, § 2.". het hof van beroep met toepassing van artikel 546, § 2.".

Art. 22.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/2 ingevoegd,

Art. 22.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/2 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1121/2.De Orde, het Instituut of, bij ontstentenis, de

"

Art. 1121/2.De Orde, het Instituut of, bij ontstentenis, de

rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de
beroepsregels, treedt op als eiser of als verweerder in de beroepsregels, treedt op als eiser of als verweerder in de
rechtspleging voor het Hof van Cassatie.". rechtspleging voor het Hof van Cassatie.".

Art. 23.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/3 ingevoegd,

Art. 23.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/3 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1121/3.§ 1. De betrokken persoon, de Orde, het Instituut of de

"

Art. 1121/3.§ 1. De betrokken persoon, de Orde, het Instituut of de

rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de rechtspersoon die krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de
beroepsregels, kan de beslissingen gewezen in laatste aanleg door de beroepsregels, kan de beslissingen gewezen in laatste aanleg door de
in artikel 1121/1, §§ 1 tot 3, bedoelde tuchtrechtscolleges aan het in artikel 1121/1, §§ 1 tot 3, bedoelde tuchtrechtscolleges aan het
Hof van Cassatie voorleggen. Hof van Cassatie voorleggen.
§ 2. De minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort kan aan § 2. De minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort kan aan
het Hof van Cassatie de beslissingen voorleggen, gewezen in laatste het Hof van Cassatie de beslissingen voorleggen, gewezen in laatste
aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld
in het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de in het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de
Orde der geneesheren, alsmede de beslissingen gewezen in laatste Orde der geneesheren, alsmede de beslissingen gewezen in laatste
aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep, als bedoeld
in het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de in het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de
Orde der apothekers. Orde der apothekers.
§ 3. De minister van Financiën kan aan het Hof van Cassatie de § 3. De minister van Financiën kan aan het Hof van Cassatie de
beslissingen voorleggen, gewezen in laatste aanleg door de beslissingen voorleggen, gewezen in laatste aanleg door de
beroepscommissie als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende beroepscommissie als bedoeld in de wet van 22 april 1999 betreffende
de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten.". de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten.".

Art. 24.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/4 ingevoegd,

Art. 24.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/4 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1121/4.Het cassatieberoep tegen voorbereidende beslissingen of

"

Art. 1121/4.Het cassatieberoep tegen voorbereidende beslissingen of

tegen onderzoeksbeslissingen kan enkel geschieden samen met het tegen onderzoeksbeslissingen kan enkel geschieden samen met het
cassatieberoep tegen de eindbeslissing.". cassatieberoep tegen de eindbeslissing.".

Art. 25.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/5 ingevoegd,

Art. 25.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/5 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1121/5.De rechtspleging van cassatieberoep in tuchtzaken wordt

"

Art. 1121/5.De rechtspleging van cassatieberoep in tuchtzaken wordt

geregeld zoals in burgerlijke zaken, behalve wat de volgende geregeld zoals in burgerlijke zaken, behalve wat de volgende
afwijkingen betreft : afwijkingen betreft :
1° de termijn om cassatieberoep in te stellen, bedraagt twee maanden 1° de termijn om cassatieberoep in te stellen, bedraagt twee maanden
te rekenen van de kennisgeving van de beslissing; te rekenen van de kennisgeving van de beslissing;
2° de termijn waarover de verweerder beschikt om te antwoorden 2° de termijn waarover de verweerder beschikt om te antwoorden
bedraagt twee maanden. Wanneer de verweerder geen woon- of bedraagt twee maanden. Wanneer de verweerder geen woon- of
verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft in België, dan wordt verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft in België, dan wordt
de termijn verlengd overeenkomstig artikel 55; de termijn verlengd overeenkomstig artikel 55;
3° tenzij de beslissing anders luidt, heeft het cassatieberoep 3° tenzij de beslissing anders luidt, heeft het cassatieberoep
schorsende kracht; schorsende kracht;
4° de door het Hof van Cassatie gewezen arresten worden door de 4° de door het Hof van Cassatie gewezen arresten worden door de
griffier van het Hof bij gerechtsbrief ter kennis gebracht aan de griffier van het Hof bij gerechtsbrief ter kennis gebracht aan de
partijen alsook aan de Orde, het Instituut of de rechtspersoon die partijen alsook aan de Orde, het Instituut of de rechtspersoon die
krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de beroepsregels; krachtens de wet waakt over de eerbiediging van de beroepsregels;
5° na cassatie wordt de zaak naar hetzelfde, doch anders samengestelde 5° na cassatie wordt de zaak naar hetzelfde, doch anders samengestelde
tuchtrechtscollege verwezen. tuchtrechtscollege verwezen.
Dit rechtscollege voegt zich naar de beslissing van het Hof Dit rechtscollege voegt zich naar de beslissing van het Hof
betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt. betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt.
Indien het onmogelijk is om het tuchtrechtscollege anders samen te Indien het onmogelijk is om het tuchtrechtscollege anders samen te
stellen, wordt daarvan melding gemaakt in de eindbeslissing; stellen, wordt daarvan melding gemaakt in de eindbeslissing;
6° het Hof van Cassatie oordeelt over de kosten van het 6° het Hof van Cassatie oordeelt over de kosten van het
cassatiegeding. cassatiegeding.
Het 5° en het 6° zijn niet van toepassing op de in artikel 1121/1, §§ Het 5° en het 6° zijn niet van toepassing op de in artikel 1121/1, §§
2 en 3, bedoelde gevallen.". 2 en 3, bedoelde gevallen.".

