| Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens | Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
| 8 JULI 2018. - Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor | 8 JULI 2018. - Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor |
| vuurwapens (1) | vuurwapens (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
| bekrachtigen hetgeen volgt: | bekrachtigen hetgeen volgt: |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
| 74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
Art. 2.De proefbank voor vuurwapens, zoals opgericht bij de wet van |
Art. 2.De proefbank voor vuurwapens, zoals opgericht bij de wet van |
| 24 mei 1888 houdende regeling van den toestand der proefbank voor | 24 mei 1888 houdende regeling van den toestand der proefbank voor |
| vuurwapens gevestigd te Luik, en hierna "proefbank" genoemd, is een | vuurwapens gevestigd te Luik, en hierna "proefbank" genoemd, is een |
| autonome instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid. De | autonome instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid. De |
| proefbank valt onder de toepassing van de wet van 16 maart 1954 | proefbank valt onder de toepassing van de wet van 16 maart 1954 |
| betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. |
Art. 3.De proefbank heeft als opdracht: |
Art. 3.De proefbank heeft als opdracht: |
| 1° het keuren en het certificeren van vuurwapens, onderdelen van | 1° het keuren en het certificeren van vuurwapens, onderdelen van |
| vuurwapens en patronen, volgens de voorwaarden bepaald door de Koning; | vuurwapens en patronen, volgens de voorwaarden bepaald door de Koning; |
| 2° de opspoorbaarheid, de identificatie en de categorisatie van de in | 2° de opspoorbaarheid, de identificatie en de categorisatie van de in |
| België gefabriceerde of ingevoerde vuurwapens overeenkomstig de wet | België gefabriceerde of ingevoerde vuurwapens overeenkomstig de wet |
| van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele | van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele |
| activiteiten met wapens; | activiteiten met wapens; |
| 3° de homologatie van alarmwapens overeenkomstig het koninklijk | 3° de homologatie van alarmwapens overeenkomstig het koninklijk |
| besluit van 18 november 1996 tot indeling van sommige alarmwapens bij | besluit van 18 november 1996 tot indeling van sommige alarmwapens bij |
| de categorie vergunningsplichtige vuurwapens; | de categorie vergunningsplichtige vuurwapens; |
| 4° het neutraliseren, het ombouwen en het vernietigen van de | 4° het neutraliseren, het ombouwen en het vernietigen van de |
| vuurwapens overeenkomstig de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van | vuurwapens overeenkomstig de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van |
| economische en individuele activiteiten met wapens; | economische en individuele activiteiten met wapens; |
| 5° het toezicht op vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en | 5° het toezicht op vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en |
| alarmwapens binnen het kader van deze wet en haar | alarmwapens binnen het kader van deze wet en haar |
| uitvoeringsbesluiten; | uitvoeringsbesluiten; |
| 6° het attesteren van de technische kenmerken van vuurwapens; | 6° het attesteren van de technische kenmerken van vuurwapens; |
| 7° de kennisontwikkeling, het deelnemen aan nationale en | 7° de kennisontwikkeling, het deelnemen aan nationale en |
| internationale werkgroepen en de technische ondersteuning van | internationale werkgroepen en de technische ondersteuning van |
| overheden in het kader van de opdrachten vermeld in dit lid. | overheden in het kader van de opdrachten vermeld in dit lid. |
| De proefbank ontwikkelt de nodige activiteiten om aan haar opdrachten | De proefbank ontwikkelt de nodige activiteiten om aan haar opdrachten |
| te voldoen en kan ook nevenactiviteiten ontwikkelen die aansluiten bij | te voldoen en kan ook nevenactiviteiten ontwikkelen die aansluiten bij |
| haar opdrachten. | haar opdrachten. |
Art. 4.De Koning bepaalt de ligging van de zetel van de proefbank. |
Art. 4.De Koning bepaalt de ligging van de zetel van de proefbank. |
