Wet tot beperking van de cumulatie van het ambt van bestendig afgevaardigde met andere ambten en tot harmonisering van het financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde | Wet tot beperking van de cumulatie van het ambt van bestendig afgevaardigde met andere ambten en tot harmonisering van het financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde |
---|---|
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN MINISTERIE VAN FINANCIEN |
4 MEI 1999. - Wet tot beperking van de cumulatie van het ambt van | 4 MEI 1999. - Wet tot beperking van de cumulatie van het ambt van |
bestendig afgevaardigde met andere ambten en tot harmonisering van het | bestendig afgevaardigde met andere ambten en tot harmonisering van het |
financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde (1) | financieel en fiscaal statuut van de bestendig afgevaardigde (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de proviciewet | HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de proviciewet |
Art. 2.In artikel 61, eerste lid, van de provinciewet, gewijzigd bij |
Art. 2.In artikel 61, eerste lid, van de provinciewet, gewijzigd bij |
de wet van 6 januari 1984, wordt de tweede volzin vervangen als volgt | de wet van 6 januari 1984, wordt de tweede volzin vervangen als volgt |
: | : |
« Met uitzondering van de leden van de bestendige deputatie, ontvangen | « Met uitzondering van de leden van de bestendige deputatie, ontvangen |
de provincieraadsleden presentiegeld als zij deelnemen aan de | de provincieraadsleden presentiegeld als zij deelnemen aan de |
vergaderingen van de provincieraad en aan de vergaderingen van de | vergaderingen van de provincieraad en aan de vergaderingen van de |
commissies en van de afdelingen. ». | commissies en van de afdelingen. ». |
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 97bis ingevoegd, luidende : |
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 97bis ingevoegd, luidende : |
« Art. 97bis.Het ambt van lid van de bestendige deputatie kan worden |
« Art. 97bis.Het ambt van lid van de bestendige deputatie kan worden |
gecumuleerd met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat. | gecumuleerd met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat. |
Als bezoldigde uitvoerende mandaten in de zin van het vorige lid | Als bezoldigde uitvoerende mandaten in de zin van het vorige lid |
worden beschouwd : | worden beschouwd : |
1° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend | 1° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend |
als vertegenwoordiger van het Rijk van een gemeenschap, van een | als vertegenwoordiger van het Rijk van een gemeenschap, van een |
gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat | gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat |
meer bevoegdheid verleent dan het loutere lidmaatschap van de algemene | meer bevoegdheid verleent dan het loutere lidmaatschap van de algemene |
vergadering of van de raad van bestuur van die instelling en ongeacht | vergadering of van de raad van bestuur van die instelling en ongeacht |
het daaraan verbonden inkomen; | het daaraan verbonden inkomen; |
2° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend | 2° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend |
als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een | als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een |
gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat | gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat |
een maandelijks belastbaar bruto-inkomen oplevert van minstens 20 000 | een maandelijks belastbaar bruto-inkomen oplevert van minstens 20 000 |
frank. Dat bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de | frank. Dat bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de |
consumptieprijzen. ». | consumptieprijzen. ». |
Art. 4.Artikel 105 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 24 |
Art. 4.Artikel 105 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 24 |
april 1958 en 6 juli 1987, wordt vervangen door de volgende bepaling : | april 1958 en 6 juli 1987, wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« Art. 105.§ 1. De leden van de bestendige deputatie genieten een |
« Art. 105.§ 1. De leden van de bestendige deputatie genieten een |
wedde waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de parlementaire | wedde waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de parlementaire |
