← Terug naar "Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk "
| Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk | Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
| 15 MAART 2012. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het | 15 MAART 2012. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het |
| decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk | decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk |
| De Regering van de Duistalige Gemeenschap, | De Regering van de Duistalige Gemeenschap, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| instellingen, artikel 20; | instellingen, artikel 20; |
| Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen | Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen |
| voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7; | voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7; |
| Gelet op het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het | Gelet op het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het |
| jeugdwerk, de artikelen 6, 21, § 3, en 28, § 2, derde lid; | jeugdwerk, de artikelen 6, 21, § 3, en 28, § 2, derde lid; |
| Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 |
| november 2011; | november 2011; |
| Gelet op het advies van de Duitstalige Jeugdraad, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Duitstalige Jeugdraad, gegeven op 30 |
| december 2011; | december 2011; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor |
| Begroting d.d. 5 januari 2012; | Begroting d.d. 5 januari 2012; |
| Gelet op advies 50.872/3 van de Raad van State, gegeven op 7 februari | Gelet op advies 50.872/3 van de Raad van State, gegeven op 7 februari |
| 2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten | 2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten |
| op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Jeugd, | Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Jeugd, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Definities |
Artikel 1.Definities |
| Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : | Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : |
| 1° decreet : het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het | 1° decreet : het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het |
| jeugdwerk; | jeugdwerk; |
| 2° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; | 2° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; |
| 3° Ministerie : de bevoegde dienst van de Regering van de Duitstalige | 3° Ministerie : de bevoegde dienst van de Regering van de Duitstalige |
| Gemeenschap. | Gemeenschap. |
Art. 2.Subsidie voor interne voortgezette opleidingen |
Art. 2.Subsidie voor interne voortgezette opleidingen |
| Interne voortgezette opleidingen komen overeenkomstig artikel 6 van | Interne voortgezette opleidingen komen overeenkomstig artikel 6 van |
| het decreet in aanmerking voor ondersteuning indien : | het decreet in aanmerking voor ondersteuning indien : |
| 1° de voortgezette opleiding gevolgd wordt door minstens vijf personen | 1° de voortgezette opleiding gevolgd wordt door minstens vijf personen |
| die als vrijwilliger of in hoofdberoep in de aanvragende | die als vrijwilliger of in hoofdberoep in de aanvragende |
| jeugdvoorziening werkzaam zijn; | jeugdvoorziening werkzaam zijn; |
| 2° de voortgezette opleiding minstens acht uur beslaat. | 2° de voortgezette opleiding minstens acht uur beslaat. |
| De subsidieaanvraag moet uiterlijk dertig dagen voordat de interne | De subsidieaanvraag moet uiterlijk dertig dagen voordat de interne |
| voortgezette opleiding begint, worden ingediend. Naast het bewijs dat | voortgezette opleiding begint, worden ingediend. Naast het bewijs dat |
| aan de voorwaarden van het eerste lid is voldaan, bevat ze ook een | aan de voorwaarden van het eerste lid is voldaan, bevat ze ook een |
| lijst van de opleiders, met vermelding van hun kwalificaties en | lijst van de opleiders, met vermelding van hun kwalificaties en |
| contactgegevens. | contactgegevens. |
| De subsidie voor interne voortgezette opleidingen kan slechts worden | De subsidie voor interne voortgezette opleidingen kan slechts worden |
