| Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie | Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie | 
|---|---|
| MINISTERIE VAN JUSTITIE | MINISTERIE VAN JUSTITIE | 
| 6 MEI 1997. Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor | 6 MEI 1997. Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor | 
| het Hof van Cassatie (1) | het Hof van Cassatie (1) | 
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, | 
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | 
| De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | 
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel  | 
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel  | 
| 77 van de Grondwet. | 77 van de Grondwet. | 
Art. 2.Artikel 128, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt  | 
Art. 2.Artikel 128, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt  | 
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : | 
| De arresten worden gewezen door vijf raadsheren, daaronder begrepen de | De arresten worden gewezen door vijf raadsheren, daaronder begrepen de | 
| voorzitter. Zij worden echter gewezen door drie raadsheren in de door | voorzitter. Zij worden echter gewezen door drie raadsheren in de door | 
| de wet bepaalde gevallen. | de wet bepaalde gevallen. | 
Art. 3.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde  | 
Art. 3.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde  | 
| Wetboek wordt een afdeling IIbis, ingevoegd, luidende : | Wetboek wordt een afdeling IIbis, ingevoegd, luidende : | 
| Afdeling IIbis. - De referendarissen. . | Afdeling IIbis. - De referendarissen. . | 
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | 
Art. 135bis.Het Hof van Cassatie wordt bijgestaan door ten minste  | 
Art. 135bis.Het Hof van Cassatie wordt bijgestaan door ten minste  | 
| vijf en ten hoogste dertig referendarissen. Hun aantal wordt door de | vijf en ten hoogste dertig referendarissen. Hun aantal wordt door de | 
| minister van Justitie bepaald. | minister van Justitie bepaald. | 
| De eerste voorzitter en de procureur-generaal stellen in onderlinge | De eerste voorzitter en de procureur-generaal stellen in onderlinge | 
| overeenstemming het aantal referendarissen vast dat onder hun | overeenstemming het aantal referendarissen vast dat onder hun | 
| respectief gezag komt te staan. | respectief gezag komt te staan. | 
| De referendarissen bereiden het werk van de raadsheren en de leden van | De referendarissen bereiden het werk van de raadsheren en de leden van | 
| het parket voor; zij dragen bij aan de werkzaamheden in verband met de | het parket voor; zij dragen bij aan de werkzaamheden in verband met de | 
| documentatie en werken mee aan de vertaling en de publicatie van de | documentatie en werken mee aan de vertaling en de publicatie van de | 
| arresten alsook aan het in overeenstemming brengen van de Franse en | arresten alsook aan het in overeenstemming brengen van de Franse en | 
| Nederlandse tekst. | Nederlandse tekst. | 
Art. 4.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde  | 
Art. 4.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde  | 
| Wetboek, wordt een afdeling IV ingevoegd, luidende : | Wetboek, wordt een afdeling IV ingevoegd, luidende : | 
| Afdeling IV. - Beheer. | Afdeling IV. - Beheer. | 
Art. 136bis.Jaarlijks wordt door de algemene vergadering van het Hof  | 
Art. 136bis.Jaarlijks wordt door de algemene vergadering van het Hof  | 
| van Cassatie een activiteitenverslag opgemaakt en bekendgemaakt. | van Cassatie een activiteitenverslag opgemaakt en bekendgemaakt. | 
| Dit verslag bevat onder meer een stand van de zaken die hangende zijn. | Dit verslag bevat onder meer een stand van de zaken die hangende zijn. | 
Art. 136ter.De algemene vergadering van het Hof van Cassatie  | 
Art. 136ter.De algemene vergadering van het Hof van Cassatie  | 
| formuleert in een vierjarenplan de maatregelen die, zonder dat zij | formuleert in een vierjarenplan de maatregelen die, zonder dat zij | 
| afbreuk doen aan het vervullen van zijn rechstprekende taak, kunnen | afbreuk doen aan het vervullen van zijn rechstprekende taak, kunnen | 
