Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Decreet van 16/05/2002
← Terug naar "Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit "
Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP
16 MEI 2002. - Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger 16 MEI 2002. - Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger
onderwijs buiten de universiteit (1) onderwijs buiten de universiteit (1)
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering,
bekrachtigen wat volgt : bekrachtigen wat volgt :
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en opdrachten HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en opdrachten

Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder :

Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder :

1° gezondheidspromotie : de bevordering van de gezondheid, zoals 1° gezondheidspromotie : de bevordering van de gezondheid, zoals
bepaald in artikel 1 van het decreet van 14 juli 1997 houdende bepaald in artikel 1 van het decreet van 14 juli 1997 houdende
organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap; organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap;
2° dienst : de dienst voor de gezondheidspromotie in het hoger 2° dienst : de dienst voor de gezondheidspromotie in het hoger
onderwijs die de opdrachten, bepaald in dit decreet, vervult in het onderwijs die de opdrachten, bepaald in dit decreet, vervult in het
hoger onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd; hoger onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd;
3° centrum : het psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse 3° centrum : het psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse
Gemeenschap dat de opdrachten, bepaald in dit decreet, vervult in het Gemeenschap dat de opdrachten, bepaald in dit decreet, vervult in het
hoger onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt ingericht; hoger onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt ingericht;
4° inrichtende macht : publiekrechtelijke persoon of 4° inrichtende macht : publiekrechtelijke persoon of
privaatrechtelijke rechtspersoon die de in 2° van dit artikel bedoelde privaatrechtelijke rechtspersoon die de in 2° van dit artikel bedoelde
diensten inricht; diensten inricht;
5° preventie : het geheel van maatregelen om het opduiken, ontwikkelen 5° preventie : het geheel van maatregelen om het opduiken, ontwikkelen
en verspreiden van overdraagbare ziekten tegen te gaan, met en verspreiden van overdraagbare ziekten tegen te gaan, met
uitzondering van elke maatregel van verplichte inenting; uitzondering van elke maatregel van verplichte inenting;
6° hoger onderwijs buiten de universiteit, hierna hoger onderwijs : 6° hoger onderwijs buiten de universiteit, hierna hoger onderwijs :
het hoger onderwijs in hogescholen, zoals ingericht door het decreet het hoger onderwijs in hogescholen, zoals ingericht door het decreet
van 5 augustus 1995, het hoger kunstonderwijs, zoals ingericht door de van 5 augustus 1995, het hoger kunstonderwijs, zoals ingericht door de
decreten van 17 mei 1999 en 20 december 2001, en het decreten van 17 mei 1999 en 20 december 2001, en het
achitectuuronderwijs, zoals ingericht door de wet van 18 februari 1977 achitectuuronderwijs, zoals ingericht door de wet van 18 februari 1977
betreffende de organisatie van het architectuuronderwijs. betreffende de organisatie van het architectuuronderwijs.

Art. 2.De gezondheidspromotie in het hoger onderwijs bestaat in :

Art. 2.De gezondheidspromotie in het hoger onderwijs bestaat in :

1° het invoeren van programma's voor de gezondheidspromotie en de 1° het invoeren van programma's voor de gezondheidspromotie en de
promotie van een schoolomgeving die de gezondheid ten goede komt, promotie van een schoolomgeving die de gezondheid ten goede komt,
zoals verduidelijkt in artikel 5; zoals verduidelijkt in artikel 5;
2° de medische opvolging van de studenten, welke bestaat uit 2° de medische opvolging van de studenten, welke bestaat uit
individuele check-ups, zoals verduidelijkt in artikel 6; individuele check-ups, zoals verduidelijkt in artikel 6;
3° het organiseren van medische informatiecentra, zoals verduidelijkt 3° het organiseren van medische informatiecentra, zoals verduidelijkt
in artikel 7; in artikel 7;
3° de preventie en opsporing van overdraagbare ziekten, zoals 3° de preventie en opsporing van overdraagbare ziekten, zoals
verduidelijkt in artikel 8; verduidelijkt in artikel 8;
4° de oppuntstelling van een uniforme verzameling gegevens over de 4° de oppuntstelling van een uniforme verzameling gegevens over de
gezondheid, zoals verduidelijkt in artikel 9. gezondheid, zoals verduidelijkt in artikel 9.

Art. 3.De gezondheidspromotie in het hoger onderwijs (GPHO) is

Art. 3.De gezondheidspromotie in het hoger onderwijs (GPHO) is

verplicht en gratis. verplicht en gratis.

