Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen | Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
17 OKTOBER 2003. - Decreet betreffende de kwaliteit van de | 17 OKTOBER 2003. - Decreet betreffende de kwaliteit van de |
gezondheids- en welzijnsvoorzieningen | gezondheids- en welzijnsvoorzieningen |
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen | Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen |
hetgeen volgt : decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- | hetgeen volgt : decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- |
en welzijnsvoorzieningen. | en welzijnsvoorzieningen. |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : |
1o voorziening : een organisatie die erkend is door de Vlaamse | 1o voorziening : een organisatie die erkend is door de Vlaamse |
Gemeenschap en die activiteiten uitoefent op het domein van de | Gemeenschap en die activiteiten uitoefent op het domein van de |
zorgverstrekking, de gezondheidsopvoeding, de preventieve | zorgverstrekking, de gezondheidsopvoeding, de preventieve |
gezondheidszorg, het gezin, het maatschappelijk welzijn, het onthaal | gezondheidszorg, het gezin, het maatschappelijk welzijn, het onthaal |
en de integratie van inwijkelingen, de personen met een handicap, de | en de integratie van inwijkelingen, de personen met een handicap, de |
bejaarden, de jeugdbescherming, en de sociale hulpverlening aan | bejaarden, de jeugdbescherming, en de sociale hulpverlening aan |
gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in | gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in |
artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
hervorming der instellingen, met uitzondering van organisaties die | hervorming der instellingen, met uitzondering van organisaties die |
activiteiten uitoefenen op het domein van het medisch verantwoord | activiteiten uitoefenen op het domein van het medisch verantwoord |
sporten en centra voor leerlingenbegeleiding; | sporten en centra voor leerlingenbegeleiding; |
2o zorg : zorg-, dienst- of hulpverlening, verstrekt door een | 2o zorg : zorg-, dienst- of hulpverlening, verstrekt door een |
voorziening; | voorziening; |
3o gebruiker : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die, al | 3o gebruiker : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die, al |
dan niet vrijwillig, een beroep doet op een voorziening; | dan niet vrijwillig, een beroep doet op een voorziening; |
4o sector : een domein als bedoeld in 1o of een onderdeel ervan. | 4o sector : een domein als bedoeld in 1o of een onderdeel ervan. |
HOOFDSTUK II. - Missie | HOOFDSTUK II. - Missie |
Art. 3.§ 1. Onverminderd de naleving van de erkenningsnormen die op |
Art. 3.§ 1. Onverminderd de naleving van de erkenningsnormen die op |
haar van toepassing zijn, is een voorziening, overeenkomstig haar | haar van toepassing zijn, is een voorziening, overeenkomstig haar |
opdracht, verplicht aan iedere gebruiker verantwoorde zorg te | opdracht, verplicht aan iedere gebruiker verantwoorde zorg te |
verstrekken, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van | verstrekken, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van |
ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, van ras of | ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, van ras of |
geaardheid en zonder onderscheid van de vermogenstoestand van de | geaardheid en zonder onderscheid van de vermogenstoestand van de |
betrokkene. | betrokkene. |
§ 2. De verantwoorde zorg, bedoeld in § 1, voldoet aan de vereisten | § 2. De verantwoorde zorg, bedoeld in § 1, voldoet aan de vereisten |
van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke | van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke |
aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid. Bij het verstrekken van die | aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid. Bij het verstrekken van die |
zorg zijn respect voor de menselijke waardigheid en diversiteit, de | zorg zijn respect voor de menselijke waardigheid en diversiteit, de |
bejegening, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het | bejegening, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het |
zelfbeschikkingsrecht, de klachtenbemiddeling en -behandeling, de | zelfbeschikkingsrecht, de klachtenbemiddeling en -behandeling, de |
informatie aan en de inspraak van de gebruiker en iedere | informatie aan en de inspraak van de gebruiker en iedere |
belanghebbende uit zijn leefomgeving gewaarborgd. | belanghebbende uit zijn leefomgeving gewaarborgd. |
§ 3. Voorzieningen en gebruikers hebben elk een aandeel in de | § 3. Voorzieningen en gebruikers hebben elk een aandeel in de |
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg, onverminderd de | verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg, onverminderd de |
verantwoordelijkheid van de overheid. | verantwoordelijkheid van de overheid. |
HOOFDSTUK III. - Intern kwaliteitsbeleid | HOOFDSTUK III. - Intern kwaliteitsbeleid |
Art. 4.Elke voorziening doet aan kwaliteitszorg, gericht op |