vergoeding voor het mandaat van senator. | vergoeding voor het mandaat van senator. |
§ 2. Zij ontvangen een forfaitaire vergoeding die alle kosten dekt | § 2. Zij ontvangen een forfaitaire vergoeding die alle kosten dekt |
verbonden aan de uitoefening van hun ambt. | verbonden aan de uitoefening van hun ambt. |
Het bedrag van die vergoeding is gelijk aan de forfaitaire vergoeding | Het bedrag van die vergoeding is gelijk aan de forfaitaire vergoeding |
die voor de in het raam van het mandaat van senator gemaakte kosten | die voor de in het raam van het mandaat van senator gemaakte kosten |
wordt toegekend. | wordt toegekend. |
De leden van de bestendige deputatie die buiten de | De leden van de bestendige deputatie die buiten de |
provinciehoofdplaats verblijven, ontvangen evenwel een | provinciehoofdplaats verblijven, ontvangen evenwel een |
reiskostenvergoeding overeenkomstig de door de provincieraad | reiskostenvergoeding overeenkomstig de door de provincieraad |
vastgesteld regels. | vastgesteld regels. |
§ 3. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, | § 3. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, |
ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van de bestendige | ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van de bestendige |
deputatie naast zijn mandaat als bestendig afgevaardigde uitgeoefende | deputatie naast zijn mandaat als bestendig afgevaardigde uitgeoefende |
activiteiten, mag de helft van het bedrag van de in § 1 vastgestelde | activiteiten, mag de helft van het bedrag van de in § 1 vastgestelde |
wedden niet overschrijden. | wedden niet overschrijden. |
Voor de berekening van het bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, | Voor de berekening van het bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, |
wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een | wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een |
openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke | openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke |
aard. | aard. |
Zo het in het eerste lid vastgestelde plafond wordt overschreden, | Zo het in het eerste lid vastgestelde plafond wordt overschreden, |
wordt het bedrag van de in het tweede lid bedoelde vergoedingen, | wordt het bedrag van de in het tweede lid bedoelde vergoedingen, |
wedden of presentiegelden die voortvloeien uit de uitoefening van een | wedden of presentiegelden die voortvloeien uit de uitoefening van een |
openbaar mandaat, openbaar functie of openbaar ambt van politieke | openbaar mandaat, openbaar functie of openbaar ambt van politieke |
aard, verminderd tot het passende beloop. | aard, verminderd tot het passende beloop. |
Nemen de in het eerste en tweede lid vermelde activiteiten een aanvang | Nemen de in het eerste en tweede lid vermelde activiteiten een aanvang |
of een einde tijdens de duur van het mandaat, dan brengt het betrokken | of een einde tijdens de duur van het mandaat, dan brengt het betrokken |
lid van de bestendige deputatie de voorzitter van de provincieraad | lid van de bestendige deputatie de voorzitter van de provincieraad |
daarvan op de hoogte. | daarvan op de hoogte. |
§ 4. De provincieraad stelt het bedrag van de wedden en van de | § 4. De provincieraad stelt het bedrag van de wedden en van de |
forfaitaire vergoeding, bedoeld in § 1 en § 2, eerste lid, vast. | forfaitaire vergoeding, bedoeld in § 1 en § 2, eerste lid, vast. |
Bovendien stelt de raad het bedrag vast van de vergoeding waarin § 2, | Bovendien stelt de raad het bedrag vast van de vergoeding waarin § 2, |
derde lid, voorziet. | derde lid, voorziet. |
De raad regelt de wijze waarop de in § 3 omschreven regels worden | De raad regelt de wijze waarop de in § 3 omschreven regels worden |
toegepast. | toegepast. |
§ 5. De gewezen leden van de bestendige deputatie of hun | § 5. De gewezen leden van de bestendige deputatie of hun |
rechtverkrijgenden ontvangen een pensioen, waarvan de provincieraad de | rechtverkrijgenden ontvangen een pensioen, waarvan de provincieraad de |
voorwaarden en de wijze van toekenning vaststelt. ». | voorwaarden en de wijze van toekenning vaststelt. ». |
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Wetboek | HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Wetboek |
van de inkomstenbelastingen 1992 | van de inkomstenbelastingen 1992 |
