← Terug naar "Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. - Erratum"
| Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. - Erratum | Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. - Erratum |
|---|---|
| 19 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de | 19 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de |
| rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten | rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten |
| betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de | betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de |
| Raad van State. - Erratum | Raad van State. - Erratum |
| In het Belgisch Staatsblad van 2 december 2024, n° Cm- 2024/010918, | In het Belgisch Staatsblad van 2 december 2024, n° Cm- 2024/010918, |
| bladzijde 130593, moet navolgende tekst na het verslag aan de Koning | bladzijde 130593, moet navolgende tekst na het verslag aan de Koning |
| (bladzijde 130593) en voor het dispositief van het koninklijk besluit | (bladzijde 130593) en voor het dispositief van het koninklijk besluit |
| van 19 november 2024 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding | van 19 november 2024 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding |
| en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor | en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor |
| de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (bladzijde | de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (bladzijde |
| 130600) worden toegevoegd: | 130600) worden toegevoegd: |
| RAAD VAN STATE | RAAD VAN STATE |
| afdeling Wetgeving | afdeling Wetgeving |
| Advies 77.089/4 van 14 oktober 2024 over een ontwerp van koninklijk | Advies 77.089/4 van 14 oktober 2024 over een ontwerp van koninklijk |
| besluit `tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot | besluit `tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot |
| wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de | wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de |
| afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State' | afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State' |
| Op 27 september 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 27 september 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
| Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en | Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en |
| Democratische Vernieuwing verzocht binnen een termijn van dertig dagen | Democratische Vernieuwing verzocht binnen een termijn van dertig dagen |
| een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot | een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot |
| bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van | bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van |
| diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling | diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling |
| bestuursrechtspraak van de Raad van State'. | bestuursrechtspraak van de Raad van State'. |
| Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 14 oktober 2024. De | Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 14 oktober 2024. De |
| kamer was samengesteld uit Bernard BLERO, kamervoorzitter, Géraldine | kamer was samengesteld uit Bernard BLERO, kamervoorzitter, Géraldine |
| ROSOUX en Dimitri YERNAULT, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK | ROSOUX en Dimitri YERNAULT, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK |
| en Philippe DE BRUYCKER, assessoren, en Charles Henri VAN HOVE, | en Philippe DE BRUYCKER, assessoren, en Charles Henri VAN HOVE, |
| griffier. | griffier. |
| Het verslag is uitgebracht door Anne Stéphanie RENSON, auditeur, en | Het verslag is uitgebracht door Anne Stéphanie RENSON, auditeur, en |
| Ahmed TIOURIRINE, adjunct-auditeur. | Ahmed TIOURIRINE, adjunct-auditeur. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
| advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. | advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. |
| Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 14 oktober | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 14 oktober |
| 2024. | 2024. |
| Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op | eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op |
| 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel | 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel |
| 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de | 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de |
| rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de | rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de |
| handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. | handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. |
| Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
| volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
| ALGEMENE OPMERKING | ALGEMENE OPMERKING |
| Verschillende bepalingen van het ontwerp zijn een parafrasering van | Verschillende bepalingen van het ontwerp zijn een parafrasering van |
| artikel 17 van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 | artikel 17 van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 |
| januari 1973 (hierna: de "gecoördineerde wetten"). 1 | januari 1973 (hierna: de "gecoördineerde wetten"). 1 |
| Zo bijvoorbeeld, | Zo bijvoorbeeld, |
| - is artikel 4, § 1, eerste lid, 5°, een parafrasering van artikel 17, | - is artikel 4, § 1, eerste lid, 5°, een parafrasering van artikel 17, |
| § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wetten; | § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wetten; |
| - is artikel 5, § 1, een parafrasering van artikel 17, § 4, eerste | - is artikel 5, § 1, een parafrasering van artikel 17, § 4, eerste |
| lid, van de gecoördineerde wetten, maar brengt het daarin een aantal | lid, van de gecoördineerde wetten, maar brengt het daarin een aantal |
| preciseringen aan; | preciseringen aan; |
| - is artikel 9, § 1, een parafrasering van artikel 17, § 5, eerste | - is artikel 9, § 1, een parafrasering van artikel 17, § 5, eerste |
| lid, van de gecoördineerde wetten, maar brengt het daarin een aantal | lid, van de gecoördineerde wetten, maar brengt het daarin een aantal |
| preciseringen aan. | preciseringen aan. |
| Zoals de afdeling Wetgeving reeds eerder opgemerkt heeft, moeten | Zoals de afdeling Wetgeving reeds eerder opgemerkt heeft, moeten |
| bepalingen die er alleen toe strekken een hogere norm in herinnering | bepalingen die er alleen toe strekken een hogere norm in herinnering |
| te brengen door die over te nemen of te parafraseren, in principe | te brengen door die over te nemen of te parafraseren, in principe |
| weggelaten worden. Dergelijke bepalingen zijn niet alleen overbodig, | weggelaten worden. Dergelijke bepalingen zijn niet alleen overbodig, |
| maar hebben daarenboven tot gevolg dat de werkelijke aard van de | maar hebben daarenboven tot gevolg dat de werkelijke aard van de |
| hogere regeling verhuld wordt. Door die hogere regeling over te nemen | hogere regeling verhuld wordt. Door die hogere regeling over te nemen |
| handelt de steller van het ontwerp alsof hij bevoegd is om ze uit te | handelt de steller van het ontwerp alsof hij bevoegd is om ze uit te |
| vaardigen en dus te wijzigen. | vaardigen en dus te wijzigen. |
| Aangezien het overduidelijk nuttig is voor de leesbaarheid van het | Aangezien het overduidelijk nuttig is voor de leesbaarheid van het |
| ontworpen dispositief 2 dat sommige bepalingen van artikel 17 van de | ontworpen dispositief 2 dat sommige bepalingen van artikel 17 van de |
| gecoördineerde wetten overgenomen worden, dient men in casu evenwel in | gecoördineerde wetten overgenomen worden, dient men in casu evenwel in |
| de tekst te vermelden dat die normen pro memorie vermeld worden, | de tekst te vermelden dat die normen pro memorie vermeld worden, |
| bijvoorbeeld door gebruik te maken van de formule "Overeenkomstig | bijvoorbeeld door gebruik te maken van de formule "Overeenkomstig |
| artikel 17 (...) van de gecoördineerde wetten" 3. | artikel 17 (...) van de gecoördineerde wetten" 3. |
| Het ontwerp moet in die zin worden herzien. | Het ontwerp moet in die zin worden herzien. |
| BIJZONDERE OPMERKINGEN | BIJZONDERE OPMERKINGEN |
| AANHEF | AANHEF |
| In het eerste lid hoort niet verwezen te worden naar de artikelen 17 | In het eerste lid hoort niet verwezen te worden naar de artikelen 17 |
| en 21, derde lid, van de gecoördineerde wetten, aangezien die | en 21, derde lid, van de gecoördineerde wetten, aangezien die |
| bepalingen geen rechtsgrond vormen van het voorliggende ontwerp. | bepalingen geen rechtsgrond vormen van het voorliggende ontwerp. |
| Aangezien artikel 17 van de gecoördineerde wetten deel uitmaakt van de | Aangezien artikel 17 van de gecoördineerde wetten deel uitmaakt van de |
| juridische context waarin dit ontwerp vastgesteld wordt, kan die | juridische context waarin dit ontwerp vastgesteld wordt, kan die |
