Wet tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie | Wet tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
6 MAART 2020. - Wet tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking | 6 MAART 2020. - Wet tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking |
van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie | van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
bekrachtigen hetgeen volgt : | bekrachtigen hetgeen volgt : |
TITEL 1. - Algemene bepalingen | TITEL 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
Art. 2.§ 1. Deze wet is van toepassing op de werkgevers die onder het |
Art. 2.§ 1. Deze wet is van toepassing op de werkgevers die onder het |
toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de | toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de |
collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en die in | collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en die in |
economische moeilijkheden verkeren als gevolg van de Brexit. | economische moeilijkheden verkeren als gevolg van de Brexit. |
§ 2. Onder werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als | § 2. Onder werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als |
gevolg van de Brexit wordt verstaan: de werkgever die door de minister | gevolg van de Brexit wordt verstaan: de werkgever die door de minister |
van Werk wordt erkend ais zijnde een werkgever die wordt getroffen | van Werk wordt erkend ais zijnde een werkgever die wordt getroffen |
door een daling van ten minste 5 % van de omzet, van de productie of | door een daling van ten minste 5 % van de omzet, van de productie of |
van het aantal bestellingen als gevolg van de terugtrekking van het | van het aantal bestellingen als gevolg van de terugtrekking van het |
Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. | Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. |
De Koning kan het criterium van procentuele daling bedoeld in het | De Koning kan het criterium van procentuele daling bedoeld in het |
eerste lid wijzigen. | eerste lid wijzigen. |
Onder bevoegde dienst wordt verstaan de Directie van de Begeleiding | Onder bevoegde dienst wordt verstaan de Directie van de Begeleiding |
van de werkgevers in moeilijkheden en in herstructurering van de | van de werkgevers in moeilijkheden en in herstructurering van de |
Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale | Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale |
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. | Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. |
§ 3. De toepassing van de tijdelijke crisismaatregelen bepaald in | § 3. De toepassing van de tijdelijke crisismaatregelen bepaald in |
Titel 2 is evenwel beperkt tot de werkgevers in moeilijkheden bedoeld | Titel 2 is evenwel beperkt tot de werkgevers in moeilijkheden bedoeld |
in paragraaf 2, die voor de respectievelijke maatregelen bedoeld in | in paragraaf 2, die voor de respectievelijke maatregelen bedoeld in |
Titel 2 gebonden zijn door: | Titel 2 gebonden zijn door: |
1° een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde | 1° een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde |
paritair comité en neergelegd op de griffie van de Algemene Directie | paritair comité en neergelegd op de griffie van de Algemene Directie |
Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de week die volgt op de | Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de week die volgt op de |
inwerkingtreding van titel 1 en 2; | inwerkingtreding van titel 1 en 2; |
2° bij ontstentenis van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst | 2° bij ontstentenis van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst |
bedoeld in de bepaling onder 1° voor de ondernemingen met een | bedoeld in de bepaling onder 1° voor de ondernemingen met een |
syndicale delegatie, een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op | syndicale delegatie, een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op |
het niveau van de onderneming en neergelegd op de griffie van de | het niveau van de onderneming en neergelegd op de griffie van de |
Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf | Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf |
werkdagen na de datum waarop de overeenkomst werd gesloten. Indien | werkdagen na de datum waarop de overeenkomst werd gesloten. Indien |
binnen de twee weken na het opstarten van onderhandelingen, via de | binnen de twee weken na het opstarten van onderhandelingen, via de |
formele uitnodiging van de werkgever aan de syndicale delegatie, om te | formele uitnodiging van de werkgever aan de syndicale delegatie, om te |
komen tot het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst op het | komen tot het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst op het |
niveau van de onderneming geen resultaat wordt bereikt, kan de | niveau van de onderneming geen resultaat wordt bereikt, kan de |
werkgever de respectievelijke maatregelen bedoeld in deze titel | werkgever de respectievelijke maatregelen bedoeld in deze titel |
vooralsnog toepassen voor zover hij gebonden is door een aanvraag tot | vooralsnog toepassen voor zover hij gebonden is door een aanvraag tot |
erkenning als werkgever in moeilijkheden die werd goedgekeurd | erkenning als werkgever in moeilijkheden die werd goedgekeurd |
overeenkomstig de procedure voorzien in de artikelen 3 en 4; | overeenkomstig de procedure voorzien in de artikelen 3 en 4; |
3° bij ontstentenis van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst | 3° bij ontstentenis van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst |
bedoeld in de bepaling onder 1°, voor de ondernemingen zonder | bedoeld in de bepaling onder 1°, voor de ondernemingen zonder |
syndicale delegatie: | syndicale delegatie: |
- een aanvraag tot erkenning als werkgever in moeilijkheden bedoeld in | - een aanvraag tot erkenning als werkgever in moeilijkheden bedoeld in |
dit artikel, die is goedgekeurd overeenkomstig de procedure voorzien | dit artikel, die is goedgekeurd overeenkomstig de procedure voorzien |
in de artikelen 3 en 4; | in de artikelen 3 en 4; |
- of een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de | - of een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de |
onderneming en neergelegd ter griffie van de Algemene Directie | onderneming en neergelegd ter griffie van de Algemene Directie |
Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf werkdagen na de datum | Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf werkdagen na de datum |
waarop de overeenkomst werd gesloten. | waarop de overeenkomst werd gesloten. |
De collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld in deze paragraaf in de | De collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld in deze paragraaf in de |
punten 1°, 2° en 3° moeten: | punten 1°, 2° en 3° moeten: |
- uitdrukkelijk vermelden dat ze gesloten zijn in toepassing van Titel | - uitdrukkelijk vermelden dat ze gesloten zijn in toepassing van Titel |
2 van deze wet; | 2 van deze wet; |
- uitdrukkelijk vermelden op welke tijdelijke crisismaatregelen | - uitdrukkelijk vermelden op welke tijdelijke crisismaatregelen |
bedoeld in deze Titel 2 ze betrekking hebben; | bedoeld in deze Titel 2 ze betrekking hebben; |
- worden neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve | - worden neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve |
Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, | Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, |
Arbeid en Sociaal Overleg; | Arbeid en Sociaal Overleg; |
- maatregelen bevatten tot maximaal behoud van de tewerkstelling. | - maatregelen bevatten tot maximaal behoud van de tewerkstelling. |
Indien deze collectieve arbeidsovereenkomsten betrekking hebben op een | Indien deze collectieve arbeidsovereenkomsten betrekking hebben op een |
regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de | regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid, moet met betrekking | arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid, moet met betrekking |
tot deze maatregel minstens het volgende worden bepaald: | tot deze maatregel minstens het volgende worden bepaald: |
- het bedrag van de supplementen bedoeld in de artikelen 7 en 8; | - het bedrag van de supplementen bedoeld in de artikelen 7 en 8; |
- de duurtijd van de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst of | - de duurtijd van de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst of |
van de gedeeltelijke arbeid, zonder dat die duurtijd de maximale | van de gedeeltelijke arbeid, zonder dat die duurtijd de maximale |
duurtijd zoals bepaald in artikel 8 mag overschrijden. | duurtijd zoals bepaald in artikel 8 mag overschrijden. |
Art. 3.De aanvraag tot erkenning als werkgever die in economische |
Art. 3.De aanvraag tot erkenning als werkgever die in economische |
moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit bedoeld in artikel 2 | moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit bedoeld in artikel 2 |
bevat de volgende gegevens : | bevat de volgende gegevens : |
- de vermelding dat ze opgesteld is in het kader van deze wet; | - de vermelding dat ze opgesteld is in het kader van deze wet; |
- maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling; | - maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling; |
- de maatregelen bedoeld in titel 2 die de werkgever wenst te | - de maatregelen bedoeld in titel 2 die de werkgever wenst te |
gebruiken en de duur ervan; | gebruiken en de duur ervan; |
- de vermelding van het supplement bedoeld in de artikelen 7 en 8. | - de vermelding van het supplement bedoeld in de artikelen 7 en 8. |
Indien gebruik wordt gemaakt van de maatregel bedoeld in artikel 7 | Indien gebruik wordt gemaakt van de maatregel bedoeld in artikel 7 |
betaalt de werkgever aan de werkman voor elke dag waarop hij niet | betaalt de werkgever aan de werkman voor elke dag waarop hij niet |
gewerkt heeft een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen, | gewerkt heeft een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen, |
waarvan het minimumbedrag wordt bepaald op 5,63 euro. Het derde en | waarvan het minimumbedrag wordt bepaald op 5,63 euro. Het derde en |
vierde lid van artikel 51, § 8, van de wet van 3 juli 1978 betreffende | vierde lid van artikel 51, § 8, van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. | de arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. |
Indien gebruik wordt gemaakt van de maatregel bedoeld in artikel 8 | Indien gebruik wordt gemaakt van de maatregel bedoeld in artikel 8 |
betaalt de werkgever aan de bediende voor elke dag waarop niet wordt | betaalt de werkgever aan de bediende voor elke dag waarop niet wordt |
gewerkt een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen | gewerkt een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen |
verschuldigd wegens schorsing van de uitvoering van de overeenkomst. | verschuldigd wegens schorsing van de uitvoering van de overeenkomst. |
De betaling van dit supplement kan ten laste worden gelegd van het | De betaling van dit supplement kan ten laste worden gelegd van het |
Fonds voor Bestaanszekerheid door een door de Koning algemeen | Fonds voor Bestaanszekerheid door een door de Koning algemeen |
verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. Dit supplement | verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. Dit supplement |
is minstens gelijkwaardig aan het supplement toegekend aan de | is minstens gelijkwaardig aan het supplement toegekend aan de |
werklieden van dezelfde werkgever die genieten van | werklieden van dezelfde werkgever die genieten van |
werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de uitvoering van | werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de uitvoering van |
de overeenkomst in toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli | de overeenkomst in toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of, bij ontstentenis van | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of, bij ontstentenis van |
dergelijke werklieden, aan het supplement voorzien door de collectieve | dergelijke werklieden, aan het supplement voorzien door de collectieve |
arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair orgaan waaronder de | arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair orgaan waaronder de |
werkgever zou ressorteren indien hij werklieden zou tewerkstellen of, | werkgever zou ressorteren indien hij werklieden zou tewerkstellen of, |
bij ontstentenis van dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst, aan | bij ontstentenis van dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst, aan |
het minimumbedrag van 5,63 euro per dag. | het minimumbedrag van 5,63 euro per dag. |
Art. 4.De ondernemingen moeten een aanvraag tot erkenning als |
Art. 4.De ondernemingen moeten een aanvraag tot erkenning als |
werkgever in moeilijkheden indienen via een formulier waarvan het | werkgever in moeilijkheden indienen via een formulier waarvan het |
model wordt vastgesteld door de minister van Werk overeenkomstig | model wordt vastgesteld door de minister van Werk overeenkomstig |
artikel 2, § 3, tweede lid, en artikel 3, eerste lid. De onderneming | artikel 2, § 3, tweede lid, en artikel 3, eerste lid. De onderneming |
moet de gemotiveerde aanvraag tot erkenning als werkgever in | moet de gemotiveerde aanvraag tot erkenning als werkgever in |
moeilijkheden per post of via elektronische weg overmaken aan de | moeilijkheden per post of via elektronische weg overmaken aan de |
bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid | bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid |
en Sociaal Overleg. | en Sociaal Overleg. |
Deze aanvraag tot erkenning kan worden ingediend op hetzelfde ogenblik | Deze aanvraag tot erkenning kan worden ingediend op hetzelfde ogenblik |
als de neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in | als de neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in |
artikel 2, § 3, in de punten 1° en 2°, op de griffie van de Algemene | artikel 2, § 3, in de punten 1° en 2°, op de griffie van de Algemene |
Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. | Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. |
In de aanvraag tot erkenning moet de werkgever het bewijs leveren dat | In de aanvraag tot erkenning moet de werkgever het bewijs leveren dat |
hij getroffen is door een daling van ten minste 5 % van de omzet, van | hij getroffen is door een daling van ten minste 5 % van de omzet, van |
de productie of van het aantal bestellingen als gevolg van de | de productie of van het aantal bestellingen als gevolg van de |
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. | terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. |
Voor wat betreft de daling van de omzet, de productie of de | Voor wat betreft de daling van de omzet, de productie of de |
bestellingen, maakt de werkgever de vergelijking tussen de gegevens | bestellingen, maakt de werkgever de vergelijking tussen de gegevens |
van één van de twee maanden die de aanvraag tot erkenning voorafgaat | van één van de twee maanden die de aanvraag tot erkenning voorafgaat |
en de overeenstemmende maand van één van de twee kalenderjaren die aan | en de overeenstemmende maand van één van de twee kalenderjaren die aan |
de aanvraag voorafgaat. | de aanvraag voorafgaat. |
Op verzoek van de werkgever en na advies van de Commissie | Op verzoek van de werkgever en na advies van de Commissie |
"Ondernemingsplannen", kan de minister van Werk afwijken van het | "Ondernemingsplannen", kan de minister van Werk afwijken van het |
vierde lid in bijzondere situaties. | vierde lid in bijzondere situaties. |
De bevoegde dienst legt de betrokken aanvraag tot erkenning als | De bevoegde dienst legt de betrokken aanvraag tot erkenning als |
werkgever in moeilijkheden onmiddellijk voor advies voor aan de | werkgever in moeilijkheden onmiddellijk voor advies voor aan de |
Commissie "Ondernemingsplannen" bedoeld in het hoofdstuk 3 van Titel 1 | Commissie "Ondernemingsplannen" bedoeld in het hoofdstuk 3 van Titel 1 |
van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de | van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de |
crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord. | crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord. |
De Commissie neemt binnen de twee weken na ontvangst van de aanvraag | De Commissie neemt binnen de twee weken na ontvangst van de aanvraag |
tot erkenning als werkgever in moeilijkheden een gemotiveerd advies op | tot erkenning als werkgever in moeilijkheden een gemotiveerd advies op |
basis van volgende criteria: | basis van volgende criteria: |
- voldoet de onderneming aan de voorwaarden tot erkenning als | - voldoet de onderneming aan de voorwaarden tot erkenning als |
werkgever in moeilijkheden overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, | werkgever in moeilijkheden overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, |
§ 2; | § 2; |
- voldoet de aanvraag tot erkenning aan de bepalingen van artikel 3; | - voldoet de aanvraag tot erkenning aan de bepalingen van artikel 3; |
- wordt aangetoond dat de toepassing van de maatregelen, voorzien in | - wordt aangetoond dat de toepassing van de maatregelen, voorzien in |
de aanvraag tot erkenning, leidt tot het vermijden van ontslagen. | de aanvraag tot erkenning, leidt tot het vermijden van ontslagen. |
Het advies van de Commissie wordt door de bevoegde dienst onmiddellijk | Het advies van de Commissie wordt door de bevoegde dienst onmiddellijk |
overgemaakt aan de minister van Werk. | overgemaakt aan de minister van Werk. |
De bevoegde dienst bezorgt het advies van de Commissie aan de | De bevoegde dienst bezorgt het advies van de Commissie aan de |
