Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 06/05/1997
← Terug naar "Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie "
Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie
MINISTERIE VAN JUSTITIE MINISTERIE VAN JUSTITIE
6 MEI 1997. Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor 6 MEI 1997. Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor
het Hof van Cassatie (1) het Hof van Cassatie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

77 van de Grondwet. 77 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 128, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt

Art. 2.Artikel 128, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt

vervangen als volgt : vervangen als volgt :
De arresten worden gewezen door vijf raadsheren, daaronder begrepen de De arresten worden gewezen door vijf raadsheren, daaronder begrepen de
voorzitter. Zij worden echter gewezen door drie raadsheren in de door voorzitter. Zij worden echter gewezen door drie raadsheren in de door
de wet bepaalde gevallen. de wet bepaalde gevallen.

Art. 3.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde

Art. 3.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde

Wetboek wordt een afdeling IIbis, ingevoegd, luidende : Wetboek wordt een afdeling IIbis, ingevoegd, luidende :
Afdeling IIbis. - De referendarissen. . Afdeling IIbis. - De referendarissen. .
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 135bis.Het Hof van Cassatie wordt bijgestaan door ten minste

Art. 135bis.Het Hof van Cassatie wordt bijgestaan door ten minste

vijf en ten hoogste dertig referendarissen. Hun aantal wordt door de vijf en ten hoogste dertig referendarissen. Hun aantal wordt door de
minister van Justitie bepaald. minister van Justitie bepaald.
De eerste voorzitter en de procureur-generaal stellen in onderlinge De eerste voorzitter en de procureur-generaal stellen in onderlinge
overeenstemming het aantal referendarissen vast dat onder hun overeenstemming het aantal referendarissen vast dat onder hun
respectief gezag komt te staan. respectief gezag komt te staan.
De referendarissen bereiden het werk van de raadsheren en de leden van De referendarissen bereiden het werk van de raadsheren en de leden van
het parket voor; zij dragen bij aan de werkzaamheden in verband met de het parket voor; zij dragen bij aan de werkzaamheden in verband met de
documentatie en werken mee aan de vertaling en de publicatie van de documentatie en werken mee aan de vertaling en de publicatie van de
arresten alsook aan het in overeenstemming brengen van de Franse en arresten alsook aan het in overeenstemming brengen van de Franse en
Nederlandse tekst. Nederlandse tekst.

Art. 4.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde

Art. 4.In deel II, boek I, titel I, hoofdstuk V, van hetzelfde

Wetboek, wordt een afdeling IV ingevoegd, luidende : Wetboek, wordt een afdeling IV ingevoegd, luidende :
Afdeling IV. - Beheer. Afdeling IV. - Beheer.

Art. 136bis.Jaarlijks wordt door de algemene vergadering van het Hof

Art. 136bis.Jaarlijks wordt door de algemene vergadering van het Hof

van Cassatie een activiteitenverslag opgemaakt en bekendgemaakt. van Cassatie een activiteitenverslag opgemaakt en bekendgemaakt.
Dit verslag bevat onder meer een stand van de zaken die hangende zijn. Dit verslag bevat onder meer een stand van de zaken die hangende zijn.

Art. 136ter.De algemene vergadering van het Hof van Cassatie

Art. 136ter.De algemene vergadering van het Hof van Cassatie

formuleert in een vierjarenplan de maatregelen die, zonder dat zij formuleert in een vierjarenplan de maatregelen die, zonder dat zij
afbreuk doen aan het vervullen van zijn rechstprekende taak, kunnen afbreuk doen aan het vervullen van zijn rechstprekende taak, kunnen
bijdragen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand van het bijdragen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand van het
Hof van Cassatie. Hof van Cassatie.
Zij onderzoekt elk jaar in de loop van de maand september de stand van Zij onderzoekt elk jaar in de loop van de maand september de stand van
de zaken die hangende zijn en brengt hierover uiterlijk op 15 oktober de zaken die hangende zijn en brengt hierover uiterlijk op 15 oktober
verslag uit aan de minister van Justitie en aan het parlement. verslag uit aan de minister van Justitie en aan het parlement.