| bepaling vermeld worden in de vorm van een overweging die na de | bepaling vermeld worden in de vorm van een overweging die na de |
| aanhefverwijzingen moet komen. | aanhefverwijzingen moet komen. |
| DISPOSITIEF | DISPOSITIEF |
| Artikel 1 | Artikel 1 |
| Onverminderd de opmerking bij artikel 2 en in het licht van de | Onverminderd de opmerking bij artikel 2 en in het licht van de |
| artikelen 2, eerste lid, en 27, 4 is de definitie van het begrip | artikelen 2, eerste lid, en 27, 4 is de definitie van het begrip |
| "werkdag" in punt 9° zinloos en dient deze te worden weggelaten. | "werkdag" in punt 9° zinloos en dient deze te worden weggelaten. |
| Artikel 2 | Artikel 2 |
| In het eerste lid wordt een opsomming gegeven van de artikelen van het | In het eerste lid wordt een opsomming gegeven van de artikelen van het |
| besluit van de Regent van 23 augustus 1948 `tot regeling van de | besluit van de Regent van 23 augustus 1948 `tot regeling van de |
| rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van | rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van |
| State' (hierna: de "algemene procedureregeling") die "in voorkomend | State' (hierna: de "algemene procedureregeling") die "in voorkomend |
| geval" 5 van toepassing zijn op de procedures in administratief kort | geval" 5 van toepassing zijn op de procedures in administratief kort |
| geding. | geding. |
| Voorts worden in het vervolg van het dispositief nog andere bepalingen | Voorts worden in het vervolg van het dispositief nog andere bepalingen |
| van de algemene procedureregeling van toepassing verklaard op de | van de algemene procedureregeling van toepassing verklaard op de |
| procedure in kort geding.6 | procedure in kort geding.6 |
| In het verslag aan de Koning staat in dat verband: | In het verslag aan de Koning staat in dat verband: |
| "Artikel 2, eerste lid, van het ontwerp herneemt de bepalingen van de | "Artikel 2, eerste lid, van het ontwerp herneemt de bepalingen van de |
| artikelen 2 en 42 van het koninklijk besluit van 5 december 1991, die | artikelen 2 en 42 van het koninklijk besluit van 5 december 1991, die |
| bepalen welke bepalingen van de algemene procedureregeling van | bepalen welke bepalingen van de algemene procedureregeling van |
| toepassing zijn op de procedures in administratief kort geding. Daar | toepassing zijn op de procedures in administratief kort geding. Daar |
| zijn in het bijzonder aan toegevoegd de artikelen 16 en 25 van die | zijn in het bijzonder aan toegevoegd de artikelen 16 en 25 van die |
| regeling, die de onderzoeksmaatregelen bepalen die de staatsraden en | regeling, die de onderzoeksmaatregelen bepalen die de staatsraden en |
| leden van het auditoraat kunnen nemen in de beroepen waarmee zij zijn | leden van het auditoraat kunnen nemen in de beroepen waarmee zij zijn |
| belast. Die maatregelen zijn eveneens van toepassing in het kader van | belast. Die maatregelen zijn eveneens van toepassing in het kader van |
| het administratief kort geding en de lijst van de bepalingen van de | het administratief kort geding en de lijst van de bepalingen van de |
| algemene procedureregeling waarnaar in dit lid wordt verwezen, is hoe | algemene procedureregeling waarnaar in dit lid wordt verwezen, is hoe |
| dan ook niet limitatief. Andere bepalingen kunnen derhalve in het | dan ook niet limitatief. Andere bepalingen kunnen derhalve in het |
| administratief kort geding worden toegepast, voor zover de toepassing | administratief kort geding worden toegepast, voor zover de toepassing |
| ervan niet onverenigbaar is met de bepalingen van het voorliggende | ervan niet onverenigbaar is met de bepalingen van het voorliggende |
| ontwerp van besluit." | ontwerp van besluit." |
| In tegenstelling tot hetgeen uit de redactie van het eerste lid lijkt | In tegenstelling tot hetgeen uit de redactie van het eerste lid lijkt |
| voort te vloeien, blijkt uit het verslag aan de Koning dat de | voort te vloeien, blijkt uit het verslag aan de Koning dat de |
| opsomming in dat lid niet limitatief is. | opsomming in dat lid niet limitatief is. |
| In zoverre de bedoeling van de steller van het ontwerp, zoals die | In zoverre de bedoeling van de steller van het ontwerp, zoals die |
| blijkt uit het verslag aan de Koning, erin lijkt te bestaan om de | blijkt uit het verslag aan de Koning, erin lijkt te bestaan om de |
| regels vastgesteld in de algemene procedureregeling van toepassing te | regels vastgesteld in de algemene procedureregeling van toepassing te |