werkgever, die het onverwijld aan de ondernemingsraad of, bij | werkgever, die het onverwijld aan de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis daarvan, aan de vakbondsafvaardiging meedeelt. | ontstentenis daarvan, aan de vakbondsafvaardiging meedeelt. |
De werkgever maakt een kopie van het formulier tot erkenning over aan | De werkgever maakt een kopie van het formulier tot erkenning over aan |
de ondernemingsraad of bij gebreke ervan, aan de vakbondsafvaardiging. | de ondernemingsraad of bij gebreke ervan, aan de vakbondsafvaardiging. |
Hij geeft tegelijkertijd toelichting bij de economische redenen die | Hij geeft tegelijkertijd toelichting bij de economische redenen die |
het gebruik van de maatregelen van deze wet rechtvaardigen. | het gebruik van de maatregelen van deze wet rechtvaardigen. |
Art. 5.Na ontvangst van het advies van de Commissie, neemt de |
Art. 5.Na ontvangst van het advies van de Commissie, neemt de |
minister van Werk een gemotiveerde beslissing over de erkenning als | minister van Werk een gemotiveerde beslissing over de erkenning als |
werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de | werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de |
Brexit. Deze erkenning preciseert de maatregelen bedoeld in titel 2 | Brexit. Deze erkenning preciseert de maatregelen bedoeld in titel 2 |
waarvan de werkgever gebruik kan maken, de duur van de erkenning, | waarvan de werkgever gebruik kan maken, de duur van de erkenning, |
alsook het bedrag van het supplement dat de werkgever voorziet | alsook het bedrag van het supplement dat de werkgever voorziet |
overeenkomstig artikelen 7 en 8. | overeenkomstig artikelen 7 en 8. |
De periode van erkenning eindigt ten laatste op de datum waarop deze | De periode van erkenning eindigt ten laatste op de datum waarop deze |
titel buiten werking treedt. | titel buiten werking treedt. |
De gemotiveerde beslissing van de minister van Werk wordt door de | De gemotiveerde beslissing van de minister van Werk wordt door de |
bevoegde dienst onmiddellijk ter kennis gebracht van de betrokken | bevoegde dienst onmiddellijk ter kennis gebracht van de betrokken |
werkgever. | werkgever. |
De bevoegde dienst deelt tevens aan de Rijksdienst voor | De bevoegde dienst deelt tevens aan de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid mee welke | Arbeidsvoorziening en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid mee welke |
werkgevers door de minister van Werk zijn erkend als werkgever die in | werkgevers door de minister van Werk zijn erkend als werkgever die in |
economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit, samen met | economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit, samen met |
de maatregelen waarvan deze werkgevers gebruik kunnen maken alsook van | de maatregelen waarvan deze werkgevers gebruik kunnen maken alsook van |
de begin- en einddatum van hun erkenning. | de begin- en einddatum van hun erkenning. |
De werkgever die door de minister van Werk wordt erkend als werkgever | De werkgever die door de minister van Werk wordt erkend als werkgever |
die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit, | die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit, |
maakt een kopie van de erkenning over aan de ondernemingsraad of, bij | maakt een kopie van de erkenning over aan de ondernemingsraad of, bij |
ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de vakbondsafvaardiging. | ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de vakbondsafvaardiging. |
Hij deelt daarbij de economische redenen mee die het gebruik van de | Hij deelt daarbij de economische redenen mee die het gebruik van de |
maatregelen van deze wet rechtvaardigen. | maatregelen van deze wet rechtvaardigen. |
TITEL 2. - Tijdelijke crisismaatregelen ter ondersteuning van | TITEL 2. - Tijdelijke crisismaatregelen ter ondersteuning van |
werkgevers in economische moeilijkheden als gevolg van de | werkgevers in economische moeilijkheden als gevolg van de |
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie | terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie |
HOOFDSTUK 1. - Tijdelijke collectieve regeling van volledige schorsing | HOOFDSTUK 1. - Tijdelijke collectieve regeling van volledige schorsing |
van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke | van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke |
arbeid | arbeid |
Art. 6.Deze titel is van toepassing op de werknemers die worden |
Art. 6.Deze titel is van toepassing op de werknemers die worden |
tewerkgesteld door werkgevers die in economische moeilijkheden | tewerkgesteld door werkgevers die in economische moeilijkheden |
verkeren als gevolg van de Brexit. | verkeren als gevolg van de Brexit. |
Art. 7.De in artikel 6 bedoelde werkgever kan, gedurende de periode |
Art. 7.De in artikel 6 bedoelde werkgever kan, gedurende de periode |
van erkenning bedoeld in artikel 5, eerste lid, voor zijn werklieden | van erkenning bedoeld in artikel 5, eerste lid, voor zijn werklieden |
gebruik maken van de regeling van volledige schorsing van de | gebruik maken van de regeling van volledige schorsing van de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid | uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid |
zoals bepaald in artikel 51, § § 2 en 3, van de wet van 3 juli 1978 | zoals bepaald in artikel 51, § § 2 en 3, van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten. | betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
In afwijking van artikel 51, § 2, eerste lid, van de wet van 3 juli | In afwijking van artikel 51, § 2, eerste lid, van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten kan de uitvoering van de | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten kan de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst ten hoogste acht weken geheel worden geschorst. | arbeidsovereenkomst ten hoogste acht weken geheel worden geschorst. |
In afwijking van artikel 51, § 3, eerste lid, van de wet van 3 juli | In afwijking van artikel 51, § 3, eerste lid, van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten kan de regeling van | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten kan de regeling van |
gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd voor een duur van ten hoogste | gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd voor een duur van ten hoogste |
zes maanden. | zes maanden. |
De nadere regels bepaald door of krachtens artikel 51, § § 2 tot 7, en | De nadere regels bepaald door of krachtens artikel 51, § § 2 tot 7, en |
artikel 51bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | artikel 51bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. | arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. |
Indien er gebruik wordt gemaakt van een regeling van volledige | Indien er gebruik wordt gemaakt van een regeling van volledige |
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van | schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van |
gedeeltelijke arbeid, betaalt de werkgever aan de werkman voor elke | gedeeltelijke arbeid, betaalt de werkgever aan de werkman voor elke |
dag waarop hij niet heeft gewerkt een supplement bovenop de | dag waarop hij niet heeft gewerkt een supplement bovenop de |
werkloosheidsuitkeringen, waarvan het minimumbedrag wordt bepaald op | werkloosheidsuitkeringen, waarvan het minimumbedrag wordt bepaald op |
5,63 euro. Het derde en vierde lid van artikel 51, § 8, van de wet van | 5,63 euro. Het derde en vierde lid van artikel 51, § 8, van de wet van |
3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. | 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing. |
Art. 8.De in artikel 6 bedoelde werkgever kan voor zijn bedienden |
Art. 8.De in artikel 6 bedoelde werkgever kan voor zijn bedienden |
gebruik maken van de regeling van volledige schorsing van de | gebruik maken van de regeling van volledige schorsing van de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid | uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid |
zoals bepaald in artikel 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende | zoals bepaald in artikel 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten, gedurende de periode van erkenning bedoeld | de arbeidsovereenkomsten, gedurende de periode van erkenning bedoeld |
in artikel 5, eerste lid. De nadere regels bepaald door of krachtens | in artikel 5, eerste lid. De nadere regels bepaald door of krachtens |
de artikelen 77/4, § § 1 tot 6, en 77/5 van de wet van 3 juli 1978 | de artikelen 77/4, § § 1 tot 6, en 77/5 van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn hierop van toepassing. | betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn hierop van toepassing. |
De regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de | De regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid kunnen | arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid kunnen |