Art. 5.In de artikelen 187, 2, 2°, 188, 189, 3, 1° en 2°, 191, 2, 2°,

Art. 5.In de artikelen 187, 2, 2°, 188, 189, 3, 1° en 2°, 191, 2, 2°,

192 en 194, 2, 2°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden" 192 en 194, 2, 2°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden"
referendaris bij het Hof van Cassatie telkens ingevoegd tussen de referendaris bij het Hof van Cassatie telkens ingevoegd tussen de
woorden adjunct-auditeur en het woord" referendaris. woorden adjunct-auditeur en het woord" referendaris.

Art. 6.In deel II, boek I, titel VI, van hetzelfde Wetboek wordt een

Art. 6.In deel II, boek I, titel VI, van hetzelfde Wetboek wordt een

hoofdstuk Vter ingevoegd, luidende : hoofdstuk Vter ingevoegd, luidende :
Hoofdstuk Vter. - Referendarissen bij het Hof van Cassatie. Hoofdstuk Vter. - Referendarissen bij het Hof van Cassatie.

Art. 259quinquies.Om tot referendaris bij het Hof van Cassatie te

Art. 259quinquies.Om tot referendaris bij het Hof van Cassatie te

worden benoemd, moet men volle vijfentwintig jaar oud zijn en doctor worden benoemd, moet men volle vijfentwintig jaar oud zijn en doctor
of licentiaat in de rechten zijn. of licentiaat in de rechten zijn.
De kandidaten worden met het oog op hun benoeming gerangschikt op De kandidaten worden met het oog op hun benoeming gerangschikt op
grond van een vergelijkend examen. grond van een vergelijkend examen.
Het hof stelt de examenstof vast rekening houdend met de behoeften van Het hof stelt de examenstof vast rekening houdend met de behoeften van
de dienst. Het bepaalt de voorwaarden van het vergelijkend examen en de dienst. Het bepaalt de voorwaarden van het vergelijkend examen en
stelt de examencommissies aan. stelt de examencommissies aan.
Met inachtneming van het taalevenwicht bestaat elke examencommissie Met inachtneming van het taalevenwicht bestaat elke examencommissie
uit twee leden van het hof aangewezen door de eerste voorzitter van uit twee leden van het hof aangewezen door de eerste voorzitter van
het Hof van Cassatie, twee leden van het parket aangewezen door de het Hof van Cassatie, twee leden van het parket aangewezen door de
procureur-generaal bij het hof en vier buiten de instelling staande procureur-generaal bij het hof en vier buiten de instelling staande
personen die door de Koning worden aangewezen en uit twee lijsten . personen die door de Koning worden aangewezen en uit twee lijsten .
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
van vier kandidaten, elk met inachtneming van het taalevenwicht en die van vier kandidaten, elk met inachtneming van het taalevenwicht en die
respectievelijk door de eerste voorzitter en de procureur-generaal respectievelijk door de eerste voorzitter en de procureur-generaal
voorgedragen worden. voorgedragen worden.
De examenuitslag blijft drie jaar geldig. De examenuitslag blijft drie jaar geldig.
De vergelijkende examens worden, wat de gevolgen ervan treft, De vergelijkende examens worden, wat de gevolgen ervan treft,
gelijkgesteld met de vergelijkende examens die in de rijksbesturen en gelijkgesteld met de vergelijkende examens die in de rijksbesturen en
de instellingen van openbaar nut toegang verlenen tot het ambt van de instellingen van openbaar nut toegang verlenen tot het ambt van
bestuurssecretaris-jurist. bestuurssecretaris-jurist.

Art. 259sexies.De referendarissen worden door de Koning benoemd voor

Art. 259sexies.De referendarissen worden door de Koning benoemd voor

een stage van drie jaar volgens de rangschikking bedoeld in artikel een stage van drie jaar volgens de rangschikking bedoeld in artikel
259quinquies. 259quinquies.
Na die drie jaar wordt de benoeming definitief tenzij de Koning, Na die drie jaar wordt de benoeming definitief tenzij de Koning,
uitsluitend op voorstel van al naar het geval de eerste voorzitter of uitsluitend op voorstel van al naar het geval de eerste voorzitter of
de procureur-generaal, anders beslist, ten laatste tijdens het derde de procureur-generaal, anders beslist, ten laatste tijdens het derde
kwartaal van het derde stagejaar. kwartaal van het derde stagejaar.
De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal
bij dit hof wijzen in onderlinge overeenstemming de bij dit hof wijzen in onderlinge overeenstemming de
referendarissen-stagiair en de definitief benoemde referendarissen aan referendarissen-stagiair en de definitief benoemde referendarissen aan
die onder het gezag van de ene en die welke onder het gezag van de die onder het gezag van de ene en die welke onder het gezag van de
andere komen te staan. andere komen te staan.