| verklaren, tenzij in het thans voorliggende ontwerp bepalingen zijn | verklaren, tenzij in het thans voorliggende ontwerp bepalingen zijn |
| opgenomen die daarvan afwijken, dient het eerste lid aldus | opgenomen die daarvan afwijken, dient het eerste lid aldus |
| geherformuleerd te worden dat het overeenstemt met de nagestreefde | geherformuleerd te worden dat het overeenstemt met de nagestreefde |
| doelstelling. 7 Het verdient aanbeveling het verslag aan de Koning in | doelstelling. 7 Het verdient aanbeveling het verslag aan de Koning in |
| dat geval aan te vullen met een lijst (die niet noodgedwongen | dat geval aan te vullen met een lijst (die niet noodgedwongen |
| limitatief dient te zijn) van artikelen van de algemene | limitatief dient te zijn) van artikelen van de algemene |
| procedureregeling die van toepassing zijn op de procedure in | procedureregeling die van toepassing zijn op de procedure in |
| administratief kort geding. | administratief kort geding. |
| Het ontwerp moet in het licht van deze opmerking opnieuw worden | Het ontwerp moet in het licht van deze opmerking opnieuw worden |
| onderzocht. | onderzocht. |
| Artikel 3 | Artikel 3 |
| De afdeling Wetgeving vraagt zich af hoe ten aanzien van de artikelen | De afdeling Wetgeving vraagt zich af hoe ten aanzien van de artikelen |
| 10 en 11 van de Grondwet en van het recht op toegang tot een rechter | 10 en 11 van de Grondwet en van het recht op toegang tot een rechter |
| zoals gewaarborgd wordt bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | zoals gewaarborgd wordt bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
| rechten van de mens, te verantwoorden valt dat in paragraaf 3 de | rechten van de mens, te verantwoorden valt dat in paragraaf 3 de |
| mogelijkheid om in gevallen van uiterst dringende noodzakelijkheid een | mogelijkheid om in gevallen van uiterst dringende noodzakelijkheid een |
| kopie van het verzoekschrift per bode aan de Raad van State te laten | kopie van het verzoekschrift per bode aan de Raad van State te laten |
| bezorgen, enkel geboden wordt aan de verzoekende partij voor wie de | bezorgen, enkel geboden wordt aan de verzoekende partij voor wie de |
| elektronische procesvoering niet verplicht is, en niet aan elke | elektronische procesvoering niet verplicht is, en niet aan elke |
| verzoekende partij die geen toegang heeft tot het elektronisch | verzoekende partij die geen toegang heeft tot het elektronisch |
| platform wegens problemen met het informaticasysteem. | platform wegens problemen met het informaticasysteem. |
| Het is immers denkbaar dat in dat specifieke geval van uiterst | Het is immers denkbaar dat in dat specifieke geval van uiterst |
| dringende noodzakelijkheid en van tijdelijke onbeschikbaarheid van het | dringende noodzakelijkheid en van tijdelijke onbeschikbaarheid van het |
| elektronisch platform de verzoekende partij voor wie de elektronische | elektronisch platform de verzoekende partij voor wie de elektronische |
| procesvoering verplicht is een kopie van haar verzoekschrift per bode | procesvoering verplicht is een kopie van haar verzoekschrift per bode |
| kan bezorgen aan de Raad van State tegen ontvangstbewijs (het | kan bezorgen aan de Raad van State tegen ontvangstbewijs (het |
| verzoekschrift zelf dient vervolgens evenwel, in overeenstemming met | verzoekschrift zelf dient vervolgens evenwel, in overeenstemming met |
| artikel 17, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten, ingediend | artikel 17, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten, ingediend |
| te worden volgens de elektronische procedure). | te worden volgens de elektronische procedure). |
| Paragraaf 3 moet in het licht van deze opmerking opnieuw worden | Paragraaf 3 moet in het licht van deze opmerking opnieuw worden |
| onderzocht. | onderzocht. |
| Artikel 5 | Artikel 5 |
| 1. Paragraaf 1, eerste lid, luidt als volgt: | 1. Paragraaf 1, eerste lid, luidt als volgt: |
| "Binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de betaling | "Binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de betaling |
| die met toepassing van artikel 4, § 6, wordt verricht, stelt de | die met toepassing van artikel 4, § 6, wordt verricht, stelt de |
| voorzitter in overleg met de auditeur de procedurekalender bij | voorzitter in overleg met de auditeur de procedurekalender bij |
| beschikking vast." | beschikking vast." |