worden ingevoerd voor maximaal 8 kalenderweken per kalenderjaar, wat | worden ingevoerd voor maximaal 8 kalenderweken per kalenderjaar, wat |
de regeling van volledige schorsing betreft, en voor maximaal 13 | de regeling van volledige schorsing betreft, en voor maximaal 13 |
kalenderweken per kalenderjaar, wat de regeling van gedeeltelijke | kalenderweken per kalenderjaar, wat de regeling van gedeeltelijke |
arbeid betreft. De nadere regels van artikel 77/7, tweede en derde | arbeid betreft. De nadere regels van artikel 77/7, tweede en derde |
lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten | lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten |
zijn hierop van toepassing. | zijn hierop van toepassing. |
Indien er gebruik wordt gemaakt van een regeling van volledige | Indien er gebruik wordt gemaakt van een regeling van volledige |
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van | schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van |
gedeeltelijke arbeid, betaalt de werkgever aan de bediende voor elke | gedeeltelijke arbeid, betaalt de werkgever aan de bediende voor elke |
dag waarop niet wordt gewerkt een supplement bovenop de | dag waarop niet wordt gewerkt een supplement bovenop de |
werkloosheidsuitkeringen verschuldigd wegens schorsing van de | werkloosheidsuitkeringen verschuldigd wegens schorsing van de |
uitvoering van de overeenkomst. De betaling van dit supplement kan ten | uitvoering van de overeenkomst. De betaling van dit supplement kan ten |
laste worden gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid door een door | laste worden gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid door een door |
de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve | de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve |
arbeidsovereenkomst. Dit supplement is minstens gelijkwaardig aan het | arbeidsovereenkomst. Dit supplement is minstens gelijkwaardig aan het |
supplement toegekend aan de werklieden van dezelfde werkgever die | supplement toegekend aan de werklieden van dezelfde werkgever die |
genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de | genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de |
uitvoering van de overeenkomst in toepassing van artikel 51 van de wet | uitvoering van de overeenkomst in toepassing van artikel 51 van de wet |
van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of, bij | van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of, bij |
ontstentenis van dergelijke werklieden, aan het supplement voorzien | ontstentenis van dergelijke werklieden, aan het supplement voorzien |
door de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair | door de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair |
orgaan waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij werklieden | orgaan waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij werklieden |
zou tewerkstellen of, bij ontstentenis van dergelijke collectieve | zou tewerkstellen of, bij ontstentenis van dergelijke collectieve |
overeenkomst, aan het minimumbedrag van 5,63 euro per dag. | overeenkomst, aan het minimumbedrag van 5,63 euro per dag. |
Art. 9.De regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de |
Art. 9.De regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid bedoeld in | arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid bedoeld in |
artikel 8, wordt niet aangerekend op de regeling van volledige | artikel 8, wordt niet aangerekend op de regeling van volledige |
schorsing en de regeling van gedeeltelijke arbeid bepaald in artikel | schorsing en de regeling van gedeeltelijke arbeid bepaald in artikel |
77/7, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | 77/7, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten. | arbeidsovereenkomsten. |
Art. 10.De werkloosheidsuitkeringen die in toepassing van dit |
Art. 10.De werkloosheidsuitkeringen die in toepassing van dit |
hoofdstuk door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden | hoofdstuk door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden |
uitbetaald, maken geen deel uit van het totale bedrag van de | uitbetaald, maken geen deel uit van het totale bedrag van de |
werkloosheidsuitkeringen dat voor de toepassing van artikel 53 van de | werkloosheidsuitkeringen dat voor de toepassing van artikel 53 van de |
wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen in | wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen in |
aanmerking wordt genomen. | aanmerking wordt genomen. |
HOOFDSTUK 2. - Tijdelijke individuele vermindering van de | HOOFDSTUK 2. - Tijdelijke individuele vermindering van de |
arbeidsprestaties | arbeidsprestaties |
Art. 11.De werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als |
Art. 11.De werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als |
gevolg van de Brexit kan aan elke voltijds tewerkgestelde werknemer | gevolg van de Brexit kan aan elke voltijds tewerkgestelde werknemer |
voorstellen om zijn arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of tot | voorstellen om zijn arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of tot |
een halftijdse betrekking voor een periode die niet korter mag zijn | een halftijdse betrekking voor een periode die niet korter mag zijn |
dan één maand en die zes maanden niet mag overschrijden. | dan één maand en die zes maanden niet mag overschrijden. |
Bovendien moet de periode van de vermindering van de arbeidsprestaties | Bovendien moet de periode van de vermindering van de arbeidsprestaties |
volledig gesitueerd zijn binnen de periode van erkenning als werkgever | volledig gesitueerd zijn binnen de periode van erkenning als werkgever |
die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit. | die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit. |
Gaat de werknemer akkoord, dan moet deze overeenkomst tot tijdelijke | Gaat de werknemer akkoord, dan moet deze overeenkomst tot tijdelijke |
vermindering van zijn voltijdse arbeidsprestaties schriftelijk worden | vermindering van zijn voltijdse arbeidsprestaties schriftelijk worden |
vastgesteld zoals voorgeschreven door artikel 11bis van de wet van 3 | vastgesteld zoals voorgeschreven door artikel 11bis van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Deze overeenkomst kan | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Deze overeenkomst kan |
worden hernieuwd, zonder echter de in het eerste lid bepaalde maximale | worden hernieuwd, zonder echter de in het eerste lid bepaalde maximale |
periode te mogen overschrijden. | periode te mogen overschrijden. |
Voor wat betreft de vermindering van de arbeidsprestaties tot een | Voor wat betreft de vermindering van de arbeidsprestaties tot een |
halftijdse betrekking wordt als voltijds tewerkgestelde werknemer | halftijdse betrekking wordt als voltijds tewerkgestelde werknemer |
beschouwd, de werknemer tewerkgesteld met arbeidsprestaties van ten | beschouwd, de werknemer tewerkgesteld met arbeidsprestaties van ten |
minste 3/4 van een voltijdse betrekking in de onderneming. | minste 3/4 van een voltijdse betrekking in de onderneming. |
Art. 12.De verminderde arbeidsduur, zoals overeengekomen ingevolge |
Art. 12.De verminderde arbeidsduur, zoals overeengekomen ingevolge |
artikel 11, moet gemiddeld worden gerespecteerd over de periode | artikel 11, moet gemiddeld worden gerespecteerd over de periode |
vastgesteld in de geschreven overeenkomst zoals bedoeld in artikel 11, | vastgesteld in de geschreven overeenkomst zoals bedoeld in artikel 11, |
overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in artikel 26bis, § 1, van | overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in artikel 26bis, § 1, van |
de arbeidswet van 16 maart 1971. | de arbeidswet van 16 maart 1971. |
Art. 13.Wanneer gedurende de periode van vermindering van de |
Art. 13.Wanneer gedurende de periode van vermindering van de |
arbeidsprestaties, bedoeld in artikel 11, de werkgever de | arbeidsprestaties, bedoeld in artikel 11, de werkgever de |
arbeidsovereenkomst beëindigt zoals bedoeld in artikel 39 van de wet | arbeidsovereenkomst beëindigt zoals bedoeld in artikel 39 van de wet |
van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt onder | van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt onder |
"lopend loon" begrepen het loon waarop de werknemer op het ogenblik | "lopend loon" begrepen het loon waarop de werknemer op het ogenblik |
van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien hij, naargelang | van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien hij, naargelang |
het geval, voltijds was blijven werken of zijn arbeidsprestaties van | het geval, voltijds was blijven werken of zijn arbeidsprestaties van |
tenminste 3/4 van een voltijdse betrekking niet had verminderd. | tenminste 3/4 van een voltijdse betrekking niet had verminderd. |