Art. 4.Elke voorziening doet aan kwaliteitszorg, gericht op |
verantwoorde zorg als bedoeld in artikel 3. Kwaliteitszorg is dat deel | verantwoorde zorg als bedoeld in artikel 3. Kwaliteitszorg is dat deel |
van de managementfunctie dat bepalend is voor het vaststellen en | van de managementfunctie dat bepalend is voor het vaststellen en |
uitvoeren van het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel 5, § 1. Voor | uitvoeren van het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel 5, § 1. Voor |
het uitvoeren van het kwaliteitsbeleid zijn een | het uitvoeren van het kwaliteitsbeleid zijn een |
kwaliteitsmanagementsysteem als bedoeld in artikel 5, § 2, en een | kwaliteitsmanagementsysteem als bedoeld in artikel 5, § 2, en een |
zelfevaluatie als bedoeld in artikel 5, § 3, nodig. | zelfevaluatie als bedoeld in artikel 5, § 3, nodig. |
Art. 5.§ 1. Het kwaliteitsbeleid omvat de intenties van een |
Art. 5.§ 1. Het kwaliteitsbeleid omvat de intenties van een |
voorziening met betrekking tot kwaliteit en wegen daar naartoe, | voorziening met betrekking tot kwaliteit en wegen daar naartoe, |
formeel uitgedrukt in een verklaring van het management. Het | formeel uitgedrukt in een verklaring van het management. Het |
kwaliteitsbeleid dient in overeenstemming te zijn met het algemeen | kwaliteitsbeleid dient in overeenstemming te zijn met het algemeen |
beleid van de voorziening en moet een basis leggen voor formulering | beleid van de voorziening en moet een basis leggen voor formulering |
van de kwaliteitsdoelstellingen. Het steunt op de deelname van alle | van de kwaliteitsdoelstellingen. Het steunt op de deelname van alle |
medewerkers en streeft naar voordelen voor de gebruikers, de | medewerkers en streeft naar voordelen voor de gebruikers, de |
medewerkers, de voorziening en de samenleving. Het kwaliteitsbeleid | medewerkers, de voorziening en de samenleving. Het kwaliteitsbeleid |
bestaat uit ten minste een missie, een visie, doelstellingen en een | bestaat uit ten minste een missie, een visie, doelstellingen en een |
strategie. | strategie. |
§ 2. Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en | § 2. Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en |
uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en | uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en |
om die doelstellingen vervolgens te bereiken. Het systeem bestaat uit | om die doelstellingen vervolgens te bereiken. Het systeem bestaat uit |
de organisatorische structuur, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, | de organisatorische structuur, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, |
procedures en processen. | procedures en processen. |
§ 3. Een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de | § 3. Een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de |
processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door | processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door |
de voorziening zelf verwezenlijkt. De voorziening toont door middel | de voorziening zelf verwezenlijkt. De voorziening toont door middel |
van een zelfevaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en | van een zelfevaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en |
resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert. | resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert. |
In deze zelfevaluatie toont de voorziening minimaal aan : | In deze zelfevaluatie toont de voorziening minimaal aan : |
1o hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert | 1o hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert |
over de kwaliteit van de zorg; | over de kwaliteit van de zorg; |
2o hoe ze de gegevens, bedoeld in 1o, aanwendt om | 2o hoe ze de gegevens, bedoeld in 1o, aanwendt om |
kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; | kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; |
3o welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, | 3o welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, |
bedoeld in 2o, te bereiken; | bedoeld in 2o, te bereiken; |
4o hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen | 4o hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen |
bereikt zijn; | bereikt zijn; |
5o welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt | 5o welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt |
is. | is. |
§ 4. Het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de | § 4. Het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de |
zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat | zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat |
bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening. | bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening. |
Art. 6.§ 1. Per sector kan de Vlaamse regering vereisten opleggen met |
Art. 6.§ 1. Per sector kan de Vlaamse regering vereisten opleggen met |
betrekking tot het kwaliteitshandboek, bedoeld in artikel 5, § 4. | betrekking tot het kwaliteitshandboek, bedoeld in artikel 5, § 4. |
