Decreet. - Lening "Coup de Pouce" | Decreet. - Lening "Coup de Pouce" |
---|---|
WAALSE OVERHEIDSDIENST | WAALSE OVERHEIDSDIENST |
28 APRIL 2016. - Decreet. - Lening "Coup de Pouce" (1) | 28 APRIL 2016. - Decreet. - Lening "Coup de Pouce" (1) |
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, | Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, |
bekrachtigen hetgeen volgt : | bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemeen | HOOFDSTUK I. - Algemeen |
Artikel 1.Het Gewest kent een belastingskrediet zoals bedoeld in |
Artikel 1.Het Gewest kent een belastingskrediet zoals bedoeld in |
Hoofdstuk VI onder de voorwaarden bepaald in de hoofdstukken II tot V | Hoofdstuk VI onder de voorwaarden bepaald in de hoofdstukken II tot V |
toe. | toe. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : |
1° de lening : de overeenkomst voor een lening op interest, in de zin | 1° de lening : de overeenkomst voor een lening op interest, in de zin |
van de artikelen 1892 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, waarbij | van de artikelen 1892 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, waarbij |
een kredietgever aan een kredietnemer geldmiddelen ter beschikking | een kredietgever aan een kredietnemer geldmiddelen ter beschikking |
stelt onder de verbintenis van terugbetaling door de kredietnemer en | stelt onder de verbintenis van terugbetaling door de kredietnemer en |
waarbij interesten worden bepaald; | waarbij interesten worden bepaald; |
2° de datum waarop de lening wordt gesloten; de datum waarop de | 2° de datum waarop de lening wordt gesloten; de datum waarop de |
geldmiddelen ter beschikking worden gesteld; | geldmiddelen ter beschikking worden gesteld; |
3° de kredietnemer : de KMO of de zelfstandige die, in het kader van | 3° de kredietnemer : de KMO of de zelfstandige die, in het kader van |
zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten, een kredietovereenkomst sluit; | zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten, een kredietovereenkomst sluit; |
4° de kredietgever : de natuurlijke persoon die, buiten het kader van | 4° de kredietgever : de natuurlijke persoon die, buiten het kader van |
zijn handels- of beroepsactiviteiten, een lening sluit; | zijn handels- of beroepsactiviteiten, een lening sluit; |
5° de onderneming : de eenheid in de zin van artikel 1 van Aanbeveling | 5° de onderneming : de eenheid in de zin van artikel 1 van Aanbeveling |
2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de | 2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de |
definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen alsook de | definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen alsook de |
natuurlijke personen die dezelfde voorwaarden vervullen; | natuurlijke personen die dezelfde voorwaarden vervullen; |
6° de KMO : de kleine, middelgrote of micro-onderneming in de zin van | 6° de KMO : de kleine, middelgrote of micro-onderneming in de zin van |
Aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 | Aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 |
betreffende de definitie van kleine, middelgrote en | betreffende de definitie van kleine, middelgrote en |
micro-ondernemingen, ongeacht haar rechtsvorm, alsook de zelfstandigen | micro-ondernemingen, ongeacht haar rechtsvorm, alsook de zelfstandigen |
die dezelfde voorwaarden vervullen; | die dezelfde voorwaarden vervullen; |
7° de zelfstandige : de natuurlijke persoon die de voorwaarden bedoeld | 7° de zelfstandige : de natuurlijke persoon die de voorwaarden bedoeld |
in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 | in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 |
houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen vervult; | houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen vervult; |
8° de bestaande schulden : de schulden die vaststaand en opeisbaar | 8° de bestaande schulden : de schulden die vaststaand en opeisbaar |
waren voor de datum waarop de lening gesloten werd; | waren voor de datum waarop de lening gesloten werd; |
9° de wettelijke rentevoet : de rentevoet, omschreven in artikel 2 van | 9° de wettelijke rentevoet : de rentevoet, omschreven in artikel 2 van |