Art. 4.§ 1. Voor het hoger onderwijs ingericht door de Franse

Art. 4.§ 1. Voor het hoger onderwijs ingericht door de Franse

Gemeenschap wordt de gezondheidspromotie verricht in de Gemeenschap wordt de gezondheidspromotie verricht in de
psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap. psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap.
§ 2. Voor het hoger onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap § 2. Voor het hoger onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
wordt de gezondheidspromotie verricht door de erkende diensten, wordt de gezondheidspromotie verricht door de erkende diensten,
naargelang de bepalingen van dit decreet. naargelang de bepalingen van dit decreet.

Art. 5.De programma's voor gezondheidspromotie worden gerealiseerd op

Art. 5.De programma's voor gezondheidspromotie worden gerealiseerd op

basis van het gezondheidsproject dat wordt uitgewerkt door de dienst basis van het gezondheidsproject dat wordt uitgewerkt door de dienst
of het centrum, na advies van het beheersorgaan, op advies van de of het centrum, na advies van het beheersorgaan, op advies van de
sociale raad van de hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het sociale raad van de hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het
hoger instituut voor architectuur. Het gezondheidsproject is een hoger instituut voor architectuur. Het gezondheidsproject is een
publiek document. Het wordt uitgedeeld aan de studenten uiterlijk op publiek document. Het wordt uitgedeeld aan de studenten uiterlijk op
de dag van hun inschrijving. de dag van hun inschrijving.
De agenda van de programma's voor gezondheidspromotie wordt opgemaakt De agenda van de programma's voor gezondheidspromotie wordt opgemaakt
in overleg met de overheid van de hogeschool of de directie van de in overleg met de overheid van de hogeschool of de directie van de
hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor architectuur. hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor architectuur.
De in vorge leden bedoelde programma's kunnen betrekking hebben op De in vorge leden bedoelde programma's kunnen betrekking hebben op
mentale gezondheids- en gewenningsproblemen, het liefdes- en mentale gezondheids- en gewenningsproblemen, het liefdes- en
seksleven, de preventie van sexueel overdraagbare ziekten, de seksleven, de preventie van sexueel overdraagbare ziekten, de
gezondheid in de sport, de voeding, de omgeving, het gebruik van de gezondheid in de sport, de voeding, de omgeving, het gebruik van de
gezondheidsstructuren of alle andere specifieke gezondheidsproblemen gezondheidsstructuren of alle andere specifieke gezondheidsproblemen
die betrekking hebben op de studentenbevolking. die betrekking hebben op de studentenbevolking.

Art. 6.§ 1. Iedere student die zich voor de eerste keer inschrijft in

Art. 6.§ 1. Iedere student die zich voor de eerste keer inschrijft in

het hoger onderwijs wordt onderworpen aan een individuele medische het hoger onderwijs wordt onderworpen aan een individuele medische
check-up. check-up.
Daarnaast kunnen een of meerdere bijkomende raadplegingen worden Daarnaast kunnen een of meerdere bijkomende raadplegingen worden
voorgesteld aan sommige studenten. De dienst of het centrum, welke voorgesteld aan sommige studenten. De dienst of het centrum, welke
ofwel op eigen initiatief handelt, ofwel op verzoek van de overheid ofwel op eigen initiatief handelt, ofwel op verzoek van de overheid
van de hogeschool of van de directie van de hogeschool voor kunsten of van de hogeschool of van de directie van de hogeschool voor kunsten of
het hoger instituut voor architectuur, beslist over de wenselijkheid het hoger instituut voor architectuur, beslist over de wenselijkheid
van deze bijkomende raadplegingen. van deze bijkomende raadplegingen.
§ 2. Deze check-ups gebeuren onder de verantwoordelijkheid van de § 2. Deze check-ups gebeuren onder de verantwoordelijkheid van de
geneesheer en omvatten minstens een bio-psycho-sociale geneesheer en omvatten minstens een bio-psycho-sociale
voorgeschiedenis, een algemeen klinisch onderzoek, een onderzoek van voorgeschiedenis, een algemeen klinisch onderzoek, een onderzoek van
het gehoor, het zicht en de biometrie alsook een urineanalyse. het gehoor, het zicht en de biometrie alsook een urineanalyse.
De check-ups vinden plaats in de lokalen van de dienst of van het De check-ups vinden plaats in de lokalen van de dienst of van het
centrum. centrum.
De student wordt persoonlijk uitgenodigd via het secretariaat van de De student wordt persoonlijk uitgenodigd via het secretariaat van de
hogeschool, van de hogeschool voor kunsten of van het hoger instituut hogeschool, van de hogeschool voor kunsten of van het hoger instituut
voor architectuur. voor architectuur.
De geneesheer van de dienst of van het centrum die de medische De geneesheer van de dienst of van het centrum die de medische
individuele check-up heeft verricht, stuurt de resultaten hiervan naar individuele check-up heeft verricht, stuurt de resultaten hiervan naar
de student en gebruikt hierin een zo verstaanbaar mogelijke taal. de student en gebruikt hierin een zo verstaanbaar mogelijke taal.
§ 3. De regering bepaalt de bijzondere wijzen volgende dewelke de § 3. De regering bepaalt de bijzondere wijzen volgende dewelke de
persoonlijke medische gegevens van de studenten verzonden worden naar persoonlijke medische gegevens van de studenten verzonden worden naar
de diensten en naar de centra door de laatste dienst of het laatste de diensten en naar de centra door de laatste dienst of het laatste
centrum waar de student onder toezicht stond. Deze verzending gebeurt centrum waar de student onder toezicht stond. Deze verzending gebeurt
overeenkomstig het medisch en beroepsgeheim. overeenkomstig het medisch en beroepsgeheim.