| bijdragen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand van het | bijdragen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand van het | 
| Hof van Cassatie. | Hof van Cassatie. | 
| Zij onderzoekt elk jaar in de loop van de maand september de stand van | Zij onderzoekt elk jaar in de loop van de maand september de stand van | 
| de zaken die hangende zijn en brengt hierover uiterlijk op 15 oktober | de zaken die hangende zijn en brengt hierover uiterlijk op 15 oktober | 
| verslag uit aan de minister van Justitie en aan het parlement. | verslag uit aan de minister van Justitie en aan het parlement. | 
Art. 5.In de artikelen 187, 2, 2°, 188, 189, 3, 1° en 2°, 191, 2, 2°,  | 
Art. 5.In de artikelen 187, 2, 2°, 188, 189, 3, 1° en 2°, 191, 2, 2°,  | 
| 192 en 194, 2, 2°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden" | 192 en 194, 2, 2°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden" | 
| referendaris bij het Hof van Cassatie telkens ingevoegd tussen de | referendaris bij het Hof van Cassatie telkens ingevoegd tussen de | 
| woorden adjunct-auditeur en het woord" referendaris. | woorden adjunct-auditeur en het woord" referendaris. | 
Art. 6.In deel II, boek I, titel VI, van hetzelfde Wetboek wordt een  | 
Art. 6.In deel II, boek I, titel VI, van hetzelfde Wetboek wordt een  | 
| hoofdstuk Vter ingevoegd, luidende : | hoofdstuk Vter ingevoegd, luidende : | 
| Hoofdstuk Vter. - Referendarissen bij het Hof van Cassatie. | Hoofdstuk Vter. - Referendarissen bij het Hof van Cassatie. | 
Art. 259quinquies.Om tot referendaris bij het Hof van Cassatie te  | 
Art. 259quinquies.Om tot referendaris bij het Hof van Cassatie te  | 
| worden benoemd, moet men volle vijfentwintig jaar oud zijn en doctor | worden benoemd, moet men volle vijfentwintig jaar oud zijn en doctor | 
| of licentiaat in de rechten zijn. | of licentiaat in de rechten zijn. | 
| De kandidaten worden met het oog op hun benoeming gerangschikt op | De kandidaten worden met het oog op hun benoeming gerangschikt op | 
| grond van een vergelijkend examen. | grond van een vergelijkend examen. | 
| Het hof stelt de examenstof vast rekening houdend met de behoeften van | Het hof stelt de examenstof vast rekening houdend met de behoeften van | 
| de dienst. Het bepaalt de voorwaarden van het vergelijkend examen en | de dienst. Het bepaalt de voorwaarden van het vergelijkend examen en | 
| stelt de examencommissies aan. | stelt de examencommissies aan. | 
| Met inachtneming van het taalevenwicht bestaat elke examencommissie | Met inachtneming van het taalevenwicht bestaat elke examencommissie | 
| uit twee leden van het hof aangewezen door de eerste voorzitter van | uit twee leden van het hof aangewezen door de eerste voorzitter van | 
| het Hof van Cassatie, twee leden van het parket aangewezen door de | het Hof van Cassatie, twee leden van het parket aangewezen door de | 
| procureur-generaal bij het hof en vier buiten de instelling staande | procureur-generaal bij het hof en vier buiten de instelling staande | 
| personen die door de Koning worden aangewezen en uit twee lijsten . | personen die door de Koning worden aangewezen en uit twee lijsten . | 
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | 
| van vier kandidaten, elk met inachtneming van het taalevenwicht en die | van vier kandidaten, elk met inachtneming van het taalevenwicht en die | 
| respectievelijk door de eerste voorzitter en de procureur-generaal | respectievelijk door de eerste voorzitter en de procureur-generaal | 
| voorgedragen worden. | voorgedragen worden. | 
| De examenuitslag blijft drie jaar geldig. | De examenuitslag blijft drie jaar geldig. | 
| De vergelijkende examens worden, wat de gevolgen ervan treft, | De vergelijkende examens worden, wat de gevolgen ervan treft, | 
| gelijkgesteld met de vergelijkende examens die in de rijksbesturen en | gelijkgesteld met de vergelijkende examens die in de rijksbesturen en | 
| de instellingen van openbaar nut toegang verlenen tot het ambt van | de instellingen van openbaar nut toegang verlenen tot het ambt van | 
| bestuurssecretaris-jurist. | bestuurssecretaris-jurist. | 
Art. 259sexies.De referendarissen worden door de Koning benoemd voor  | 
