← Terug naar "Wet tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel "
Wet tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel | Wet tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
6 DECEMBER 2000. - Wet tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 | 6 DECEMBER 2000. - Wet tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 |
februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en | februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en |
financieel herstel | financieel herstel |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
77 van de Grondwet. | 77 van de Grondwet. |
Art. 2.Artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische |
Art. 2.Artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische |
expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, opnieuw opgenomen | expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, opnieuw opgenomen |
bij de wet van 7 april 1999, wordt vervangen als volgt : | bij de wet van 7 april 1999, wordt vervangen als volgt : |
« Art. 23.§ 1. In afwijking van artikel 22, tweede lid, mogen deze |
« Art. 23.§ 1. In afwijking van artikel 22, tweede lid, mogen deze |
ambtenaren, wanneer zij optreden in het kader van de controle van de | ambtenaren, wanneer zij optreden in het kader van de controle van de |
gezinssituatie van de sociaal verzekerde, tussen 6 uur en 20 uur de | gezinssituatie van de sociaal verzekerde, tussen 6 uur en 20 uur de |
bewoonde lokalen betreden, mits naleving van de bepalingen van | bewoonde lokalen betreden, mits naleving van de bepalingen van |
onderhavig artikel. | onderhavig artikel. |
§ 2. Het bevoegde werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor | § 2. Het bevoegde werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor |
arbeidsvoorziening nodigt de sociaal verzekerde uit voor een | arbeidsvoorziening nodigt de sociaal verzekerde uit voor een |
hoorzitting met het oog op het nazicht van zijn gezinssituatie. Deze | hoorzitting met het oog op het nazicht van zijn gezinssituatie. Deze |
hoorzitting vindt plaats in het werkloosheidsbureau of in een ander | hoorzitting vindt plaats in het werkloosheidsbureau of in een ander |
lokaal waarover de Rijksdienst kan beschikken. | lokaal waarover de Rijksdienst kan beschikken. |
De uitnodiging gebeurt bij geschrift. Op straffe van nietigheid moet | De uitnodiging gebeurt bij geschrift. Op straffe van nietigheid moet |
dit geschrift : | dit geschrift : |
1° ten minste 10 dagen vóór de dag van de hoorzitting verzonden | 1° ten minste 10 dagen vóór de dag van de hoorzitting verzonden |
worden; | worden; |
2° melding maken van de reden van de uitnodiging en van de | 2° melding maken van de reden van de uitnodiging en van de |
mogelijkheid documenten voor te leggen die de verklaring betreffende | mogelijkheid documenten voor te leggen die de verklaring betreffende |
de gezinssituatie staven; de uitnodiging vermeldt een niet-limitatieve | de gezinssituatie staven; de uitnodiging vermeldt een niet-limitatieve |
lijst van dergelijke documenten. | lijst van dergelijke documenten. |
Indien de Rijksdienst bij het einde van deze hoorzitting nog twijfels | Indien de Rijksdienst bij het einde van deze hoorzitting nog twijfels |
heeft omtrent de juistheid van de verklaring inzake de gezinssituatie | heeft omtrent de juistheid van de verklaring inzake de gezinssituatie |
en oordeelt dat een bezoek van de bewoonde lokalen noodzakelijk is, | en oordeelt dat een bezoek van de bewoonde lokalen noodzakelijk is, |
deelt hij dit onmiddellijk mee aan de sociaal verzekerde en vraagt hij | deelt hij dit onmiddellijk mee aan de sociaal verzekerde en vraagt hij |
daartoe diens toestemming. De vraag gebeurt uitdrukkelijk en | daartoe diens toestemming. De vraag gebeurt uitdrukkelijk en |
ondubbelzinnig. | ondubbelzinnig. |
Deze vraag bevat de opsomming van de regels van artikel 8 van de wet | Deze vraag bevat de opsomming van de regels van artikel 8 van de wet |
van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtpleging in het | van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtpleging in het |
stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. | stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. |
De sociaal verzekerde wordt ingelicht over de mogelijkheid om een | De sociaal verzekerde wordt ingelicht over de mogelijkheid om een |
huisbezoek, bedoeld in het derde lid, te weigeren. Hij wordt tevens | huisbezoek, bedoeld in het derde lid, te weigeren. Hij wordt tevens |
ingelicht over de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een | ingelicht over de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een |
advocaat of een afgevaardigde van een erkende werknemersorganisatie, | advocaat of een afgevaardigde van een erkende werknemersorganisatie, |
indien hij met het bezoek instemt. | indien hij met het bezoek instemt. |
Het bezoek aan de bewoonde lokalen gebeurt door ten minste twee | Het bezoek aan de bewoonde lokalen gebeurt door ten minste twee |
ambtenaren, aangewezen krachtens artikel 22 van deze wet. | ambtenaren, aangewezen krachtens artikel 22 van deze wet. |