Art. 14.§ 1. Een uitkering wordt toegekend aan de voltijds |
Art. 14.§ 1. Een uitkering wordt toegekend aan de voltijds |
tewerkgestelde werknemer die met zijn werkgever overeenkomt om zijn | tewerkgestelde werknemer die met zijn werkgever overeenkomt om zijn |
arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of tot een halftijdse | arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of tot een halftijdse |
betrekking overeenkomstig artikel 11. | betrekking overeenkomstig artikel 11. |
Op deze uitkering zijn de uitvoeringsmaatregelen van toepassing van | Op deze uitkering zijn de uitvoeringsmaatregelen van toepassing van |
artikel 103quater van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende | artikel 103quater van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende |
sociale bepalingen, die betrekking hebben op gelijkaardige regimes tot | sociale bepalingen, die betrekking hebben op gelijkaardige regimes tot |
vermindering van de arbeidsprestaties. Deze uitkering wordt toegekend | vermindering van de arbeidsprestaties. Deze uitkering wordt toegekend |
overeenkomstig artikelen 4 en 6 van het koninklijk besluit van 12 | overeenkomstig artikelen 4 en 6 van het koninklijk besluit van 12 |
december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 | december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 |
augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit | augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit |
van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, | van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, |
loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een | loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een |
halftijdse betrekking en volgens de bepalingen in hoofdstukken IV en V | halftijdse betrekking en volgens de bepalingen in hoofdstukken IV en V |
van dat besluit. | van dat besluit. |
De periode van de vermindering van de arbeidsprestaties opgenomen in | De periode van de vermindering van de arbeidsprestaties opgenomen in |
het kader van dit hoofdstuk, wordt niet in aanmerking genomen voor de | het kader van dit hoofdstuk, wordt niet in aanmerking genomen voor de |
maximale periode van opname van het tijdskrediet zoals bepaald in het | maximale periode van opname van het tijdskrediet zoals bepaald in het |
voornoemde koninklijk besluit van 12 december 2001. | voornoemde koninklijk besluit van 12 december 2001. |
Deze uitkering heeft dezelfde hoedanigheid als de uitkeringen die | Deze uitkering heeft dezelfde hoedanigheid als de uitkeringen die |
worden toegekend in het kader van hoofdstuk IV, afdeling 5, van | worden toegekend in het kader van hoofdstuk IV, afdeling 5, van |
voornoemde herstelwet van 22 januari 1985. | voornoemde herstelwet van 22 januari 1985. |
§ 2. In geval van toekenning van een bijkomende vergoeding door de | § 2. In geval van toekenning van een bijkomende vergoeding door de |
werkgever mag de som van het brutoloon, van de uitkering bedoeld in | werkgever mag de som van het brutoloon, van de uitkering bedoeld in |
dit artikel, van het eventuele supplement bij deze uitkering op basis | dit artikel, van het eventuele supplement bij deze uitkering op basis |
van een gewestelijke regeling en van de bijkomende vergoeding | van een gewestelijke regeling en van de bijkomende vergoeding |
toegekend door de werkgever niet hoger zijn dan het brutoloon waarop | toegekend door de werkgever niet hoger zijn dan het brutoloon waarop |
de werknemer recht had vóór de invoering van de tijdelijke | de werknemer recht had vóór de invoering van de tijdelijke |
vermindering van de arbeidsprestaties. Hierbij wordt geen rekening | vermindering van de arbeidsprestaties. Hierbij wordt geen rekening |
gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de | gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de |
baremieke loonsverhogingen. | baremieke loonsverhogingen. |
HOOFDSTUK 3. - Tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur | HOOFDSTUK 3. - Tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur |
Art. 15.In titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van de programmawet (I) |
Art. 15.In titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van de programmawet (I) |
van 24 december 2002 wordt onderafdeling 8, buiten werking getreden | van 24 december 2002 wordt onderafdeling 8, buiten werking getreden |
ingevolge artikel 13 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse | ingevolge artikel 13 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse |
bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, hersteld als | bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, hersteld als |
volgt : "Onderafdeling 8 - Tijdelijke crisisaanpassing van de | volgt : "Onderafdeling 8 - Tijdelijke crisisaanpassing van de |
arbeidsduur". | arbeidsduur". |
Art. 16.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 16.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/1, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/1, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/1. Voor de toepassing van deze onderafdeling verstaat men | "Art. 353bis/1. Voor de toepassing van deze onderafdeling verstaat men |
onder arbeidsduur, de wekelijkse arbeidsduur zoals gedefinieerd in | onder arbeidsduur, de wekelijkse arbeidsduur zoals gedefinieerd in |
artikel 348, eerste lid. | artikel 348, eerste lid. |
Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt rekening gehouden met | Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt rekening gehouden met |
de arbeidsduur die is vastgesteld hetzij bij collectieve | de arbeidsduur die is vastgesteld hetzij bij collectieve |
arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 | arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 |
betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
comités, hetzij in het arbeidsreglement. | comités, hetzij in het arbeidsreglement. |
De Koning kan nadere regelen bepalen voor de berekening van de | De Koning kan nadere regelen bepalen voor de berekening van de |
arbeidsduur.". | arbeidsduur.". |
Art. 17.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 17.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/2, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/2, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/2. De werkgevers bedoeld in artikel 335, derde lid, die | "Art. 353bis/2. De werkgevers bedoeld in artikel 335, derde lid, die |
overgaan tot een tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur, volgens de | overgaan tot een tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur, volgens de |
voorwaarden bepaald in of krachtens deze onderafdeling, op grond van | voorwaarden bepaald in of krachtens deze onderafdeling, op grond van |
het feit dat ze in economische moeilijkheden verkeren als gevolg van | het feit dat ze in economische moeilijkheden verkeren als gevolg van |
de Brexit, zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 6 maart 2020 tot | de Brexit, zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 6 maart 2020 tot |
behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd | behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd |
Koninkrijk uit de Europese Unie, genieten een doelgroepvermindering. | Koninkrijk uit de Europese Unie, genieten een doelgroepvermindering. |
De Koning bepaalt de nadere regelen betreffende deze aanpassing van de | De Koning bepaalt de nadere regelen betreffende deze aanpassing van de |
arbeidsduur.". | arbeidsduur.". |
Art. 18.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 18.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/3, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/3, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/3. De werkgever geniet vanaf het kwartaal van invoering | "Art. 353bis/3. De werkgever geniet vanaf het kwartaal van invoering |
van het stelsel van tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur in de | van het stelsel van tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur in de |
onderneming en tot het kwartaal waarin de tijdelijke aanpassing van de | onderneming en tot het kwartaal waarin de tijdelijke aanpassing van de |
arbeidsduur loopt, een forfaitaire doelgroepvermindering per kwartaal | arbeidsduur loopt, een forfaitaire doelgroepvermindering per kwartaal |
waarvan het forfaitaire bedrag afhangt van de procentuele aanpassing | waarvan het forfaitaire bedrag afhangt van de procentuele aanpassing |
van de arbeidsduur. | van de arbeidsduur. |
De tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur moet de arbeidsduur | De tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur moet de arbeidsduur |
verminderen met een vierde of met een vijfde. | verminderen met een vierde of met een vijfde. |
Het forfaitaire bedrag van deze doelgroepvermindering ligt hoger | Het forfaitaire bedrag van deze doelgroepvermindering ligt hoger |
