| Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie | Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 22 MAART 2024. - Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van | 22 MAART 2024. - Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke |
| polarisatie (1) | polarisatie (1) |
| Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen | Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen |
| hetgeen volgt: | hetgeen volgt: |
| Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige | Decreet over het Vlaamse beleid voor de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
| gewestaangelegenheid. | gewestaangelegenheid. |
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: |
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: |
| 1° extremisme: racistische, xenofobe, anarchistische, autoritaire of | 1° extremisme: racistische, xenofobe, anarchistische, autoritaire of |
| totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, | totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, |
| ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch | ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch |
| of in de praktijk strijdig zijn met: | of in de praktijk strijdig zijn met: |
| a) de beginselen van de democratie of de mensenrechten; | a) de beginselen van de democratie of de mensenrechten; |
| b) de goede werking van de democratische instellingen; | b) de goede werking van de democratische instellingen; |
| c) andere grondslagen van de rechtsstaat dan de grondslagen, vermeld | c) andere grondslagen van de rechtsstaat dan de grondslagen, vermeld |
| in punt a) en b); | in punt a) en b); |
| 2° gewelddadige radicalisering: de fase in het radicaliseringsproces | 2° gewelddadige radicalisering: de fase in het radicaliseringsproces |
| waarbij een individu of een groep van individuen op dusdanige wijze | waarbij een individu of een groep van individuen op dusdanige wijze |
| mentaal wordt gevormd dat dat individu of die groep van individuen | mentaal wordt gevormd dat dat individu of die groep van individuen |
| bereid is om terroristische handelingen te plegen; | bereid is om terroristische handelingen te plegen; |
| 3° schadelijke polarisatie: een groeiend wantrouwen en een | 3° schadelijke polarisatie: een groeiend wantrouwen en een |
| verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving | verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving |
| waarbij de sociale veiligheid in het gedrang komt; | waarbij de sociale veiligheid in het gedrang komt; |
| 4° terrorisme: het gebruik van geweld tegen personen of materiële | 4° terrorisme: het gebruik van geweld tegen personen of materiële |
| belangen om ideologische of politieke redenen, met als doel bepaalde | belangen om ideologische of politieke redenen, met als doel bepaalde |
| doelstellingen met terreur, intimidatie of bedreigingen te bereiken. | doelstellingen met terreur, intimidatie of bedreigingen te bereiken. |
| HOOFDSTUK 2. - Doel, uitgangspunten en opdrachten van het beleid voor | HOOFDSTUK 2. - Doel, uitgangspunten en opdrachten van het beleid voor |
| de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme | de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme |
| en schadelijke polarisatie | en schadelijke polarisatie |
Art. 3.Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
Art. 3.Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie moet een afgestemd, | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie moet een afgestemd, |
| multidisciplinair en gecoördineerd beleid zijn dat zich verhoudt tot | multidisciplinair en gecoördineerd beleid zijn dat zich verhoudt tot |
| de federale, Europese en internationale regelgeving en context. | de federale, Europese en internationale regelgeving en context. |
| Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie richt zich op de | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie richt zich op de |
| verscheidenheid van vormen van gewelddadige radicalisering en | verscheidenheid van vormen van gewelddadige radicalisering en |
| extremisme met de volgende doelstellingen: | extremisme met de volgende doelstellingen: |
| 1° gewelddadige radicalisering en terrorisme voorkomen via tijdige | 1° gewelddadige radicalisering en terrorisme voorkomen via tijdige |
| detectie en opvolging; | detectie en opvolging; |
| 2° disengagement bereiken van gewelddadig geradicaliseerde burgers; | 2° disengagement bereiken van gewelddadig geradicaliseerde burgers; |
| 3° gewelddadige radicalisering voorkomen via de bestrijding van | 3° gewelddadige radicalisering voorkomen via de bestrijding van |
| schadelijke polarisatie in de samenleving. | schadelijke polarisatie in de samenleving. |
| In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder disengagement: het | In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder disengagement: het |
| terugdringen en neutraliseren van de handelingen van gewelddadig | terugdringen en neutraliseren van de handelingen van gewelddadig |
| geradicaliseerde personen, en dan voornamelijk de bereidheid om geweld | geradicaliseerde personen, en dan voornamelijk de bereidheid om geweld |