de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest; | de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest; |
10° de bijzondere financieringswet : de bijzondere wet van 16 januari | 10° de bijzondere financieringswet : de bijzondere wet van 16 januari |
1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; | 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; |
11° het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; het Wetboek van de | 11° het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; het Wetboek van de |
Inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992; | Inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992; |
12° het directoraat-generaal : het Operationele directoraat-generaal | 12° het directoraat-generaal : het Operationele directoraat-generaal |
Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst. | Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst. |
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden betreffende de partijen bij de lening | HOOFDSTUK II. - Voorwaarden betreffende de partijen bij de lening |
Art. 3.§ 1. De lening wordt gesloten tussen twee partijen, een unieke |
Art. 3.§ 1. De lening wordt gesloten tussen twee partijen, een unieke |
kredietgever en een unieke kredietnemer. | kredietgever en een unieke kredietnemer. |
§ 2. Op de datum waarop de lening wordt gesloten, moet de kredietnemer | § 2. Op de datum waarop de lening wordt gesloten, moet de kredietnemer |
aan de volgende voorwaarden voldoen : | aan de volgende voorwaarden voldoen : |
1° hij is sinds minstens vijf jaar ingeschreven bij de Kruispuntbank | 1° hij is sinds minstens vijf jaar ingeschreven bij de Kruispuntbank |
van Ondernemingen of bij een organisme voor de sociale zekerheid van | van Ondernemingen of bij een organisme voor de sociale zekerheid van |
de zelfstandigen als een inschrijving bij de Kruispuntbank van | de zelfstandigen als een inschrijving bij de Kruispuntbank van |
Ondernemingen niet verplicht is; | Ondernemingen niet verplicht is; |
2° hij heeft een maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest; | 2° hij heeft een maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest; |
3° hij oefent geen activiteit uit of heeft geen doel dat uitsluitend | 3° hij oefent geen activiteit uit of heeft geen doel dat uitsluitend |
of hoofdzakelijk bestaat : | of hoofdzakelijk bestaat : |
a) in de dienstverrichtingen van financiële aard ten gunste van | a) in de dienstverrichtingen van financiële aard ten gunste van |
derden; | derden; |
b) in het verrichten van geldbeleggingen; | b) in het verrichten van geldbeleggingen; |
c)in het gemeenschappelijk beleggen van kapitaal; | c)in het gemeenschappelijk beleggen van kapitaal; |
d) in de oprichting, de verwerving, het beheer, de verbouwing, de | d) in de oprichting, de verwerving, het beheer, de verbouwing, de |
verkoop of de verhuur van vastgoed voor eigen rekening of het bezit | verkoop of de verhuur van vastgoed voor eigen rekening of het bezit |
van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijk doel; | van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijk doel; |
e) in een vennootschap waarin onroerende goederen of andere zakelijke | e) in een vennootschap waarin onroerende goederen of andere zakelijke |
rechten met betrekking tot dergelijke goederen zijn ondergebracht, | rechten met betrekking tot dergelijke goederen zijn ondergebracht, |
waarvan natuurlijke personen die een opdracht of functies als bedoeld | waarvan natuurlijke personen die een opdracht of functies als bedoeld |
in artikel 32, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de | in artikel 32, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de |
Inkomstenbelastingen uitoefenen, hun echtgenoot of hun kinderen | Inkomstenbelastingen uitoefenen, hun echtgenoot of hun kinderen |
wanneer die personen of hun echtgenoot het wettelijk genot van de | wanneer die personen of hun echtgenoot het wettelijk genot van de |
inkomsten van die kinderen hebben, het gebruik hebben; en | inkomsten van die kinderen hebben, het gebruik hebben; en |
4° hij maakt niet het voorwerp uit van een collectieve | 4° hij maakt niet het voorwerp uit van een collectieve |