Er wordt een proces-verbaal opgesteld dat verslag uitbrengt van het | Er wordt een proces-verbaal opgesteld dat verslag uitbrengt van het |
verloop van het bezoek van de bewoonde lokalen of het gebouw, dat door | verloop van het bezoek van de bewoonde lokalen of het gebouw, dat door |
de ambtenaren wordt ondertekend en ter ondertekening aan de werkloze | de ambtenaren wordt ondertekend en ter ondertekening aan de werkloze |
wordt voorgelegd. | wordt voorgelegd. |
Indien de sociaal verzekerde zijn toestemming verleent, wordt hij | Indien de sociaal verzekerde zijn toestemming verleent, wordt hij |
verzocht een document te ondertekenen waarbij het huisbezoek wordt | verzocht een document te ondertekenen waarbij het huisbezoek wordt |
toegestaan. Deze toestemming doet geen afbreuk aan de verplichting de | toegestaan. Deze toestemming doet geen afbreuk aan de verplichting de |
bepaling van § 3, tweede lid, na te leven, indien een ander persoon | bepaling van § 3, tweede lid, na te leven, indien een ander persoon |
die het werkelijk genot heeft van de plaats, aanwezig is op het | die het werkelijk genot heeft van de plaats, aanwezig is op het |
tijdstip van het huisbezoek. | tijdstip van het huisbezoek. |
Indien de werkloze zich niet op de hoorzitting aanbiedt, geen | Indien de werkloze zich niet op de hoorzitting aanbiedt, geen |
toestemming verleent voor het bezoek van de lokalen of de gegeven | toestemming verleent voor het bezoek van de lokalen of de gegeven |
toestemming later intrekt, doet de directeur van het bureau uitspraak | toestemming later intrekt, doet de directeur van het bureau uitspraak |
op basis van de elementen waarover hij beschikt. | op basis van de elementen waarover hij beschikt. |
§ 3. De ambtenaren mogen overeenkomstig de wet van 7 juni 1969 tot | § 3. De ambtenaren mogen overeenkomstig de wet van 7 juni 1969 tot |
vaststelling van de tijd gedurende dewelke geen opsporing ten huize of | vaststelling van de tijd gedurende dewelke geen opsporing ten huize of |
huiszoeking mag worden verricht, en § 1, de bewoonde lokalen betreden | huiszoeking mag worden verricht, en § 1, de bewoonde lokalen betreden |
mits toestemming van de persoon die het werkelijk genot heeft van de | mits toestemming van de persoon die het werkelijk genot heeft van de |
plaats. Deze toestemming moet schriftelijk en voorafgaand aan de | plaats. Deze toestemming moet schriftelijk en voorafgaand aan de |
aanvang van het huisbezoek gegeven worden. | aanvang van het huisbezoek gegeven worden. |
§ 4. De sociaal verzekerde wordt ingelicht over de mogelijkheid om een | § 4. De sociaal verzekerde wordt ingelicht over de mogelijkheid om een |
schriftelijke of mondelinge klacht bij de bevoegde federale ombudsman | schriftelijke of mondelinge klacht bij de bevoegde federale ombudsman |
in te dienen aangaande het optreden van de Rijksdienst voor | in te dienen aangaande het optreden van de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening inzake de controle op de gezinstoestand, | Arbeidsvoorziening inzake de controle op de gezinstoestand, |
overeenkomstig artikel 8 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling | overeenkomstig artikel 8 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling |
van federale ombudsmannen. » | van federale ombudsmannen. » |
Art. 3.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch |
Art. 3.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch |
Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 6 december 2000. | Gegeven te Brussel, 6 december 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 1999-2000. | (1) Zitting 1999-2000. |
Kamer van volksvertegenwoordigers : | Kamer van volksvertegenwoordigers : |
Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp. Amendement. Verslag namens de | Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp. Amendement. Verslag namens de |
Commissie. | Commissie. |
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de | Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de |
Senaat. | Senaat. |
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming zonder | Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming zonder |
amendementen. Vergadering van 13 en 14 juli 2000. | amendementen. Vergadering van 13 en 14 juli 2000. |
Senaat : | Senaat : |
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer. | Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer. |
Verslag namens de commissie. | Verslag namens de commissie. |
Tekst aangenomen door de commissie. Amendement ingediend na de | Tekst aangenomen door de commissie. Amendement ingediend na de |
goedkeuring. | goedkeuring. |
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter | Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter |
bekrachtiging voorgelegd. | bekrachtiging voorgelegd. |
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming zonder | Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming zonder |
amendementen. Vergadering van 23 november 2000. | amendementen. Vergadering van 23 november 2000. |