| De proefbank kan bijkomende antennes vestigen op het nationale | De proefbank kan bijkomende antennes vestigen op het nationale |
| grondgebied. | grondgebied. |
| De proefbank mag geen andere onroerende goederen bezitten dan degene | De proefbank mag geen andere onroerende goederen bezitten dan degene |
| die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van haar werkzaamheden. | die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van haar werkzaamheden. |
Art. 5.De organen van de proefbank zijn de Raad van Bestuur en de |
Art. 5.De organen van de proefbank zijn de Raad van Bestuur en de |
| directeur. | directeur. |
| De omschrijving en de invulling van de opdrachten van deze organen | De omschrijving en de invulling van de opdrachten van deze organen |
| wordt door de Koning bepaald. | wordt door de Koning bepaald. |
| De organen stellen in overleg een huishoudelijk reglement op dat aan | De organen stellen in overleg een huishoudelijk reglement op dat aan |
| de Koning ter goedkeuring wordt voorgelegd. | de Koning ter goedkeuring wordt voorgelegd. |
| HOOFDSTUK 2. - De Raad van Bestuur | HOOFDSTUK 2. - De Raad van Bestuur |
Art. 6.§ 1. De Raad van Bestuur bestaat uit: |
Art. 6.§ 1. De Raad van Bestuur bestaat uit: |
| 1° drie leden die de representatieve belanghebbende economische | 1° drie leden die de representatieve belanghebbende economische |
| sectoren vertegenwoordigen, waarvan er ten minste één de | sectoren vertegenwoordigen, waarvan er ten minste één de |
| wapenfabrikanten vertegenwoordigt; | wapenfabrikanten vertegenwoordigt; |
| 2° vier onafhankelijke leden op gezamenlijke voordracht van de | 2° vier onafhankelijke leden op gezamenlijke voordracht van de |
| minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Justitie. | minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Justitie. |
| Bij de samenstelling wordt de taalpariteit verzekerd. De taalrol van | Bij de samenstelling wordt de taalpariteit verzekerd. De taalrol van |
| de voorzitter wordt niet in rekening gebracht. | de voorzitter wordt niet in rekening gebracht. |
| De onafhankelijke leden voldoen aan de volgende voorwaarden: | De onafhankelijke leden voldoen aan de volgende voorwaarden: |
| 1° zij zijn geen verzamelaar van wapens, wapenhandelaar of werknemer | 1° zij zijn geen verzamelaar van wapens, wapenhandelaar of werknemer |
| ervan, of lid van een vereniging van wapenhandelaars, verzamelaars of | ervan, of lid van een vereniging van wapenhandelaars, verzamelaars of |
| -gebruikers; | -gebruikers; |
| 2° hun verwanten tot de tweede graad zijn geen wapenhandelaar; | 2° hun verwanten tot de tweede graad zijn geen wapenhandelaar; |
| 3° ze hebben gedurende een periode van drie jaar voorafgaand aan hun | 3° ze hebben gedurende een periode van drie jaar voorafgaand aan hun |
| benoeming, geen deel uitgemaakt van het leidinggevend personeel van de | benoeming, geen deel uitgemaakt van het leidinggevend personeel van de |
| proefbank; en | proefbank; en |
| 4° hun echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of | 4° hun echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of |
| aanverwanten tot de tweede graad maken geen deel uit van de Raad van | aanverwanten tot de tweede graad maken geen deel uit van de Raad van |
| Bestuur of het leidinggevend personeel van de proefbank. | Bestuur of het leidinggevend personeel van de proefbank. |
| De leden worden benoemd door de Koning. | De leden worden benoemd door de Koning. |
| § 2. Onder de onafhankelijke leden van de Raad van Bestuur wordt een | § 2. Onder de onafhankelijke leden van de Raad van Bestuur wordt een |
| voorzitter gekozen. | voorzitter gekozen. |
| § 3. Overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, van de wet van 16 | § 3. Overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, van de wet van 16 |
| maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van | maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van |
| openbaar nut, benoemt de Koning de regeringscommissarissen op | openbaar nut, benoemt de Koning de regeringscommissarissen op |
| voordracht van de minister bevoegd voor Economie evenals op voordracht | voordracht van de minister bevoegd voor Economie evenals op voordracht |