Art. 7.§ 1. De dienst en het centrum organiseren in of in de

Art. 7.§ 1. De dienst en het centrum organiseren in of in de

nabijheid van elke hogeschool, hogeschool voor kunsten of hoger nabijheid van elke hogeschool, hogeschool voor kunsten of hoger
instituut voor architectuur een medisch informatiecentrum. Wanneer een instituut voor architectuur een medisch informatiecentrum. Wanneer een
hogeschool, een hogeschool voor kunsten of een hoger instituut voor hogeschool, een hogeschool voor kunsten of een hoger instituut voor
architectuur vestigingen hebben in verschillende gemeenten, kunnen architectuur vestigingen hebben in verschillende gemeenten, kunnen
gedecentraliseerde informatiecentra georganiseerd worden in elkeen van gedecentraliseerde informatiecentra georganiseerd worden in elkeen van
deze gemeenten. deze gemeenten.
§ 2. De permanenties in deze medische informatiecentra worden gehouden § 2. De permanenties in deze medische informatiecentra worden gehouden
door ofwel het medisch personeel, ofwel het verplegend of paramedisch door ofwel het medisch personeel, ofwel het verplegend of paramedisch
personeel. personeel.
Dit personeel heeft als taak te luisteren naar de studenten, hen Dit personeel heeft als taak te luisteren naar de studenten, hen
informatie en raad te geven op het vlak van de gezondheid, hen informatie en raad te geven op het vlak van de gezondheid, hen
eventueel een bijkomende raadpleging voor te stellen en hen, desnoods, eventueel een bijkomende raadpleging voor te stellen en hen, desnoods,
te verwijzen naar de bestaande gezondheidsinfrastructuren in de Franse te verwijzen naar de bestaande gezondheidsinfrastructuren in de Franse
Gemeenschap. Gemeenschap.
§ 3. De Regering bepaalt de regelmaat en de minimumduur van de in deze § 3. De Regering bepaalt de regelmaat en de minimumduur van de in deze
medische informatiecentra georganiseerde permanenties, rekening medische informatiecentra georganiseerde permanenties, rekening
houdend met de prestaties van dit personeel vastgelegd in hun houdend met de prestaties van dit personeel vastgelegd in hun
bijzonder statuut. bijzonder statuut.

Art. 8.De regering stelt de lijst op van de overdraagbare ziekten

Art. 8.De regering stelt de lijst op van de overdraagbare ziekten

tegen dewelke preventieve opsporingsmaatregelen getroffen moeten tegen dewelke preventieve opsporingsmaatregelen getroffen moeten
worden teneinde hun verspreiding in het studentenmilieu tegen te gaan. worden teneinde hun verspreiding in het studentenmilieu tegen te gaan.
Zij bepaalt tevens de wijzen voor de uitvoering van deze in het eerste Zij bepaalt tevens de wijzen voor de uitvoering van deze in het eerste
lid bedoelde maatregelen. lid bedoelde maatregelen.