Art. 5.In artikel 27, tweede lid, 5°, van het Wetboek van de |
Art. 5.In artikel 27, tweede lid, 5°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992, worden na de woorden « en het Europees | inkomstenbelastingen 1992, worden na de woorden « en het Europees |
Parlement » de woorden « en de provincieraden » ingevoegd. | Parlement » de woorden « en de provincieraden » ingevoegd. |
Art. 6.Artikel 31 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het |
Art. 6.Artikel 31 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het |
volgende lid : | volgende lid : |
« Als bezoldigingen zijn eveneens belastbaar, de wedden en | « Als bezoldigingen zijn eveneens belastbaar, de wedden en |
vergoedingen van de leden van de bestendige deputatie, met | vergoedingen van de leden van de bestendige deputatie, met |
uitzondering van de terugbetaling van de kosten verbonden aan de | uitzondering van de terugbetaling van de kosten verbonden aan de |
uitoefening van het ambt. ». | uitoefening van het ambt. ». |
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding | HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding |
Art. 7.Deze wet treedt in werking bij de eerstvolgende algehele |
Art. 7.Deze wet treedt in werking bij de eerstvolgende algehele |
vernieuwing van de provincieraden, met uitzondering van artikel 3, dat | vernieuwing van de provincieraden, met uitzondering van artikel 3, dat |
in werking treedt op 31 januari 2001. | in werking treedt op 31 januari 2001. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999. | Gegeven te Brussel, 4 mei 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
J.-J. VISEUR | J.-J. VISEUR |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Gewone zitting 1997-1998. | (1) Gewone zitting 1997-1998. |
Senaat. | Senaat. |
Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 1-986/1. - Amendementen, | Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 1-986/1. - Amendementen, |
nrs. 1-986/2 en 3. - Verslag, nr. 1-986/4. - Tekst aangenomen door de | nrs. 1-986/2 en 3. - Verslag, nr. 1-986/4. - Tekst aangenomen door de |
Commissie, nr. 1-986/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en | Commissie, nr. 1-986/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en |
overgezonden aan de Kamer, nr. 1-986/6. | overgezonden aan de Kamer, nr. 1-986/6. |
Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming, vergadering van | Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming, vergadering van |
16 juli 1998. | 16 juli 1998. |
Kamer van Volksvertegenwoordigers. | Kamer van Volksvertegenwoordigers. |
Parlementaire bescheid. - Ontwerp overgzonden door de Senaat, nr. | Parlementaire bescheid. - Ontwerp overgzonden door de Senaat, nr. |
1687/1. | 1687/1. |
Gewone zitting 1998-1999. | Gewone zitting 1998-1999. |
Kamer van Volksvertegenwoordigers. | Kamer van Volksvertegenwoordigers. |
Parlementaire bescheiden. - Amendementen nrs. 1687/2 tot 4. - Verslag, | Parlementaire bescheiden. - Amendementen nrs. 1687/2 tot 4. - Verslag, |
nr. 1687/5. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1687/6. - Tekst | nr. 1687/5. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1687/6. - Tekst |
aangenomen in de plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, | aangenomen in de plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, |
nr. 1687/7. - | nr. 1687/7. - |
Handelingen van de Kamer. - Bespreking en aanneming, vergaderingen van | Handelingen van de Kamer. - Bespreking en aanneming, vergaderingen van |
9, 24 en 25 februari 1999. | 9, 24 en 25 februari 1999. |
Senaat. | Senaat. |
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp geamendeerd door de Kamer van | Parlementaire bescheiden. - Ontwerp geamendeerd door de Kamer van |
Volksvertegenwoordigers, nr. 1-986/7. - Verslag, nr. 1-986/8. - Tekst | Volksvertegenwoordigers, nr. 1-986/7. - Verslag, nr. 1-986/8. - Tekst |
aangenomen door de Commissie, nr. 1-986/9. - Beslissing om in te | aangenomen door de Commissie, nr. 1-986/9. - Beslissing om in te |
stemmen met het door de Kamer van Volksvertegenwoordigers geamendeerde | stemmen met het door de Kamer van Volksvertegenwoordigers geamendeerde |
ontwerp, nr. 1-986/10. | ontwerp, nr. 1-986/10. |
Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aaneming, vergadering van | Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aaneming, vergadering van |
25 maart 1999. | 25 maart 1999. |