| van de minister bevoegd voor Justitie. | van de minister bevoegd voor Justitie. |
| De regeringscommissarissen beschikken voor het vervullen van hun | De regeringscommissarissen beschikken voor het vervullen van hun |
| opdracht over de ruimste macht. | opdracht over de ruimste macht. |
| § 4. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd voor een termijn | § 4. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd voor een termijn |
| van zes jaar die hernieuwbaar is. | van zes jaar die hernieuwbaar is. |
| Indien het mandaat van een lid van de Raad van Bestuur vroegtijdig | Indien het mandaat van een lid van de Raad van Bestuur vroegtijdig |
| wordt beëindigd, wordt een vervanger benoemd door de Koning voor de | wordt beëindigd, wordt een vervanger benoemd door de Koning voor de |
| resterende duur van het mandaat. | resterende duur van het mandaat. |
| HOOFDSTUK 3. - De directeur | HOOFDSTUK 3. - De directeur |
Art. 7.De directeur van de proefbank wordt benoemd door de Koning, en |
Art. 7.De directeur van de proefbank wordt benoemd door de Koning, en |
| kan door Hem worden ontslagen. | kan door Hem worden ontslagen. |
| De Koning bepaalt de procedure van de benoeming, de evaluatie, de | De Koning bepaalt de procedure van de benoeming, de evaluatie, de |
| schorsing en de beëindiging van het mandaat van de directeur. | schorsing en de beëindiging van het mandaat van de directeur. |
Art. 8.De directeur wordt benoemd voor een periode van zes jaar. Het |
Art. 8.De directeur wordt benoemd voor een periode van zes jaar. Het |
| mandaat is hernieuwbaar na een gunstig advies van de Raad van Bestuur. | mandaat is hernieuwbaar na een gunstig advies van de Raad van Bestuur. |
Art. 9.De directeur staat in voor het dagelijks bestuur van de |
Art. 9.De directeur staat in voor het dagelijks bestuur van de |
| proefbank en stelt alle handelingen die nodig of dienstig zijn voor de | proefbank en stelt alle handelingen die nodig of dienstig zijn voor de |
| uitvoering van zijn opdrachten, en kan hiertoe verbintenissen | uitvoering van zijn opdrachten, en kan hiertoe verbintenissen |
| afsluiten. | afsluiten. |
| De directeur staat onder toezicht van de Raad van Bestuur. | De directeur staat onder toezicht van de Raad van Bestuur. |
| HOOFDSTUK 4. - Werking van de proefbank | HOOFDSTUK 4. - Werking van de proefbank |
Art. 10.§ 1. Behoudens hetgeen bepaald wordt in paragraaf 2, worden |
Art. 10.§ 1. Behoudens hetgeen bepaald wordt in paragraaf 2, worden |
| de tarieven voor het vervullen van de opdrachten van de proefbank | de tarieven voor het vervullen van de opdrachten van de proefbank |
| bepaald door de Raad van Bestuur. | bepaald door de Raad van Bestuur. |
| De tarieven worden zo bepaald, dat er geen enkele financiële last ten | De tarieven worden zo bepaald, dat er geen enkele financiële last ten |
| laste valt van de Schatkist. | laste valt van de Schatkist. |
| § 2. Het tarief voor de vernietiging van wapens op gerechtelijk bevel | § 2. Het tarief voor de vernietiging van wapens op gerechtelijk bevel |
| wordt bepaald door de Koning op voorstel van de Raad van Bestuur. | wordt bepaald door de Koning op voorstel van de Raad van Bestuur. |
| Deze kosten worden aan de Federale Overheidsdienst Justitie | Deze kosten worden aan de Federale Overheidsdienst Justitie |
| gefactureerd volgens de nadere regels bepaald door de Koning. | gefactureerd volgens de nadere regels bepaald door de Koning. |
Art. 11.De Koning bepaalt de technische proeven en controles waaraan |
Art. 11.De Koning bepaalt de technische proeven en controles waaraan |
| de vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en patronen dienen te worden | de vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en patronen dienen te worden |
| onderworpen, alsmede de technische vereisten waaraan deze met het oog | onderworpen, alsmede de technische vereisten waaraan deze met het oog |
| op het certificeren ervan moeten voldoen. | op het certificeren ervan moeten voldoen. |
Art. 12.Beroepen over beslissingen van de proefbank worden bij de |
Art. 12.Beroepen over beslissingen van de proefbank worden bij de |