Art. 259sexies.De referendarissen worden door de Koning benoemd voor  | 
| een stage van drie jaar volgens de rangschikking bedoeld in artikel | een stage van drie jaar volgens de rangschikking bedoeld in artikel | 
| 259quinquies. | 259quinquies. | 
| Na die drie jaar wordt de benoeming definitief tenzij de Koning, | Na die drie jaar wordt de benoeming definitief tenzij de Koning, | 
| uitsluitend op voorstel van al naar het geval de eerste voorzitter of | uitsluitend op voorstel van al naar het geval de eerste voorzitter of | 
| de procureur-generaal, anders beslist, ten laatste tijdens het derde | de procureur-generaal, anders beslist, ten laatste tijdens het derde | 
| kwartaal van het derde stagejaar. | kwartaal van het derde stagejaar. | 
| De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal | De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal | 
| bij dit hof wijzen in onderlinge overeenstemming de | bij dit hof wijzen in onderlinge overeenstemming de | 
| referendarissen-stagiair en de definitief benoemde referendarissen aan | referendarissen-stagiair en de definitief benoemde referendarissen aan | 
| die onder het gezag van de ene en die welke onder het gezag van de | die onder het gezag van de ene en die welke onder het gezag van de | 
| andere komen te staan. | andere komen te staan. | 
Art. 259septies.De jaren als referendaris bij het Hof van Cassatie  | 
Art. 259septies.De jaren als referendaris bij het Hof van Cassatie  | 
| doorgebracht, komen in aanmerking voor de berekening van de | doorgebracht, komen in aanmerking voor de berekening van de | 
| anciënniteit in elke administratieve of gerechtelijke functie of in | anciënniteit in elke administratieve of gerechtelijke functie of in | 
| een functie bij het Arbitragehof of bij de Raad van State, die de | een functie bij het Arbitragehof of bij de Raad van State, die de | 
| referendarissen nadien zouden bekleden. | referendarissen nadien zouden bekleden. | 
Art. 7.In deel II, boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek wordt het  | 
Art. 7.In deel II, boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek wordt het  | 
| opschrift van hoofdstuk I, vervangen als volgt : | opschrift van hoofdstuk I, vervangen als volgt : | 
| Hoofdstuk I. - Installatie van de magistraten, de referendarissen bij | Hoofdstuk I. - Installatie van de magistraten, de referendarissen bij | 
| het Hof van Cassatie en de griffiers en hun eedaflegging. | het Hof van Cassatie en de griffiers en hun eedaflegging. | 
Art. 8.Artikel 288 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
Art. 8.Artikel 288 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
| volgende lid : | volgende lid : | 
| De installatie van de referendarissen bij het Hof van Cassatie | De installatie van de referendarissen bij het Hof van Cassatie | 
| geschiedt voor een kamer van het hof, voorgezeten door de eerste | geschiedt voor een kamer van het hof, voorgezeten door de eerste | 
| voorzitter, de voorzitter of de afdelingsvoorzitter dan wel door de | voorzitter, de voorzitter of de afdelingsvoorzitter dan wel door de | 
| raadsheer die hem vervangt. | raadsheer die hem vervangt. | 
Art. 9.Artikel 291 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
Art. 9.Artikel 291 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
| volgende lid : | volgende lid : | 
| In het eerste lid bedoelde geval leggen de referendarissen bij het Hof | In het eerste lid bedoelde geval leggen de referendarissen bij het Hof | 
| van Cassatie de eed af in handen van de eerste voorzitter van het hof. | van Cassatie de eed af in handen van de eerste voorzitter van het hof. | 
Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 299bis ingevoegd,  | 
Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 299bis ingevoegd,  | 
| luidende : | luidende : | 
Art. 299bis.De artikelen 293 tot 299 zijn mede van toepassing op de  | 
Art. 299bis.De artikelen 293 tot 299 zijn mede van toepassing op de  | 
| referendarissen bij het Hof van Cassatie. | referendarissen bij het Hof van Cassatie. | 
Art. 11.Artikel 301 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
Art. 11.Artikel 301 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het  | 