Art. 259septies.De jaren als referendaris bij het Hof van Cassatie

Art. 259septies.De jaren als referendaris bij het Hof van Cassatie

doorgebracht, komen in aanmerking voor de berekening van de doorgebracht, komen in aanmerking voor de berekening van de
anciënniteit in elke administratieve of gerechtelijke functie of in anciënniteit in elke administratieve of gerechtelijke functie of in
een functie bij het Arbitragehof of bij de Raad van State, die de een functie bij het Arbitragehof of bij de Raad van State, die de
referendarissen nadien zouden bekleden. referendarissen nadien zouden bekleden.

Art. 7.In deel II, boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek wordt het

Art. 7.In deel II, boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek wordt het

opschrift van hoofdstuk I, vervangen als volgt : opschrift van hoofdstuk I, vervangen als volgt :
Hoofdstuk I. - Installatie van de magistraten, de referendarissen bij Hoofdstuk I. - Installatie van de magistraten, de referendarissen bij
het Hof van Cassatie en de griffiers en hun eedaflegging. het Hof van Cassatie en de griffiers en hun eedaflegging.

Art. 8.Artikel 288 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

Art. 8.Artikel 288 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

volgende lid : volgende lid :
De installatie van de referendarissen bij het Hof van Cassatie De installatie van de referendarissen bij het Hof van Cassatie
geschiedt voor een kamer van het hof, voorgezeten door de eerste geschiedt voor een kamer van het hof, voorgezeten door de eerste
voorzitter, de voorzitter of de afdelingsvoorzitter dan wel door de voorzitter, de voorzitter of de afdelingsvoorzitter dan wel door de
raadsheer die hem vervangt. raadsheer die hem vervangt.

Art. 9.Artikel 291 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

Art. 9.Artikel 291 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

volgende lid : volgende lid :
In het eerste lid bedoelde geval leggen de referendarissen bij het Hof In het eerste lid bedoelde geval leggen de referendarissen bij het Hof
van Cassatie de eed af in handen van de eerste voorzitter van het hof. van Cassatie de eed af in handen van de eerste voorzitter van het hof.

Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 299bis ingevoegd,

Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 299bis ingevoegd,

luidende : luidende :

Art. 299bis.De artikelen 293 tot 299 zijn mede van toepassing op de

Art. 299bis.De artikelen 293 tot 299 zijn mede van toepassing op de

referendarissen bij het Hof van Cassatie. referendarissen bij het Hof van Cassatie.

Art. 11.Artikel 301 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

Art. 11.Artikel 301 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het

volgende lid : volgende lid :
Dat verbod geldt ook voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie. Dat verbod geldt ook voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie.

Art. 12.Artikel 302 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

Art. 12.Artikel 302 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

of er de taken van referendaris bij het Hof van Cassatie vervullen. of er de taken van referendaris bij het Hof van Cassatie vervullen.

Art. 13.In artikel 304 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" de

Art. 13.In artikel 304 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" de

referendaris bij het Hof van Cassatie, ingevoegd tussen de woorden referendaris bij het Hof van Cassatie, ingevoegd tussen de woorden
openbaar ministerie en de woorden" of de rechter in sociale zaken. openbaar ministerie en de woorden" of de rechter in sociale zaken.

Art. 14.In artikel 305, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de

Art. 14.In artikel 305, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de

woorden de referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen woorden de referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen
de woorden" rechtbanken van koophandel en de woorden" en de leden van de woorden" rechtbanken van koophandel en de woorden" en de leden van
de griffie. de griffie.