| Zoals de bepaling is gesteld, blijft er twijfel bestaan omtrent de | Zoals de bepaling is gesteld, blijft er twijfel bestaan omtrent de |
| vraag of het beginpunt van de termijn die daarin wordt vermeld | vraag of het beginpunt van de termijn die daarin wordt vermeld |
| overeenstemt met het ogenblik waarop het rolrecht en de bijdrage | overeenstemt met het ogenblik waarop het rolrecht en de bijdrage |
| bedoeld in artikel 4, § 6, van het ontwerp door de schuldenaar zijn | bedoeld in artikel 4, § 6, van het ontwerp door de schuldenaar zijn |
| betaald dan wel met de datum waarop de rekening waarvan sprake is in | betaald dan wel met de datum waarop de rekening waarvan sprake is in |
| artikel 71, eerste lid, van de algemene procedureregeling gecrediteerd | artikel 71, eerste lid, van de algemene procedureregeling gecrediteerd |
| is. | is. |
| Ter wille van de rechtszekerheid verdient het aanbeveling om in | Ter wille van de rechtszekerheid verdient het aanbeveling om in |
| paragraaf 1, eerste lid, de woorden "te rekenen vanaf de betaling die | paragraaf 1, eerste lid, de woorden "te rekenen vanaf de betaling die |
| met toepassing van artikel 4, § 6, wordt verricht" te vervangen door | met toepassing van artikel 4, § 6, wordt verricht" te vervangen door |
| de woorden "te rekenen vanaf de dag waarop de rekening bedoeld in | de woorden "te rekenen vanaf de dag waarop de rekening bedoeld in |
| artikel 71, eerste lid, van de algemene procedureregeling gecrediteerd | artikel 71, eerste lid, van de algemene procedureregeling gecrediteerd |
| is". | is". |
| 2. Paragraaf 1, tweede lid, 3°, tweede zin, is een parafrasering van | 2. Paragraaf 1, tweede lid, 3°, tweede zin, is een parafrasering van |
| artikel 17, § 4, eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten | artikel 17, § 4, eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten |
| met dien verstande dat daarin de woorden "volgens dezelfde regels" en | met dien verstande dat daarin de woorden "volgens dezelfde regels" en |
| "met name" zijn toegevoegd. | "met name" zijn toegevoegd. |
| In het verslag aan de Koning staat in dat verband: | In het verslag aan de Koning staat in dat verband: |
| "Het 3° laat op algemene wijze toe dat deze beschikking kan worden | "Het 3° laat op algemene wijze toe dat deze beschikking kan worden |
| gewijzigd na kennisgeving ervan, om rekening te houden met | gewijzigd na kennisgeving ervan, om rekening te houden met |
| derde-belanghebbenden die aanvankelijk niet in aanmerking werden | derde-belanghebbenden die aanvankelijk niet in aanmerking werden |
| genomen of met elke andere omstandigheid die dergelijke wijziging | genomen of met elke andere omstandigheid die dergelijke wijziging |
| rechtvaardigt." | rechtvaardigt." |
| Het is dus klaarblijkelijk de bedoeling van de steller van het ontwerp | Het is dus klaarblijkelijk de bedoeling van de steller van het ontwerp |
| om een wijziging van de beschikking mogelijk te maken zodra een | om een wijziging van de beschikking mogelijk te maken zodra een |
| omstandigheid dit rechtvaardigt, zonder die mogelijkheid te beperken | omstandigheid dit rechtvaardigt, zonder die mogelijkheid te beperken |
| tot het geval waarin het erom gaat de tussenkomst mogelijk te maken | tot het geval waarin het erom gaat de tussenkomst mogelijk te maken |
| van derden-belanghebbenden die aanvankelijk niet in aanmerking werden | van derden-belanghebbenden die aanvankelijk niet in aanmerking werden |
| genomen. | genomen. |
| De toevoeging van de woorden "volgens dezelfde regels" en "met name" | De toevoeging van de woorden "volgens dezelfde regels" en "met name" |
| zorgt niet voor een tegenstelling met hetgeen bepaald wordt in artikel | zorgt niet voor een tegenstelling met hetgeen bepaald wordt in artikel |
| 17, § 4, eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten, | 17, § 4, eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten, |
| aangezien de toevoeging van andere gevallen die aanleiding kunnen | aangezien de toevoeging van andere gevallen die aanleiding kunnen |
| geven tot een wijziging van de beschikking niet uitdrukkelijk | geven tot een wijziging van de beschikking niet uitdrukkelijk |
| uitgesloten wordt in artikel 17 van de gecoördineerde wetten en de | uitgesloten wordt in artikel 17 van de gecoördineerde wetten en de |
| wijziging van de beschikking in die andere gevallen onderworpen is aan | wijziging van de beschikking in die andere gevallen onderworpen is aan |
| dezelfde regels voor de vaststelling ervan, namelijk dat dit in | dezelfde regels voor de vaststelling ervan, namelijk dat dit in |
| overleg met de auditeur gebeurt. Die toevoeging is evenmin in strijd | overleg met de auditeur gebeurt. Die toevoeging is evenmin in strijd |
| met de parlementaire voorbereiding met betrekking tot artikel 17, § 4, | met de parlementaire voorbereiding met betrekking tot artikel 17, § 4, |
| eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten. 8 | eerste lid, laatste zin, van de gecoördineerde wetten. 8 |
| Voor zover de beschikking kan worden gewijzigd wanneer de | Voor zover de beschikking kan worden gewijzigd wanneer de |
| omstandigheden dit rechtvaardigen en niet uitsluitend om de | omstandigheden dit rechtvaardigen en niet uitsluitend om de |
| tussenkomst van derden-belanghebbenden mogelijk te maken, wordt | tussenkomst van derden-belanghebbenden mogelijk te maken, wordt |
| voorgesteld om de woorden "met name" in het tweede lid, 3°, tweede | voorgesteld om de woorden "met name" in het tweede lid, 3°, tweede |
| zin, weg te laten en om paragraaf 1 aan te vullen met een lid waarin | zin, weg te laten en om paragraaf 1 aan te vullen met een lid waarin |
| wordt bepaald dat de in het eerste lid vermelde beschikking in overleg | wordt bepaald dat de in het eerste lid vermelde beschikking in overleg |
| met de auditeur kan worden gewijzigd wanneer andere omstandigheden dan | met de auditeur kan worden gewijzigd wanneer andere omstandigheden dan |
| die welke vermeld worden in het tweede lid, 3°, tweede zin, dit | die welke vermeld worden in het tweede lid, 3°, tweede zin, dit |
| rechtvaardigen. | rechtvaardigen. |
| Dezelfde opmerking geldt voor het ontworpen artikel 9, § 1, tweede | Dezelfde opmerking geldt voor het ontworpen artikel 9, § 1, tweede |
| lid, 3°. | lid, 3°. |
| Artikel 8 | Artikel 8 |
| In paragraaf 1, eerste lid, dient gepreciseerd te worden dat het gaat | In paragraaf 1, eerste lid, dient gepreciseerd te worden dat het gaat |
| om de punten 2° tot 4°, 6° en 7° van het eerste lid van paragraaf 1 | om de punten 2° tot 4°, 6° en 7° van het eerste lid van paragraaf 1 |
| van artikel 4. Voorts dient de steller van het ontwerp zich ervan te | van artikel 4. Voorts dient de steller van het ontwerp zich ervan te |
| vergewissen dat het tweede lid van diezelfde paragraaf 1 niet ook | vergewissen dat het tweede lid van diezelfde paragraaf 1 niet ook |
| toepasselijk moet worden verklaard. | toepasselijk moet worden verklaard. |
| Artikel 10 | Artikel 10 |
| De woorden "overeenkomstig de artikelen 6, §§ 1 tot 3, en 9, § 1, | De woorden "overeenkomstig de artikelen 6, §§ 1 tot 3, en 9, § 1, |
| tweede lid, 3° " dienen vervangen te worden door de woorden | tweede lid, 3° " dienen vervangen te worden door de woorden |
| "overeenkomstig artikel 6", aangezien naar het volledige artikel 6 | "overeenkomstig artikel 6", aangezien naar het volledige artikel 6 |
| wordt verwezen en daar artikel 9, § 1, tweede lid, 3°, hoe dan ook van | wordt verwezen en daar artikel 9, § 1, tweede lid, 3°, hoe dan ook van |
| toepassing is, gelet op het feit dat het net gaat om een bijzondere | toepassing is, gelet op het feit dat het net gaat om een bijzondere |
| regel in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid. | regel in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid. |
| Artikel 14 | Artikel 14 |
| De woorden "eerste lid" moeten vervangen worden door de woorden | De woorden "eerste lid" moeten vervangen worden door de woorden |
| "tweede lid". | "tweede lid". |
| Titel VI | Titel VI |
| De afdeling Wetgeving heeft reeds in haar advies 73.646/AV opgemerkt | De afdeling Wetgeving heeft reeds in haar advies 73.646/AV opgemerkt |
| dat het voorliggende ontwerp moet worden aangevuld met een bepaling | dat het voorliggende ontwerp moet worden aangevuld met een bepaling |
| waarbij artikel 70, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, van de | waarbij artikel 70, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, van de |
| algemene procedureregeling wordt gewijzigd (in die bepalingen moet | algemene procedureregeling wordt gewijzigd (in die bepalingen moet |
| telkens verwezen worden naar artikel 17, § 9 en § 10, van de | telkens verwezen worden naar artikel 17, § 9 en § 10, van de |
| gecoördineerde wetten). 9 | gecoördineerde wetten). 9 |
| Artikel 29 | Artikel 29 |
| Het woord "april" moet vervangen worden door het woord "juli". | Het woord "april" moet vervangen worden door het woord "juli". |
| DE GRIFFIER DE VOORZITTER | DE GRIFFIER DE VOORZITTER |