| volgende lid : | volgende lid : | 
| Dat verbod geldt ook voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie. | Dat verbod geldt ook voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie. | 
Art. 12.Artikel 302 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :  | 
Art. 12.Artikel 302 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :  | 
| of er de taken van referendaris bij het Hof van Cassatie vervullen. | of er de taken van referendaris bij het Hof van Cassatie vervullen. | 
Art. 13.In artikel 304 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" de  | 
Art. 13.In artikel 304 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" de  | 
| referendaris bij het Hof van Cassatie, ingevoegd tussen de woorden | referendaris bij het Hof van Cassatie, ingevoegd tussen de woorden | 
| openbaar ministerie en de woorden" of de rechter in sociale zaken. | openbaar ministerie en de woorden" of de rechter in sociale zaken. | 
Art. 14.In artikel 305, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de  | 
Art. 14.In artikel 305, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de  | 
| woorden de referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen | woorden de referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen | 
| de woorden" rechtbanken van koophandel en de woorden" en de leden van | de woorden" rechtbanken van koophandel en de woorden" en de leden van | 
| de griffie. | de griffie. | 
Art. 15.In artikel 306, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de  | 
Art. 15.In artikel 306, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de  | 
| woorden op advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, | woorden op advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, | 
| aan de leden en griffiers van dat hof vervangen door de woorden" op | aan de leden en griffiers van dat hof vervangen door de woorden" op | 
| advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, aan de | advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, aan de | 
| leden, referendarissen en griffiers van het hof. | leden, referendarissen en griffiers van het hof. | 
Art. 16.In artikel 331 van hetzelfde Wetboek worden de volgende  | 
Art. 16.In artikel 331 van hetzelfde Wetboek worden de volgende  | 
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : | 
| 1° In het eerste lid worden de woorden" een referendaris ingevoegd | 1° In het eerste lid worden de woorden" een referendaris ingevoegd | 
| tussen de woorden" een magistraat en de woorden" of een lid van de | tussen de woorden" een magistraat en de woorden" of een lid van de | 
| griffie. | griffie. | 
| 2° In het tweede lid worden de woorden" de referendarissen bij het Hof | 2° In het tweede lid worden de woorden" de referendarissen bij het Hof | 
| van Cassatie, zonder vergunning van de eerste voorzitter of de | van Cassatie, zonder vergunning van de eerste voorzitter of de | 
| procureur-generaal naargelang zij het hof dat wel het parket bijstaan | procureur-generaal naargelang zij het hof dat wel het parket bijstaan | 
| ingevoegd tussen de woorden" zonder vergunning van de | ingevoegd tussen de woorden" zonder vergunning van de | 
| procureur-generaal en de woorden" de leden van het hof van beroep. | procureur-generaal en de woorden" de leden van het hof van beroep. | 
Art. 17.In deel II, boek II, titel II, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
Art. 17.In deel II, boek II, titel II, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
| een hoofdstuk VIIbis, ingevoegd, luidende : | een hoofdstuk VIIbis, ingevoegd, luidende : | 
| Hoofdstuk VIIbis. - Bepalingen betreffende de referendarissen bij het | Hoofdstuk VIIbis. - Bepalingen betreffende de referendarissen bij het | 
| Hof van Cassatie. | Hof van Cassatie. | 
Art. 353ter.De Koning bepaalt de verloven, de vakanties en de  | 
Art. 353ter.De Koning bepaalt de verloven, de vakanties en de  | 
| afwezigheden wegens arbeidsondergeschiktheid van de referendarissen | afwezigheden wegens arbeidsondergeschiktheid van de referendarissen | 
| bij het Hof van Cassatie. Hij kan een regeling voor non-activiteit | bij het Hof van Cassatie. Hij kan een regeling voor non-activiteit | 