| te gebruiken en het gebruik van geweld. Het doel is te komen tot een | te gebruiken en het gebruik van geweld. Het doel is te komen tot een |
| individuele afkeuring van het gewelddadig gedrag van de groep waarmee | individuele afkeuring van het gewelddadig gedrag van de groep waarmee |
| men zich heeft geassocieerd. | men zich heeft geassocieerd. |
| De doelstellingen, vermeld in het tweede lid, worden op een | De doelstellingen, vermeld in het tweede lid, worden op een |
| geïntegreerde manier gerealiseerd. De voormelde geïntegreerde manier | geïntegreerde manier gerealiseerd. De voormelde geïntegreerde manier |
| houdt in dat er gewerkt wordt op een manier waarbij er: | houdt in dat er gewerkt wordt op een manier waarbij er: |
| 1° afstemming is tussen en samenwerking is met de lokale overheden; | 1° afstemming is tussen en samenwerking is met de lokale overheden; |
| 2° afstemming is tussen en samenwerking is binnen de Vlaamse overheid; | 2° afstemming is tussen en samenwerking is binnen de Vlaamse overheid; |
| 3° afstemming is tussen en samenwerking is met de inlichtingen- en | 3° afstemming is tussen en samenwerking is met de inlichtingen- en |
| veiligheidsdiensten en andere relevante actoren op het federale | veiligheidsdiensten en andere relevante actoren op het federale |
| niveau; | niveau; |
| 4° een resultaatgerichte en multidisciplinaire aanpak vooropstaat; | 4° een resultaatgerichte en multidisciplinaire aanpak vooropstaat; |
| 5° nauw wordt samengewerkt met diensten en voorzieningen die door hun | 5° nauw wordt samengewerkt met diensten en voorzieningen die door hun |
| opzet of inhoud relevantie hebben en behoren tot de bevoegdheden van | opzet of inhoud relevantie hebben en behoren tot de bevoegdheden van |
| de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest; | de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest; |
| 6° nauw wordt samengewerkt met organisaties, experten en | 6° nauw wordt samengewerkt met organisaties, experten en |
| wetenschappers met expertise over de thematiek. | wetenschappers met expertise over de thematiek. |
Art. 4.Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
Art. 4.Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel |
| 3, is een onderbouwd en kwalitatief beleid. | 3, is een onderbouwd en kwalitatief beleid. |
| Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | Het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel |
| 3, wordt over de beleidsdomeinen heen ondersteund door: | 3, wordt over de beleidsdomeinen heen ondersteund door: |
| 1° wetenschappelijk onderzoek met het oog op expertiseopbouw over: | 1° wetenschappelijk onderzoek met het oog op expertiseopbouw over: |
| a) gewelddadige radicalisering; | a) gewelddadige radicalisering; |
| b) extremisme; | b) extremisme; |
| c) terrorisme; | c) terrorisme; |
| d) schadelijke polarisatie; | d) schadelijke polarisatie; |
| 2° het toetsen van wetenschappelijk onderzoek aan de praktijk; | 2° het toetsen van wetenschappelijk onderzoek aan de praktijk; |
| 3° de vertaling van relevante bevindingen van wetenschappelijk | 3° de vertaling van relevante bevindingen van wetenschappelijk |
| onderzoek naar de praktijk; | onderzoek naar de praktijk; |
| 4° expertiseopbouw, uitwisseling en netwerking rond gewelddadige | 4° expertiseopbouw, uitwisseling en netwerking rond gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, |
| online en offline. | online en offline. |
| HOOFDSTUK 3. - Organisatie van het beleid voor de preventie van | HOOFDSTUK 3. - Organisatie van het beleid voor de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke |
| polarisatie | polarisatie |
Art. 5.De Vlaamse Regering stelt binnen een jaar na haar aantreden |
Art. 5.De Vlaamse Regering stelt binnen een jaar na haar aantreden |
| een geïntegreerd actieplan op voor de komende vijf jaar voor het | een geïntegreerd actieplan op voor de komende vijf jaar voor het |
| beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, | beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, |
| terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3, tweede | terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3, tweede |
| lid. | lid. |
| In het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, worden | In het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, worden |
| alleen de acties opgenomen die binnen de domeinen specifiek worden | alleen de acties opgenomen die binnen de domeinen specifiek worden |
| genomen in het kader van het beleid voor de preventie van gewelddadige | genomen in het kader van het beleid voor de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, |
| vermeld in artikel 3. | vermeld in artikel 3. |
| Het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, wordt | Het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, wordt |
| vastgesteld op basis van een actuele analyse van het beleid voor de | vastgesteld op basis van een actuele analyse van het beleid voor de |
| preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en | preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en |
| schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3. De voormelde analyse | schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3. De voormelde analyse |
| wordt opgesteld door de Vlaamse Regering, uiterlijk zes maanden na het | wordt opgesteld door de Vlaamse Regering, uiterlijk zes maanden na het |
| aantreden van de Vlaamse Regering. | aantreden van de Vlaamse Regering. |
| Het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, omvat minstens | Het geïntegreerde actieplan, vermeld in het eerste lid, omvat minstens |
| de volgende elementen: | de volgende elementen: |
| 1° de beleidsdoelstellingen waarmee op elk relevant beleidsdomein het | 1° de beleidsdoelstellingen waarmee op elk relevant beleidsdomein het |
| doel van het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | doel van het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel |
| 3, wordt ingevuld; | 3, wordt ingevuld; |
| 2° de concrete acties die genomen moeten worden om de geformuleerde | 2° de concrete acties die genomen moeten worden om de geformuleerde |
| doelstellingen te realiseren; | doelstellingen te realiseren; |
| 3° het tijdpad dat is opgesteld voor de uitvoering van die acties; | 3° het tijdpad dat is opgesteld voor de uitvoering van die acties; |
| 4° de middelen en instrumenten die worden ingezet. | 4° de middelen en instrumenten die worden ingezet. |
Art. 6.De Vlaamse Regering bepaalt de beleidsdomeinen, departementen |
Art. 6.De Vlaamse Regering bepaalt de beleidsdomeinen, departementen |
| en intern en extern verzelfstandigde agentschappen die relevant zijn | en intern en extern verzelfstandigde agentschappen die relevant zijn |
| voor het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | voor het beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel | extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel |
| 3. | 3. |
| Binnen de beleidsdomeinen die de Vlaamse Regering als relevant | Binnen de beleidsdomeinen die de Vlaamse Regering als relevant |
| aanwijst conform het eerste lid, bereiden de Vlaamse Regering en de | aanwijst conform het eerste lid, bereiden de Vlaamse Regering en de |
| departementen en de intern en extern verzelfstandigde agentschappen | departementen en de intern en extern verzelfstandigde agentschappen |
| van de Vlaamse overheid het beleid voor de preventie van gewelddadige | van de Vlaamse overheid het beleid voor de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, |
| vermeld in artikel 3, voor. Ze voeren het voormelde beleid ook uit en | vermeld in artikel 3, voor. Ze voeren het voormelde beleid ook uit en |
| evalueren het. | evalueren het. |
Art. 7.De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de departementen |
Art. 7.De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de departementen |
| en de intern en extern verzelfstandigde agentschappen het beleid voor | en de intern en extern verzelfstandigde agentschappen het beleid voor |
| de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme | de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme |
| en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3, vormgeven. | en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3, vormgeven. |
Art. 8.§ 1. Met het oog op expertiseopbouw en de ontwikkeling van een |
Art. 8.§ 1. Met het oog op expertiseopbouw en de ontwikkeling van een |
| ondersteuningsaanbod voor lokale besturen kan de Vlaamse Regering op | ondersteuningsaanbod voor lokale besturen kan de Vlaamse Regering op |
| basis van een oproep een of meerdere partnerorganisaties voor | basis van een oproep een of meerdere partnerorganisaties voor |
| beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling over gewelddadige | beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling over gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie |
| erkennen. De erkenning wordt verleend voor een termijn van vijf jaar, | erkennen. De erkenning wordt verleend voor een termijn van vijf jaar, |
| waarvan de eerste termijn start op 1 januari 2026. | waarvan de eerste termijn start op 1 januari 2026. |
| § 2. Om erkend te worden en de erkenning te behouden voldoet een | § 2. Om erkend te worden en de erkenning te behouden voldoet een |
| partnerorganisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling | partnerorganisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling |
| voor gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en | voor gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en |
| schadelijke polarisatie aan de volgende voorwaarden: | schadelijke polarisatie aan de volgende voorwaarden: |
| 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, | 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, |
| een vennootschap met sociaal oogmerk of een stichting; | een vennootschap met sociaal oogmerk of een stichting; |
| 2° gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige | 2° gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige |
| gebied Brussel-Hoofdstad; | gebied Brussel-Hoofdstad; |