ingeval de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur gecombineerd wordt | ingeval de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur gecombineerd wordt |
met de tijdelijke invoering van de vierdagenweek in de onderneming. | met de tijdelijke invoering van de vierdagenweek in de onderneming. |
Het forfaitaire bedrag van deze doelgroepvermindering wordt toegekend | Het forfaitaire bedrag van deze doelgroepvermindering wordt toegekend |
per betrokken werknemer. | per betrokken werknemer. |
De Koning bepaalt wat moet worden verstaan onder invoering van de | De Koning bepaalt wat moet worden verstaan onder invoering van de |
vierdagenweek voor de toepassing van deze bepaling. | vierdagenweek voor de toepassing van deze bepaling. |
De Koning bepaalt de voorwaarden en de procedure die moeten worden | De Koning bepaalt de voorwaarden en de procedure die moeten worden |
nageleefd en het dossier en de documenten die moeten worden voorgelegd | nageleefd en het dossier en de documenten die moeten worden voorgelegd |
om de doelgroepvermindering te verkrijgen.". | om de doelgroepvermindering te verkrijgen.". |
Art. 19.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 19.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/4, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/4, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/4. De tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en de | "Art. 353bis/4. De tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en de |
invoering van de vierdagenweek moeten worden vastgesteld bij een op | invoering van de vierdagenweek moeten worden vastgesteld bij een op |
het niveau van de onderneming gesloten collectieve arbeidsovereenkomst | het niveau van de onderneming gesloten collectieve arbeidsovereenkomst |
of, wanneer er binnen de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, bij | of, wanneer er binnen de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, bij |
een wijziging van het arbeidsreglement, en moeten van toepassing zijn | een wijziging van het arbeidsreglement, en moeten van toepassing zijn |
op het geheel van de werknemers van de onderneming of op een | op het geheel van de werknemers van de onderneming of op een |
specifieke categorie van werknemers van de onderneming. De collectieve | specifieke categorie van werknemers van de onderneming. De collectieve |
arbeidsovereenkomsten of de bepalingen in het arbeidsreglement | arbeidsovereenkomsten of de bepalingen in het arbeidsreglement |
vermelden uitdrukkelijk dat ze gesloten, respectievelijk opgenomen | vermelden uitdrukkelijk dat ze gesloten, respectievelijk opgenomen |
worden in het kader van Titel 2, hoofdstuk 3 - Tijdelijke aanpassing | worden in het kader van Titel 2, hoofdstuk 3 - Tijdelijke aanpassing |
van de Arbeidsduur - van de voornoemde wet van 6 maart 2020 tot behoud | van de Arbeidsduur - van de voornoemde wet van 6 maart 2020 tot behoud |
van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit | van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit |
de Europese Unie. | de Europese Unie. |
De Koning bepaalt de minimale inhoud van de bedoelde collectieve | De Koning bepaalt de minimale inhoud van de bedoelde collectieve |
arbeidsovereenkomst en de na te leven procedures. Deze voorschriften | arbeidsovereenkomst en de na te leven procedures. Deze voorschriften |
zijn eveneens van toepassing wanneer de tijdelijke aanpassing van de | zijn eveneens van toepassing wanneer de tijdelijke aanpassing van de |
arbeidsduur en de tijdelijke invoering van de vierdagenweek in het | arbeidsduur en de tijdelijke invoering van de vierdagenweek in het |
arbeidsreglement zijn opgenomen. | arbeidsreglement zijn opgenomen. |
De minimale inhoud bedoeld in het tweede lid bevat op zijn minst de | De minimale inhoud bedoeld in het tweede lid bevat op zijn minst de |
duidelijke vermelding van de begin- en einddatum van de tijdelijke | duidelijke vermelding van de begin- en einddatum van de tijdelijke |
aanpassing van de arbeidsduur en, in voorkomend geval, van de | aanpassing van de arbeidsduur en, in voorkomend geval, van de |
tijdelijke invoering van de vierdagenweek, en voorziet in een | tijdelijke invoering van de vierdagenweek, en voorziet in een |
looncompensatie. De begindatum mag de begindatum van erkenning als | looncompensatie. De begindatum mag de begindatum van erkenning als |
werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de | werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de |
Brexit, niet voorafgaan en de einddatum mag niet vallen na de | Brexit, niet voorafgaan en de einddatum mag niet vallen na de |
einddatum van deze erkenning. De collectieve arbeidsovereenkomst mag | einddatum van deze erkenning. De collectieve arbeidsovereenkomst mag |
geen bepaling bevatten waardoor zij stilzwijgend verlengd kan worden. | geen bepaling bevatten waardoor zij stilzwijgend verlengd kan worden. |
De looncompensatie bedoeld in het derde lid, mag niet tot gevolg | De looncompensatie bedoeld in het derde lid, mag niet tot gevolg |
hebben dat het brutoloon van de werknemer hoger is dan het brutoloon | hebben dat het brutoloon van de werknemer hoger is dan het brutoloon |
waarop hij recht had vóór de invoering van de tijdelijke aanpassing | waarop hij recht had vóór de invoering van de tijdelijke aanpassing |
van de arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de | van de arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de |
aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke | aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke |
loonsverhogingen. | loonsverhogingen. |
Deze looncompensatie is loon in de zin van artikel 2 van de wet van 12 | Deze looncompensatie is loon in de zin van artikel 2 van de wet van 12 |
april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers | april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers |
en van artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene | en van artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene |
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, waarop | beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, waarop |
socialezekerheidsbijdragen worden berekend.". | socialezekerheidsbijdragen worden berekend.". |
Art. 20.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 20.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/5, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/5, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/5. Voor de voltijds tewerkgestelde werknemers die | "Art. 353bis/5. Voor de voltijds tewerkgestelde werknemers die |
betrokken zijn bij de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur zoals | betrokken zijn bij de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur zoals |
bepaald in deze onderafdeling, is artikel 28, § 4, van de arbeidswet | bepaald in deze onderafdeling, is artikel 28, § 4, van de arbeidswet |
van 16 maart 1971 eveneens van toepassing bij overschrijding van het | van 16 maart 1971 eveneens van toepassing bij overschrijding van het |
wekelijks aantal arbeidsuren die voortvloeien uit het werkrooster dat | wekelijks aantal arbeidsuren die voortvloeien uit het werkrooster dat |
in het arbeidsreglement is opgenomen.". | in het arbeidsreglement is opgenomen.". |
Art. 21.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 21.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/6, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/6, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/6. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is gemachtigd de | "Art. 353bis/6. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is gemachtigd de |
voordelen die krachtens deze onderafdeling werden toegekend, terug te | voordelen die krachtens deze onderafdeling werden toegekend, terug te |
vorderen bij inbreuk door de werkgever op de bepalingen inzake de | vorderen bij inbreuk door de werkgever op de bepalingen inzake de |
arbeidsduur van de arbeidswet van 16 maart 1971 of op de bepalingen | arbeidsduur van de arbeidswet van 16 maart 1971 of op de bepalingen |
van deze onderafdeling. | van deze onderafdeling. |
Deze terugvordering gebeurt voor elk kwartaal en per werknemer waarop | Deze terugvordering gebeurt voor elk kwartaal en per werknemer waarop |
de inbreuk betrekking heeft. | de inbreuk betrekking heeft. |
De terugvordering is enkel mogelijk indien de inbreuk heeft geleid | De terugvordering is enkel mogelijk indien de inbreuk heeft geleid |
hetzij tot een minnelijke schikking met de werkgever, hetzij tot een | hetzij tot een minnelijke schikking met de werkgever, hetzij tot een |
administratieve geldboete, hetzij tot een veroordeling door een | administratieve geldboete, hetzij tot een veroordeling door een |
strafrechtbank.". | strafrechtbank.". |
Art. 22.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