Art. 9.§ 1. De opmaak van de uniforme verzameling medische gegevens

Art. 9.§ 1. De opmaak van de uniforme verzameling medische gegevens

moet leiden tot de afbakening van de lokale noden inzake moet leiden tot de afbakening van de lokale noden inzake
gezondheidszorg en tot de uitwerking van een gemeenschapsbeleid voor gezondheidszorg en tot de uitwerking van een gemeenschapsbeleid voor
de gezondheid van de jongeren. de gezondheid van de jongeren.
De regering bepaalt het model van deze verzameling alsook de inhoud De regering bepaalt het model van deze verzameling alsook de inhoud
van de hierin vermelde medische informatie. Zij bepaalt tevens de van de hierin vermelde medische informatie. Zij bepaalt tevens de
wijzen voor de overdracht en verwerking van deze gegevens, de wijzen voor de overdracht en verwerking van deze gegevens, de
bepalingen van de wet van 8 december 1992 houdende de bescherming van bepalingen van de wet van 8 december 1992 houdende de bescherming van
de private levenssfeer indachtig bij de verwerking van persoonlijke de private levenssfeer indachtig bij de verwerking van persoonlijke
gegevens. gegevens.
§ 2. Bij het vervullen van hun opdrachten werken de diensten of het § 2. Bij het vervullen van hun opdrachten werken de diensten of het
personeel van deze diensten samen met volgende interveniënten : personeel van deze diensten samen met volgende interveniënten :
1° de lokale centra voor gezondheidspromotie; 1° de lokale centra voor gezondheidspromotie;
2° de diensten voor de preventie en de bescherming van het werk, 2° de diensten voor de preventie en de bescherming van het werk,
bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de
werknemers bij de uitoefening van hun werk. werknemers bij de uitoefening van hun werk.

Art. 10.De personeelsleden van de diensten en van de centra volgen

Art. 10.De personeelsleden van de diensten en van de centra volgen

een voortgezette opleiding. een voortgezette opleiding.

Art. 11.De regering bepaalt de wijzen voor de coördinatie van het

Art. 11.De regering bepaalt de wijzen voor de coördinatie van het

personeel van de dienst of van het centrum. personeel van de dienst of van het centrum.
Zij bepaalt tevens de wijzen voor de coördinatie tussen de Zij bepaalt tevens de wijzen voor de coördinatie tussen de
verschillende diensten of centra die actief zijn in de verschillende verschillende diensten of centra die actief zijn in de verschillende
vestigingen van eenzelfde hogeschool, eenzelfde hogeschool voor vestigingen van eenzelfde hogeschool, eenzelfde hogeschool voor
kunsten of eenzelfde hoger instituut voor architectuur. kunsten of eenzelfde hoger instituut voor architectuur.

Art. 12.§ 1. Alle individuele of algemene preventiemaatregelen ten

Art. 12.§ 1. Alle individuele of algemene preventiemaatregelen ten

aanzien van de studenten worden genomen door de geneesheer van de aanzien van de studenten worden genomen door de geneesheer van de
dienst of van het centrum. dienst of van het centrum.
De geneesheer maakt zijn beslissingen over aan de overheid van de De geneesheer maakt zijn beslissingen over aan de overheid van de
hogeschool of de directie van de hogeschool voor kunsten of van het hogeschool of de directie van de hogeschool voor kunsten of van het
hoger instituut voor architectuur. hoger instituut voor architectuur.
De beslissingen van de geneesheer binden de studenten, de inrichtende De beslissingen van de geneesheer binden de studenten, de inrichtende
macht en het personeel van de hogeschool, van de hogeschool voor macht en het personeel van de hogeschool, van de hogeschool voor
kunsten of van het hoger instituut voor architectuur. kunsten of van het hoger instituut voor architectuur.
§ 2. Een niet opschortend beroep kan worden ingediend bij de § 2. Een niet opschortend beroep kan worden ingediend bij de
geneesheer-ambtenaar van de diensten van de regering, zoals bedoeld in geneesheer-ambtenaar van de diensten van de regering, zoals bedoeld in
artikel 21, tegen iedere beslissing die de toegang van een student tot artikel 21, tegen iedere beslissing die de toegang van een student tot
de hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor de hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor
architectuur tijdelijk of definitief verbiedt omwille van het risico architectuur tijdelijk of definitief verbiedt omwille van het risico
dat zijn gezondheidstoestand betekent voor zijn omgeving. dat zijn gezondheidstoestand betekent voor zijn omgeving.
Dit beroep kan worden ingeleid door de inrichtende macht van de Dit beroep kan worden ingeleid door de inrichtende macht van de
hogeschool, van de hogeschool voor kunsten of van het hoger instituut hogeschool, van de hogeschool voor kunsten of van het hoger instituut
voor architectuur of door de student. voor architectuur of door de student.

Art. 13.Uiterlijk tegen 1 december van ieder jaar bezorgt de

Art. 13.Uiterlijk tegen 1 december van ieder jaar bezorgt de

hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor hogeschool, de hogeschool voor kunsten of het hoger instituut voor
architectuur aan de dienst of het centrum waaraan de opdracht inzake architectuur aan de dienst of het centrum waaraan de opdracht inzake
gezondheidspromotie werd toevertrouwd : gezondheidspromotie werd toevertrouwd :
1° de lijst van de studenten die op 15 november zijn ingeschreven; 1° de lijst van de studenten die op 15 november zijn ingeschreven;
2° de lijst van de studenten die verplicht onderworpen zijn aan het 2° de lijst van de studenten die verplicht onderworpen zijn aan het
medisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6. medisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6.
HOOFDSTUK II. - Erkenningsvoorwaarden, -procedure en -wijzen HOOFDSTUK II. - Erkenningsvoorwaarden, -procedure en -wijzen