| 3° expertise bezitten over de preventie van gewelddadige | 3° expertise bezitten over de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie; | radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie; |
| 4° kennis verzamelen, ontwikkelen en verspreiden over gewelddadige | 4° kennis verzamelen, ontwikkelen en verspreiden over gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie, op | radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie, op |
| basis van wetenschappelijke inzichten; | basis van wetenschappelijke inzichten; |
| 5° ervaring hebben met het ondersteunen van lokale besturen; | 5° ervaring hebben met het ondersteunen van lokale besturen; |
| 6° een geïntegreerde visie hebben op de preventie van gewelddadige | 6° een geïntegreerde visie hebben op de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie; | radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie; |
| 7° in haar werking de lokale besturen in het Vlaamse Gewest omvatten | 7° in haar werking de lokale besturen in het Vlaamse Gewest omvatten |
| evenals de Vlaamse Gemeenschapscommissie in het tweetalige gebied | evenals de Vlaamse Gemeenschapscommissie in het tweetalige gebied |
| Brussel-Hoofdstad; | Brussel-Hoofdstad; |
| 8° een breed bereik hebben bij lokale besturen; | 8° een breed bereik hebben bij lokale besturen; |
| 9° bereid zijn nauw samen te werken en expertise te delen met de | 9° bereid zijn nauw samen te werken en expertise te delen met de |
| Vlaamse overheid en de eigen activiteiten voor de preventie van | Vlaamse overheid en de eigen activiteiten voor de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke |
| polarisatie af te stemmen op het beleid van de Vlaamse overheid; | polarisatie af te stemmen op het beleid van de Vlaamse overheid; |
| 10° in voorkomend geval bereid zijn samen te werken met de andere | 10° in voorkomend geval bereid zijn samen te werken met de andere |
| partnerorganisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling, | partnerorganisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling, |
| en de eigen werking voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | en de eigen werking voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie met hen afstemmen in | extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie met hen afstemmen in |
| een partnernetwerk. | een partnernetwerk. |
| Als een organisatie die is erkend als een partnerorganisatie als | Als een organisatie die is erkend als een partnerorganisatie als |
| vermeld in paragraaf 1 niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, | vermeld in paragraaf 1 niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, |
| vermeld in het eerste lid, kan de Vlaamse Regering de voormelde | vermeld in het eerste lid, kan de Vlaamse Regering de voormelde |
| erkenning intrekken. | erkenning intrekken. |
| § 3. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en procedure van de | § 3. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en procedure van de |
| erkenning van een partnerorganisatie voor beleidsondersteuning en | erkenning van een partnerorganisatie voor beleidsondersteuning en |
| praktijkontwikkeling over gewelddadige radicalisering, extremisme, | praktijkontwikkeling over gewelddadige radicalisering, extremisme, |
| terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in paragraaf 1 en 2, | terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in paragraaf 1 en 2, |
| nader regelen. | nader regelen. |
| § 4. De Vlaamse Regering kan een partnerorganisatie voor | § 4. De Vlaamse Regering kan een partnerorganisatie voor |
| beleidsondersteunend en praktijkontwikkeling over gewelddadige | beleidsondersteunend en praktijkontwikkeling over gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie als | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie als |
| vermeld in paragraaf 1, die voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, | vermeld in paragraaf 1, die voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, |
| vermeld in paragraaf 2 en 3, met een samenwerkingsovereenkomst de | vermeld in paragraaf 2 en 3, met een samenwerkingsovereenkomst de |
| volgende opdrachten opleggen: | volgende opdrachten opleggen: |
| 1° als kenniscentrum functioneren voor de preventie van gewelddadige | 1° als kenniscentrum functioneren voor de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie. Het | radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie. Het |
| voormelde kenniscentrum heeft de volgende taken: | voormelde kenniscentrum heeft de volgende taken: |
| a) praktijkondersteuning aanbieden door minstens methodiekontwikkeling | a) praktijkondersteuning aanbieden door minstens methodiekontwikkeling |
| die is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten en | die is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten en |
| praktijkkennis; | praktijkkennis; |
| b) de implementatie van de methodieken ondersteunen, minstens via | b) de implementatie van de methodieken ondersteunen, minstens via |
| vorming, advies en dienstverlening; | vorming, advies en dienstverlening; |
| c) de evaluatie van de methodieken ondersteunen; | c) de evaluatie van de methodieken ondersteunen; |
