Decreet tot bevordering van de gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen | Decreet tot bevordering van de gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen |
---|---|
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
17 JULI 2002. - Decreet tot bevordering van de gelijke | 17 JULI 2002. - Decreet tot bevordering van de gelijke |
vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen (1) | vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen (1) |
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, | De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, |
bekrachtigen wat volgt : | bekrachtigen wat volgt : |
Artikel 1.In dit decreet verstaan we onder "adviesorganen", hierna |
Artikel 1.In dit decreet verstaan we onder "adviesorganen", hierna |
"organen" genoemd, de raden, commissies, comités en andere instanties, | "organen" genoemd, de raden, commissies, comités en andere instanties, |
ongeacht hun benaming, die bij wet, decreet of besluit zijn ingesteld | ongeacht hun benaming, die bij wet, decreet of besluit zijn ingesteld |
en als voornaamste taak hebben, op eigen initiatief of op verzoek, | en als voornaamste taak hebben, op eigen initiatief of op verzoek, |
adviezen uit te brengen bij de Raad van de Franse Gemeenschap, bij een | adviezen uit te brengen bij de Raad van de Franse Gemeenschap, bij een |
of meerdere van zijn leden of zijn diensten. | of meerdere van zijn leden of zijn diensten. |
De Regering kan een orgaan om functionele redenen of omwille van zijn | De Regering kan een orgaan om functionele redenen of omwille van zijn |
aard uitsluiten uit het toepassingsgebied van dit decreet. | aard uitsluiten uit het toepassingsgebied van dit decreet. |
Art. 2.Telkens er in een orgaan een of meerdere mandaten van werkend |
Art. 2.Telkens er in een orgaan een of meerdere mandaten van werkend |
of plaatsvervangend lid voorzien zijn naar aanleiding van een | of plaatsvervangend lid voorzien zijn naar aanleiding van een |
voordrachtsprocedure, moet iedere instantie die de kandidaten moet | voordrachtsprocedure, moet iedere instantie die de kandidaten moet |
voordragen, minstens de kandidatuur van een man en een vrouw | voordragen, minstens de kandidatuur van een man en een vrouw |
voordragen. | voordragen. |
Wanneer de in het eerste lid bedoelde verplichting niet werd | Wanneer de in het eerste lid bedoelde verplichting niet werd |
nagekomen, stuurt de benoemingsinstantie de kandidaturen terug naar de | nagekomen, stuurt de benoemingsinstantie de kandidaturen terug naar de |
instantie die deze moet voordragen en blijft het te begeven mandaat | instantie die deze moet voordragen en blijft het te begeven mandaat |
vacant. Het feit dat één of meerdere mandaten vacant zijn, belet de | vacant. Het feit dat één of meerdere mandaten vacant zijn, belet de |
instantie die een niet naar behoren opgemaakt advies heeft ontvangen | instantie die een niet naar behoren opgemaakt advies heeft ontvangen |
niet geldig te beslissen over het (de ) ter advies voorgelegd(e) | niet geldig te beslissen over het (de ) ter advies voorgelegd(e) |
kwestie(s). | kwestie(s). |
Wanneer het onmogelijk is de in het eerste lid bedoelde verplichting | Wanneer het onmogelijk is de in het eerste lid bedoelde verplichting |
na te komen, kan hiervan worden afgeweken mits een geschreven | na te komen, kan hiervan worden afgeweken mits een geschreven |
motivatie op te nemen in het document van de voordracht en geviseerd | motivatie op te nemen in het document van de voordracht en geviseerd |
in de benoemingsakte. | in de benoemingsakte. |
Art. 3.§ 1. Ieder orgaan bestaat minstens voor vijfendertig procent |
Art. 3.§ 1. Ieder orgaan bestaat minstens voor vijfendertig procent |
uit leden van ieder geslacht. | uit leden van ieder geslacht. |
Wanneer de in het eerste lid bedoelde verplichting niet in acht is | Wanneer de in het eerste lid bedoelde verplichting niet in acht is |
genomen, zijn de adviezen van het betrokken orgaan niet geldig, | genomen, zijn de adviezen van het betrokken orgaan niet geldig, |
behalve : | behalve : |
- als de minister(s) waaronder laatstgenoemd orgaan ressorteert of als | - als de minister(s) waaronder laatstgenoemd orgaan ressorteert of als |
het (de) benoemingsorga(a)n(en) aan de Regering een mededeling richt | het (de) benoemingsorga(a)n(en) aan de Regering een mededeling richt |
waarin de motieven vermeld staan waarom het onmogelijk is de in het | waarin de motieven vermeld staan waarom het onmogelijk is de in het |
eerste lid bedoelde regel te volgen; | eerste lid bedoelde regel te volgen; |
