Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra | Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra |
---|---|
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
27 FEBRUARI 2003. - Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de | 27 FEBRUARI 2003. - Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de |
plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra | plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra |
(1) | (1) |
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, | De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, |
bekrachtigen wat volgt : | bekrachtigen wat volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemeen | HOOFDSTUK I. - Algemeen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder : |
1. Regering : de Franse Gemeenschapsregering; | 1. Regering : de Franse Gemeenschapsregering; |
2. Bestuur : de Algemene Directie van de Sport van het Ministerie van | 2. Bestuur : de Algemene Directie van de Sport van het Ministerie van |
de Franse Gemeenschap; | de Franse Gemeenschap; |
3. Hoge Raad : de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en | 3. Hoge Raad : de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en |
Ontspanning; | Ontspanning; |
4. Sportinfrastructuur : iedere vastgoed installatie voor | 4. Sportinfrastructuur : iedere vastgoed installatie voor |
sportbeoefening; | sportbeoefening; |
5. VZW : vereniging zonder winstoogmerk zoals bedoeld in de wet van 21 | 5. VZW : vereniging zonder winstoogmerk zoals bedoeld in de wet van 21 |
juni 1921 waarbij aan verenigingen zonder winstoogmerk en aan | juni 1921 waarbij aan verenigingen zonder winstoogmerk en aan |
instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend; | instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend; |
6. Openbaar nutsbedrijf : autonoom gemeentebedrijf die de | 6. Openbaar nutsbedrijf : autonoom gemeentebedrijf die de |
infrastructuur voor sportactiviteiten uitbaat, zoals bedoeld in | infrastructuur voor sportactiviteiten uitbaat, zoals bedoeld in |
artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot | artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot |
bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard | bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard |
waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met | waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met |
rechtspersoonlijkheid kan oprichten. | rechtspersoonlijkheid kan oprichten. |
HOOFDSTUK II. - Erkenning | HOOFDSTUK II. - Erkenning |
Art. 2.Wordt beschouwd als een plaatselijk sportcentrum, een vzw of |
Art. 2.Wordt beschouwd als een plaatselijk sportcentrum, een vzw of |
een openbaar nutsbedrijf dat een infrastructuur in handen heeft voor | een openbaar nutsbedrijf dat een infrastructuur in handen heeft voor |
sportbeoefening, gelegen hetzij op het grondgebied van eenzelfde | sportbeoefening, gelegen hetzij op het grondgebied van eenzelfde |
gemeente, hetzij op de grondgebieden van meerdere verplichte | gemeente, hetzij op de grondgebieden van meerdere verplichte |
aangrenzende gemeenten die instaan voor een gezamenlijk beheer. | aangrenzende gemeenten die instaan voor een gezamenlijk beheer. |
Art. 3.Wordt beschouwd als een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum |
Art. 3.Wordt beschouwd als een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum |
het plaatselijk sportcentrum dat, naast de in artikel 2 bedoelde | het plaatselijk sportcentrum dat, naast de in artikel 2 bedoelde |
sportinfrastructuur, sportinfrastructuur voor scholen omvat welke | sportinfrastructuur, sportinfrastructuur voor scholen omvat welke |
afhangt van de gemeente, de provincie, de Franse Gemeenschapscommissie | afhangt van de gemeente, de provincie, de Franse Gemeenschapscommissie |
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van de Franse Gemeenschap. | van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van de Franse Gemeenschap. |
De andere sportinfrastructuur voor scholen kan worden opgenomen in een | De andere sportinfrastructuur voor scholen kan worden opgenomen in een |
geïntegeerd plaatselijk sportcentrum. | geïntegeerd plaatselijk sportcentrum. |
Wat betreft de gemeenten van het tweetalig gewest Brussel-Hoofdstad, | Wat betreft de gemeenten van het tweetalig gewest Brussel-Hoofdstad, |
moet een plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk | moet een plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk |
sportcentrum de sportinfrastructuur beheren waarvan de bouw alleen | sportcentrum de sportinfrastructuur beheren waarvan de bouw alleen |
werd gefinancierd door overheden, instellingen of organisaties die | werd gefinancierd door overheden, instellingen of organisaties die |
afhangen van de Franse Gemeenschap en mag dit uitsluitend activiteiten | afhangen van de Franse Gemeenschap en mag dit uitsluitend activiteiten |