| uitbetaald als de volgende stukken zijn ingediend : | uitbetaald als de volgende stukken zijn ingediend : |
| 1° een door de deelnemers gemaakte evaluatie van de bekwaamheden en | 1° een door de deelnemers gemaakte evaluatie van de bekwaamheden en |
| vaardigheden die ze in de voortgezette opleiding hebben verworven; | vaardigheden die ze in de voortgezette opleiding hebben verworven; |
| 2° een lijst van de deelnemers; | 2° een lijst van de deelnemers; |
| 3° de bewijsstukken van de kosten. | 3° de bewijsstukken van de kosten. |
Art. 3.Grondslag voor de berekening van de personeelssubsidie |
Art. 3.Grondslag voor de berekening van de personeelssubsidie |
| § 1 . Volgende uitgaven komen in aanmerking als personeelskosten in de | § 1 . Volgende uitgaven komen in aanmerking als personeelskosten in de |
| zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde lid, van het decreet | zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde lid, van het decreet |
| waarvoor de ondersteunde informatiecentra voor jongeren en de | waarvoor de ondersteunde informatiecentra voor jongeren en de |
| werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" subsidie kunnen krijgen : | werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" subsidie kunnen krijgen : |
| 1° het brutoloon; | 1° het brutoloon; |
| 2° het vakantiegeld; | 2° het vakantiegeld; |
| 3° de eindejaarspremie van de aangestelde personeelsleden die in de | 3° de eindejaarspremie van de aangestelde personeelsleden die in de |
| bevoegde paritaire commissie is bepaald; | bevoegde paritaire commissie is bepaald; |
| 4° de arbeidsongevallenverzekering voor de aangestelde | 4° de arbeidsongevallenverzekering voor de aangestelde |
| personeelsleden; | personeelsleden; |
| 5° de bijdragen die de werkgever met toepassing van de wetgeving | 5° de bijdragen die de werkgever met toepassing van de wetgeving |
| betreffende de sociale zekerheid van de werknemers moet betalen. | betreffende de sociale zekerheid van de werknemers moet betalen. |
| Daarnaast gelden nog andere wettelijk voorgeschreven voordelen en | Daarnaast gelden nog andere wettelijk voorgeschreven voordelen en |
| voordelen die samen met de Regering in een raamovereenkomst zijn | voordelen die samen met de Regering in een raamovereenkomst zijn |
| vastgelegd. | vastgelegd. |
| § 2 . De grondslag voor de subsidiëring van de personeelskosten in de | § 2 . De grondslag voor de subsidiëring van de personeelskosten in de |
| zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde lid, van het decreet | zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde lid, van het decreet |
| is de weddeschaal die bij dit besluit is gevoegd. De bedragen van die | is de weddeschaal die bij dit besluit is gevoegd. De bedragen van die |
| weddeschaal zijn aan de schommelingen van het indexcijfer der | weddeschaal zijn aan de schommelingen van het indexcijfer der |
| consumptieprijzen gekoppeld. Bij de inwerkingtreding van dit besluit | consumptieprijzen gekoppeld. Bij de inwerkingtreding van dit besluit |
| geldt voor die weddeschaal het spilindexcijfer 138,01. | geldt voor die weddeschaal het spilindexcijfer 138,01. |
| § 3 . Het Ministerie bezorgt de informatiecentra voor jongeren, de | § 3 . Het Ministerie bezorgt de informatiecentra voor jongeren, de |
| werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" en de gemeenten jaarlijks de | werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" en de gemeenten jaarlijks de |
| aan het indexcijfer aangepaste weddeschaal. | aan het indexcijfer aangepaste weddeschaal. |
| § 4 . Na de aanstelling van een jeugdwerker dienen de | § 4 . Na de aanstelling van een jeugdwerker dienen de |
| jeugdvoorzieningen een afschrift van de arbeidsovereenkomst, van het | jeugdvoorzieningen een afschrift van de arbeidsovereenkomst, van het |
| uittreksel uit het strafregister en van de diploma's in bij het | uittreksel uit het strafregister en van de diploma's in bij het |
| Ministerie. Bovendien delen ze elke wijziging van de | Ministerie. Bovendien delen ze elke wijziging van de |
| arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk aan het Ministerie mee. | arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk aan het Ministerie mee. |
| De werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" en de informatiecentra | De werkgevers uit de sector "open jeugdwerk" en de informatiecentra |
| voor jongeren dienen jaarlijks, vóór eind februari, het ter | voor jongeren dienen jaarlijks, vóór eind februari, het ter |
| beschikking gestelde formulier in dat als basis dient om de | beschikking gestelde formulier in dat als basis dient om de |
| personeelssubsidies vermeld in de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde | personeelssubsidies vermeld in de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde |
| lid, van het decreet te controleren. Bij dat formulier worden de | lid, van het decreet te controleren. Bij dat formulier worden de |
| volgende stukken gevoegd : | volgende stukken gevoegd : |
| 1° een attest van een erkend sociaal secretariaat of andere stukken | 1° een attest van een erkend sociaal secretariaat of andere stukken |
| die de kosten van de werkgever staven; | die de kosten van de werkgever staven; |
| 2° een afschrift van de individuele afrekening van de jeugdwerker; | 2° een afschrift van de individuele afrekening van de jeugdwerker; |
| 3° een attest van deelneming aan de opleidingen vermeld in artikel 5, | 3° een attest van deelneming aan de opleidingen vermeld in artikel 5, |
| § 3, eerste lid, 2b, en tweede lid, 2°, van het decreet. | § 3, eerste lid, 2b, en tweede lid, 2°, van het decreet. |
Art. 4.Berekening van de dienstjaren van jeugdwerkers die werkzaam |
Art. 4.Berekening van de dienstjaren van jeugdwerkers die werkzaam |
| zijn bij informatiecentra voor jongeren en bij werkgevers uit de | zijn bij informatiecentra voor jongeren en bij werkgevers uit de |
| sector "open jeugdwerk" | sector "open jeugdwerk" |
| Bij de berekening van het subsidieerbare gedeelte van de | Bij de berekening van het subsidieerbare gedeelte van de |
| personeelskosten in de zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde | personeelskosten in de zin van de artikelen 21, § 3, en 28, § 2, derde |
| lid, van het decreet worden de aantoonbare dienstjaren als jeugdwerker | lid, van het decreet worden de aantoonbare dienstjaren als jeugdwerker |
| in aanmerking genomen. | in aanmerking genomen. |
| Voor de berekening van de dienstjaren geldt een aanstelling in de | Voor de berekening van de dienstjaren geldt een aanstelling in de |
| eerste helft van het jaar vanaf de voorafgaande eerste januari en een | eerste helft van het jaar vanaf de voorafgaande eerste januari en een |
| aanstelling tijdens de tweede helft van het jaar vanaf de | aanstelling tijdens de tweede helft van het jaar vanaf de |
| daaropvolgende eerste januari. | daaropvolgende eerste januari. |
| Bij de aanstelling van een jeugdwerker die jonger is dan 24 jaar | Bij de aanstelling van een jeugdwerker die jonger is dan 24 jaar |
| worden alleen de aantoonbare dienstjaren als aangestelde jeugdwerker | worden alleen de aantoonbare dienstjaren als aangestelde jeugdwerker |
| in aanmerking genomen. | in aanmerking genomen. |
| Bij de aanstelling van een jeugdwerker die de leeftijd van 24 jaar, | Bij de aanstelling van een jeugdwerker die de leeftijd van 24 jaar, |
| maar nog niet de leeftijd van 30 jaar bereikt heeft, worden de | maar nog niet de leeftijd van 30 jaar bereikt heeft, worden de |
| aantoonbare dienstjaren als aangestelde jeugdwerker in aanmerking | aantoonbare dienstjaren als aangestelde jeugdwerker in aanmerking |
| genomen. Indien de jeugdwerker op die manier niet aan de volgende | genomen. Indien de jeugdwerker op die manier niet aan de volgende |
| dienstjaren komt, worden ter aanvulling aantoonbare jaren | dienstjaren komt, worden ter aanvulling aantoonbare jaren |
| beroepservaring in aanmerking genomen : | beroepservaring in aanmerking genomen : |
| 1° voor een 24-jarige jeugdwerker : 1 dienstjaar; | 1° voor een 24-jarige jeugdwerker : 1 dienstjaar; |
| 2° voor een 25-jarige jeugdwerker : 2 dienstjaren; | 2° voor een 25-jarige jeugdwerker : 2 dienstjaren; |