Art. 14.De dienst kan worden georganiseerd door een publiekrechtelijk

Art. 14.De dienst kan worden georganiseerd door een publiekrechtelijk

persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon. persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon.
Hij moet beschikken over lokalen waar de in artikel 6 bedoelde Hij moet beschikken over lokalen waar de in artikel 6 bedoelde
medische check-ups verricht kunnen worden die voldoen aan de door de medische check-ups verricht kunnen worden die voldoen aan de door de
regering gestelde voorwaarden. regering gestelde voorwaarden.

Art. 15.§ 1. De dienst bestaat uit medisch personeel, verplegend

Art. 15.§ 1. De dienst bestaat uit medisch personeel, verplegend

personeel en administratief personeel. personeel en administratief personeel.
Hij bestaat minstens uit een halftijds equivalent aan medisch Hij bestaat minstens uit een halftijds equivalent aan medisch
personeel en uit een voltijds equivalent aan verplegend personeel. personeel en uit een voltijds equivalent aan verplegend personeel.
§ 2. Het in § 1 bedoeld personeel moet de volgende § 2. Het in § 1 bedoeld personeel moet de volgende
bekwaamheidsvereisten vervullen : bekwaamheidsvereisten vervullen :
1° medisch personeel : houder zijn van het diploma van dokter in de 1° medisch personeel : houder zijn van het diploma van dokter in de
geneeskunde en ofwel van het getuigschrift schoolgeneeskunde, ofwel geneeskunde en ofwel van het getuigschrift schoolgeneeskunde, ofwel
van het diploma gespecialiseerde studie volksgezondheid; van het diploma gespecialiseerde studie volksgezondheid;
2° verplegend personeel : houder zijn van het diploma van 2° verplegend personeel : houder zijn van het diploma van
verloskundige en van gegradueerd verple(e)g(st)er uitgereikt verloskundige en van gegradueerd verple(e)g(st)er uitgereikt
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17
augustus 1957 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de augustus 1957 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de
diploma's van verloskundige, verpleger of verpleegster, van het diploma's van verloskundige, verpleger of verpleegster, van het
besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 april 1994 besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 april 1994
tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de diploma's van tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de diploma's van
verloskundige en gegradueerd verple(e)g(st)er of van het decreet van 5 verloskundige en gegradueerd verple(e)g(st)er of van het decreet van 5
augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs
in hogescholen; in hogescholen;
3° administratief personeel : houder zijn van het getuigschrift van 3° administratief personeel : houder zijn van het getuigschrift van
het hoger secundair onderwijs. het hoger secundair onderwijs.
De minimumduur van de prestaties van ieder lid van het medisch De minimumduur van de prestaties van ieder lid van het medisch
personeel bedraagt veertig uren per week. Om deze minimumduur te personeel bedraagt veertig uren per week. Om deze minimumduur te
bekomen kan rekening worden gehouden met het door het medisch bekomen kan rekening worden gehouden met het door het medisch
personeel gespresteerd aantal uren met toepassing van het decreet van personeel gespresteerd aantal uren met toepassing van het decreet van
20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school. 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school.
§ 3. De inrichtende macht van de dienst wijst de geneesheer aan die de § 3. De inrichtende macht van de dienst wijst de geneesheer aan die de
verantwoordelijkheid heeft over de dienst. verantwoordelijkheid heeft over de dienst.

Art. 16.De leden van het verplegend personeel en de verantwoordelijke

Art. 16.De leden van het verplegend personeel en de verantwoordelijke

geneesheren van de dienst volgen een voortgezette opleiding waarvan de geneesheren van de dienst volgen een voortgezette opleiding waarvan de
duur bepaald is door de regering, zonder dat deze duur evenwel minder duur bepaald is door de regering, zonder dat deze duur evenwel minder
dan twee dagen en meer dan tien dagen per schooljaar mag bedragen. dan twee dagen en meer dan tien dagen per schooljaar mag bedragen.
De doelstellingen van de voortgezette opleiding zijn : De doelstellingen van de voortgezette opleiding zijn :
1° het onderhouden en ontwikkelen van de nodige vaardigheden voor de 1° het onderhouden en ontwikkelen van de nodige vaardigheden voor de
uitoefening van het beroep; uitoefening van het beroep;
2° de afstand die men moet nemen ten opzichte van zijn praktijk en het 2° de afstand die men moet nemen ten opzichte van zijn praktijk en het
op peil houden van de kennis en professionele houding bij de op peil houden van de kennis en professionele houding bij de
uitoefening van het ambt; uitoefening van het ambt;
3° het vermogen bij te dragen tot de uitwerking, de uitvoering en de 3° het vermogen bij te dragen tot de uitwerking, de uitvoering en de
evaluatie van het in artikel 5 bedoeld gezondheidsproject. evaluatie van het in artikel 5 bedoeld gezondheidsproject.
De regering legt de programma's voor de voortgezette opleiding vast. De regering legt de programma's voor de voortgezette opleiding vast.
Zij bepaalt tevens de wijzen voor de organisatie van deze opleiding. Zij bepaalt tevens de wijzen voor de organisatie van deze opleiding.

