Decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het bosdecreet van 13 juni 1990 | Decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het bosdecreet van 13 juni 1990 |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
17 JULI 2000. - Decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het | 17 JULI 2000. - Decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het |
bosdecreet van 13 juni 1990 (1) | bosdecreet van 13 juni 1990 (1) |
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen | Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen |
hetgeen volgt : | hetgeen volgt : |
Ontwerp van decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het | Ontwerp van decreet houdende wijziging van artikel 90bis van het |
bosdecreet van 13 juni 1990. | bosdecreet van 13 juni 1990. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. |
Art. 2.Artikel 90bis van het bosdecreet van 13 juni 1990, gewijzigd |
Art. 2.Artikel 90bis van het bosdecreet van 13 juni 1990, gewijzigd |
bij de decreten van 21 oktober 1997 en 18 mei 1999, wordt vervangen | bij de decreten van 21 oktober 1997 en 18 mei 1999, wordt vervangen |
door wat volgt : | door wat volgt : |
« Artikel 90bis.§ 1. Een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing |
« Artikel 90bis.§ 1. Een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing |
kan niet worden verleend tenzij in de hierna vermelde gevallen : | kan niet worden verleend tenzij in de hierna vermelde gevallen : |
1° ontbossing met het oog op werken van algemeen belang bedoeld in | 1° ontbossing met het oog op werken van algemeen belang bedoeld in |
artikel 103 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie | artikel 103 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie |
van de ruimtelijke ordening; | van de ruimtelijke ordening; |
2° ontbossing in zones met de bestemmingen woongebied of | 2° ontbossing in zones met de bestemmingen woongebied of |
industriegebied in de ruime zin; | industriegebied in de ruime zin; |
3° ontbossing in zones die volgens de geldende plannen van aanleg of | 3° ontbossing in zones die volgens de geldende plannen van aanleg of |
de ruimtelijke uitvoeringsplannen gelijk te stellen zijn met de | de ruimtelijke uitvoeringsplannen gelijk te stellen zijn met de |
bestemmingen woongebied of industriegebied in de ruime zin; | bestemmingen woongebied of industriegebied in de ruime zin; |
4° ontbossing van de uitvoerbare delen in een niet-vervallen vergunde | 4° ontbossing van de uitvoerbare delen in een niet-vervallen vergunde |
verkaveling. | verkaveling. |
De stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing wordt verleend na | De stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing wordt verleend na |
vooragaand advies van het Bosbeheer. Het advies wordt verleend op | vooragaand advies van het Bosbeheer. Het advies wordt verleend op |
verzoek van de vergunningverlenende overheid. Als het advies niet | verzoek van de vergunningverlenende overheid. Als het advies niet |
wordt verleend binnen dertig dagen, wordt het geacht gunstig te zijn. | wordt verleend binnen dertig dagen, wordt het geacht gunstig te zijn. |
Voor andere ontbossingen dan deze genoemd in het eerste lid, kan de | Voor andere ontbossingen dan deze genoemd in het eerste lid, kan de |
Vlaamse regering, op individueel en op gemotiveerd verzoek van diegene | Vlaamse regering, op individueel en op gemotiveerd verzoek van diegene |
die in aanmerking wenst te komen voor een vergunning tot ontbossen, de | die in aanmerking wenst te komen voor een vergunning tot ontbossen, de |
ontheffing toestaan van het verbod tot het verlenen van een | ontheffing toestaan van het verbod tot het verlenen van een |
stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing, met inachtneming van de | stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing, met inachtneming van de |
wetgeving inzake de ruimtelijke ordening en na advies van het | wetgeving inzake de ruimtelijke ordening en na advies van het |
Bosbeheer. De Vlaamse regering bepaalt nadere regelen inzake de | Bosbeheer. De Vlaamse regering bepaalt nadere regelen inzake de |
ontheffing van dit verbod. | ontheffing van dit verbod. |
§ 2. Met het oog op het behoud van een gelijkwaardig bosareaal, | § 2. Met het oog op het behoud van een gelijkwaardig bosareaal, |
1° wordt door de houder van de stedenbouwkundige vergunning tot | 1° wordt door de houder van de stedenbouwkundige vergunning tot |
ontbossing compensatie gegeven voor de in § 1 bedoelde ontbossing; | ontbossing compensatie gegeven voor de in § 1 bedoelde ontbossing; |