Art. 26.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/6 ingevoegd,

Art. 26.In dezelfde titel IVbis wordt een artikel 1121/6 ingevoegd,

luidende : luidende :
"

Art. 1121/6.Het staat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie

"

Art. 1121/6.Het staat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie

vrij zich bij dit Hof van Cassatie te voorzien in het belang van de vrij zich bij dit Hof van Cassatie te voorzien in het belang van de
wet.". wet.".

Art. 27.In artikel 1143 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

Art. 27.In artikel 1143 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "of haar bijzondere 1° in het eerste lid worden de woorden "of haar bijzondere
gemachtigde" vervangen door de woorden "en door een advocaat bij het gemachtigde" vervangen door de woorden "en door een advocaat bij het
Hof van Cassatie"; Hof van Cassatie";
2° in het tweede lid worden de woorden "De volmacht en" opgeheven. 2° in het tweede lid worden de woorden "De volmacht en" opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van diverse wetten en koninklijke besluiten HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van diverse wetten en koninklijke besluiten

Art. 28.In artikel 12 van de wet van 19 december 1950 tot instelling

Art. 28.In artikel 12 van de wet van 19 december 1950 tot instelling

van de Orde der Dierenartsen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 van de Orde der Dierenartsen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19
maart 2014 tot wijziging van de wet van 19 december 1950 tot maart 2014 tot wijziging van de wet van 19 december 1950 tot
instelling van de Orde der Dierenartsen, worden de volgende instelling van de Orde der Dierenartsen, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt vervangen als volgt : 1° het derde lid wordt vervangen als volgt :
"De gemengde raad van beroep is gelast met het geheel van de zaak. De "De gemengde raad van beroep is gelast met het geheel van de zaak. De
gemengde raad van beroep kan de sanctie verzwaren zelfs als alleen de gemengde raad van beroep kan de sanctie verzwaren zelfs als alleen de
betrokken dierenarts beroep heeft ingesteld. betrokken dierenarts beroep heeft ingesteld.
Tegen de eindbeslissingen gewezen door de gemengde raad van beroep kan Tegen de eindbeslissingen gewezen door de gemengde raad van beroep kan
cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk wetboek."; vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk wetboek.";
2° het vierde tot het achtste lid worden opgeheven. 2° het vierde tot het achtste lid worden opgeheven.

Art. 29.Artikel 23 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting

Art. 29.Artikel 23 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting

van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en tot organisatie van het van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en tot organisatie van het
publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gewijzigd bij de publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gewijzigd bij de
wet van 21 februari 1985, wordt vervangen als volgt : wet van 21 februari 1985, wordt vervangen als volgt :
"

Art. 23.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

"

Art. 23.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 30.In de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van

Art. 30.In de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van

architecten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : architecten, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° artikel 33, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt vervangen 1° artikel 33, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt vervangen
als volgt : als volgt :
"

Art. 33.Tegen de beslissing van de raad van beroep kan

"

Art. 33.Tegen de beslissing van de raad van beroep kan

cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.";
2° de tweede zin van artikel 41, tweede lid, wordt opgeheven. 2° de tweede zin van artikel 41, tweede lid, wordt opgeheven.

Art. 31.Artikel 8 van de wet van 22 april 1999 betreffende de

Art. 31.Artikel 8 van de wet van 22 april 1999 betreffende de

beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten wordt vervangen beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten wordt vervangen
als volgt : als volgt :
"

Art. 8.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

"

Art. 8.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 32.In artikel 45/1 van de wet van 22 april 1999 betreffende de

Art. 32.In artikel 45/1 van de wet van 22 april 1999 betreffende de

boekhoudkundige en fiscale beroepen, ingevoegd bij de wet van 25 boekhoudkundige en fiscale beroepen, ingevoegd bij de wet van 25
februari 2013, wordt § 14 vervangen als volgt : februari 2013, wordt § 14 vervangen als volgt :
"Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende
kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de
eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers
van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de
bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het
Gerechtelijk Wetboek.". Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 33.Artikel 19 van de wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een

Art. 33.Artikel 19 van de wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een

Instituut voor bedrijfsjuristen wordt vervangen als volgt : Instituut voor bedrijfsjuristen wordt vervangen als volgt :
"

Art. 19.Tegen de beslissing van de beroepscommissie kan

"

Art. 19.Tegen de beslissing van de beroepscommissie kan

cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 34.In artikel 5 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van

Art. 34.In artikel 5 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van

federale raden van landmeters-experten, gewijzigd bij de wet van 20 federale raden van landmeters-experten, gewijzigd bij de wet van 20
juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : 1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
"Tegen hun beslissingen kan cassatieberoep worden ingesteld "Tegen hun beslissingen kan cassatieberoep worden ingesteld
overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, titel
IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.";
2° het zesde lid wordt opgeheven. 2° het zesde lid wordt opgeheven.

Art. 35.Artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en

Art. 35.Artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en

bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een
Instituut van de auto-experts wordt vervangen als volgt : Instituut van de auto-experts wordt vervangen als volgt :
"

Art. 32.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

"

Art. 32.Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan

cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het
vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.". vierde deel, boek III, titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 36.Artikel 9, § 7, van de kaderwet van 3 augustus 2007

Art. 36.Artikel 9, § 7, van de kaderwet van 3 augustus 2007

betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen wordt vervangen betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen wordt vervangen
als volgt : als volgt :
"Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende "Tegen de door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende
kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de kamers in laatste aanleg gewezen beslissingen, tegen de
eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers eindbeslissingen van de kamers van beroep of van de verenigde kamers
van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld overeenkomstig de
bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het bepalingen van het vierde deel, boek III, titel IVbis, van het
Gerechtelijk Wetboek.". Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 37.In het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967

Art. 37.In het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967

betreffende de Orde der geneesheren worden de volgende wijzigingen betreffende de Orde der geneesheren worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt :
"

Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de

"

Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de

provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden
ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III,
titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.";
2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven.

Art. 38.In koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende

Art. 38.In koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende

de Orde der apothekers worden de volgende wijzigingen aangebracht : de Orde der apothekers worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° artikel 23 wordt vervangen als volgt : 1° artikel 23 wordt vervangen als volgt :
"

Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de

"

Art. 23.Tegen de beslissingen, in laatste aanleg gewezen door de

provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden provinciale raden of de raden van beroep kan cassatieberoep worden
ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III, ingesteld overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek III,
titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek."; titel IVbis, van het Gerechtelijk Wetboek.";
2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven. 2° artikel 26, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven.

Art. 39.Het koninklijk besluit nr. 261 van 24 maart 1936 betreffende

Art. 39.Het koninklijk besluit nr. 261 van 24 maart 1936 betreffende

de termijnen van voorziening in tuchtzaken wordt opgeheven. de termijnen van voorziening in tuchtzaken wordt opgeheven.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 april 2014. Gegeven te Brussel, 10 april 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
_______ _______
Nota Nota
(1) Zie : (1) Zie :
Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :
Stukken : 53-3337 Stukken : 53-3337
Integraal verslag : 26-27 maart 2014 Integraal verslag : 26-27 maart 2014
Senaat (www.senate.be) : Senaat (www.senate.be) :
Stukken : 5-2807 Stukken : 5-2807
Handelingen van de Senaat : 3 april 2014 Handelingen van de Senaat : 3 april 2014
^