| proefbank ingediend volgens de procedure vastgelegd in het | proefbank ingediend volgens de procedure vastgelegd in het |
| huishoudelijk reglement. | huishoudelijk reglement. |
| HOOFDSTUK 5. - Toezicht en sancties | HOOFDSTUK 5. - Toezicht en sancties |
Art. 13.Niemand mag onder zich houden voor het schieten of gebruiken |
Art. 13.Niemand mag onder zich houden voor het schieten of gebruiken |
| voor het schieten, verkopen, te koop stellen, noch in zijn magazijnen, | voor het schieten, verkopen, te koop stellen, noch in zijn magazijnen, |
| winkels, opslagplaatsen of werkplaatsen hebben, vuurwapens, onderdelen | winkels, opslagplaatsen of werkplaatsen hebben, vuurwapens, onderdelen |
| van vuurwapens of patronen die niet aan de voorwaarden van deze wet of | van vuurwapens of patronen die niet aan de voorwaarden van deze wet of |
| haar uitvoeringsbesluiten voldoen. | haar uitvoeringsbesluiten voldoen. |
Art. 14.Vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en patronen, die |
Art. 14.Vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en patronen, die |
| gekeurd en gecertificeerd zijn door een door de Belgische overheid | gekeurd en gecertificeerd zijn door een door de Belgische overheid |
| erkende proefbank onder de voorwaarden bepaald bij de overeenkomst tot | erkende proefbank onder de voorwaarden bepaald bij de overeenkomst tot |
| wederzijdse erkenning van draagbare vuurwapens goedgekeurd bij de wet | wederzijdse erkenning van draagbare vuurwapens goedgekeurd bij de wet |
| van 20 januari 1971 houdende goedkeuring van de overeenkomst tot | van 20 januari 1971 houdende goedkeuring van de overeenkomst tot |
| wederzijdse erkenning van de beproevingsstempels voor draagbare | wederzijdse erkenning van de beproevingsstempels voor draagbare |
| vuurwapens en van het reglement met bijlagen I en II, opgemaakt te | vuurwapens en van het reglement met bijlagen I en II, opgemaakt te |
| Brussel op 1 juli 1969, worden geacht te voldoen aan de door de Koning | Brussel op 1 juli 1969, worden geacht te voldoen aan de door de Koning |
| bepaalde voorwaarden, bedoeld in artikel 11. | bepaalde voorwaarden, bedoeld in artikel 11. |
Art. 15.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor |
Art. 15.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor |
| Justitie schrijven de controle- en toezichtmaatregelen betreffende de | Justitie schrijven de controle- en toezichtmaatregelen betreffende de |
| interne werking van de proefbank, voor. | interne werking van de proefbank, voor. |
Art. 16.Elke inbreuk op artikel 13 is strafbaar met een |
Art. 16.Elke inbreuk op artikel 13 is strafbaar met een |
| gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 maand en een geldboete van 26 tot 25 | gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 maand en een geldboete van 26 tot 25 |
| 000 EUR en, in voorkomend geval, de inbeslagname en de | 000 EUR en, in voorkomend geval, de inbeslagname en de |
| verbeurdverklaring, zonder vergoeding, van de vuurwapens, de | verbeurdverklaring, zonder vergoeding, van de vuurwapens, de |
| onderdelen van vuurwapens en de patronen die aanleiding tot de inbreuk | onderdelen van vuurwapens en de patronen die aanleiding tot de inbreuk |
| hebben gegeven, ook al behoren ze niet tot de overtreder. | hebben gegeven, ook al behoren ze niet tot de overtreder. |
| Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, inclusief hoofdstuk | Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, inclusief hoofdstuk |
| VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de inbreuken bedoeld in het | VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de inbreuken bedoeld in het |
| eerste lid onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in het | eerste lid onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in het |
| derde lid. | derde lid. |
| Bij herhaling binnen een periode van vijf jaar vanaf de datum van een | Bij herhaling binnen een periode van vijf jaar vanaf de datum van een |
| in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde inbreuk | in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde inbreuk |
| worden de maximale geldboetes en opgelopen straffen verdubbeld. | worden de maximale geldboetes en opgelopen straffen verdubbeld. |