§ 2. Per sector kan de Vlaamse regering een lijst opstellen van | § 2. Per sector kan de Vlaamse regering een lijst opstellen van |
aspecten van zorg die een bijzondere maatschappelijke waarde hebben. | aspecten van zorg die een bijzondere maatschappelijke waarde hebben. |
In dat geval bepaalt de Vlaamse regering : | In dat geval bepaalt de Vlaamse regering : |
1o de wijze waarop de voorzieningen met betrekking tot die aspecten | 1o de wijze waarop de voorzieningen met betrekking tot die aspecten |
van zorg systematisch gegevens verzamelen, registreren en ter | van zorg systematisch gegevens verzamelen, registreren en ter |
beschikking stellen, onverminderd de toepassing van de wetgeving tot | beschikking stellen, onverminderd de toepassing van de wetgeving tot |
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de | bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de |
verwerking van persoonsgegevens; | verwerking van persoonsgegevens; |
2o het minimum aantal aspecten van zorg uit de door haar opgestelde | 2o het minimum aantal aspecten van zorg uit de door haar opgestelde |
lijst, die de voorzieningen in de zelfevaluatie moet opnemen. | lijst, die de voorzieningen in de zelfevaluatie moet opnemen. |
§ 3. De vereisten, bedoeld in § 1, alsook de lijst van aspecten van | § 3. De vereisten, bedoeld in § 1, alsook de lijst van aspecten van |
zorg, de wijze van verzamelen, registreren en ter beschikking stellen | zorg, de wijze van verzamelen, registreren en ter beschikking stellen |
van gegevens en het minimum aantal in de zelfevaluatie op te nemen | van gegevens en het minimum aantal in de zelfevaluatie op te nemen |
aspecten van zorg, bedoeld in § 2, kunnen enkel na overleg met de | aspecten van zorg, bedoeld in § 2, kunnen enkel na overleg met de |
betrokken sectoren worden bepaald. Daarbij wordt er rekening gehouden | betrokken sectoren worden bepaald. Daarbij wordt er rekening gehouden |
met de aard en de grootte van de voorzieningen. | met de aard en de grootte van de voorzieningen. |
HOOFDSTUK IV. - Toezicht en evaluatie | HOOFDSTUK IV. - Toezicht en evaluatie |
Art. 7.§ 1. De Vlaamse regering organiseert het toezicht op de |
Art. 7.§ 1. De Vlaamse regering organiseert het toezicht op de |
naleving van de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die | naleving van de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die |
krachtens dit decreet zijn genomen. | krachtens dit decreet zijn genomen. |
Een voorziening stelt aan de Vlaamse regering alle gegevens ter | Een voorziening stelt aan de Vlaamse regering alle gegevens ter |
beschikking die voor het toezicht noodzakelijk zijn. Ze staat de | beschikking die voor het toezicht noodzakelijk zijn. Ze staat de |
gemachtigden van de Vlaamse regering toe ter plaatse de kwaliteit van | gemachtigden van de Vlaamse regering toe ter plaatse de kwaliteit van |
de zorg en de kwaliteitszorg te evalueren en alle stappen te | de zorg en de kwaliteitszorg te evalueren en alle stappen te |
ondernemen die daarvoor nodig zijn. | ondernemen die daarvoor nodig zijn. |
Met het oog op het toezicht en de evaluatie, bedoeld in het eerste en | Met het oog op het toezicht en de evaluatie, bedoeld in het eerste en |
het tweede lid, kan de Vlaamse regering per sector bepalen welke | het tweede lid, kan de Vlaamse regering per sector bepalen welke |
gegevens de voorzieningen dienen te verzamelen en te registreren en op | gegevens de voorzieningen dienen te verzamelen en te registreren en op |
welke wijze ze die gegevens verzamelen, registreren en ter beschikking | welke wijze ze die gegevens verzamelen, registreren en ter beschikking |
stellen, onverminderd de toepassing van de wetgeving tot bescherming | stellen, onverminderd de toepassing van de wetgeving tot bescherming |
van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de verwerking van | van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de verwerking van |
persoonsgegevens. | persoonsgegevens. |
§ 2. De evaluatie, bedoeld in § 1, tweede lid, is een beoordeling die | § 2. De evaluatie, bedoeld in § 1, tweede lid, is een beoordeling die |
op basis van stukken en op een objectiverende wijze bepaalt in welke | op basis van stukken en op een objectiverende wijze bepaalt in welke |
mate de voorziening de kwaliteit van de zorg waarborgt ten aanzien van | mate de voorziening de kwaliteit van de zorg waarborgt ten aanzien van |
geëxpliciteerde vereisten. Elke evaluatie resulteert in een | geëxpliciteerde vereisten. Elke evaluatie resulteert in een |
evaluatierapport. Dat evaluatierapport moet op actieve wijze aan de | evaluatierapport. Dat evaluatierapport moet op actieve wijze aan de |
inrichtende macht, de medewerkers en de gebruikers van de voorziening | inrichtende macht, de medewerkers en de gebruikers van de voorziening |
bekendgemaakt worden. | bekendgemaakt worden. |
Art. 8.De Vlaamse regering informeert eenmaal per legislatuur het |
Art. 8.De Vlaamse regering informeert eenmaal per legislatuur het |