insolventieprocedure en hij bevindt zich niet in de voorwaarden van | insolventieprocedure en hij bevindt zich niet in de voorwaarden van |
een collectieve insolventieprocedure. | een collectieve insolventieprocedure. |
Bovendien, indien de kredietnemer een rechtspersoon is, vervult hij de | Bovendien, indien de kredietnemer een rechtspersoon is, vervult hij de |
volgende voorwaarden : | volgende voorwaarden : |
1° hij is, ofwel een vennootschap die de rechtsvorm van een | 1° hij is, ofwel een vennootschap die de rechtsvorm van een |
handelsvennootschap heeft aangenomen, ongeacht of zijn doel burgerlijk | handelsvennootschap heeft aangenomen, ongeacht of zijn doel burgerlijk |
of commercieel is, ofwel een vereniging of een stichting in de zin van | of commercieel is, ofwel een vereniging of een stichting in de zin van |
de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder | de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder |
winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de | winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de |
stichtingen; | stichtingen; |
2° hij is geen vennootschap die is opgericht met het oog op het | 2° hij is geen vennootschap die is opgericht met het oog op het |
afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst of die haar | afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst of die haar |
voornaamste bron van inkomsten haalt uit management- of | voornaamste bron van inkomsten haalt uit management- of |
bestuurdersovereenkomsten; | bestuurdersovereenkomsten; |
3° hij is een niet-beursgenoteerde vennootschap; | 3° hij is een niet-beursgenoteerde vennootschap; |
4° hij is niet opgericht in het kader van een fusie of splitsing van | 4° hij is niet opgericht in het kader van een fusie of splitsing van |
vennootschappen; en | vennootschappen; en |
5° hij heeft nog geen kapitaalvermindering doorgevoerd of dividenden | 5° hij heeft nog geen kapitaalvermindering doorgevoerd of dividenden |
uitgekeerd. | uitgekeerd. |
De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, en in het tweede | De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, en in het tweede |
lid, 1° tot 5°, worden tijdens de duur van de lening vervuld. | lid, 1° tot 5°, worden tijdens de duur van de lening vervuld. |
§ 3. Op de datum waarop de lening wordt gesloten en tijdens de duur | § 3. Op de datum waarop de lening wordt gesloten en tijdens de duur |
ervan moet de kredietgever aan de volgende voorwaarden voldoen : | ervan moet de kredietgever aan de volgende voorwaarden voldoen : |
1° hij is geen werknemer van de kredietnemer; | 1° hij is geen werknemer van de kredietnemer; |
2° als de kredietnemer een zelfstandige is, dan mag de kredietgever | 2° als de kredietnemer een zelfstandige is, dan mag de kredietgever |
niet de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner van de | niet de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner van de |
kredietnemer zijn; en | kredietnemer zijn; en |
3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, mag de kredietgever | 3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, mag de kredietgever |
alsook zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, niet | alsook zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, niet |
rechtstreeks of onrechtstreeks venoot of aandeelhouder zijn van die | rechtstreeks of onrechtstreeks venoot of aandeelhouder zijn van die |
rechtspersoon, noch benoemd zijn of optreden als bestuurder, | rechtspersoon, noch benoemd zijn of optreden als bestuurder, |
zaakvoerder of verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer of als | zaakvoerder of verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer of als |
houder van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon; hij mag | houder van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon; hij mag |
ook niet als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een | ook niet als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een |
opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een | opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een |
gelijksoortige functie uitoefenen; | gelijksoortige functie uitoefenen; |
4° hij is geen kredietnemer bij een andere lening die voldoet aan de | 4° hij is geen kredietnemer bij een andere lening die voldoet aan de |
voorwaarden bepaald in dit decreet of in de uitvoeringsbesluiten | voorwaarden bepaald in dit decreet of in de uitvoeringsbesluiten |
ervan. | ervan. |
HOOFDSTUK III. - Vormvoorwaarden en voorschriften betreffende de | HOOFDSTUK III. - Vormvoorwaarden en voorschriften betreffende de |
lening | lening |
Art. 4.§ 1. De lening is achtergesteld zowel ten aanzien van de |
Art. 4.§ 1. De lening is achtergesteld zowel ten aanzien van de |
bestaande als van de toekomstige schulden van de kredietnemer. | bestaande als van de toekomstige schulden van de kredietnemer. |
De lening heeft een looptijd van vier, zes of acht jaar. Onverminderd | De lening heeft een looptijd van vier, zes of acht jaar. Onverminderd |
de hypothezen vermeld in § 2 wordt geen vervroegde, totale of | de hypothezen vermeld in § 2 wordt geen vervroegde, totale of |
gedeeltelijke terugbetaling van het geleende bedrag in hoofdsom | gedeeltelijke terugbetaling van het geleende bedrag in hoofdsom |
tijdens de lening verricht. | tijdens de lening verricht. |
Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meer | Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meer |
leningen uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste 50.000 euro per | leningen uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste 50.000 euro per |
kredietgever. | kredietgever. |
Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meer | Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meer |
leningen aan een kredietnemer uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste | leningen aan een kredietnemer uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste |
100.000 euro per kredietnemer. | 100.000 euro per kredietnemer. |
De interesten die de kredietnemer verschuldigd is, worden betaald op | De interesten die de kredietnemer verschuldigd is, worden betaald op |
de overeengekomen vervaldagen op grond van een jaarlijkse rentevoet | de overeengekomen vervaldagen op grond van een jaarlijkse rentevoet |
die contractueel wordt vastgelegd. Die rentevoet mag niet hoger zijn | die contractueel wordt vastgelegd. Die rentevoet mag niet hoger zijn |
dan de wettelijke rentevoet die van kracht is op de datum waarop de | dan de wettelijke rentevoet die van kracht is op de datum waarop de |
lening gesloten wordt, en mag niet lager zijn dan de helft van | lening gesloten wordt, en mag niet lager zijn dan de helft van |
dezelfde wettelijke rentevoet. | dezelfde wettelijke rentevoet. |
De geldmiddelen worden na 1 januari 2016 ter beschikking gesteld. | De geldmiddelen worden na 1 januari 2016 ter beschikking gesteld. |
§ 2. De kredietgever kan op eerste verzoek de lening vervroegd | § 2. De kredietgever kan op eerste verzoek de lening vervroegd |
opeisbaar stellen in de volgende gevallen : | opeisbaar stellen in de volgende gevallen : |
1° in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, kennelijk | 1° in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, kennelijk |
onvermogen, of vrijwillige of gedwongen ontbinding of vereffening van | onvermogen, of vrijwillige of gedwongen ontbinding of vereffening van |
de kredietnemer; | de kredietnemer; |
2° als de kredietnemer een zelfstandige is, in geval hij zijn | 2° als de kredietnemer een zelfstandige is, in geval hij zijn |
activiteit vrijwillig stopzet of overdraagt; | activiteit vrijwillig stopzet of overdraagt; |
3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, ingeval die rechtspersoon | 3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, ingeval die rechtspersoon |
onder voorlopig bewindvoerder geplaatst wordt; | onder voorlopig bewindvoerder geplaatst wordt; |
4° in geval van een achterstand van meer dan drie maanden in de | 4° in geval van een achterstand van meer dan drie maanden in de |
betaling van de jaarlijkse interesten van de lening. | betaling van de jaarlijkse interesten van de lening. |
Als de kredietnemer een zelfstandige is, kan de kredietgever, in geval | Als de kredietnemer een zelfstandige is, kan de kredietgever, in geval |
van overlijden van de kredietnemer, de lening op eerste verzoek | van overlijden van de kredietnemer, de lening op eerste verzoek |