Art. 22.In dezelfde onderafdeling 8, ingevoegd bij artikel 15, wordt |
artikel 353bis/7, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de | artikel 353bis/7, buiten werking getreden ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Art. 353bis/7. Wanneer gedurende de periode van tijdelijke | "Art. 353bis/7. Wanneer gedurende de periode van tijdelijke |
crisisaanpassing van de arbeidsduur, de werkgever de | crisisaanpassing van de arbeidsduur, de werkgever de |
arbeidsovereenkomst beëindigt zoals bedoeld in artikel 39 van de wet | arbeidsovereenkomst beëindigt zoals bedoeld in artikel 39 van de wet |
van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt onder | van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt onder |
"lopend loon" begrepen het loon waarop de werknemer op het ogenblik | "lopend loon" begrepen het loon waarop de werknemer op het ogenblik |
van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien zijn arbeidsduur | van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien zijn arbeidsduur |
niet was aangepast.". | niet was aangepast.". |
Art. 23.In titel III van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot |
Art. 23.In titel III van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot |
uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 | uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 |
december 2002, betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de | december 2002, betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de |
regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen | regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen |
wordt hoofdstuk VIII, dat de artikelen 28/2, 28/3, 28/4, 28/5 en 28/6 | wordt hoofdstuk VIII, dat de artikelen 28/2, 28/3, 28/4, 28/5 en 28/6 |
bevat en dat buiten werking getreden is ingevolge artikel 13 van de | bevat en dat buiten werking getreden is ingevolge artikel 13 van de |
voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : | voornoemde wet van 19 juni 2009, hersteld als volgt : |
"Hoofdstuk VIII. Tijdelijke crisis-aanpassing van de arbeidsduur | "Hoofdstuk VIII. Tijdelijke crisis-aanpassing van de arbeidsduur |
Art. 28/2.Dit hoofdstuk is van toepassing op werkgevers bedoeld in |
Art. 28/2.Dit hoofdstuk is van toepassing op werkgevers bedoeld in |
artikel 335, derde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002, | artikel 335, derde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002, |
die overgaan tot een tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur, volgens | die overgaan tot een tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur, volgens |
de voorwaarden bepaald in of krachtens dit hoofdstuk, op grond van het | de voorwaarden bepaald in of krachtens dit hoofdstuk, op grond van het |
feit dat ze in economische moeilijkheden verkeren als gevolg van de | feit dat ze in economische moeilijkheden verkeren als gevolg van de |
Brexit, zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 6 maart 2020 tot | Brexit, zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 6 maart 2020 tot |
behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd | behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd |
Koninkrijk uit de Europese Unie. | Koninkrijk uit de Europese Unie. |
Art. 28/3.Een doelgroepvermindering voor tijdelijke |
Art. 28/3.Een doelgroepvermindering voor tijdelijke |
arbeidsduurvermindering wordt als volgt toegekend : | arbeidsduurvermindering wordt als volgt toegekend : |
1° een bedrag G4 vanaf het kwartaal van invoering van het stelsel van | 1° een bedrag G4 vanaf het kwartaal van invoering van het stelsel van |
tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur in de onderneming en tot het | tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur in de onderneming en tot het |
kwartaal waarin de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur een einde | kwartaal waarin de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur een einde |
neemt, indien de arbeidsduur werd verminderd met een vijfde; | neemt, indien de arbeidsduur werd verminderd met een vijfde; |
2° een bedrag G5 vanaf het kwartaal van invoering van het stelsel van | 2° een bedrag G5 vanaf het kwartaal van invoering van het stelsel van |
tijdelijke arbeidsduurvermindering in de onderneming en tot het | tijdelijke arbeidsduurvermindering in de onderneming en tot het |
kwartaal waarin de tijdelijke arbeidsduurvermindering een einde neemt, | kwartaal waarin de tijdelijke arbeidsduurvermindering een einde neemt, |
indien de arbeidsduur werd verminderd met een vierde; | indien de arbeidsduur werd verminderd met een vierde; |
3° een bedrag G1 indien de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur | 3° een bedrag G1 indien de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur |
bedoeld onder 1° gecombineerd wordt met een tijdelijke invoering van | bedoeld onder 1° gecombineerd wordt met een tijdelijke invoering van |
de vierdagenweek; | de vierdagenweek; |
4° een bedrag G6 indien de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur | 4° een bedrag G6 indien de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur |
bedoeld onder 2° gecombineerd wordt met een tijdelijke invoering van | bedoeld onder 2° gecombineerd wordt met een tijdelijke invoering van |
de vierdagenweek. | de vierdagenweek. |
De doelgroepverminderingen worden toegekend voor de tewerkstellingen | De doelgroepverminderingen worden toegekend voor de tewerkstellingen |
tijdens de periode van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur. | tijdens de periode van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur. |
De verminderingen bedoeld in het eerste lid in de bepalingen onder 3° | De verminderingen bedoeld in het eerste lid in de bepalingen onder 3° |
en 4° zijn enkel toepasbaar voor voltijdse werknemers. | en 4° zijn enkel toepasbaar voor voltijdse werknemers. |
Art. 28/4.In de aangiften voor de sociale zekerheid voor de kwartalen |
Art. 28/4.In de aangiften voor de sociale zekerheid voor de kwartalen |
waarin de bij de artikelen 353bis/3 van de programmawet (I) van 24 | waarin de bij de artikelen 353bis/3 van de programmawet (I) van 24 |
december 2002 bedoelde doelgroepverminderingen worden toegekend, moet | december 2002 bedoelde doelgroepverminderingen worden toegekend, moet |
de werkgever melding maken van : | de werkgever melding maken van : |
1° de werknemers waarop het ingevoerde stelsel en de | 1° de werknemers waarop het ingevoerde stelsel en de |
bijdragevermindering betrekking hebben; | bijdragevermindering betrekking hebben; |
2° de datum van inwerkingtreding van het stelsel alsook de datum | 2° de datum van inwerkingtreding van het stelsel alsook de datum |
waarop het buiten werking treedt; | waarop het buiten werking treedt; |
3° de wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers die van | 3° de wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers die van |
toepassing is vóór en na de invoering van de aanpassing van de | toepassing is vóór en na de invoering van de aanpassing van de |
arbeidsduur. | arbeidsduur. |
Art. 28/5.De collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen in |
Art. 28/5.De collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen in |
het arbeidsreglement vermelden uitdrukkelijk dat ze gesloten, | het arbeidsreglement vermelden uitdrukkelijk dat ze gesloten, |
respectievelijk opgenomen worden in het kader van Titel 2, hoofdstuk 3 | respectievelijk opgenomen worden in het kader van Titel 2, hoofdstuk 3 |
- Tijdelijke aanpassing van de Arbeidsduur - van de voormelde wet van | - Tijdelijke aanpassing van de Arbeidsduur - van de voormelde wet van |
6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het | 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het |
Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. | Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. |
De collectieve arbeidsovereenkomst moet duidelijk de begin- en | De collectieve arbeidsovereenkomst moet duidelijk de begin- en |
einddatum van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en, in | einddatum van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en, in |
voorkomend geval, van de tijdelijke invoering van de vierdagenweek | voorkomend geval, van de tijdelijke invoering van de vierdagenweek |
vermelden. De begindatum mag de datum van inwerkingtreding van | vermelden. De begindatum mag de datum van inwerkingtreding van |
hoofdstuk 3 van titel 2 - Tijdelijke aanpassing van de arbeidstijd - | hoofdstuk 3 van titel 2 - Tijdelijke aanpassing van de arbeidstijd - |
van de voornoemde wet van 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling | van de voornoemde wet van 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling |
na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, | na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, |