Vlaams Parlement door middel van een verslag over de kwaliteit van de | Vlaams Parlement door middel van een verslag over de kwaliteit van de |
zorg die door de voorzieningen wordt verstrekt. Dat verslag bevat een | zorg die door de voorzieningen wordt verstrekt. Dat verslag bevat een |
samenvatting van de evaluatierapporten, bedoeld in artikel 7, § 2, en | samenvatting van de evaluatierapporten, bedoeld in artikel 7, § 2, en |
een globale evaluatie van de kwaliteitszorg van de voorzieningen. | een globale evaluatie van de kwaliteitszorg van de voorzieningen. |
HOOFDSTUK V. - Sancties | HOOFDSTUK V. - Sancties |
Art. 9.Onverminderd de toepassing van de erkenningsnormen, kan een |
Art. 9.Onverminderd de toepassing van de erkenningsnormen, kan een |
erkenning enkel worden behouden of verlengd, als de voorziening | erkenning enkel worden behouden of verlengd, als de voorziening |
voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die | voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die |
krachtens dit decreet zijn genomen. | krachtens dit decreet zijn genomen. |
De Vlaamse regering kan per sector bepalen dat, indien een voorziening | De Vlaamse regering kan per sector bepalen dat, indien een voorziening |
niet aan de in het eerste lid bedoelde bepalingen voldoet, de | niet aan de in het eerste lid bedoelde bepalingen voldoet, de |
erkenning niettemin kan worden behouden of verlengd voor een door haar | erkenning niettemin kan worden behouden of verlengd voor een door haar |
te bepalen maximumtermijn, op voorwaarde dat de voorziening zich ertoe | te bepalen maximumtermijn, op voorwaarde dat de voorziening zich ertoe |
verbindt om binnen die termijn aan de bepalingen te voldoen. Voor het | verbindt om binnen die termijn aan de bepalingen te voldoen. Voor het |
bepalen van de maximumtermijn kan de Vlaamse regering rekening houden | bepalen van de maximumtermijn kan de Vlaamse regering rekening houden |
met de aard van de voorziening. | met de aard van de voorziening. |
Art. 10.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 9 kan aan een |
Art. 10.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 9 kan aan een |
voorziening die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van | voorziening die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van |
de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen, een | de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen, een |
administratieve geldboete van 100 tot 100.000 euro worden opgelegd. | administratieve geldboete van 100 tot 100.000 euro worden opgelegd. |
Het bedrag van de opgelegde administratieve geldboete wordt | Het bedrag van de opgelegde administratieve geldboete wordt |
vastgesteld met inachtneming van het aantal en de ernst van de | vastgesteld met inachtneming van het aantal en de ernst van de |
inbreuken op die bepalingen. | inbreuken op die bepalingen. |
Een administratieve geldboete kan slechts aan een voorziening worden | Een administratieve geldboete kan slechts aan een voorziening worden |
opgelegd nadat : | opgelegd nadat : |
1o de voorziening werd aangemaand om zich binnen een bepaalde termijn | 1o de voorziening werd aangemaand om zich binnen een bepaalde termijn |
aan de niet-nageleefde bepalingen te conformeren; | aan de niet-nageleefde bepalingen te conformeren; |
2o de voorziening zich binnen de bepaalde termijn niet aan die | 2o de voorziening zich binnen de bepaalde termijn niet aan die |
bepalingen heeft geconformeerd; | bepalingen heeft geconformeerd; |
3o de voorziening de gelegenheid heeft gehad om te worden gehoord. | 3o de voorziening de gelegenheid heeft gehad om te worden gehoord. |
De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor het opleggen en het | De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor het opleggen en het |
betalen van de administratieve geldboete. Ze wijst de ambtenaren aan | betalen van de administratieve geldboete. Ze wijst de ambtenaren aan |
die de geldboete kunnen opleggen. | die de geldboete kunnen opleggen. |
§ 2. Indien een voorziening de opgelegde administratieve geldboete | § 2. Indien een voorziening de opgelegde administratieve geldboete |
niet tijdig betaalt, wordt de geldboete bij dwangbevel ingevorderd. De | niet tijdig betaalt, wordt de geldboete bij dwangbevel ingevorderd. De |
Vlaamse regering wijst de ambtenaren aan die een dwangbevel kunnen | Vlaamse regering wijst de ambtenaren aan die een dwangbevel kunnen |
geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend bij | geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend bij |
deurwaardersexploot met bevel tot betaling. | deurwaardersexploot met bevel tot betaling. |
§ 3. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete | § 3. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete |
verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze | verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze |
is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de | is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de |