in het Frans organiseren. | in het Frans organiseren. |
Art. 4.Na advies van de Hoge Raad kan de Regering de plaatselijke |
Art. 4.Na advies van de Hoge Raad kan de Regering de plaatselijke |
sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra die voldoen | sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra die voldoen |
aan de in dit decreet gestelde voorwaarden, erkennen. | aan de in dit decreet gestelde voorwaarden, erkennen. |
Er mag op het grondgebied van een gemeente slechts een enkel | Er mag op het grondgebied van een gemeente slechts een enkel |
plaatselijk sportcentrum of een enkel geïntegreerd plaatselijk | plaatselijk sportcentrum of een enkel geïntegreerd plaatselijk |
sportcentrum worden erkend. | sportcentrum worden erkend. |
Art. 5.De erkenning wordt verleend voor een duur van tien jaar. |
Art. 5.De erkenning wordt verleend voor een duur van tien jaar. |
De beslissing wordt betekend aan het plaatselijk sportcentrum of aan | De beslissing wordt betekend aan het plaatselijk sportcentrum of aan |
het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum via een ter post | het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum via een ter post |
aangetekende brief. | aangetekende brief. |
Art. 6.Bij verzuim aan een van de in dit decreet of krachtens dit |
Art. 6.Bij verzuim aan een van de in dit decreet of krachtens dit |
decreet voorziene verplichtingen kan de Regering de erkenning | decreet voorziene verplichtingen kan de Regering de erkenning |
intrekken of schorsen na advies van de Hoge Raad en nadat het | intrekken of schorsen na advies van de Hoge Raad en nadat het |
plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum | plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum |
verzocht werd zijn argumenten aan te voeren. | verzocht werd zijn argumenten aan te voeren. |
De beslissing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven. | De beslissing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven. |
Art. 7.De Regering legt de te volgen procedure vast voor de indiening |
Art. 7.De Regering legt de te volgen procedure vast voor de indiening |
en de behandeling van de aanvragen om erkenning van een plaatselijk | en de behandeling van de aanvragen om erkenning van een plaatselijk |
sportcentrum of van een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. | sportcentrum of van een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. |
De Regering voorziet in administratieve rechtsmiddelen tegen de | De Regering voorziet in administratieve rechtsmiddelen tegen de |
beslissingen tot niet-erkenning, tot schorsing of tot intrekking van | beslissingen tot niet-erkenning, tot schorsing of tot intrekking van |
de erkenning van een plaatselijk sportcentrum of van een geïntegreerd | de erkenning van een plaatselijk sportcentrum of van een geïntegreerd |
plaatselijk sportcentrum. | plaatselijk sportcentrum. |
Art. 8.Ieder plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk |
Art. 8.Ieder plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk |
sportcentrum dat is erkend door de Regering moet deze erkenning | sportcentrum dat is erkend door de Regering moet deze erkenning |
vermelden in zijn officiële documenten. | vermelden in zijn officiële documenten. |
Art. 9.Om te worden erkend moet een plaatselijk sportcentrum of een |
Art. 9.Om te worden erkend moet een plaatselijk sportcentrum of een |
geïntegreerd plaatselijk sportcentrum volgende taken volbrengen en | geïntegreerd plaatselijk sportcentrum volgende taken volbrengen en |
voldoen aan onderstaande voorwaarden : | voldoen aan onderstaande voorwaarden : |
1. sportbeoefening promoten in al zijn vormen en zonder discriminatie; | 1. sportbeoefening promoten in al zijn vormen en zonder discriminatie; |
2. praktijken promoten voor een gezonde opvoeding via sport; | 2. praktijken promoten voor een gezonde opvoeding via sport; |
3. een jaarplan opstellen voor de sportbezetting en de sportanimatie | 3. een jaarplan opstellen voor de sportbezetting en de sportanimatie |
van de betrokken infrastructuur waarbij voor eenieder toegang wordt | van de betrokken infrastructuur waarbij voor eenieder toegang wordt |
verzekerd, binnen de perken opgelegd door de Regering, tot | verzekerd, binnen de perken opgelegd door de Regering, tot |
sportactiviteiten en waarbij wordt voorzien in de organisatie van | sportactiviteiten en waarbij wordt voorzien in de organisatie van |
sportactiviteiten die vrij voorbehouden zijn voor de bevolking; | sportactiviteiten die vrij voorbehouden zijn voor de bevolking; |
4. het eigendomsrecht of genot hebben over de infrastructuur van het | 4. het eigendomsrecht of genot hebben over de infrastructuur van het |
centrum voor minstens de duur van de erkenning. Wat de geïntegreerde | centrum voor minstens de duur van de erkenning. Wat de geïntegreerde |