niet voorafgaan, noch na de datum vallen waarop voornoemde titel 2 | niet voorafgaan, noch na de datum vallen waarop voornoemde titel 2 |
buiten werking treedt. De einddatum moet liggen voor de datum waarop | buiten werking treedt. De einddatum moet liggen voor de datum waarop |
voornoemde titel 2 buiten werking treedt. De collectieve | voornoemde titel 2 buiten werking treedt. De collectieve |
arbeidsovereenkomst mag geen bepaling bevatten die een stilzwijgende | arbeidsovereenkomst mag geen bepaling bevatten die een stilzwijgende |
verlenging mogelijk maakt. | verlenging mogelijk maakt. |
De collectieve arbeidsovereenkomst moet voorzien in een tijdelijke | De collectieve arbeidsovereenkomst moet voorzien in een tijdelijke |
vermindering van de arbeidsduur met hetzij één vijfde, hetzij één | vermindering van de arbeidsduur met hetzij één vijfde, hetzij één |
vierde van de arbeidsduur die van kracht was vóór haar | vierde van de arbeidsduur die van kracht was vóór haar |
inwerkingtreding. | inwerkingtreding. |
De looncompensatie voorzien bij artikel 353bis/4, derde lid, van de | De looncompensatie voorzien bij artikel 353bis/4, derde lid, van de |
programmawet (I) van 24 december 2002 moet minstens drie vierden | programmawet (I) van 24 december 2002 moet minstens drie vierden |
belopen van het bedrag van de forfaitaire vermindering bedoeld in | belopen van het bedrag van de forfaitaire vermindering bedoeld in |
artikel 28/3 van dit besluit. | artikel 28/3 van dit besluit. |
Bij invoering van de vierdagenweek vermeldt de collectieve | Bij invoering van de vierdagenweek vermeldt de collectieve |
arbeidsovereenkomst duidelijk de wekelijkse arbeidsregeling waarbij | arbeidsovereenkomst duidelijk de wekelijkse arbeidsregeling waarbij |
het begrip "vierdagenweek" moet voldoen aan de definitie in artikel | het begrip "vierdagenweek" moet voldoen aan de definitie in artikel |
25. De periode van de invoering van de vierdagenweek moet in de | 25. De periode van de invoering van de vierdagenweek moet in de |
periode van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur vallen. | periode van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur vallen. |
Binnen de maand die volgt op de ondertekening van de collectieve | Binnen de maand die volgt op de ondertekening van de collectieve |
arbeidsovereenkomst bezorgt de werkgever daarvan een kopie aan het | arbeidsovereenkomst bezorgt de werkgever daarvan een kopie aan het |
bevoegd directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale | bevoegd directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale |
Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en | Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en |
Sociaal Overleg. | Sociaal Overleg. |
Art. 28/6.De bij artikel 353bis/3 van de programmawet (I) van 24 |
Art. 28/6.De bij artikel 353bis/3 van de programmawet (I) van 24 |
december 2002 bedoelde doelgroepverminderingen worden geacht | december 2002 bedoelde doelgroepverminderingen worden geacht |
definitief te zijn toegekend wanneer vaststaat dat de werkgever aan | definitief te zijn toegekend wanneer vaststaat dat de werkgever aan |
alle daartoe door of krachtens dezelfde wet bepaalde voorwaarden heeft | alle daartoe door of krachtens dezelfde wet bepaalde voorwaarden heeft |
voldaan. Tot op dat ogenblik zijn zij slechts voorlopig toegekend.". | voldaan. Tot op dat ogenblik zijn zij slechts voorlopig toegekend.". |
Art. 24.De Koning kan de bepalingen ingevoegd bij het artikel 23 |
Art. 24.De Koning kan de bepalingen ingevoegd bij het artikel 23 |
opheffen, aanvullen, vervangen en wijzigen. | opheffen, aanvullen, vervangen en wijzigen. |
TITEL 3. - Wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | TITEL 3. - Wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten | arbeidsovereenkomsten |
Art. 25.In artikel 77/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 12 |
Art. 25.In artikel 77/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 12 |
april 2011 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 mei 2016, worden | april 2011 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 mei 2016, worden |
de volgende wijzigingen aangebracht : | de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in paragraaf 3 wordt het vierde lid aangevuld met de woorden "en | 1° in paragraaf 3 wordt het vierde lid aangevuld met de woorden "en |
aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening"; | aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening"; |
2° in § 4, eerste lid, 1° en 3°, worden de woorden "van het | 2° in § 4, eerste lid, 1° en 3°, worden de woorden "van het |
kalenderjaar 2008 of" opgeheven. | kalenderjaar 2008 of" opgeheven. |
TITEL 4. - Slotbepalingen | TITEL 4. - Slotbepalingen |
Art. 26.§ 1. Titel 1 en 2 treden in werking op dezelfde dag als de |
Art. 26.§ 1. Titel 1 en 2 treden in werking op dezelfde dag als de |
wet van 3 april 2019 betreffende de terugtrekking van het Verenigd | wet van 3 april 2019 betreffende de terugtrekking van het Verenigd |
Koninkrijk, voor zover het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie | Koninkrijk, voor zover het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie |
geen akkoord hebben gesloten over hun toekomstige handelsrelaties vóór | geen akkoord hebben gesloten over hun toekomstige handelsrelaties vóór |
het einde van de transitieperiode bepaald in het Akkoord inzake de | het einde van de transitieperiode bepaald in het Akkoord inzake de |
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en | terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en |
Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor | Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor |
Atoomenergie. Titels 1 en 2 treden buiten werking zes maanden na de | Atoomenergie. Titels 1 en 2 treden buiten werking zes maanden na de |
datum van hun inwerkingtreding. | datum van hun inwerkingtreding. |
Onderafdeling 8 van titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van de | Onderafdeling 8 van titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van de |
programmawet (I) van 24 december 2002 en hoofdstuk VIII van titel III | programmawet (I) van 24 december 2002 en hoofdstuk VIII van titel III |
van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het | van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het |
hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002, | hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002, |
betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen | betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen |
inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, treden | inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, treden |
buiten werking zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van | buiten werking zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van |
titel 1 en 2 van deze wet. | titel 1 en 2 van deze wet. |
De Koning kan, na advies van de Nationale Arbeidsraad, bij een besluit | De Koning kan, na advies van de Nationale Arbeidsraad, bij een besluit |
vastgelegd na overleg in de Ministerraad, de data van buiten | vastgelegd na overleg in de Ministerraad, de data van buiten |
werkingtreding wijzigen. | werkingtreding wijzigen. |
§ 2. Titel 3 treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na | § 2. Titel 3 treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na |
die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 6 maart 2020 | Gegeven te Brussel, 6 maart 2020 |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
Met 's Lands zegel gezegeld: | Met 's Lands zegel gezegeld: |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
K. GEENS | K. GEENS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : | Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : |
Stukken : Doc 55 0880/(2019/2020) | Stukken : Doc 55 0880/(2019/2020) |
001 : Wetsvoorstel van mevrouw Lanjri, de heren Scourneau en Lachaert | 001 : Wetsvoorstel van mevrouw Lanjri, de heren Scourneau en Lachaert |
en mevrouw Fonck | en mevrouw Fonck |
002 en 003 : Amendementen | 002 en 003 : Amendementen |
004 : Advies van de Raad van State | 004 : Advies van de Raad van State |
005 : Wijziging indiener | 005 : Wijziging indiener |
006 : Amendementen | 006 : Amendementen |
007 : Verslag van de eerste lezing | 007 : Verslag van de eerste lezing |
008 : Artikelen aangenomen in eerste lezing | 008 : Artikelen aangenomen in eerste lezing |
009 : Amendementen | 009 : Amendementen |
010 : Verslag van de tweede lezing | 010 : Verslag van de tweede lezing |
011 : Tekst aangenomen in tweede lezing | 011 : Tekst aangenomen in tweede lezing |
012 : Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning | 012 : Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning |
ter bekrachtiging voorgelegd | ter bekrachtiging voorgelegd |
Integraal verslag : 20 februari 2020 | Integraal verslag : 20 februari 2020 |