| treffen en het daarbij uitgekeerde wachtgeld bepalen. | treffen en het daarbij uitgekeerde wachtgeld bepalen. | 
Art. 18.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
Art. 18.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
| een hoofdstuk Ibis ingevoegd, luidende : | een hoofdstuk Ibis ingevoegd, luidende : | 
| Hoofdstuk Ibis. - Wedden van de referendarissen bij het Hof van | Hoofdstuk Ibis. - Wedden van de referendarissen bij het Hof van | 
| Cassatie. | Cassatie. | 
Art. 365bis.De wedden van de referendarissen bij het Hof van Cassatie  | 
Art. 365bis.De wedden van de referendarissen bij het Hof van Cassatie  | 
| worden bepaald als volgt : | worden bepaald als volgt : | 
| gedurende de stage van drie jaar bedoeld in artikel 259ter is de wedde | gedurende de stage van drie jaar bedoeld in artikel 259ter is de wedde | 
| van de referendaris dezelfde als die van een substituut-procureur des | van de referendaris dezelfde als die van een substituut-procureur des | 
| Konings overeenkomstig artikel 355; | Konings overeenkomstig artikel 355; | 
| gedurende de tien daaropvolgende jaren is de wedde van de referendaris | gedurende de tien daaropvolgende jaren is de wedde van de referendaris | 
| dezelfde als de wedde van een substituut-procureur-generaal en een | dezelfde als de wedde van een substituut-procureur-generaal en een | 
| substituut-generaal bij het hof van beroep overeenkomstig artikel 355; | substituut-generaal bij het hof van beroep overeenkomstig artikel 355; | 
| na het dertiende jaar is de wedde van de referendaris dezelfde als die | na het dertiende jaar is de wedde van de referendaris dezelfde als die | 
| van een advocaat-generaal bij het hof van beroep of bij het | van een advocaat-generaal bij het hof van beroep of bij het | 
| arbeidshof. | arbeidshof. | 
| De artikelen 360, 361, 362, 363, 365 en 377 van dit Wetboek zijn mede | De artikelen 360, 361, 362, 363, 365 en 377 van dit Wetboek zijn mede | 
| van toepassing op de referendarissen. | van toepassing op de referendarissen. | 
Art. 19.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
Art. 19.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
| het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt : | het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt : | 
| Hoofdstuk III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de hoofdstukken I, | Hoofdstuk III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de hoofdstukken I, | 
| Ibis en II. | Ibis en II. | 
Art. 20.In deel II, boek II, titel IV, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
Art. 20.In deel II, boek II, titel IV, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
| een hoofdstuk IIbis, ingevoegd, luidende : | een hoofdstuk IIbis, ingevoegd, luidende : | 
| Hoofdstuk IIbis. - Pensionering en pensioen van de referendarissen bij | Hoofdstuk IIbis. - Pensionering en pensioen van de referendarissen bij | 
| het Hof van Cassatie. | het Hof van Cassatie. | 
Art. 397bis.De referendarissen houden op hun ambt uit te oefenen en  | 
Art. 397bis.De referendarissen houden op hun ambt uit te oefenen en  | 
| worden gepensioneerd wanneer zij de leeftijd van 65 jaar hebben | worden gepensioneerd wanneer zij de leeftijd van 65 jaar hebben | 
| bereikt of wanneer zij wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid | bereikt of wanneer zij wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid | 
| niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen. | niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen. | 
| De algemene wet op de burgerlijke pensioenen is mede van toepassing op | De algemene wet op de burgerlijke pensioenen is mede van toepassing op | 
| de gepensioneerde referendarissen. | de gepensioneerde referendarissen. | 
Art. 21.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 402bis ingevoegd,  | 
Art. 21.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 402bis ingevoegd,  | 
| luidende : | luidende : | 
Art. 402bis.De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de  | 
Art. 402bis.De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de  | 
| procureur-generaal bij dat hof oefenen, ieder wat hem betreft, | procureur-generaal bij dat hof oefenen, ieder wat hem betreft, | 