Art. 15.In artikel 306, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de

Art. 15.In artikel 306, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de

woorden op advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, woorden op advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie,
aan de leden en griffiers van dat hof vervangen door de woorden" op aan de leden en griffiers van dat hof vervangen door de woorden" op
advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, aan de advies van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, aan de
leden, referendarissen en griffiers van het hof. leden, referendarissen en griffiers van het hof.

Art. 16.In artikel 331 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

Art. 16.In artikel 331 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° In het eerste lid worden de woorden" een referendaris ingevoegd 1° In het eerste lid worden de woorden" een referendaris ingevoegd
tussen de woorden" een magistraat en de woorden" of een lid van de tussen de woorden" een magistraat en de woorden" of een lid van de
griffie. griffie.
2° In het tweede lid worden de woorden" de referendarissen bij het Hof 2° In het tweede lid worden de woorden" de referendarissen bij het Hof
van Cassatie, zonder vergunning van de eerste voorzitter of de van Cassatie, zonder vergunning van de eerste voorzitter of de
procureur-generaal naargelang zij het hof dat wel het parket bijstaan procureur-generaal naargelang zij het hof dat wel het parket bijstaan
ingevoegd tussen de woorden" zonder vergunning van de ingevoegd tussen de woorden" zonder vergunning van de
procureur-generaal en de woorden" de leden van het hof van beroep. procureur-generaal en de woorden" de leden van het hof van beroep.

Art. 17.In deel II, boek II, titel II, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 17.In deel II, boek II, titel II, van hetzelfde Wetboek wordt

een hoofdstuk VIIbis, ingevoegd, luidende : een hoofdstuk VIIbis, ingevoegd, luidende :
Hoofdstuk VIIbis. - Bepalingen betreffende de referendarissen bij het Hoofdstuk VIIbis. - Bepalingen betreffende de referendarissen bij het
Hof van Cassatie. Hof van Cassatie.

Art. 353ter.De Koning bepaalt de verloven, de vakanties en de

Art. 353ter.De Koning bepaalt de verloven, de vakanties en de

afwezigheden wegens arbeidsondergeschiktheid van de referendarissen afwezigheden wegens arbeidsondergeschiktheid van de referendarissen
bij het Hof van Cassatie. Hij kan een regeling voor non-activiteit bij het Hof van Cassatie. Hij kan een regeling voor non-activiteit
treffen en het daarbij uitgekeerde wachtgeld bepalen. treffen en het daarbij uitgekeerde wachtgeld bepalen.

Art. 18.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 18.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt

een hoofdstuk Ibis ingevoegd, luidende : een hoofdstuk Ibis ingevoegd, luidende :
Hoofdstuk Ibis. - Wedden van de referendarissen bij het Hof van Hoofdstuk Ibis. - Wedden van de referendarissen bij het Hof van
Cassatie. Cassatie.

Art. 365bis.De wedden van de referendarissen bij het Hof van Cassatie

Art. 365bis.De wedden van de referendarissen bij het Hof van Cassatie

worden bepaald als volgt : worden bepaald als volgt :
gedurende de stage van drie jaar bedoeld in artikel 259ter is de wedde gedurende de stage van drie jaar bedoeld in artikel 259ter is de wedde
van de referendaris dezelfde als die van een substituut-procureur des van de referendaris dezelfde als die van een substituut-procureur des
Konings overeenkomstig artikel 355; Konings overeenkomstig artikel 355;
gedurende de tien daaropvolgende jaren is de wedde van de referendaris gedurende de tien daaropvolgende jaren is de wedde van de referendaris
dezelfde als de wedde van een substituut-procureur-generaal en een dezelfde als de wedde van een substituut-procureur-generaal en een
substituut-generaal bij het hof van beroep overeenkomstig artikel 355; substituut-generaal bij het hof van beroep overeenkomstig artikel 355;
na het dertiende jaar is de wedde van de referendaris dezelfde als die na het dertiende jaar is de wedde van de referendaris dezelfde als die
van een advocaat-generaal bij het hof van beroep of bij het van een advocaat-generaal bij het hof van beroep of bij het
arbeidshof. arbeidshof.
De artikelen 360, 361, 362, 363, 365 en 377 van dit Wetboek zijn mede De artikelen 360, 361, 362, 363, 365 en 377 van dit Wetboek zijn mede
van toepassing op de referendarissen. van toepassing op de referendarissen.