vervroegd opeisbaar stellen bij de wettelijke erfgenamen van de | vervroegd opeisbaar stellen bij de wettelijke erfgenamen van de |
kredietnemer. | kredietnemer. |
Art. 5.§ 1. De lening wordt in een onderhandse of authentieke akte |
Art. 5.§ 1. De lening wordt in een onderhandse of authentieke akte |
aan de hand van een door de Regering bepaald model vastgesteld. | aan de hand van een door de Regering bepaald model vastgesteld. |
De Regering bepaalt de gegevens die er absoluut vermeld moeten worden. | De Regering bepaalt de gegevens die er absoluut vermeld moeten worden. |
De akte wordt in drie originele documenten opgemaakt : één voor elke | De akte wordt in drie originele documenten opgemaakt : één voor elke |
partij en één voor de in § 2, eerste lid, bedoelde instantie. | partij en één voor de in § 2, eerste lid, bedoelde instantie. |
§ 2. Uiterlijk op een datum vastgesteld door de Regering en volgens de | § 2. Uiterlijk op een datum vastgesteld door de Regering en volgens de |
door haar bepaalde modaliteiten richt de kredietgever een aanvraag tot | door haar bepaalde modaliteiten richt de kredietgever een aanvraag tot |
registratie van de lening aan de door de Regering aangewezen | registratie van de lening aan de door de Regering aangewezen |
instantie. De Regering bepaalt de bijlagen bij deze aanvraag. | instantie. De Regering bepaalt de bijlagen bij deze aanvraag. |
De in het eerste lid bedoelde datum mag niet van vóór 31 december 2017 | De in het eerste lid bedoelde datum mag niet van vóór 31 december 2017 |
dateren. | dateren. |
De leningen waarvan de registratieaanvraag binnen de in het eerste lid | De leningen waarvan de registratieaanvraag binnen de in het eerste lid |
bedoelde termijn wordt gezonden en waarbij de vereiste bijlagen worden | bedoelde termijn wordt gezonden en waarbij de vereiste bijlagen worden |
gevoegd, worden geregistreerd. | gevoegd, worden geregistreerd. |
De in het eerste lid bedoelde instantie brengt de kennisgever en het | De in het eerste lid bedoelde instantie brengt de kennisgever en het |
directoraat-generaal volgens modaliteiten bepaald door de Regering op | directoraat-generaal volgens modaliteiten bepaald door de Regering op |
de hoogte van registratie of de onmogelijkheid om te registreren. | de hoogte van registratie of de onmogelijkheid om te registreren. |
§ 3. Wanneer hij één van de voorwaarden bepaald in de artikelen 3 en | § 3. Wanneer hij één van de voorwaarden bepaald in de artikelen 3 en |
4, § 1, van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, niet | 4, § 1, van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, niet |
meer vervult, stelt de kredietgever de in § 2, eerste lid, bedoelde | meer vervult, stelt de kredietgever de in § 2, eerste lid, bedoelde |
instantie in kennis daarvan volgens modaliteiten bepaald door de | instantie in kennis daarvan volgens modaliteiten bepaald door de |
Regering binnen drie maanden na het voorkomen van het evenement dat | Regering binnen drie maanden na het voorkomen van het evenement dat |
aan de basis ligt van de niet-naleving van de voorwaarde. | aan de basis ligt van de niet-naleving van de voorwaarde. |
De in § 2, eerste lid, bedoelde instantie bericht ontvangst daarvan en | De in § 2, eerste lid, bedoelde instantie bericht ontvangst daarvan en |
informeert het directoraat-generaal daarover. | informeert het directoraat-generaal daarover. |
§ 4. Wanneer de lening op eerste verzoek overeenkomstig artikel 4, § | § 4. Wanneer de lening op eerste verzoek overeenkomstig artikel 4, § |
2, vervroegd opeisbaar gesteld wordt, informeert de kredietgever de in | 2, vervroegd opeisbaar gesteld wordt, informeert de kredietgever de in |
§ 2, eerste lid, bedoelde instantie daarover binnen drie maanden | § 2, eerste lid, bedoelde instantie daarover binnen drie maanden |
volgens modaliteiten bepaald door de Regering. | volgens modaliteiten bepaald door de Regering. |
De in § 2, eerste lid, bedoelde instantie informeert het | De in § 2, eerste lid, bedoelde instantie informeert het |
directoraat-generaal daarover. | directoraat-generaal daarover. |
§ 5. Onverminderd de bovenvermelde machtigingen bepaalt de Regering de | § 5. Onverminderd de bovenvermelde machtigingen bepaalt de Regering de |
formele voorwaarden en de procedure voor de registratie van de lening. | formele voorwaarden en de procedure voor de registratie van de lening. |
HOOFDSTUK IV. - Bestemming van het kapitaal dat in het kader van de | HOOFDSTUK IV. - Bestemming van het kapitaal dat in het kader van de |
lening wordt geleend | lening wordt geleend |
Art. 6.De kredietnemer gebruikt de in het kader van de lening |
Art. 6.De kredietnemer gebruikt de in het kader van de lening |
geleende of ter beschikking gestelde middelen uitsluitend voor | geleende of ter beschikking gestelde middelen uitsluitend voor |
ondernemingsdoeleinden. | ondernemingsdoeleinden. |
De kredietnemer leent de geleende geldmiddelen niet aan een bestaande | De kredietnemer leent de geleende geldmiddelen niet aan een bestaande |
of op te richten rechtspersoon waarvan hijzelf, zijn echtgenoot/ote of | of op te richten rechtspersoon waarvan hijzelf, zijn echtgenoot/ote of |
wettelijk samenwonende partner, venoot, aandeelhouder, bestuurder, | wettelijk samenwonende partner, venoot, aandeelhouder, bestuurder, |
zaakvoerder, verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer of houder | zaakvoerder, verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer of houder |
van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon is. | van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon is. |
De kredietnemer investeert de geleende geldmiddelen niet in het | De kredietnemer investeert de geleende geldmiddelen niet in het |
kapitaal van een bestaande of op te richten rechtspersoon waarvan | kapitaal van een bestaande of op te richten rechtspersoon waarvan |
hijzelf, zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, | hijzelf, zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, |
vennoot, aandeelhouder, bestuurder, zaakvoerder, verantwoordelijke | vennoot, aandeelhouder, bestuurder, zaakvoerder, verantwoordelijke |
voor het dagelijkse beheer of houder van een vergelijkbaar mandaat | voor het dagelijkse beheer of houder van een vergelijkbaar mandaat |
binnen die rechtspersoon is. | binnen die rechtspersoon is. |
De kredietnemer gebruikt niet de geleende geldmiddelen voor een | De kredietnemer gebruikt niet de geleende geldmiddelen voor een |
verdeling van dividenden of voor de aankoop van acties of aandelen, | verdeling van dividenden of voor de aankoop van acties of aandelen, |
noch voor het toestaan van een lening. | noch voor het toestaan van een lening. |
HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse bewijslevering en controle | HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse bewijslevering en controle |
Art. 7.§ 1. De toekenning en de handhaving van het belastingskrediet |
Art. 7.§ 1. De toekenning en de handhaving van het belastingskrediet |
zoals bedoeld in Hoofdstuk VI is ondergeschikt aan de voorwaarde dat | zoals bedoeld in Hoofdstuk VI is ondergeschikt aan de voorwaarde dat |
de belastingplichtige het geheel van de vereiste bewijzen bij zijn | de belastingplichtige het geheel van de vereiste bewijzen bij zijn |
belastingsaangifte voegt voor elke periode waarvoor hij het voordeel | belastingsaangifte voegt voor elke periode waarvoor hij het voordeel |
van het belastingskrediet wil eisen. | van het belastingskrediet wil eisen. |
De Regering bepaalt de aard en de vorm van de in het eerste lid | De Regering bepaalt de aard en de vorm van de in het eerste lid |
bedoelde bewijzen. | bedoelde bewijzen. |
§ 2. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de controle op de | § 2. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de controle op de |
naleving van dit decreet en van uitvoeringsbesluiten. Ze wijst de met | naleving van dit decreet en van uitvoeringsbesluiten. Ze wijst de met |
die controle belaste ambtenaren aan. | die controle belaste ambtenaren aan. |
HOOFDSTUK VI. - Fiscale bepalingen | HOOFDSTUK VI. - Fiscale bepalingen |
Art. 8.§ 1. Een belastingkrediet wordt toegekend aan de kredietgever |
Art. 8.§ 1. Een belastingkrediet wordt toegekend aan de kredietgever |
onderworpen aan de personenbelasting, zoals gelokaliseerd in het | onderworpen aan de personenbelasting, zoals gelokaliseerd in het |