| d) initiatieven voor de preventie van gewelddadige radicalisering, | d) initiatieven voor de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie ontwikkelen en | extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie ontwikkelen en |
| uitvoeren; | uitvoeren; |
| 2° informatie, kennis en expertise of beleidsopties van de Vlaamse | 2° informatie, kennis en expertise of beleidsopties van de Vlaamse |
| overheid over de preventie van gewelddadige radicalisering, | overheid over de preventie van gewelddadige radicalisering, |
| extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie in bruikbare | extremisme, terrorisme of schadelijke polarisatie in bruikbare |
| instrumenten voor de lokale besturen omzetten, delen en daarvoor | instrumenten voor de lokale besturen omzetten, delen en daarvoor |
| begeleiding en ondersteuning bieden aan de lokale besturen; | begeleiding en ondersteuning bieden aan de lokale besturen; |
| 3° bestaande instrumenten en praktijken voor de preventie van | 3° bestaande instrumenten en praktijken voor de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke |
| polarisatie volgen en evalueren; | polarisatie volgen en evalueren; |
| 4° de Vlaamse overheid ondersteunen op het domein van de preventie van | 4° de Vlaamse overheid ondersteunen op het domein van de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke |
| polarisatie; | polarisatie; |
| 5° samenwerking met de netwerkpartners binnen het domein van | 5° samenwerking met de netwerkpartners binnen het domein van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme of schadelijke |
| polarisatie optimaliseren en realiseren. | polarisatie optimaliseren en realiseren. |
| De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, | De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, |
| nader specificeren. | nader specificeren. |
| Voor de praktische en concrete uitvoering van de opdrachten, vermeld | Voor de praktische en concrete uitvoering van de opdrachten, vermeld |
| in het eerste en tweede lid, sluit de partnerorganisatie voor vijf | in het eerste en tweede lid, sluit de partnerorganisatie voor vijf |
| jaar een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in het eerste lid met | jaar een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in het eerste lid met |
| de Vlaamse Regering. De voormelde samenwerkingsovereenkomst omvat | de Vlaamse Regering. De voormelde samenwerkingsovereenkomst omvat |
| afspraken over de te realiseren opdrachten, vermeld in het eerste en | afspraken over de te realiseren opdrachten, vermeld in het eerste en |
| tweede lid, met inbegrip van de strategische en operationele | tweede lid, met inbegrip van de strategische en operationele |
| doelstellingen en de manier waarop die gemeten of gewaardeerd worden. | doelstellingen en de manier waarop die gemeten of gewaardeerd worden. |
| De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van totstandkoming van de | De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van totstandkoming van de |
| samenwerkingsovereenkomst, vermeld in het eerste lid. | samenwerkingsovereenkomst, vermeld in het eerste lid. |
| § 5. Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering | § 5. Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering |
| aan een erkende partnerorganisatie jaarlijks een algemene | aan een erkende partnerorganisatie jaarlijks een algemene |
| werkingssubsidie toekennen. | werkingssubsidie toekennen. |
| De subsidies, vermeld in het eerste lid, worden toegekend op basis van | De subsidies, vermeld in het eerste lid, worden toegekend op basis van |
| de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in paragraaf 4. | de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in paragraaf 4. |
| De Vlaamse Regering kan de nadere regels en modaliteiten bepalen voor: | De Vlaamse Regering kan de nadere regels en modaliteiten bepalen voor: |
| 1° de toekenning, de terugvordering en de verantwoording van de | 1° de toekenning, de terugvordering en de verantwoording van de |
| subsidies, vermeld in het eerste lid; | subsidies, vermeld in het eerste lid; |
| 2° de indiening van aanvragen van een subsidie als vermeld in het | 2° de indiening van aanvragen van een subsidie als vermeld in het |
| eerste lid en de verantwoordingsstukken: | eerste lid en de verantwoordingsstukken: |
| 3° de eenmalige gegevensopvraging; | 3° de eenmalige gegevensopvraging; |
| 4° de onverenigbaarheden; | 4° de onverenigbaarheden; |
| 5° de procedure voor de controle op de aanwending van de subsidies, | 5° de procedure voor de controle op de aanwending van de subsidies, |
| vermeld in het eerste lid. | vermeld in het eerste lid. |
Art. 9.Binnen de grenzen van hun grondgebied hebben lokale besturen |
Art. 9.Binnen de grenzen van hun grondgebied hebben lokale besturen |
| de regierol over het beleid voor de preventie van gewelddadige | de regierol over het beleid voor de preventie van gewelddadige |
| radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, | radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke polarisatie, |
| vermeld in artikel 3. Het voormelde betekent dat ze binnen de grenzen | vermeld in artikel 3. Het voormelde betekent dat ze binnen de grenzen |
| van het subsidiariteitsbeginsel zorgen voor de uitwerking, sturing, | van het subsidiariteitsbeginsel zorgen voor de uitwerking, sturing, |
| afstemming en uitvoering van het beleid voor de preventie van | afstemming en uitvoering van het beleid voor de preventie van |
| gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke | gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en schadelijke |
| polarisatie, vermeld in artikel 3. De lokale besturen coördineren de | polarisatie, vermeld in artikel 3. De lokale besturen coördineren de |
| relevante actoren in de eigen stad of gemeente. | relevante actoren in de eigen stad of gemeente. |
| Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering | Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering |
| subsidies toekennen aan lokale besturen voor het opnemen van de | subsidies toekennen aan lokale besturen voor het opnemen van de |
| regierol, vermeld in het eerste lid. | regierol, vermeld in het eerste lid. |
| De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toekenning | De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toekenning |
| van de subsidies, vermeld in het tweede lid. | van de subsidies, vermeld in het tweede lid. |
Art. 10.De Vlaamse Regering wendt binnen de beschikbare |
Art. 10.De Vlaamse Regering wendt binnen de beschikbare |
| begrotingskredieten en aanvullend op de reguliere subsidies, vermeld | begrotingskredieten en aanvullend op de reguliere subsidies, vermeld |
| in artikel 8 en 9, ten hoogste 10 procent van het totale budget dat | in artikel 8 en 9, ten hoogste 10 procent van het totale budget dat |
| jaarlijks wordt vastgelegd voor de uitvoering van dit decreet, aan om | jaarlijks wordt vastgelegd voor de uitvoering van dit decreet, aan om |
| aanvullende experimentele projecten met het oog op specifieke | aanvullende experimentele projecten met het oog op specifieke |
| behoeften te subsidiëren die gericht zijn op het versterken van het | behoeften te subsidiëren die gericht zijn op het versterken van het |
| beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, | beleid voor de preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, |
| terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3. | terrorisme en schadelijke polarisatie, vermeld in artikel 3. |
| Deze projecten kunnen worden uitgevoerd door lokale besturen en door | Deze projecten kunnen worden uitgevoerd door lokale besturen en door |
| andere actoren. Erkende partnerorganisaties als vermeld in artikel 8 | andere actoren. Erkende partnerorganisaties als vermeld in artikel 8 |
| komen slechts in aanmerking als de taakstelling in de | komen slechts in aanmerking als de taakstelling in de |
| samenwerkingsovereenkomst wordt overstegen. | samenwerkingsovereenkomst wordt overstegen. |
| De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor: | De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor: |
| 1° de toekenning van een projectsubsidie als vermeld in het eerste | 1° de toekenning van een projectsubsidie als vermeld in het eerste |
| lid; | lid; |
| 2° het indienen en de beoordeling van de aanvragen tot subsidiëring, | 2° het indienen en de beoordeling van de aanvragen tot subsidiëring, |
| vermeld in het eerste lid; | vermeld in het eerste lid; |
| 3° de toekenning en de uitbetaling van de subsidie, vermeld in het | 3° de toekenning en de uitbetaling van de subsidie, vermeld in het |
| eerste lid; | eerste lid; |
| 4° het toezicht op de naleving van de voorwaarden voor de subsidie, | 4° het toezicht op de naleving van de voorwaarden voor de subsidie, |
| vermeld in het eerste lid; | vermeld in het eerste lid; |
| 5° de evaluatie van de gevoerde projecten, vermeld in het eerste lid. | 5° de evaluatie van de gevoerde projecten, vermeld in het eerste lid. |
| HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling |
Art. 11.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit |
Art. 11.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit |
| decreet de datum van inwerkingtreding. | decreet de datum van inwerkingtreding. |
| Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
| zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
| Brussel, 22 maart 2024. | Brussel, 22 maart 2024. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| J. JAMBON | J. JAMBON |
| De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, |
| Inburgering en Gelijke Kansen, | Inburgering en Gelijke Kansen, |
| G. RUTTEN | G. RUTTEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Zitting 2023-2024 | (1) Zitting 2023-2024 |
| Documenten: - Ontwerp van decreet : 1928 - Nr. 1 | Documenten: - Ontwerp van decreet : 1928 - Nr. 1 |
| - Verslag : 1928 - Nr. 2 | - Verslag : 1928 - Nr. 2 |
| - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1928 - Nr. 3 | - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1928 - Nr. 3 |
| Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 20 maart 2024. | Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 20 maart 2024. |