Art. 19.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 19.In deel II, boek II, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt

het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt : het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt :
Hoofdstuk III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de hoofdstukken I, Hoofdstuk III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de hoofdstukken I,
Ibis en II. Ibis en II.

Art. 20.In deel II, boek II, titel IV, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 20.In deel II, boek II, titel IV, van hetzelfde Wetboek wordt

een hoofdstuk IIbis, ingevoegd, luidende : een hoofdstuk IIbis, ingevoegd, luidende :
Hoofdstuk IIbis. - Pensionering en pensioen van de referendarissen bij Hoofdstuk IIbis. - Pensionering en pensioen van de referendarissen bij
het Hof van Cassatie. het Hof van Cassatie.

Art. 397bis.De referendarissen houden op hun ambt uit te oefenen en

Art. 397bis.De referendarissen houden op hun ambt uit te oefenen en

worden gepensioneerd wanneer zij de leeftijd van 65 jaar hebben worden gepensioneerd wanneer zij de leeftijd van 65 jaar hebben
bereikt of wanneer zij wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid bereikt of wanneer zij wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid
niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen. niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen.
De algemene wet op de burgerlijke pensioenen is mede van toepassing op De algemene wet op de burgerlijke pensioenen is mede van toepassing op
de gepensioneerde referendarissen. de gepensioneerde referendarissen.

Art. 21.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 402bis ingevoegd,

Art. 21.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 402bis ingevoegd,

luidende : luidende :

Art. 402bis.De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de

Art. 402bis.De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de

procureur-generaal bij dat hof oefenen, ieder wat hem betreft, procureur-generaal bij dat hof oefenen, ieder wat hem betreft,
toezicht uit op de referendarissen. toezicht uit op de referendarissen.

Art. 22.In artikel 407 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" en de

Art. 22.In artikel 407 van hetzelfde Wetboek worden de woorden" en de

referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen de woorden" referendarissen bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen de woorden"
openbaar ministerie en de woorden" die zonder verlof afwezig zijn. openbaar ministerie en de woorden" die zonder verlof afwezig zijn.

Art. 23.Artikel 478, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt

Art. 23.Artikel 478, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :

Art. 478.Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen

Art. 478.Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen

advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij
het Hof van Cassatie voeren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de het Hof van Cassatie voeren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de
burgerlijke partij in strafzaken. Het aantal advocaten wordt, na burgerlijke partij in strafzaken. Het aantal advocaten wordt, na
advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen
benoemt uit een lijst van drie kandidaten, door het hof in algemene benoemt uit een lijst van drie kandidaten, door het hof in algemene
vergadering vastgesteld voor ieder van de te begeven plaatsen; de vergadering vastgesteld voor ieder van de te begeven plaatsen; de
uitgifte van de beslissing wordt door het hof aan de minister van uitgifte van de beslissing wordt door het hof aan de minister van
Justitie gezonden. Justitie gezonden.

Art. 24.In deel II, boek II, titel V, hoofdstuk III, van hetzelfde

Art. 24.In deel II, boek II, titel V, hoofdstuk III, van hetzelfde

Wetboek wordt een afdeling IIbis ingevoegd, luidende : Wetboek wordt een afdeling IIbis ingevoegd, luidende :
Afdeling IIbis. Bepalingen betreffende de referendarissen bij het Hof Afdeling IIbis. Bepalingen betreffende de referendarissen bij het Hof
van Cassatie. van Cassatie.