- en als de motivatie door de Regering gepast wordt bevonden. | - en als de motivatie door de Regering gepast wordt bevonden. |
De motivatie wordt gepast bevonden behoudens andersluidende beslissing | De motivatie wordt gepast bevonden behoudens andersluidende beslissing |
van de Regering binnen de twee maand na de mededeling. | van de Regering binnen de twee maand na de mededeling. |
Het feit dat het door het orgaan uitgebracht orgaan ongeldig is belet | Het feit dat het door het orgaan uitgebracht orgaan ongeldig is belet |
de instantie die dit advies ontvangt niet geldig te beslissen over het | de instantie die dit advies ontvangt niet geldig te beslissen over het |
(de) ter advies voorgelegd(e) kwestie(s). | (de) ter advies voorgelegd(e) kwestie(s). |
§ 2. De in § 1 bedoelde mededeling geschiedt vóór de benoeming van de | § 2. De in § 1 bedoelde mededeling geschiedt vóór de benoeming van de |
leden van het betrokken orgaan. | leden van het betrokken orgaan. |
§ 3. De Regering legt de procedure vast inzake de mededeling bedoeld | § 3. De Regering legt de procedure vast inzake de mededeling bedoeld |
in § 1. | in § 1. |
§ 4. De adviezen uitgebracht door een orgaan die een afwijking werd | § 4. De adviezen uitgebracht door een orgaan die een afwijking werd |
toegestaan op de regel bedoeld in § 1, eerste lid, maken melding van | toegestaan op de regel bedoeld in § 1, eerste lid, maken melding van |
deze afwijking. | deze afwijking. |
Art. 4.De Regering legt om de twee jaar een evaluatieverslag over dit |
Art. 4.De Regering legt om de twee jaar een evaluatieverslag over dit |
decreet voor aan de Raad van de Franse Gemeenschap. | decreet voor aan de Raad van de Franse Gemeenschap. |
Art. 5.De benoemingsinstantie past de samenstelling van de organen |
Art. 5.De benoemingsinstantie past de samenstelling van de organen |
die zijn ingesteld vóór de inwerkingtreding van dit decreet aan | die zijn ingesteld vóór de inwerkingtreding van dit decreet aan |
overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, bij de volgende vernieuwing | overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, bij de volgende vernieuwing |
van de mandaten. | van de mandaten. |
De adviezen van de in het eerste lid bedoelde organen blijven geldig | De adviezen van de in het eerste lid bedoelde organen blijven geldig |
tot de volgende vernieuwing van de mandaten, zelfs als de drempel | tot de volgende vernieuwing van de mandaten, zelfs als de drempel |
bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, niet wordt nageleefd. | bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, niet wordt nageleefd. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
moet verschijnen. | moet verschijnen. |
Brussel, op 17 juli 2002. | Brussel, op 17 juli 2002. |
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, | De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, |
H. HASQUIN | H. HASQUIN |
De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en | De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en |
Sport, | Sport, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, | De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, |
de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « ONE », | de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « ONE », |
J.-M. NOLLET | J.-M. NOLLET |
De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, | De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, |
P. HAZETTE | P. HAZETTE |
De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en |
Wetenschappelijk Onderzoek, | Wetenschappelijk Onderzoek, |
Mevr. F. DUPUIS | Mevr. F. DUPUIS |
De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, | De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, |
R. MILLER | R. MILLER |
De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, | De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, |
Mevr. N. MARECHAL | Mevr. N. MARECHAL |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Zitting 2001-2002. | (1) Zitting 2001-2002. |
Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 278-1. - Verslag | Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 278-1. - Verslag |
voorgelegd namens het Adviescomité belast met de vraagstukken inzake | voorgelegd namens het Adviescomité belast met de vraagstukken inzake |
de gelijke kansen bij mannen en vrouwen, nr. 278-2. - Amendement van | de gelijke kansen bij mannen en vrouwen, nr. 278-2. - Amendement van |
de Commissie, nr. 278-3. - Verslag, nr. 278-4. | de Commissie, nr. 278-3. - Verslag, nr. 278-4. |
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 16 juli | Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 16 juli |
2002. | 2002. |