| toezicht uit op de referendarissen. | toezicht uit op de referendarissen. | 
Art. 22.In artikel 407 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" en de  | 
Art. 22.In artikel 407 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" en de  | 
| referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen de woorden" | referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen de woorden" | 
| openbaar ministerie en de woorden" die zonder verlof afwezig zijn. | openbaar ministerie en de woorden" die zonder verlof afwezig zijn. | 
Art. 23.Artikel 478, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
Art. 23.Artikel 478, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt  | 
| vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : | 
Art. 478.Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen  | 
Art. 478.Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen  | 
| advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij | advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij | 
| het Hof van Cassatie voeren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de | het Hof van Cassatie voeren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de | 
| burgerlijke partij in strafzaken. Het aantal advocaten wordt, na | burgerlijke partij in strafzaken. Het aantal advocaten wordt, na | 
| advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen | advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen | 
| benoemt uit een lijst van drie kandidaten, door het hof in algemene | benoemt uit een lijst van drie kandidaten, door het hof in algemene | 
| vergadering vastgesteld voor ieder van de te begeven plaatsen; de | vergadering vastgesteld voor ieder van de te begeven plaatsen; de | 
| uitgifte van de beslissing wordt door het hof aan de minister van | uitgifte van de beslissing wordt door het hof aan de minister van | 
| Justitie gezonden. | Justitie gezonden. | 
Art. 24.In deel II, boek II, titel V, hoofdstuk III, van hetzelfde  | 
Art. 24.In deel II, boek II, titel V, hoofdstuk III, van hetzelfde  | 
| Wetboek wordt een afdeling IIbis ingevoegd, luidende : | Wetboek wordt een afdeling IIbis ingevoegd, luidende : | 
| Afdeling IIbis. Bepalingen betreffende de referendarissen bij het Hof | Afdeling IIbis. Bepalingen betreffende de referendarissen bij het Hof | 
| van Cassatie. | van Cassatie. | 
Art. 414bis.1. De referendarissen bij het Hof van Cassatie kunnen  | 
Art. 414bis.1. De referendarissen bij het Hof van Cassatie kunnen  | 
| door het hof om tuchtredenen worden geschorst of afgezet, hetzij | door het hof om tuchtredenen worden geschorst of afgezet, hetzij | 
| ambtshalve, hetzij op vordering van de procureur-generaal bij het hof. | ambtshalve, hetzij op vordering van de procureur-generaal bij het hof. | 
| De eerste voorzitter en de procureur-generaal kunnen, ieder wat hem | De eerste voorzitter en de procureur-generaal kunnen, ieder wat hem | 
| betreft, de referendarissen als straf opleggen waarschuwing, enkele | betreft, de referendarissen als straf opleggen waarschuwing, enkele | 
| censuur en censuur met berisping. | censuur en censuur met berisping. | 
| 2. Geen deze straffen mag worden toegepast zonder dat de betrokkene | 2. Geen deze straffen mag worden toegepast zonder dat de betrokkene | 
| eerst gehoord of behoorlijk opgeroepen is. | eerst gehoord of behoorlijk opgeroepen is. | 
| 3. Worden zij vervolgd wegens misdaad of wanbedrijf of op | 3. Worden zij vervolgd wegens misdaad of wanbedrijf of op | 
| tuchtrechtelijk gebied, dan kunnen de referendarissen, wanneer het | tuchtrechtelijk gebied, dan kunnen de referendarissen, wanneer het | 
| belang van de dienst zulks vergt, bij ordemaatregel door het Hof van | belang van de dienst zulks vergt, bij ordemaatregel door het Hof van | 
| Cassatie in hun ambt geschorst worden, zolang de vervolging duurt en | Cassatie in hun ambt geschorst worden, zolang de vervolging duurt en | 
| totdat de eindbeslissing gevallen is. | totdat de eindbeslissing gevallen is. | 
| De schorsing bij ordemaatregel wordt uitgesproken voor de tijd van één | De schorsing bij ordemaatregel wordt uitgesproken voor de tijd van één | 