Art. 17.§ 1. De inrichtende macht van de dienst moet, in samenwerking

Art. 17.§ 1. De inrichtende macht van de dienst moet, in samenwerking

hiermee, met de inrichtende macht van iedere hogeschool, hogeschool hiermee, met de inrichtende macht van iedere hogeschool, hogeschool
voor kunsten of hoger instituut voor architectuur die deze gekozen voor kunsten of hoger instituut voor architectuur die deze gekozen
heeft voor het volbrengen van de in artikel 2 bedoelde opdrachten, een heeft voor het volbrengen van de in artikel 2 bedoelde opdrachten, een
overeenkomst sluiten waarin voorzien wordt in de middelen en de wijze overeenkomst sluiten waarin voorzien wordt in de middelen en de wijze
waarop deze opdrachten vervuld moeten worden. waarop deze opdrachten vervuld moeten worden.
Wanneer een hogeschool, een hogeschool voor kunsten of een hoger Wanneer een hogeschool, een hogeschool voor kunsten of een hoger
instituut voor architectuur verschillende vestigingen heeft, kan zij instituut voor architectuur verschillende vestigingen heeft, kan zij
meerdere overeenkomsten sluiten met meerdere inrichtende machten van meerdere overeenkomsten sluiten met meerdere inrichtende machten van
de dienst. de dienst.
§ 2. De regering maakt een model van kaderovereenkomst die door alle § 2. De regering maakt een model van kaderovereenkomst die door alle
inrichtende machten van de dienst gebruikt moeten worden. inrichtende machten van de dienst gebruikt moeten worden.
Deze kaderovereenkomst moet minstens de volgende elementen bevatten : Deze kaderovereenkomst moet minstens de volgende elementen bevatten :
1° het in artikel 5 bedoeld gezondheidsproject; 1° het in artikel 5 bedoeld gezondheidsproject;
2° de plaats waar de check-ups zullen plaatsvinden; 2° de plaats waar de check-ups zullen plaatsvinden;
3° de plaats waar de medische informatiecentra zullen komen alsook de 3° de plaats waar de medische informatiecentra zullen komen alsook de
uurregeling voor de permanenties; uurregeling voor de permanenties;
4° de samenstelling van de dienst; 4° de samenstelling van de dienst;
5° de wijzen voor de overdracht van de informatie. 5° de wijzen voor de overdracht van de informatie.
§ 3. De regering bepaalt tevens de duur van de overeenkomst. Deze mag § 3. De regering bepaalt tevens de duur van de overeenkomst. Deze mag
niet gesloten worden voor een termijn van minder dan drie schooljaren niet gesloten worden voor een termijn van minder dan drie schooljaren
en moet een veelvoud zijn van één schooljaar. en moet een veelvoud zijn van één schooljaar.

Art. 18.§ 1. De regering bepaalt de procedures voor de toekening en

Art. 18.§ 1. De regering bepaalt de procedures voor de toekening en

de intrekking van de erkenning van de diensten. de intrekking van de erkenning van de diensten.
§ 2. De procedures voorzien minstens in : § 2. De procedures voorzien minstens in :
1° de wijzen voor de indiening van een erkenningaanvraag; 1° de wijzen voor de indiening van een erkenningaanvraag;
2° de vormvereisten en termijnen volgens dewelke de beslissingen tot 2° de vormvereisten en termijnen volgens dewelke de beslissingen tot
toekenning, weigering of intrekking van de erkenning genomen moeten toekenning, weigering of intrekking van de erkenning genomen moeten
worden; worden;
3° de wijzen en de voorwaarden voor de schorsing of de opheffing van 3° de wijzen en de voorwaarden voor de schorsing of de opheffing van
de toekenning van subsidies; de toekenning van subsidies;
4° de mogelijkheid om een beroep in te stellen tegen de beslissingen 4° de mogelijkheid om een beroep in te stellen tegen de beslissingen
tot weigering of intrekking van een erkenning of tegen de beslissingen tot weigering of intrekking van een erkenning of tegen de beslissingen
tot weigering of stopzetting van de subsidies; de modaliteiten van dit tot weigering of stopzetting van de subsidies; de modaliteiten van dit
beroep en de mogelijkheid voor de inrichtende macht van de dienst om beroep en de mogelijkheid voor de inrichtende macht van de dienst om
tijdens dit beroep gehoord te worden; tijdens dit beroep gehoord te worden;
5° de duur van de erkenningen. 5° de duur van de erkenningen.