2° wordt door de houder van de verkavelingsvergunning compensatie | 2° wordt door de houder van de verkavelingsvergunning compensatie |
gegeven voor de beboste delen van de verkaveling waarvoor de | gegeven voor de beboste delen van de verkaveling waarvoor de |
verkavelingsvergunning wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van | verkavelingsvergunning wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van |
dit decreet. | dit decreet. |
§ 3. Voor de in § 2, 2°, bedoelde verkaveling wordt compensatie | § 3. Voor de in § 2, 2°, bedoelde verkaveling wordt compensatie |
gegeven voor de gezamenlijke oppervlakte, voorzover die bebost is, van | gegeven voor de gezamenlijke oppervlakte, voorzover die bebost is, van |
de kavels en van de in de aanvraag vermelde of als last aan de | de kavels en van de in de aanvraag vermelde of als last aan de |
verkavelaar opgelegde werken, met uitzondering van de oppervlakte van | verkavelaar opgelegde werken, met uitzondering van de oppervlakte van |
de in de aanvraag vermelde of als last aan de verkavelaar opgelegde | de in de aanvraag vermelde of als last aan de verkavelaar opgelegde |
groene ruimten. De aanvrager van de verkavelingsvergunning kan zowel | groene ruimten. De aanvrager van de verkavelingsvergunning kan zowel |
openbare als niet-openbare beboste groene ruimten aanduiden. | openbare als niet-openbare beboste groene ruimten aanduiden. |
De verkaveling wordt vergund na voorafgaand advies van het Bosbeheer, | De verkaveling wordt vergund na voorafgaand advies van het Bosbeheer, |
dat wordt verleend volgens de bepalingen van § 1, tweede lid. | dat wordt verleend volgens de bepalingen van § 1, tweede lid. |
De stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing van een grond in een in | De stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing van een grond in een in |
§ 2, 2°, bedoelde verkaveling is slechts onderworpen aan het in § 1, | § 2, 2°, bedoelde verkaveling is slechts onderworpen aan het in § 1, |
tweede lid, bedoelde advies en aan de compensatie voorzover deze | tweede lid, bedoelde advies en aan de compensatie voorzover deze |
stedenbouwkundige vergunning de ontbossing betreft van de in het | stedenbouwkundige vergunning de ontbossing betreft van de in het |
eerste lid bedoelde groene ruimten. | eerste lid bedoelde groene ruimten. |
§ 4. De compensatie wordt gegeven op één van de volgende wijzen : | § 4. De compensatie wordt gegeven op één van de volgende wijzen : |
1° in natura; | 1° in natura; |
2° door storting van een bosbehoudsbijdrage in het Fonds voor | 2° door storting van een bosbehoudsbijdrage in het Fonds voor |
Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur; | Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur; |
3° door een combinatie van 1° en 2°. | 3° door een combinatie van 1° en 2°. |
De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels inzake de wijze en de | De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels inzake de wijze en de |
omvang van de compensatie, waarbij differentiatie mogelijk is. De | omvang van de compensatie, waarbij differentiatie mogelijk is. De |
integrale compensatie in natura betreft ten minste een gelijke | integrale compensatie in natura betreft ten minste een gelijke |
oppervlakte. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden die in aanmerking | oppervlakte. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden die in aanmerking |
komen voor compensatie in natura. | komen voor compensatie in natura. |
§ 5. De aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning tot ontbossen of | § 5. De aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning tot ontbossen of |
van de in § 2, 2°, bedoelde verkavelingsvergunning stelt de | van de in § 2, 2°, bedoelde verkavelingsvergunning stelt de |
compensatie voor overeenkomstig de eisen van het in § 4, tweede lid, | compensatie voor overeenkomstig de eisen van het in § 4, tweede lid, |
bedoelde besluit en dient het voorstel in bij de vergunningverlenende | bedoelde besluit en dient het voorstel in bij de vergunningverlenende |
overheid, die het ter goedkeuring voorlegt aan het Bosbeheer. | overheid, die het ter goedkeuring voorlegt aan het Bosbeheer. |
Indien het voorstel niet voldoet aan de eisen van het in § 4, tweede | Indien het voorstel niet voldoet aan de eisen van het in § 4, tweede |
lid, bedoelde besluit of wanneer het voorstel om bosbouwkundige | lid, bedoelde besluit of wanneer het voorstel om bosbouwkundige |
redenen niet aanvaardbaar is, past het Bosbeheer het voorstel aan aan | redenen niet aanvaardbaar is, past het Bosbeheer het voorstel aan aan |