| maand en kan daarna van maand tot maand verlengd worden, totdat een | maand en kan daarna van maand tot maand verlengd worden, totdat een | 
| eindbeslissing intreedt. Het Hof van Cassatie is bevoegd te beslissen | eindbeslissing intreedt. Het Hof van Cassatie is bevoegd te beslissen | 
| dat deze schorsing voorlopige, algehele of gedeeltelijke inhouding van | dat deze schorsing voorlopige, algehele of gedeeltelijke inhouding van | 
| wedde meebrengt, zolang de straftijd of een gedeelte van de straftijd | wedde meebrengt, zolang de straftijd of een gedeelte van de straftijd | 
| loopt. | loopt. | 
Art. 25.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1105bis ingevoegd,  | 
Art. 25.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1105bis ingevoegd,  | 
| luidende : | luidende : | 
Art. 1105bis.1. Wanneer de beslissing in verband met het  | 
Art. 1105bis.1. Wanneer de beslissing in verband met het  | 
| cassatieberoep blijkbaar voor de hand ligt, kan de voorzitter van de | cassatieberoep blijkbaar voor de hand ligt, kan de voorzitter van de | 
| kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het | kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het | 
| openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met | openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met | 
| drie raadsheren. | drie raadsheren. | 
| 2. Die beperkte kamer beslist eenparig op het beroep. | 2. Die beperkte kamer beslist eenparig op het beroep. | 
| Indien er geen eenparigheid is of indien een van de magistraten van | Indien er geen eenparigheid is of indien een van de magistraten van | 
| die beperkte kamer het vraagt, moet zij het onderzoek van het beroep | die beperkte kamer het vraagt, moet zij het onderzoek van het beroep | 
| naar de kamer samengesteld uit vijf raadsheren verwijzen. | naar de kamer samengesteld uit vijf raadsheren verwijzen. | 
Art. 26.In artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd  | 
Art. 26.In artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd  | 
| bij de wet van 20 juni 1953, worden de woorden" De burgerlijke partij | bij de wet van 20 juni 1953, worden de woorden" De burgerlijke partij | 
| kan er evenwel geen memorie indienen dan door tussenkomst van een | kan er evenwel geen memorie indienen dan door tussenkomst van een | 
| advocaat bij het Hof van Cassatie. geschrapt. | advocaat bij het Hof van Cassatie. geschrapt. | 
Art. 27.In de artikelen 479 en 483 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd  | 
Art. 27.In de artikelen 479 en 483 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd  | 
| bij de wetten van 10 oktober 1967, 3 juni 1971 en 28 juni 1983, worden | bij de wetten van 10 oktober 1967, 3 juni 1971 en 28 juni 1983, worden | 
| de woorden" een referendaris bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen | de woorden" een referendaris bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen | 
| de woorden" of een hof en de woorden" een lid van het Rekenhof. | de woorden" of een hof en de woorden" een lid van het Rekenhof. | 
Art. 28.Aan artikel 43quater, derde lid, van de wet van 15 juni 1935  | 
Art. 28.Aan artikel 43quater, derde lid, van de wet van 15 juni 1935  | 
| betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt de volgende | betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt de volgende | 
| volzin toegevoegd : | volzin toegevoegd : | 
| Een lid van de zetel en een lid van het parket moeten het bewijs | Een lid van de zetel en een lid van het parket moeten het bewijs | 
| leveren van de kennis van de Duitse taal. | leveren van de kennis van de Duitse taal. | 
Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 43sexies ingevoegd,  | 
Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 43sexies ingevoegd,  | 
| luidende : | luidende : | 
Art. 43sexies.Het aantal referendarissen bij het Hof van Cassatie die  | 
Art. 43sexies.Het aantal referendarissen bij het Hof van Cassatie die  | 
| door een diploma van doctor of licentiaat in de rechten het bewijs | door een diploma van doctor of licentiaat in de rechten het bewijs | 
| moeten leveren van de kennis van respectievelijk de Nederlandse en de | moeten leveren van de kennis van respectievelijk de Nederlandse en de | 