plaatselijke sportcentra betreft, is het bezit van de | plaatselijke sportcentra betreft, is het bezit van de |
schoolsportinfrastructuur slechts vereist voor de perioden buiten | schoolsportinfrastructuur slechts vereist voor de perioden buiten |
schooltijden; | schooltijden; |
5. minstens een jaar bestaan op het ogenblik dat de aanvraag om | 5. minstens een jaar bestaan op het ogenblik dat de aanvraag om |
erkenning wordt ingediend; | erkenning wordt ingediend; |
6. erop toezien dat zijn burgerlijke aansprakelijkheid en de | 6. erop toezien dat zijn burgerlijke aansprakelijkheid en de |
lichamelijke schadeloosstelling van de gebruikers voldoende gedekt is | lichamelijke schadeloosstelling van de gebruikers voldoende gedekt is |
door een verzekering; | door een verzekering; |
7. zijn huishoudelijk reglement meedelen aan de gebruikers en aan het | 7. zijn huishoudelijk reglement meedelen aan de gebruikers en aan het |
bestuur; | bestuur; |
8. de inspectie van zijn activiteiten toelaten alsook de controle van | 8. de inspectie van zijn activiteiten toelaten alsook de controle van |
de boekhoudkundige en administratieve documenten door ambtenaren die | de boekhoudkundige en administratieve documenten door ambtenaren die |
door de Regering zijn aangesteld; | door de Regering zijn aangesteld; |
9. een raad van plaatselijke gebruikers instellen met adviesverlenende | 9. een raad van plaatselijke gebruikers instellen met adviesverlenende |
bevoegdheid inzake de animatie en inzake de uitwerking van | bevoegdheid inzake de animatie en inzake de uitwerking van |
activiteitenprogramma's van het plaatselijk sportcentrum of het | activiteitenprogramma's van het plaatselijk sportcentrum of het |
geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. Deze raad vergadert minstens | geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. Deze raad vergadert minstens |
twee maal per jaar; | twee maal per jaar; |
10. vóór de oprichting van een plaatselijk sportcentrum of een | 10. vóór de oprichting van een plaatselijk sportcentrum of een |
geïntegreerd plaatselijk sportcentrum, alle verantwoordelijken van de | geïntegreerd plaatselijk sportcentrum, alle verantwoordelijken van de |
infrastructuur bedoeld in artikelen 2 en 3 op de hoogte brengen; | infrastructuur bedoeld in artikelen 2 en 3 op de hoogte brengen; |
11. een budgettair plan voorleggen voor vijf jaar met vermelding van | 11. een budgettair plan voorleggen voor vijf jaar met vermelding van |
de voorziene financiële bijdragen van de betrokken gemeente(n) alsook | de voorziene financiële bijdragen van de betrokken gemeente(n) alsook |
van de Franse Gemeenschap. | van de Franse Gemeenschap. |
Art. 10.De Regering legt de minimale kwaliteits- en |
Art. 10.De Regering legt de minimale kwaliteits- en |
kwantiteitsvoorwaarden vast waaraan de sportinfrastructuur in een | kwantiteitsvoorwaarden vast waaraan de sportinfrastructuur in een |
plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum | plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum |
moet voldoen. | moet voldoen. |
HOOFDSTUK III. - Subsidiëring | HOOFDSTUK III. - Subsidiëring |
Art. 11.De Regering kent, binnen de perken van de |
Art. 11.De Regering kent, binnen de perken van de |
begrotingskredieten, toelagen toe voor de bezoldiging van de | begrotingskredieten, toelagen toe voor de bezoldiging van de |
ambtenaren die instaan voor de animatie en het beheer van een erkend | ambtenaren die instaan voor de animatie en het beheer van een erkend |
plaatselijk sportcentrum of een erkend geïntegreerd plaatselijk | plaatselijk sportcentrum of een erkend geïntegreerd plaatselijk |
sportcentrum, hierna 'sportambtenaren' genoemd. | sportcentrum, hierna 'sportambtenaren' genoemd. |
Art. 12.De Regering bepaalt de voorwaarden waaraan de sportambtenaren |
Art. 12.De Regering bepaalt de voorwaarden waaraan de sportambtenaren |
moeten voldoen opdat hun weddes subsidieerbaar zouden zijn. | moeten voldoen opdat hun weddes subsidieerbaar zouden zijn. |
Deze voorwaarden houden rekening met de aard van de uitgeoefende | Deze voorwaarden houden rekening met de aard van de uitgeoefende |
ambten, de leeftijd van de betrokken sportambtenaren, hun | ambten, de leeftijd van de betrokken sportambtenaren, hun |
dienstanciënniteit alsook hun kwalificaties. | dienstanciënniteit alsook hun kwalificaties. |
Art. 13.De Regering bepaalt het aantal sportambtenaren wier wedde |
Art. 13.De Regering bepaalt het aantal sportambtenaren wier wedde |
subsidieerbaar is rekening houdend met het aantal inwoners van de | subsidieerbaar is rekening houdend met het aantal inwoners van de |
bedoelde gemeenten en met de aard en het aantal sportinfrastructuren | bedoelde gemeenten en met de aard en het aantal sportinfrastructuren |