Waalse Gewest overeenkomstig artikel 5/1, § 2, van de Bijzondere | Waalse Gewest overeenkomstig artikel 5/1, § 2, van de Bijzondere |
Financieringswet. | Financieringswet. |
§ 2. Het belastingkrediet wordt berekend op basis van de bedragen | § 2. Het belastingkrediet wordt berekend op basis van de bedragen |
uitgeleend in het kader van meerdere geregistreerde leningen, na | uitgeleend in het kader van meerdere geregistreerde leningen, na |
aftrek van de vroegtijdige terugbetalingen verricht in één van de | aftrek van de vroegtijdige terugbetalingen verricht in één van de |
hypothezen bedoeld in artikel 4, § 2. | hypothezen bedoeld in artikel 4, § 2. |
§ 3. Het rekenkundig gemiddelde van alle bedragen, in hoofdsom, die in | § 3. Het rekenkundig gemiddelde van alle bedragen, in hoofdsom, die in |
het kader van één of meerder geregistreerde leningen op 1 januari en | het kader van één of meerder geregistreerde leningen op 1 januari en |
31 december van het belastbare tijdperk zijn uitgeleend, wordt als | 31 december van het belastbare tijdperk zijn uitgeleend, wordt als |
berekeningsgrondslag van het belastingkrediet genomen. | berekeningsgrondslag van het belastingkrediet genomen. |
De vaststelling van de berekeningsgrondslag houdt rekening met de de | De vaststelling van de berekeningsgrondslag houdt rekening met de de |
vroegtijdige terugbetalingen verricht in één van de hypothezen bedoeld | vroegtijdige terugbetalingen verricht in één van de hypothezen bedoeld |
in artikel 4, § 2. De berekeningsgrondslag bedraagt maximum 50.000 | in artikel 4, § 2. De berekeningsgrondslag bedraagt maximum 50.000 |
euro per belastingplichtige met dien verstande dat de som van de | euro per belastingplichtige met dien verstande dat de som van de |
leningen, na aftrek van de vroegtijdige terugbetalingen verricht in | leningen, na aftrek van de vroegtijdige terugbetalingen verricht in |
één van de hypothezen bedoeld in artikel 4, § 2, voor het betrokken | één van de hypothezen bedoeld in artikel 4, § 2, voor het betrokken |
belastbare tijdperk niet hoger is dan 50.000 euro. | belastbare tijdperk niet hoger is dan 50.000 euro. |
§ 4. Het belastingskrediet is vier procent van de in § 3 bedoelde | § 4. Het belastingskrediet is vier procent van de in § 3 bedoelde |
grondslag in de loop van de vier eerste belastbare tijdperken vanaf | grondslag in de loop van de vier eerste belastbare tijdperken vanaf |
het tijdperk waarin de lening is gesloten. | het tijdperk waarin de lening is gesloten. |
Het belastingskrediet is 2,5 % tijdens de eventuele volgende | Het belastingskrediet is 2,5 % tijdens de eventuele volgende |
belastbare tijdperken. | belastbare tijdperken. |
§ 5. Het belastingkrediet wordt toegestaan voor de looptijd van de | § 5. Het belastingkrediet wordt toegestaan voor de looptijd van de |
geregistreerde lening, te beginnen met het aanslagjaar dat verbonden | geregistreerde lening, te beginnen met het aanslagjaar dat verbonden |
is aan het belastbare tijdperk waarin de lening werd gesloten en | is aan het belastbare tijdperk waarin de lening werd gesloten en |
waarin een registratieaanvraag die overeenstemt met de in artikel 5, § | waarin een registratieaanvraag die overeenstemt met de in artikel 5, § |
2, vermelde eisen, overgemaakt is aan de instantie bedoeld bij deze | 2, vermelde eisen, overgemaakt is aan de instantie bedoeld bij deze |
bepaling. | bepaling. |
De kredietgever behoudt het fiscale voordeel wanneer de kredietnemer | De kredietgever behoudt het fiscale voordeel wanneer de kredietnemer |
zich in één van de in artikel 4, § 2, bedoelde toestanden bevindt of | zich in één van de in artikel 4, § 2, bedoelde toestanden bevindt of |
wanneer hij na het sluiten van de lening niet meer over zijn | wanneer hij na het sluiten van de lening niet meer over zijn |
maatschappelijke zetel, noch over een bedrijfszetel op het grondgebied | maatschappelijke zetel, noch over een bedrijfszetel op het grondgebied |
van het Waalse Gewest beschikt. | van het Waalse Gewest beschikt. |
Het fiscale voordeel wordt ontzegd voor het belastbare tijdperk waarin | Het fiscale voordeel wordt ontzegd voor het belastbare tijdperk waarin |
de in de artikelen 3, 4 en 6 bedoelde voorwaarden niet meer vervuld | de in de artikelen 3, 4 en 6 bedoelde voorwaarden niet meer vervuld |