Art. 414bis.1. De referendarissen bij het Hof van Cassatie kunnen

Art. 414bis.1. De referendarissen bij het Hof van Cassatie kunnen

door het hof om tuchtredenen worden geschorst of afgezet, hetzij door het hof om tuchtredenen worden geschorst of afgezet, hetzij
ambtshalve, hetzij op vordering van de procureur-generaal bij het hof. ambtshalve, hetzij op vordering van de procureur-generaal bij het hof.
De eerste voorzitter en de procureur-generaal kunnen, ieder wat hem De eerste voorzitter en de procureur-generaal kunnen, ieder wat hem
betreft, de referendarissen als straf opleggen waarschuwing, enkele betreft, de referendarissen als straf opleggen waarschuwing, enkele
censuur en censuur met berisping. censuur en censuur met berisping.
2. Geen deze straffen mag worden toegepast zonder dat de betrokkene 2. Geen deze straffen mag worden toegepast zonder dat de betrokkene
eerst gehoord of behoorlijk opgeroepen is. eerst gehoord of behoorlijk opgeroepen is.
3. Worden zij vervolgd wegens misdaad of wanbedrijf of op 3. Worden zij vervolgd wegens misdaad of wanbedrijf of op
tuchtrechtelijk gebied, dan kunnen de referendarissen, wanneer het tuchtrechtelijk gebied, dan kunnen de referendarissen, wanneer het
belang van de dienst zulks vergt, bij ordemaatregel door het Hof van belang van de dienst zulks vergt, bij ordemaatregel door het Hof van
Cassatie in hun ambt geschorst worden, zolang de vervolging duurt en Cassatie in hun ambt geschorst worden, zolang de vervolging duurt en
totdat de eindbeslissing gevallen is. totdat de eindbeslissing gevallen is.
De schorsing bij ordemaatregel wordt uitgesproken voor de tijd van één De schorsing bij ordemaatregel wordt uitgesproken voor de tijd van één
maand en kan daarna van maand tot maand verlengd worden, totdat een maand en kan daarna van maand tot maand verlengd worden, totdat een
eindbeslissing intreedt. Het Hof van Cassatie is bevoegd te beslissen eindbeslissing intreedt. Het Hof van Cassatie is bevoegd te beslissen
dat deze schorsing voorlopige, algehele of gedeeltelijke inhouding van dat deze schorsing voorlopige, algehele of gedeeltelijke inhouding van
wedde meebrengt, zolang de straftijd of een gedeelte van de straftijd wedde meebrengt, zolang de straftijd of een gedeelte van de straftijd
loopt. loopt.

Art. 25.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1105bis ingevoegd,

Art. 25.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1105bis ingevoegd,

luidende : luidende :

Art. 1105bis.1. Wanneer de beslissing in verband met het

Art. 1105bis.1. Wanneer de beslissing in verband met het

cassatieberoep blijkbaar voor de hand ligt, kan de voorzitter van de cassatieberoep blijkbaar voor de hand ligt, kan de voorzitter van de
kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het kamer, op voorstel van de raadsheer-verslaggever en na advies van het
openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met openbaar ministerie, de zaak voorleggen aan een beperkte kamer met
drie raadsheren. drie raadsheren.
2. Die beperkte kamer beslist eenparig op het beroep. 2. Die beperkte kamer beslist eenparig op het beroep.
Indien er geen eenparigheid is of indien een van de magistraten van Indien er geen eenparigheid is of indien een van de magistraten van
die beperkte kamer het vraagt, moet zij het onderzoek van het beroep die beperkte kamer het vraagt, moet zij het onderzoek van het beroep
naar de kamer samengesteld uit vijf raadsheren verwijzen. naar de kamer samengesteld uit vijf raadsheren verwijzen.

Art. 26.In artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd

Art. 26.In artikel 425 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd

bij de wet van 20 juni 1953, worden de woorden" De burgerlijke partij bij de wet van 20 juni 1953, worden de woorden" De burgerlijke partij
kan er evenwel geen memorie indienen dan door tussenkomst van een kan er evenwel geen memorie indienen dan door tussenkomst van een
advocaat bij het Hof van Cassatie. geschrapt. advocaat bij het Hof van Cassatie. geschrapt.

Art. 27.In de artikelen 479 en 483 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

Art. 27.In de artikelen 479 en 483 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

bij de wetten van 10 oktober 1967, 3 juni 1971 en 28 juni 1983, worden bij de wetten van 10 oktober 1967, 3 juni 1971 en 28 juni 1983, worden
de woorden" een referendaris bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen de woorden" een referendaris bij het Hof van Cassatie ingevoegd tussen
de woorden" of een hof en de woorden" een lid van het Rekenhof. de woorden" of een hof en de woorden" een lid van het Rekenhof.