| Franse taal, wordt door het hof vastgesteld naar gelang van de | Franse taal, wordt door het hof vastgesteld naar gelang van de | 
| behoeften van de dienst. | behoeften van de dienst. | 
| Alle referendarissen moeten via een bijzonder examen het bewijs | Alle referendarissen moeten via een bijzonder examen het bewijs | 
| leveren van de kennis van de andere landstaal. Dit examen wordt | leveren van de kennis van de andere landstaal. Dit examen wordt | 
| afgelegd voor een examencommissie samengesteld op de wijze | afgelegd voor een examencommissie samengesteld op de wijze | 
| voorgeschreven door artikel 43quinquies. De Koning regelt de | voorgeschreven door artikel 43quinquies. De Koning regelt de | 
| organisatie van het examen en stelt de examenstof vast rekening | organisatie van het examen en stelt de examenstof vast rekening | 
| houdend met de behoeften eigen aan het werk van de referendarissen. | houdend met de behoeften eigen aan het werk van de referendarissen. | 
| Eén referendaris moet bovendien het bewijs leveren van de kennis van | Eén referendaris moet bovendien het bewijs leveren van de kennis van | 
| de Duitse taal via een bijzonder examen georganiseerd overeenkomstig | de Duitse taal via een bijzonder examen georganiseerd overeenkomstig | 
| het tweede lid. | het tweede lid. | 
Art. 30.In tabel I, met als opschrift" Hof van Cassatie, gewijzigd  | 
Art. 30.In tabel I, met als opschrift" Hof van Cassatie, gewijzigd  | 
| bij de wetten van 25 februari 1954, 25 juni 1964, 10 november 1970 en | bij de wetten van 25 februari 1954, 25 juni 1964, 10 november 1970 en | 
| 2 juli 1974, gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de | 2 juli 1974, gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de | 
| rechterlijke inrichting, worden de derde, de vijfde, de achtste en de | rechterlijke inrichting, worden de derde, de vijfde, de achtste en de | 
| negende rubriek vervangen door de volgende rubrieken : | negende rubriek vervangen door de volgende rubrieken : | 
| raadsheren : 28; | raadsheren : 28; | 
| advocaten-generaal : 12; | advocaten-generaal : 12; | 
| griffiers : 6; | griffiers : 6; | 
| klerk-griffiers : 4. | klerk-griffiers : 4. | 
Art. 31.In artikel 70, 2, van de wetten op de Raad van State,  | 
Art. 31.In artikel 70, 2, van de wetten op de Raad van State,  | 
| gecoördineerd op 13 januari 1973, wordt na het eerste lid een nieuw | gecoördineerd op 13 januari 1973, wordt na het eerste lid een nieuw | 
| lid ingevoegd, luidende : | lid ingevoegd, luidende : | 
| Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris | Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris | 
| bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de | bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de | 
| uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin | uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin | 
| van dat lid. | van dat lid. | 
Art. 32.In artikel 71, 1, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt na  | 
Art. 32.In artikel 71, 1, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt na  | 
| het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende : | het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende : | 
| Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris | Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris | 
| bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de | bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de | 
| uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin | uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin | 
| van dat lid. | van dat lid. | 
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | 
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | 
| Gegeven te Brussel, 6 mei 1997. | Gegeven te Brussel, 6 mei 1997. | 
| ALBERT | ALBERT | 
| Van Koningswege : | Van Koningswege : | 
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, | 
| S. DE CLERCK | S. DE CLERCK | 
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : | 
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, | 
| S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |