Decreet betreffende het lokaal sociaal beleid | Decreet betreffende het lokaal sociaal beleid |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
19 MAART 2004. - Decreet betreffende het lokaal sociaal beleid (1) | 19 MAART 2004. - Decreet betreffende het lokaal sociaal beleid (1) |
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen | Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen |
hetgeen volgt : decreet betreffende het lokaal sociaal beleid. | hetgeen volgt : decreet betreffende het lokaal sociaal beleid. |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
gewestaangelegenheid. | gewestaangelegenheid. |
Art. 2.Dit decreet is niet van toepassing op de gemeenten, gelegen in |
Art. 2.Dit decreet is niet van toepassing op de gemeenten, gelegen in |
het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. | het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. |
De Vlaamse regering zal een convenant afsluiten met de Vlaamse | De Vlaamse regering zal een convenant afsluiten met de Vlaamse |
Gemeenschapscommissie om de doelstellingen van dit decreet te | Gemeenschapscommissie om de doelstellingen van dit decreet te |
realiseren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. | realiseren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder : |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder : |
1° lokaal sociaal beleid : het geheel van de beleidsbepaling en acties | 1° lokaal sociaal beleid : het geheel van de beleidsbepaling en acties |
van lokaal bestuur en de acties van lokale actoren, met het oog op het | van lokaal bestuur en de acties van lokale actoren, met het oog op het |
garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd | garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten, vastgelegd |
in artikel 23 en artikel 24, § 3, van de Grondwet; | in artikel 23 en artikel 24, § 3, van de Grondwet; |
2° lokaal bestuur : gemeente en openbaar centrum voor maatschappelijk | 2° lokaal bestuur : gemeente en openbaar centrum voor maatschappelijk |
welzijn; | welzijn; |
3° lokale actoren : alle overheden en particuliere organisaties die | 3° lokale actoren : alle overheden en particuliere organisaties die |
lokaal acties opzetten ten behoeve van burgers van wie de rechten, | lokaal acties opzetten ten behoeve van burgers van wie de rechten, |
vastgelegd in artikel 23 en artikel 24, § 3, van de Grondwet in het | vastgelegd in artikel 23 en artikel 24, § 3, van de Grondwet in het |
gedrang zijn of dreigen te komen; | gedrang zijn of dreigen te komen; |
4° sector : een aangelegenheid, bedoeld in artikelen 4 tot en met 6 | 4° sector : een aangelegenheid, bedoeld in artikelen 4 tot en met 6 |
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen; | instellingen; |
5° erkende voorziening : lokale actor die door de Vlaamse Gemeenschap | 5° erkende voorziening : lokale actor die door de Vlaamse Gemeenschap |
op basis van de sectorale regelgeving erkend is; | op basis van de sectorale regelgeving erkend is; |
6° sectorale regelgeving : de door de Vlaamse Gemeenschap per sector | 6° sectorale regelgeving : de door de Vlaamse Gemeenschap per sector |
bij decreet en haar uitvoeringsbesluiten vastgestelde regelgeving. | bij decreet en haar uitvoeringsbesluiten vastgestelde regelgeving. |
HOOFDSTUK II. - Planning | HOOFDSTUK II. - Planning |
Art. 4.Het lokaal bestuur maakt één lokaal sociaal beleidsplan dat |
Art. 4.Het lokaal bestuur maakt één lokaal sociaal beleidsplan dat |
minstens de volgende elementen bevat : | minstens de volgende elementen bevat : |
1° een omgevingsanalyse; | 1° een omgevingsanalyse; |
2° een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid; | 2° een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid; |
3° een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet | 3° een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet |
van lokale middelen, | van lokale middelen, |
4° de taakverdeling en werkafspraken tussen de gemeente en het | 4° de taakverdeling en werkafspraken tussen de gemeente en het |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met betrekking tot de | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met betrekking tot de |
uitvoering van het meerjarenplan en de coördinerende rol van het | uitvoering van het meerjarenplan en de coördinerende rol van het |
lokaal bestuur zoals omschreven in artikel 6 en artikel 7; | lokaal bestuur zoals omschreven in artikel 6 en artikel 7; |
5° een beschrijving van de wijze waarop de bevolking en lokale actoren | 5° een beschrijving van de wijze waarop de bevolking en lokale actoren |
bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de | bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de |
uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal | uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal |
sociaal beleid zullen betrokken worden. | sociaal beleid zullen betrokken worden. |
Het beleidsplan wordt voor 31 december van het eerste jaar van een | Het beleidsplan wordt voor 31 december van het eerste jaar van een |
nieuwe legislatuur goedgekeurd en beslaat een periode van zes jaar, | nieuwe legislatuur goedgekeurd en beslaat een periode van zes jaar, |
met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar. De | met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar. De |
tussentijdse evaluatie gebeurt aan de hand van een sociale | tussentijdse evaluatie gebeurt aan de hand van een sociale |
conjunctuurbarometer. De Vlaamse regering bepaalt het model van de | conjunctuurbarometer. De Vlaamse regering bepaalt het model van de |
sociale conjunctuurbarometer en stelt jaarlijks de gegevens ter | sociale conjunctuurbarometer en stelt jaarlijks de gegevens ter |
beschikking aan de lokale besturen. | beschikking aan de lokale besturen. |
Het beleidsplan wordt achtereenvolgens goedgekeurd door de raad voor | Het beleidsplan wordt achtereenvolgens goedgekeurd door de raad voor |
maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad en onmiddellijk na | maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad en onmiddellijk na |
goedkeuring ter kennisgeving aan de Vlaamse regering bezorgd. | goedkeuring ter kennisgeving aan de Vlaamse regering bezorgd. |
De Vlaamse regering bepaalt het model van het lokaal sociaal | De Vlaamse regering bepaalt het model van het lokaal sociaal |
beleidsplan en bepaalt welke beleidsplannen door het beleidsplan « | beleidsplan en bepaalt welke beleidsplannen door het beleidsplan « |
lokaal sociaal beleid » geheel of gedeeltelijk worden vervangen. | lokaal sociaal beleid » geheel of gedeeltelijk worden vervangen. |
Een bijsturing van het beleid kan aanleiding geven tot een wijziging | Een bijsturing van het beleid kan aanleiding geven tot een wijziging |
van het lokaal sociaal beleidsplan. De Vlaamse regering moet zo snel | van het lokaal sociaal beleidsplan. De Vlaamse regering moet zo snel |
mogelijk op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen. | mogelijk op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen. |
Art. 5.De Vlaamse regering bepaalt via de sectorale regelgeving de |
Art. 5.De Vlaamse regering bepaalt via de sectorale regelgeving de |
relatie tussen het lokaal sociaal beleidsplan en de beleidsplannen die | relatie tussen het lokaal sociaal beleidsplan en de beleidsplannen die |
lokale besturen en lokale actoren in het kader van de sectorale | lokale besturen en lokale actoren in het kader van de sectorale |
regelgeving moeten opstellen. | regelgeving moeten opstellen. |
HOOFDSTUK III. - Coördinatie | HOOFDSTUK III. - Coördinatie |
Art. 6.Het lokaal bestuur coördineert het lokaal sociaal beleid. |
Art. 6.Het lokaal bestuur coördineert het lokaal sociaal beleid. |
Art. 7.De Vlaamse regering bepaalt in dit verband de nadere regels. |
Art. 7.De Vlaamse regering bepaalt in dit verband de nadere regels. |
HOOFDSTUK IV. - Sociaal Huis | HOOFDSTUK IV. - Sociaal Huis |
Art. 8.Het lokaal sociaal beleid is gericht op een maximale |
Art. 8.Het lokaal sociaal beleid is gericht op een maximale |
toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een | toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een |
optimaal bereik van de beoogde doelgroep in het kader van het lokaal | optimaal bereik van de beoogde doelgroep in het kader van het lokaal |
sociaal beleid zoals omschreven in artikel 3, 1°. | sociaal beleid zoals omschreven in artikel 3, 1°. |
Art. 9.Met het oog op de doelstelling zoals omschreven in artikel 8, |
Art. 9.Met het oog op de doelstelling zoals omschreven in artikel 8, |
realiseert het lokaal bestuur een Sociaal Huis, dat minimaal een | realiseert het lokaal bestuur een Sociaal Huis, dat minimaal een |
informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft. | informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft. |
Art. 10.Het Sociaal Huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk |
Art. 10.Het Sociaal Huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk |
informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke opvang- en | informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke opvang- en |
hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op | hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op |
het lokale en regionale niveau. | het lokale en regionale niveau. |
De loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het | De loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het |
minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een | minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een |
geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening | geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening |
van het lokaal bestuur. | van het lokaal bestuur. |
De doorverwijsfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het | De doorverwijsfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het |
tot stand brengen van een ruime samenwerking met lokale actoren. | tot stand brengen van een ruime samenwerking met lokale actoren. |
Art. 11.De Vlaamse regering kan aan een Sociaal Huis een |
Art. 11.De Vlaamse regering kan aan een Sociaal Huis een |
kwaliteitslabel toekennen. | kwaliteitslabel toekennen. |
De Vlaamse regering bepaalt de kwaliteitsvoorwaarden, met inbegrip van | De Vlaamse regering bepaalt de kwaliteitsvoorwaarden, met inbegrip van |
de minimale invulling van de sociale dienstverlening en de organisatie | de minimale invulling van de sociale dienstverlening en de organisatie |
van een cliëntopvolgingssysteem dat binnen het Sociaal Huis wordt | van een cliëntopvolgingssysteem dat binnen het Sociaal Huis wordt |
gehanteerd, de regels inzake het gebruik van het kwaliteitslabel en de | gehanteerd, de regels inzake het gebruik van het kwaliteitslabel en de |
procedure om het kwaliteitslabel toe te kennen. | procedure om het kwaliteitslabel toe te kennen. |
HOOFDSTUK V. - Samenwerking | HOOFDSTUK V. - Samenwerking |
Art. 12.De Vlaamse regering kan voor de realisatie van de bepalingen |
Art. 12.De Vlaamse regering kan voor de realisatie van de bepalingen |
van dit decreet, het afsluiten van een protocol tussen erkende | van dit decreet, het afsluiten van een protocol tussen erkende |
voorzieningen onderling of tussen erkende voorzieningen en het lokaal | voorzieningen onderling of tussen erkende voorzieningen en het lokaal |
bestuur verplichten via de sectorale regelgeving. | bestuur verplichten via de sectorale regelgeving. |
Dat protocol bevat de taakafspraken en samenwerking tussen erkende | Dat protocol bevat de taakafspraken en samenwerking tussen erkende |
voorzieningen onderling of tussen erkende voorzieningen en het lokaal | voorzieningen onderling of tussen erkende voorzieningen en het lokaal |
bestuur. | bestuur. |
De Vlaamse regering kan het model van protocol bepalen. | De Vlaamse regering kan het model van protocol bepalen. |
HOOFDSTUK VI. - Ondersteuning | HOOFDSTUK VI. - Ondersteuning |
Art. 13.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse |
Art. 13.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse |
regering ondersteuning verlenen aan de lokale besturen en erkende | regering ondersteuning verlenen aan de lokale besturen en erkende |
voorzieningen voor de uitvoering van activiteiten conform de | voorzieningen voor de uitvoering van activiteiten conform de |
bepalingen van dit decreet. | bepalingen van dit decreet. |
De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor de ondersteuning. | De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor de ondersteuning. |
Art. 14.Binnen de beschikbare begrotingskredieten en aanvullend op de |
Art. 14.Binnen de beschikbare begrotingskredieten en aanvullend op de |
ondersteuning, zoals bepaald in artikel 13, kan de Vlaamse regering | ondersteuning, zoals bepaald in artikel 13, kan de Vlaamse regering |
middelen aanwenden om projecten met een experimenteel of vernieuwend | middelen aanwenden om projecten met een experimenteel of vernieuwend |
karakter te ondersteunen. | karakter te ondersteunen. |
Die projecten kunnen worden uitgevoerd zowel door de lokale besturen | Die projecten kunnen worden uitgevoerd zowel door de lokale besturen |
als de erkende voorzieningen. | als de erkende voorzieningen. |
De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van deze | De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van deze |
projectsubsidies. | projectsubsidies. |
Art. 15.De Vlaamse regering voorziet binnen de diensten van het |
Art. 15.De Vlaamse regering voorziet binnen de diensten van het |
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in de nodige middelen om de | ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in de nodige middelen om de |
opdrachten, vermeld in artikel 13 en artikel 14, te realiseren. | opdrachten, vermeld in artikel 13 en artikel 14, te realiseren. |
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen |
Art. 16.Artikel 5, artikel 7 en artikel 12 krijgen in overleg met de |
Art. 16.Artikel 5, artikel 7 en artikel 12 krijgen in overleg met de |
sector en lokale besturen concrete invulling in de sectorale | sector en lokale besturen concrete invulling in de sectorale |
regelgeving. | regelgeving. |
De Vlaamse regering wordt gemachtigd om de decretale sectorale | De Vlaamse regering wordt gemachtigd om de decretale sectorale |
regelgeving in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit | regelgeving in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit |
decreet. De daartoe strekkende besluiten moeten binnen een termijn van | decreet. De daartoe strekkende besluiten moeten binnen een termijn van |
twee jaar bij decreet bekrachtigd worden. Als ze niet bekrachtigd | twee jaar bij decreet bekrachtigd worden. Als ze niet bekrachtigd |
worden binnen die termijn verliezen die besluiten hun gelding, met | worden binnen die termijn verliezen die besluiten hun gelding, met |
terugwerkende kracht tot de datum van hun inwerkingtreding. | terugwerkende kracht tot de datum van hun inwerkingtreding. |
Art. 17.De Vlaamse regering regelt binnen een jaar na de |
Art. 17.De Vlaamse regering regelt binnen een jaar na de |
inwerkingtreding van dit decreet, na overleg met de sectoren en lokale | inwerkingtreding van dit decreet, na overleg met de sectoren en lokale |
besturen, de concrete invulling van artikel 4, vierde lid, en artikel | besturen, de concrete invulling van artikel 4, vierde lid, en artikel |
11, tweede lid. | 11, tweede lid. |
Art. 18.Artikel 9 treedt in werking op 1 januari 2007. Indien de raad |
Art. 18.Artikel 9 treedt in werking op 1 januari 2007. Indien de raad |
voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad hierom gezamenlijk | voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad hierom gezamenlijk |
verzoeken, staat de Vlaamse regering voor artikel 9 van dit decreet | verzoeken, staat de Vlaamse regering voor artikel 9 van dit decreet |
aan het betrokken lokaal bestuur een uitstel toe dat niet langer kan | aan het betrokken lokaal bestuur een uitstel toe dat niet langer kan |
zijn dan vijf jaar na de inwerkingtreding van dit decreet. | zijn dan vijf jaar na de inwerkingtreding van dit decreet. |
Art. 19.In afwijking van artikel 4, tweede lid, wordt het lokaal |
Art. 19.In afwijking van artikel 4, tweede lid, wordt het lokaal |
sociaal beleidsplan voor de eerste maal in 2005 voor de opmaak van de | sociaal beleidsplan voor de eerste maal in 2005 voor de opmaak van de |
begroting van 2006 goedgekeurd en geldt voor een periode van twee | begroting van 2006 goedgekeurd en geldt voor een periode van twee |
jaar. | jaar. |
Art. 20.De Vlaamse regering organiseert het toezicht op de naleving |
Art. 20.De Vlaamse regering organiseert het toezicht op de naleving |
van de bepalingen van dit decreet. | van de bepalingen van dit decreet. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Beligsch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Beligsch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 19 maart 2004. | Brussel, 19 maart 2004. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, | De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, |
R. LANDUYT | R. LANDUYT |
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, |
M. VANDERPOORTEN | M. VANDERPOORTEN |
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd | De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd |
en Ambtenarenzaken, | en Ambtenarenzaken, |
P. VAN GREMBERGEN | P. VAN GREMBERGEN |
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
A. BYTTEBIER | A. BYTTEBIER |
De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, | De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, |
M. KEULEN | M. KEULEN |
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en | De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en |
Ontwikkelingssamenwerking, | Ontwikkelingssamenwerking, |
J. TAVERNIER | J. TAVERNIER |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2002-2003. | (1) Zitting 2002-2003. |
Stuk. - Ontwerp van decreet : 1777-Nr. 1. | Stuk. - Ontwerp van decreet : 1777-Nr. 1. |
Zitting 2003-2004. | Zitting 2003-2004. |
Stukken. - Verslag over hoorzitting : 1777-Nr. 2. - Amendementen : | Stukken. - Verslag over hoorzitting : 1777-Nr. 2. - Amendementen : |
1777-Nr. 3. - Verslag : 1777-Nr. 4. - Amendementen : 1777-Nrs. 5 tot | 1777-Nr. 3. - Verslag : 1777-Nr. 4. - Amendementen : 1777-Nrs. 5 tot |
7. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1777-Nr. 8. | 7. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1777-Nr. 8. |
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 3 maart | Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 3 maart |
2004. | 2004. |