Art. 17.De Koning stelt de directeur en hoogstens twee werknemers van |
Art. 17.De Koning stelt de directeur en hoogstens twee werknemers van |
| de proefbank, voorgesteld door de minister bevoegd voor Economie en de | de proefbank, voorgesteld door de minister bevoegd voor Economie en de |
| minister bevoegd voor Justitie, aan in de hoedanigheid van officier | minister bevoegd voor Justitie, aan in de hoedanigheid van officier |
| van gerechtelijke politie, om het hoge toezicht te houden op de | van gerechtelijke politie, om het hoge toezicht te houden op de |
| veiligheid en conformiteit van vuurwapens, onderdelen van vuurwapens | veiligheid en conformiteit van vuurwapens, onderdelen van vuurwapens |
| en patronen via de controle van de toepassing van de bepalingen van | en patronen via de controle van de toepassing van de bepalingen van |
| deze wet en haar uitvoeringsbesluiten en om de inbreuken van dezelfde | deze wet en haar uitvoeringsbesluiten en om de inbreuken van dezelfde |
| bepalingen op het gehele grondgebied op te sporen en vast te stellen. | bepalingen op het gehele grondgebied op te sporen en vast te stellen. |
| Zij die worden aangesteld in de hoedanigheid van officier van | Zij die worden aangesteld in de hoedanigheid van officier van |
| gerechtelijke politie, leggen de eed af voor de rechtbank van eerste | gerechtelijke politie, leggen de eed af voor de rechtbank van eerste |
| aanleg van hun woonplaats. | aanleg van hun woonplaats. |
| HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen |
Art. 18.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
Art. 18.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
| controle op sommige instellingen van openbaar nut, worden in de | controle op sommige instellingen van openbaar nut, worden in de |
| categorie C, op hun plaats in de alfabetische volgorde, de woorden: | categorie C, op hun plaats in de alfabetische volgorde, de woorden: |
| "de proefbank voor vuurwapens" ingevoegd. | "de proefbank voor vuurwapens" ingevoegd. |
Art. 19.§ 1. De wet van 24 mei 1888 houdende regeling van den |
Art. 19.§ 1. De wet van 24 mei 1888 houdende regeling van den |
| toestand der proefbank voor vuurwapens gevestigd te Luik, laatstelijk | toestand der proefbank voor vuurwapens gevestigd te Luik, laatstelijk |
| gewijzigd bij de wet van 21 april 2016, wordt opgeheven. | gewijzigd bij de wet van 21 april 2016, wordt opgeheven. |
| § 2. Aan de mandaten van de bestuurder van de proefbank, de | § 2. Aan de mandaten van de bestuurder van de proefbank, de |
| voorzitter, de ondervoorzitter en de wapenmeesters van de | voorzitter, de ondervoorzitter en de wapenmeesters van de |
| bestuurscommissie die bij de inwerkingtreding van deze wet in functie | bestuurscommissie die bij de inwerkingtreding van deze wet in functie |
| zijn, wordt van rechtswege een einde gesteld. | zijn, wordt van rechtswege een einde gesteld. |
| Zij oefenen hun mandaat verder uit tot er is voorzien in hun | Zij oefenen hun mandaat verder uit tot er is voorzien in hun |
| vervanging. | vervanging. |
Art. 20.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2019. |
Art. 20.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2019. |
| De Koning kan voor iedere bepaling ervan een datum van | De Koning kan voor iedere bepaling ervan een datum van |
| inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het | inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het |
| eerste lid. | eerste lid. |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 8 juli 2018. | Gegeven te Brussel, 8 juli 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eersteminister en Minister van Economie en Consumenten, | De Vice-Eersteminister en Minister van Economie en Consumenten, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| K. GEENS | K. GEENS |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| K. GEENS | K. GEENS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers : | (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers : |
| (www.dekamer.be) | (www.dekamer.be) |
| Stukken : 54-3111 (2017/2018). | Stukken : 54-3111 (2017/2018). |
| Integraal verslag : 28 juni 2018. | Integraal verslag : 28 juni 2018. |