de eisen van dat besluit of, wanneer het een compensatie in natura | de eisen van dat besluit of, wanneer het een compensatie in natura |
betreft, aan de eisen van wat bosbouwkundig aanvaardbaar is. | betreft, aan de eisen van wat bosbouwkundig aanvaardbaar is. |
Het goedgekeurde of aangepaste voorstel geldt als voorwaarde bij de in | Het goedgekeurde of aangepaste voorstel geldt als voorwaarde bij de in |
§ 2, 1° of 2°, bedoelde vergunning. | § 2, 1° of 2°, bedoelde vergunning. |
De in § 2, 2°, bedoelde verkavelingsvergunning laat slechts | De in § 2, 2°, bedoelde verkavelingsvergunning laat slechts |
vervreemding van een kavel toe nadat volledige compensatie werd | vervreemding van een kavel toe nadat volledige compensatie werd |
gegeven. | gegeven. |
§ 6. De vergunningverlenende overheid bezorgt een afschrift van haar | § 6. De vergunningverlenende overheid bezorgt een afschrift van haar |
beslissing inzake de aanvraag tot de in § 2, 1° en 2°, bedoelde | beslissing inzake de aanvraag tot de in § 2, 1° en 2°, bedoelde |
vergunning aan het Bosbeheer. | vergunning aan het Bosbeheer. |
§ 7. De in § 2 bedoelde compensatieplicht geldt niet voor gronden die | § 7. De in § 2 bedoelde compensatieplicht geldt niet voor gronden die |
spontaan bebost zijn na het in werking treden van dit decreet, | spontaan bebost zijn na het in werking treden van dit decreet, |
voorzover deze spontane bebossing de leeftijd van tweeëntwintig jaar | voorzover deze spontane bebossing de leeftijd van tweeëntwintig jaar |
niet heeft bereikt. | niet heeft bereikt. |
Om sociale redenen worden uitzonderingen op de in § 2 bedoelde | Om sociale redenen worden uitzonderingen op de in § 2 bedoelde |
compensatieplicht toegestaan in functie van de woningbouw in zones met | compensatieplicht toegestaan in functie van de woningbouw in zones met |
de bestemming woongebied in de ruime zin of in zones die volgens de | de bestemming woongebied in de ruime zin of in zones die volgens de |
geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen gelijk | geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen gelijk |
te stellen zijn met de bestemming woongebied. De Vlaamse regering | te stellen zijn met de bestemming woongebied. De Vlaamse regering |
bepaalt de voorwaarden waaronder deze uitzonderingen wordt verleend. | bepaalt de voorwaarden waaronder deze uitzonderingen wordt verleend. |
Werken van algemeen belang worden, ongeacht de bestemming, altijd | Werken van algemeen belang worden, ongeacht de bestemming, altijd |
gecompenseerd. ». | gecompenseerd. ». |
Art. 3.De bosbehoudsbijdrage betaald op basis van het besluit van 26 |
Art. 3.De bosbehoudsbijdrage betaald op basis van het besluit van 26 |
november 1999 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie | november 1999 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie |
van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing, wordt | van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing, wordt |
integraal terugbetaald indien de ontbossing door of krachtens dit | integraal terugbetaald indien de ontbossing door of krachtens dit |
decreet zou zijn vrijgesteld van compensatie. | decreet zou zijn vrijgesteld van compensatie. |
Indien de in het eerste lid bedoelde ontbossing door of krachtens dit | Indien de in het eerste lid bedoelde ontbossing door of krachtens dit |
decreet zou hebben geleid tot een lagere bosbehoudsbijdrage, wordt het | decreet zou hebben geleid tot een lagere bosbehoudsbijdrage, wordt het |
verschil terugbetaald. | verschil terugbetaald. |
Art. 4.De Vlaamse regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van |
Art. 4.De Vlaamse regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van |
dit decreet. | dit decreet. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 17 juli 2000. | Brussel, 17 juli 2000. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, | De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, |
Mevr. V. DUA | Mevr. V. DUA |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 1999-2000. | (1) Zitting 1999-2000. |
Stukken. - Voorstel van decreet : 297 - Nr. 1. | Stukken. - Voorstel van decreet : 297 - Nr. 1. |
Amendementen : 297 - Nr. 2. | Amendementen : 297 - Nr. 2. |
Verslag : 297 - Nr. 3. | Verslag : 297 - Nr. 3. |
Amendementen : 297 - Nr. 4. | Amendementen : 297 - Nr. 4. |
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 297 - Nr. 5. | Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 297 - Nr. 5. |
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juli | Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juli |
2000. | 2000. |