Art. 19.De diensten krijgen een algemene toelage, berekend op basis

Art. 19.De diensten krijgen een algemene toelage, berekend op basis

van een forfaitaire toelage per regelmatig ingeschreven student in de van een forfaitaire toelage per regelmatig ingeschreven student in de
hogescholen, de hogescholen voor kunsten en de hogere instituten voor hogescholen, de hogescholen voor kunsten en de hogere instituten voor
architectuur waarmee zij een overeenkomst hebben gesloten, architectuur waarmee zij een overeenkomst hebben gesloten,
overeenkomstig artikel 17. overeenkomstig artikel 17.
De in het vorig lid bedoelde forfaitaire toelage wordt vastgelegd door De in het vorig lid bedoelde forfaitaire toelage wordt vastgelegd door
de regering. de regering.
De toelage dient om alle personeels-, voorzienings- en werkingskosten De toelage dient om alle personeels-, voorzienings- en werkingskosten
te dekken die nodig zijn voor de dienst om zijn opdrachten te te dekken die nodig zijn voor de dienst om zijn opdrachten te
vervullen. vervullen.

Art. 20.De regering bepaalt de wijzen voor de uitbetaling en de

Art. 20.De regering bepaalt de wijzen voor de uitbetaling en de

verantwoording van de in dit hoofdstuk bedoelde toelagen. verantwoording van de in dit hoofdstuk bedoelde toelagen.
Wanneer de verbintenissen in dit decreet niet nageleefd worden, kunnen Wanneer de verbintenissen in dit decreet niet nageleefd worden, kunnen
er geldelijke straffen worden uitgesproken tegen de inrichtende er geldelijke straffen worden uitgesproken tegen de inrichtende
machten van de dienst. Deze straffen bestaan in de gehele of machten van de dienst. Deze straffen bestaan in de gehele of
gedeeltelijke schorsing of intrekking van de toelagen. gedeeltelijke schorsing of intrekking van de toelagen.
De geldelijke straffen en hun toepassingswijzen worden door de De geldelijke straffen en hun toepassingswijzen worden door de
regering bepaald, onverminderd artikel 18, § 2, 4°. regering bepaald, onverminderd artikel 18, § 2, 4°.
HOOFDSTUK III. - Het toezicht HOOFDSTUK III. - Het toezicht

Art. 21.De ambtenaren van de inspectiediensten van de regering, door

Art. 21.De ambtenaren van de inspectiediensten van de regering, door

haar aangeduid, hebben als opdracht : haar aangeduid, hebben als opdracht :
1° erop toe te zien dat de diensten alle verplichtingen nakomen die 1° erop toe te zien dat de diensten alle verplichtingen nakomen die
hen krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten opgelegd hen krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten opgelegd
worden; worden;
2° desgevallend een preventief onderzoek te houden bij de studenten, 2° desgevallend een preventief onderzoek te houden bij de studenten,
volgens de wijzen bedoeld in artikel 8, tweede lid; volgens de wijzen bedoeld in artikel 8, tweede lid;
3° inbreuken op de bepalingen van dit decreet of de bepalingen genomen 3° inbreuken op de bepalingen van dit decreet of de bepalingen genomen
krachtens dit decreet vast te stellen; krachtens dit decreet vast te stellen;
4° na vaststelling van de inbreuken, de procedure van de geldelijke 4° na vaststelling van de inbreuken, de procedure van de geldelijke
straffen, bedoeld in artikel 20, § 2, op te starten. straffen, bedoeld in artikel 20, § 2, op te starten.

Art. 22.Ieder jaar zenden de diensten en de centra naar het bestuur

Art. 22.Ieder jaar zenden de diensten en de centra naar het bestuur

een jaarverslag, waarvan het model en de inhoud vastgelegd worden door een jaarverslag, waarvan het model en de inhoud vastgelegd worden door
de regering. de regering.
HOOFDSTUK IV. - Strafrechtelijke bepalingen HOOFDSTUK IV. - Strafrechtelijke bepalingen

Art. 23.§ 1. Wordt bestraft met een boete van zesentwintig tot

Art. 23.§ 1. Wordt bestraft met een boete van zesentwintig tot

tweehonderd euro en een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden tweehonderd euro en een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden
of slechts een van beide straffen, de directeur-voorzitter van de of slechts een van beide straffen, de directeur-voorzitter van de
hogeschool, de directeur van de hogeschool voor kunsten of van het hogeschool, de directeur van de hogeschool voor kunsten of van het
hoger instituut voor architectuur die zich niet richt naar de hoger instituut voor architectuur die zich niet richt naar de
beslissingen genomen krachtens van artikel 12 inzake algemene beslissingen genomen krachtens van artikel 12 inzake algemene
preventie. preventie.