voorwaarden, bepaald in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk | voorwaarden, bepaald in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk |
Wetboek. | Wetboek. |
Art. 11.De Vlaamse regering kan aan een voorziening verplichtingen |
Art. 11.De Vlaamse regering kan aan een voorziening verplichtingen |
opleggen met het oog op het voldoen, binnen de bepaalde termijn, | opleggen met het oog op het voldoen, binnen de bepaalde termijn, |
bedoeld in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, § 1, derde lid, 1o en | bedoeld in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, § 1, derde lid, 1o en |
2o, aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die | 2o, aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die |
krachtens dit decreet zijn genomen. | krachtens dit decreet zijn genomen. |
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen |
Art. 12.§ 1. De volgende regelgeving wordt opgeheven : |
Art. 12.§ 1. De volgende regelgeving wordt opgeheven : |
1o het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale | 1o het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale |
kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen; | kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen; |
2o het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de | 2o het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de |
welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999. | welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999. |
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de | § 2. De Vlaamse regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de |
overgang van de in § 1 vermelde decreten naar dit decreet op een | overgang van de in § 1 vermelde decreten naar dit decreet op een |
coherente manier te laten verlopen. | coherente manier te laten verlopen. |
§ 3. De uitvoeringsbesluiten van de in § 1 vermelde decreten blijven | § 3. De uitvoeringsbesluiten van de in § 1 vermelde decreten blijven |
van kracht totdat ze opgeheven worden. Voor de toepassing van | van kracht totdat ze opgeheven worden. Voor de toepassing van |
artikelen 7, 9, 10 en 11 worden ze gelijkgesteld met besluiten die | artikelen 7, 9, 10 en 11 worden ze gelijkgesteld met besluiten die |
krachtens dit decreet zijn genomen. | krachtens dit decreet zijn genomen. |
Art. 13.In afwijking van artikel 9 kan de erkenning van een |
Art. 13.In afwijking van artikel 9 kan de erkenning van een |
voorziening die activiteiten uitoefent op het domein van het gezin, | voorziening die activiteiten uitoefent op het domein van het gezin, |
het maatschappelijk welzijn, het onthaal en de integratie van | het maatschappelijk welzijn, het onthaal en de integratie van |
inwijkelingen, de personen met een handicap, de bejaarden, de | inwijkelingen, de personen met een handicap, de bejaarden, de |
jeugdbescherming of de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het | jeugdbescherming of de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het |
oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de | oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en |
die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en de besluiten die | die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en de besluiten die |
krachtens dit decreet zijn genomen, behouden blijven of verlengd | krachtens dit decreet zijn genomen, behouden blijven of verlengd |
worden zolang de termijn, bedoeld in artikel 7, § 2, van het decreet | worden zolang de termijn, bedoeld in artikel 7, § 2, van het decreet |
van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de | van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de |
welzijnsvoorzieningen, niet is verstreken. Tot zolang kunnen ten | welzijnsvoorzieningen, niet is verstreken. Tot zolang kunnen ten |
aanzien van die voorzieningen artikelen 10 en 11 niet worden | aanzien van die voorzieningen artikelen 10 en 11 niet worden |
toegepast. | toegepast. |
HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling | HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling |
Art. 14.De Vlaamse regering bepaalt per sector de datum waarop dit |
Art. 14.De Vlaamse regering bepaalt per sector de datum waarop dit |
decreet in werking treedt. | decreet in werking treedt. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 17 oktober 2003. | Brussel, 17 oktober 2003. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
A. BYTTEBIER | A. BYTTEBIER |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
Zitting 2002-2003 | Zitting 2002-2003 |
Stukken. - Ontwerp van decreet : 1719, nr. 1. - Amendementen : 1719, | Stukken. - Ontwerp van decreet : 1719, nr. 1. - Amendementen : 1719, |
nrs. 2 en 3. - Verslag : 1719, nr. 4. - Tekst aangenomen door de | nrs. 2 en 3. - Verslag : 1719, nr. 4. - Tekst aangenomen door de |
plenaire vergadering : 1719, nr. 5. | plenaire vergadering : 1719, nr. 5. |
Zitting 2003-2004 | Zitting 2003-2004 |
Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 8 oktober | Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 8 oktober |
2003. | 2003. |