| Charles Henri VAN HOVE Bernard BLERO | Charles Henri VAN HOVE Bernard BLERO |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| 1 Zoals het vervangen is bij artikel 5 van de wet van 11 juli 2023 | 1 Zoals het vervangen is bij artikel 5 van de wet van 11 juli 2023 |
| `tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | `tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
| januari 1973'. Dat artikel 5 treedt krachtens artikel 28, tweede lid, | januari 1973'. Dat artikel 5 treedt krachtens artikel 28, tweede lid, |
| van die wet in werking op "1 januari 2025, tenzij de Koning een | van die wet in werking op "1 januari 2025, tenzij de Koning een |
| vroegere datum van inwerkingtreding bepaalt". | vroegere datum van inwerkingtreding bepaalt". |
| 2 Voor de leesbaarheid van de tekst is het immers niet wenselijk om | 2 Voor de leesbaarheid van de tekst is het immers niet wenselijk om |
| alleen de preciseringen te vermelden die aangebracht zijn bij artikel | alleen de preciseringen te vermelden die aangebracht zijn bij artikel |
| 5, § 1, en artikel 9, § 1, van het ontwerp. Zo ook is het, ter wille | 5, § 1, en artikel 9, § 1, van het ontwerp. Zo ook is het, ter wille |
| van de leesbaarheid van de tekst, wenselijk om artikel 17, § 2, eerste | van de leesbaarheid van de tekst, wenselijk om artikel 17, § 2, eerste |
| lid, van de gecoördineerde wetten over te nemen in artikel 4, § 1, | lid, van de gecoördineerde wetten over te nemen in artikel 4, § 1, |
| eerste lid, 5°, van het ontwerp. | eerste lid, 5°, van het ontwerp. |
| 3 Naar het voorbeeld van de precisering die in die zin is opgenomen in | 3 Naar het voorbeeld van de precisering die in die zin is opgenomen in |
| artikel 3, § 1, en in artikel 7, § 3, van he Bij artikel 2, eerste | artikel 3, § 1, en in artikel 7, § 3, van he Bij artikel 2, eerste |
| lid, van het ontwerp wordt artikel 88 van de algemene | lid, van het ontwerp wordt artikel 88 van de algemene |
| procedureregeling immers toepasselijk verklaard op de procedure in | procedureregeling immers toepasselijk verklaard op de procedure in |
| kort geding. Bij artikel 27 van het ontwerp wordt dat artikel 88 | kort geding. Bij artikel 27 van het ontwerp wordt dat artikel 88 |
| bovendien aangevuld met een lid waarin een definitie wordt gegeven van | bovendien aangevuld met een lid waarin een definitie wordt gegeven van |
| het begrip "werkdag".t ontwerp. | het begrip "werkdag".t ontwerp. |
| 4 Bij artikel 2, eerste lid, van het ontwerp wordt artikel 88 van de | 4 Bij artikel 2, eerste lid, van het ontwerp wordt artikel 88 van de |
| algemene procedureregeling immers toepasselijk verklaard op de | algemene procedureregeling immers toepasselijk verklaard op de |
| procedure in kort geding. Bij artikel 27 van het ontwerp wordt dat | procedure in kort geding. Bij artikel 27 van het ontwerp wordt dat |
| artikel 88 bovendien aangevuld met een lid waarin een definitie wordt | artikel 88 bovendien aangevuld met een lid waarin een definitie wordt |
| gegeven van het begrip "werkdag". | gegeven van het begrip "werkdag". |
| 5 De strekking van de bewoordingen "in voorkomend geval" wordt niet | 5 De strekking van de bewoordingen "in voorkomend geval" wordt niet |
| nader bepaald in het verslag aan de Koning. | nader bepaald in het verslag aan de Koning. |
| 6 Zie artikel 4, § 1, tweede lid, § 4 en § 6, artikel 6, § 1, derde | 6 Zie artikel 4, § 1, tweede lid, § 4 en § 6, artikel 6, § 1, derde |
| lid, artikel 8, § 1, eerste lid, en § 2, artikel 11, eerste lid, | lid, artikel 8, § 1, eerste lid, en § 2, artikel 11, eerste lid, |
| artikel 12, artikel 23, eerste lid, en artikel 24. | artikel 12, artikel 23, eerste lid, en artikel 24. |
| 7 De steller van het ontwerp zou zich in dat verband kunnen baseren op | 7 De steller van het ontwerp zou zich in dat verband kunnen baseren op |
| de redactie van artikel 25, eerste lid, van de wet van 17 juni 2013 | de redactie van artikel 25, eerste lid, van de wet van 17 juni 2013 |
| `betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake | `betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake |
| overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en | overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en |
| diensten en concessies' dat luidt als volgt: | diensten en concessies' dat luidt als volgt: |
| "Tenzij de bepalingen van deze wet hiervan afwijken, worden de | "Tenzij de bepalingen van deze wet hiervan afwijken, worden de |