worden of waarvoor de in artikel 7 bedoelde bewijzen ontbreken, niet | worden of waarvoor de in artikel 7 bedoelde bewijzen ontbreken, niet |
correct zijn, of onvolledig zijn. Er is geen mogelijkheid tot | correct zijn, of onvolledig zijn. Er is geen mogelijkheid tot |
overdracht van het gederfde fiscale voordeel naar volgende | overdracht van het gederfde fiscale voordeel naar volgende |
aanslagjaren. | aanslagjaren. |
Het fiscale voordeel vervalt vanaf het volgende aanslagjaar dat | Het fiscale voordeel vervalt vanaf het volgende aanslagjaar dat |
verbonden is met het belastbare tijdperk waarin de kredietgever | verbonden is met het belastbare tijdperk waarin de kredietgever |
overleden is. | overleden is. |
HOOFDSTUK VII. - Sancties | HOOFDSTUK VII. - Sancties |
Art. 9.De kredietnemer die de voorwaarden waaraan hij krachtens de |
Art. 9.De kredietnemer die de voorwaarden waaraan hij krachtens de |
artikelen 3 en 4, § 1, van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten | artikelen 3 en 4, § 1, van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten |
ervan onderworpen is, niet heeft vervuld, loopt een boete op gelijk | ervan onderworpen is, niet heeft vervuld, loopt een boete op gelijk |
aan het belastingskrediet toegekend aan de kredietgever voor elk jaar | aan het belastingskrediet toegekend aan de kredietgever voor elk jaar |
waarin de voorwaarden niet waren vervuld. | waarin de voorwaarden niet waren vervuld. |
In dit geval mag de kredietnemer bovendien niet in aanmerking komen | In dit geval mag de kredietnemer bovendien niet in aanmerking komen |
voor een lening "Coup de Pouce" tijdens een periode van acht jaar te | voor een lening "Coup de Pouce" tijdens een periode van acht jaar te |
rekenen van 1 januari van het jaar volgend op het jaar van de | rekenen van 1 januari van het jaar volgend op het jaar van de |
vaststelling van de overtreding. | vaststelling van de overtreding. |
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepaling | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepaling |
Art. 10.Dit decreet treedt in werking op een door de Regering te |
Art. 10.Dit decreet treedt in werking op een door de Regering te |
bepalen datum en uiterlijk op 30 september 2016. | bepalen datum en uiterlijk op 30 september 2016. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Namen, 28 april 2016. | Namen, 28 april 2016. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
P. MAGNETTE | P. MAGNETTE |
De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, | De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, |
M. PREVOT | M. PREVOT |
De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale | De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale |
Technologieën, | Technologieën, |
J.-Cl. MARCOURT | J.-Cl. MARCOURT |
De Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en | De Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en |
Energie, | Energie, |
P. FURLAN | P. FURLAN |
De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en | De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en |
Vervoer en Dierenwelzijn, | Vervoer en Dierenwelzijn, |
C. DI ANTONIO | C. DI ANTONIO |
De Minister van Tewerkstelling en Vorming, | De Minister van Tewerkstelling en Vorming, |
Mevr. E. TILLIEUX | Mevr. E. TILLIEUX |
De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve | De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve |
Vereenvoudiging, | Vereenvoudiging, |
C. LACROIX | C. LACROIX |
De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme | De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme |
en Luchthavens, | en Luchthavens, |
afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, | afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, |
R. COLLIN | R. COLLIN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2015-2016 | (1) Zitting 2015-2016 |
Stukken van het Waalse Parlement 431 (2015-2016) nrs 1 tot 6. | Stukken van het Waalse Parlement 431 (2015-2016) nrs 1 tot 6. |
Volledig verslag, openbare zitting van 27 april 2016. | Volledig verslag, openbare zitting van 27 april 2016. |
Bespreking. | Bespreking. |
Stemming. | Stemming. |