Art. 24.Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, inclusief

Art. 24.Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, inclusief

het hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken het hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken
voorzien door dit decreet alsook op de inbreuken vastgelegd in zijn voorzien door dit decreet alsook op de inbreuken vastgelegd in zijn
uitvoeringsbesluiten. uitvoeringsbesluiten.
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 25.Voor de toepassing van artikel 15, § 2, worden beschouwd als

Art. 25.Voor de toepassing van artikel 15, § 2, worden beschouwd als

houder van de vereiste qualificatie, de personeelsleden die, op de houder van de vereiste qualificatie, de personeelsleden die, op de
datum van inwerkingtreding van dit decreet, daadwerkelijk het ambt datum van inwerkingtreding van dit decreet, daadwerkelijk het ambt
uitoefenden waarvoor de qualificatie vereist is, krachtens de vroegere uitoefenden waarvoor de qualificatie vereist is, krachtens de vroegere
wettelijke en reglementaire bepalingen. wettelijke en reglementaire bepalingen.

Art. 26.Het opleidingsprogramma zal door de regering goedgekeurd

Art. 26.Het opleidingsprogramma zal door de regering goedgekeurd

worden tijdens de schooljaren 2002-2003 en 2003-2004. worden tijdens de schooljaren 2002-2003 en 2003-2004.
Toelagen zullen worden verleend aan de organen die de opleidingen Toelagen zullen worden verleend aan de organen die de opleidingen
zullen mogen verstrekken op basis van het programma dat wordt zullen mogen verstrekken op basis van het programma dat wordt
goedgekeurd overeenkomstig het voorgaand lid. goedgekeurd overeenkomstig het voorgaand lid.

Art. 27.In artikel 28 van het decreet van 20 december 2001

Art. 27.In artikel 28 van het decreet van 20 december 2001

betreffende de gezondheidspromotie op school wordt een § 9 toegevoegd, betreffende de gezondheidspromotie op school wordt een § 9 toegevoegd,
luidend als volgt : luidend als volgt :
« De commissie kan aan de Regering, ofwel op eigen initiatief, ofwel « De commissie kan aan de Regering, ofwel op eigen initiatief, ofwel
op haar verzoek, adviezen verstrekken aangaand ieder probleem inzake op haar verzoek, adviezen verstrekken aangaand ieder probleem inzake
de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs. de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs.
Wanneer een dergelijk advies op de agenda wordt geplaatst van een Wanneer een dergelijk advies op de agenda wordt geplaatst van een
commissievergadering, zijn hierop vertegenwoordigd de minister voor commissievergadering, zijn hierop vertegenwoordigd de minister voor
het hoger onderwijs, met raadgevende stem, de algemene dienst van de het hoger onderwijs, met raadgevende stem, de algemene dienst van de
hogescholen en van het hoger kunstonderwijs, met beraadslagende stem, hogescholen en van het hoger kunstonderwijs, met beraadslagende stem,
en twee vertegenwoordigers van de representatieve en twee vertegenwoordigers van de representatieve
studentenorganisaties uit de gemeenschap, met beraadslagende stem. » studentenorganisaties uit de gemeenschap, met beraadslagende stem. »

Art. 28.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2002.

Art. 28.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2002.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad
moet verschijnen. moet verschijnen.
Brussel, op 16 mei 2002. Brussel, op 16 mei 2002.
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen,
H. HASQUIN H. HASQUIN
De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en
Sport, Sport,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs,
de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de 'O.N.E.', de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de 'O.N.E.',
J.-M. NOLLET J.-M. NOLLET
De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs,
P. HAZETTE P. HAZETTE
De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en
Wetenschappelijk Onderzoek, Wetenschappelijk Onderzoek,
Mevr. F. DUPUIS Mevr. F. DUPUIS
De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector,
R. MILLER R. MILLER
De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid,
Mevr. N. MARECHAL Mevr. N. MARECHAL
_______ _______
Nota Nota
(1) Zitting 2001-2002. (1) Zitting 2001-2002.
Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 267-1. - Amendementen in Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 267-1. - Amendementen in
commissie, nr. 267-2. - Verslag, nr. 267-3. commissie, nr. 267-2. - Verslag, nr. 267-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 14 mei Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 14 mei
2002. 2002.
^