| bevoegdheids- en procedurevoorschriften voor de verhaalinstantie | bevoegdheids- en procedurevoorschriften voor de verhaalinstantie |
| bepaald door de wetten en besluiten betreffende de verhaalinstantie". | bepaald door de wetten en besluiten betreffende de verhaalinstantie". |
| 8De afdeling Wetgeving heeft in haar advies 72.602/AV van 25 januari | 8De afdeling Wetgeving heeft in haar advies 72.602/AV van 25 januari |
| 2023 over een voorontwerp dat geleid heeft tot de wet van 11 juli 2023 | 2023 over een voorontwerp dat geleid heeft tot de wet van 11 juli 2023 |
| `tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | `tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
| januari 1973' geoordeeld dat "[d]e tekst van het voorontwerp (...) | januari 1973' geoordeeld dat "[d]e tekst van het voorontwerp (...) |
| inderdaad niet, zoals de gemachtigde terecht stelt, [verbiedt] dat een | inderdaad niet, zoals de gemachtigde terecht stelt, [verbiedt] dat een |
| tweede beschikking wordt genomen om later nog een derde-belanghebbende | tweede beschikking wordt genomen om later nog een derde-belanghebbende |
| aan te duiden en aldus de procedurekalender aan te passen. Met het oog | aan te duiden en aldus de procedurekalender aan te passen. Met het oog |
| op de rechtszekerheid en de goede rechtsbedeling, verdient het | op de rechtszekerheid en de goede rechtsbedeling, verdient het |
| niettemin aanbeveling uitdrukkelijk in die mogelijkheid te voorzien in | niettemin aanbeveling uitdrukkelijk in die mogelijkheid te voorzien in |
| de tekst zelf van het ontworpen artikel 17, § 4, eerste lid, en § 5, | de tekst zelf van het ontworpen artikel 17, § 4, eerste lid, en § 5, |
| eerste lid, van de gecoördineerde wetten" (Parl. St. Kamer 2022-23, | eerste lid, van de gecoördineerde wetten" (Parl. St. Kamer 2022-23, |
| nr. 55-3220/001, 78). Het staat derhalve vast dat artikel 17 van de | nr. 55-3220/001, 78). Het staat derhalve vast dat artikel 17 van de |
| gecoördineerde wetten niet aldus geïnterpreteerd mag worden dat er | gecoördineerde wetten niet aldus geïnterpreteerd mag worden dat er |
| geen nieuwe beschikking vastgesteld mag worden wanneer de | geen nieuwe beschikking vastgesteld mag worden wanneer de |
| omstandigheden dat rechtvaardigen. De uitdrukkelijke vermelding van | omstandigheden dat rechtvaardigen. De uitdrukkelijke vermelding van |
| het geval waarin de wijziging gerechtvaardigd wordt door het feit dat | het geval waarin de wijziging gerechtvaardigd wordt door het feit dat |
| men de tussenkomst van een derde mogelijk wil maken is door de | men de tussenkomst van een derde mogelijk wil maken is door de |
| afdeling Wetgeving voorgesteld met de bedoeling om de rechtszekerheid | afdeling Wetgeving voorgesteld met de bedoeling om de rechtszekerheid |
| van die derde te waarborgen en niet om de mogelijkheid om een nieuwe | van die derde te waarborgen en niet om de mogelijkheid om een nieuwe |
| beschikking vast te stellen te beperken tot dat geval. Uit de | beschikking vast te stellen te beperken tot dat geval. Uit de |
| toelichting bij artikel 5 van het wetsontwerp tot wijziging van de | toelichting bij artikel 5 van het wetsontwerp tot wijziging van de |
| gecoördineerde wetten, dat artikel 17 van de gecoördineerde wetten | gecoördineerde wetten, dat artikel 17 van de gecoördineerde wetten |
| geworden is, is overigens gebleken dat de vermelding van het geval | geworden is, is overigens gebleken dat de vermelding van het geval |
| betreffende de tussenkomst van een derde is toegevoegd om tegemoet te | betreffende de tussenkomst van een derde is toegevoegd om tegemoet te |
| komen aan advies nr. 72.602/AV van de afdeling Wetgeving en niet om te | komen aan advies nr. 72.602/AV van de afdeling Wetgeving en niet om te |
| zorgen voor een inperking van de mogelijke gevallen waarin de | zorgen voor een inperking van de mogelijke gevallen waarin de |
| beschikking gewijzigd kan worden. | beschikking gewijzigd kan worden. |
| 9 Advies 73.646/AV van 30 juni 2023 over een ontwerp dat geleid heeft | 9 Advies 73.646/AV van 30 juni 2023 over een ontwerp dat geleid heeft |
| tot het koninklijk besluit van 21 juli 2023 `tot wijziging van diverse | tot het koninklijk besluit van 21 juli 2023 `tot wijziging van diverse |
| besluiten betreffende de procedure voor de afdeling | besluiten betreffende de procedure voor de afdeling |
| bestuursrechtspraak van de Raad van State', in het bijzonder voetnoot | bestuursrechtspraak van de Raad van State', in het bijzonder voetnoot |
| 7. | 7. |