waaruit het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk | waaruit het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk |
sportcentrum bestaan, met een maximum van twee personen per | sportcentrum bestaan, met een maximum van twee personen per |
plaatselijk sportcentrum of per geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. | plaatselijk sportcentrum of per geïntegreerd plaatselijk sportcentrum. |
Voor een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum kan een voltijds | Voor een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum kan een voltijds |
arbeidsequivalent worden toegevoegd ten behoeve van de ambtenaren die | arbeidsequivalent worden toegevoegd ten behoeve van de ambtenaren die |
in het bijzonder instaan voor bewakings- en onderhoudstaken van de | in het bijzonder instaan voor bewakings- en onderhoudstaken van de |
sportinfrastructuren. | sportinfrastructuren. |
Art. 14.De sportambtenaren worden aangeworven door het plaatselijk |
Art. 14.De sportambtenaren worden aangeworven door het plaatselijk |
sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum welk de | sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum welk de |
lijst bezorgt aan het bestuur. | lijst bezorgt aan het bestuur. |
Art. 15.Het subsidiebedrag komt overeen met 90 % van de wedde van de |
Art. 15.Het subsidiebedrag komt overeen met 90 % van de wedde van de |
eerste ambtenaar en met 75 % van de wedde van de andere ambtenaren. | eerste ambtenaar en met 75 % van de wedde van de andere ambtenaren. |
Onder wedde verstaat men het brutobedrag van de wedde, van het | Onder wedde verstaat men het brutobedrag van de wedde, van het |
vakantiegeld en van de toelagen of eindejaarspremies, alsook de | vakantiegeld en van de toelagen of eindejaarspremies, alsook de |
bijdrage betaald door de werkgever krachtens de wetgeving inzake de | bijdrage betaald door de werkgever krachtens de wetgeving inzake de |
sociale zekerheid. | sociale zekerheid. |
De Regering bepaalt het maximumbedrag van de in aanmerking te nemen | De Regering bepaalt het maximumbedrag van de in aanmerking te nemen |
wedde, rekening houdend met de aard van de uitgeoefende ambten, de | wedde, rekening houdend met de aard van de uitgeoefende ambten, de |
leeftijd van de betrokken ambtenaren, hun dienstanciënniteit alsook | leeftijd van de betrokken ambtenaren, hun dienstanciënniteit alsook |
hun kwalificaties. | hun kwalificaties. |
Art. 16.De Regering bepaalt de te volgen procedure voor de indiening |
Art. 16.De Regering bepaalt de te volgen procedure voor de indiening |
en de behandeling van de aanvragen om toelagen zoals bedoeld in dit | en de behandeling van de aanvragen om toelagen zoals bedoeld in dit |
hoofdstuk. | hoofdstuk. |
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling | HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling |
Art. 17.Dit decreet treedt in werking op de dag die is bepaald door |
Art. 17.Dit decreet treedt in werking op de dag die is bepaald door |
de Regering. | de Regering. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
moet verschijnen. | moet verschijnen. |
Brussel, op 27 februari 2003. | Brussel, op 27 februari 2003. |
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, | De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, |
H. HASQUIN | H. HASQUIN |
De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en | De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en |
Sport, | Sport, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de | De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de |
Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », | Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », |
J.-M. NOLLET | J.-M. NOLLET |
De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, | De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, |
P. HAZETTE | P. HAZETTE |
De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en |
Wetenschappelijk Onderzoek, | Wetenschappelijk Onderzoek, |
Mevr. F. DUPUIS | Mevr. F. DUPUIS |
De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, | De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, |
R. MILLER | R. MILLER |
De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, | De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, |
Mevr. N. MARECHAL | Mevr. N. MARECHAL |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2002-2003 : | (1) Zitting 2002-2003 : |
Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 338-1. - | Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 338-1. - |
Commissieamendementen nr. 338-2. - Verslag, nr. 338-3. | Commissieamendementen nr. 338-2. - Verslag, nr. 338-3. |
Integrale verslagen. - Bespreking. Vergadering van 18 februari 2003. - | Integrale verslagen. - Bespreking. Vergadering van 18 februari 2003. - |
Aanneming. Vergadering van 19 februari 2003. | Aanneming. Vergadering van 19 februari 2003. |