Art. 28.Aan artikel 43quater, derde lid, van de wet van 15 juni 1935

Art. 28.Aan artikel 43quater, derde lid, van de wet van 15 juni 1935

betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt de volgende betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt de volgende
volzin toegevoegd : volzin toegevoegd :
Een lid van de zetel en een lid van het parket moeten het bewijs Een lid van de zetel en een lid van het parket moeten het bewijs
leveren van de kennis van de Duitse taal. leveren van de kennis van de Duitse taal.

Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 43sexies ingevoegd,

Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 43sexies ingevoegd,

luidende : luidende :

Art. 43sexies.Het aantal referendarissen bij het Hof van Cassatie die

Art. 43sexies.Het aantal referendarissen bij het Hof van Cassatie die

door een diploma van doctor of licentiaat in de rechten het bewijs door een diploma van doctor of licentiaat in de rechten het bewijs
moeten leveren van de kennis van respectievelijk de Nederlandse en de moeten leveren van de kennis van respectievelijk de Nederlandse en de
Franse taal, wordt door het hof vastgesteld naar gelang van de Franse taal, wordt door het hof vastgesteld naar gelang van de
behoeften van de dienst. behoeften van de dienst.
Alle referendarissen moeten via een bijzonder examen het bewijs Alle referendarissen moeten via een bijzonder examen het bewijs
leveren van de kennis van de andere landstaal. Dit examen wordt leveren van de kennis van de andere landstaal. Dit examen wordt
afgelegd voor een examencommissie samengesteld op de wijze afgelegd voor een examencommissie samengesteld op de wijze
voorgeschreven door artikel 43quinquies. De Koning regelt de voorgeschreven door artikel 43quinquies. De Koning regelt de
organisatie van het examen en stelt de examenstof vast rekening organisatie van het examen en stelt de examenstof vast rekening
houdend met de behoeften eigen aan het werk van de referendarissen. houdend met de behoeften eigen aan het werk van de referendarissen.
Eén referendaris moet bovendien het bewijs leveren van de kennis van Eén referendaris moet bovendien het bewijs leveren van de kennis van
de Duitse taal via een bijzonder examen georganiseerd overeenkomstig de Duitse taal via een bijzonder examen georganiseerd overeenkomstig
het tweede lid. het tweede lid.

Art. 30.In tabel I, met als opschrift" Hof van Cassatie, gewijzigd

Art. 30.In tabel I, met als opschrift" Hof van Cassatie, gewijzigd

bij de wetten van 25 februari 1954, 25 juni 1964, 10 november 1970 en bij de wetten van 25 februari 1954, 25 juni 1964, 10 november 1970 en
2 juli 1974, gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de 2 juli 1974, gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de
rechterlijke inrichting, worden de derde, de vijfde, de achtste en de rechterlijke inrichting, worden de derde, de vijfde, de achtste en de
negende rubriek vervangen door de volgende rubrieken : negende rubriek vervangen door de volgende rubrieken :
raadsheren : 28; raadsheren : 28;
advocaten-generaal : 12; advocaten-generaal : 12;
griffiers : 6; griffiers : 6;
klerk-griffiers : 4. klerk-griffiers : 4.

Art. 31.In artikel 70, 2, van de wetten op de Raad van State,

Art. 31.In artikel 70, 2, van de wetten op de Raad van State,

gecoördineerd op 13 januari 1973, wordt na het eerste lid een nieuw gecoördineerd op 13 januari 1973, wordt na het eerste lid een nieuw
lid ingevoegd, luidende : lid ingevoegd, luidende :
Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris
bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de
uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin
van dat lid. van dat lid.

Art. 32.In artikel 71, 1, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt na

Art. 32.In artikel 71, 1, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt na

het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende : het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende :
Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris Voor de toepassing van het vorige lid wordt het ambt van referendaris
bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de bij het Hof van Cassatie gelijkgesteld met de ambten waarvan de
uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin uitoefening een nuttige juridische beroepservaring oplevert in de zin
van dat lid. van dat lid.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 mei 1997. Gegeven te Brussel, 6 mei 1997.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK S. DE CLERCK
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK S. DE CLERCK
^