| 3° voor een 26-jarige jeugdwerker : 3 dienstjaren; | 3° voor een 26-jarige jeugdwerker : 3 dienstjaren; |
| 4° voor een 27-jarige jeugdwerker : 4 dienstjaren; | 4° voor een 27-jarige jeugdwerker : 4 dienstjaren; |
| 5° voor een 28-jarige jeugdwerker : 5 dienstjaren; | 5° voor een 28-jarige jeugdwerker : 5 dienstjaren; |
| 6° voor een 29-jarige jeugdwerker : 6 dienstjaren. | 6° voor een 29-jarige jeugdwerker : 6 dienstjaren. |
| Bij de aanstelling van een jeugdwerker die de leeftijd van dertig jaar | Bij de aanstelling van een jeugdwerker die de leeftijd van dertig jaar |
| bereikt heeft, worden de aantoonbare dienstjaren als aangestelde | bereikt heeft, worden de aantoonbare dienstjaren als aangestelde |
| jeugdwerker in aanmerking genomen. Indien de jeugdwerker op die manier | jeugdwerker in aanmerking genomen. Indien de jeugdwerker op die manier |
| niet aan zeven dienstjaren komt, worden ter aanvulling aantoonbare | niet aan zeven dienstjaren komt, worden ter aanvulling aantoonbare |
| jaren beroepservaring in aanmerking genomen, zonder dat in totaal meer | jaren beroepservaring in aanmerking genomen, zonder dat in totaal meer |
| dan zeven jaren in aanmerking worden genomen. | dan zeven jaren in aanmerking worden genomen. |
| Indien de som van de aantoonbare beroepservaring in andere | Indien de som van de aantoonbare beroepservaring in andere |
| activiteiten minder dan zes maanden bedraagt, wordt het jaar niet in | activiteiten minder dan zes maanden bedraagt, wordt het jaar niet in |
| aanmerking genomen; vanaf zes maanden wordt het jaar wel in aanmerking | aanmerking genomen; vanaf zes maanden wordt het jaar wel in aanmerking |
| genomen. | genomen. |
| De dienstjaren als minstens halftijds aangestelde jeugdwerker of als | De dienstjaren als minstens halftijds aangestelde jeugdwerker of als |
| minstens halftijds aangestelde in een andere functie worden als | minstens halftijds aangestelde in een andere functie worden als |
| volledige dienstjaren in aanmerking genomen. | volledige dienstjaren in aanmerking genomen. |
Art. 5.Inwerkingtreding |
Art. 5.Inwerkingtreding |
| Dit besluit treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in | Dit besluit treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in |
| het Belgisch Staatsblad. | het Belgisch Staatsblad. |
| Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2013. | Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2013. |
Art. 6.Uitvoering |
Art. 6.Uitvoering |
| De Minister bevoegd inzake Jeugd is belast met de uitvoering van dit | De Minister bevoegd inzake Jeugd is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Eupen, 15 maart 2012. | Eupen, 15 maart 2012. |
| Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
| De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, | De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, | De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, |
| I. WEYKMANS | I. WEYKMANS |
| Bijlage bij het besluit van de Regering van 15 maart 2012 tot | Bijlage bij het besluit van de Regering van 15 maart 2012 tot |
| uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van | uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van |
| het jeugdwerk | het jeugdwerk |
| Weddeschaal in de zin van artikel 4, § 2 | Weddeschaal in de zin van artikel 4, § 2 |
| Anciënniteit | Anciënniteit |
| Basisloon bruto jeugdwerker D.G. | Basisloon bruto jeugdwerker D.G. |
| 0 | 0 |
| 15.868,22 | 15.868,22 |
| 1 | 1 |
| 16.536,85 | 16.536,85 |
| 2 | 2 |
| 17.008,36 | 17.008,36 |
| 3 | 3 |
| 17.609,67 | 17.609,67 |
| 4 | 4 |
| 18.081,18 | 18.081,18 |
| 5 | 5 |
| 18.887,65 | 18.887,65 |
| 6 | 6 |
| 18.887,65 | 18.887,65 |
| 7 | 7 |
| 20.210,44 | 20.210,44 |
| 8 | 8 |
| 20.210,44 | 20.210,44 |
| 9 | 9 |
| 21.028,20 | 21.028,20 |
| 10 | 10 |
| 21.116,43 | 21.116,43 |
| 11 | 11 |
| 21.934,20 | 21.934,20 |
| 12 | 12 |
| 21.934,20 | 21.934,20 |
| 13 | 13 |
| 22.751,95 | 22.751,95 |
| 14 | 14 |
| 22.751,95 | 22.751,95 |
| 15 | 15 |
| 23.569,71 | 23.569,71 |
| 16 | 16 |
| 24.025,66 | 24.025,66 |
| 17 | 17 |
| 24.843,41 | 24.843,41 |
| 18 | 18 |
| 24.843,41 | 24.843,41 |
| 19 | 19 |
| 25.661,17 | 25.661,17 |
| 20 | 20 |
| 25.661,17 | 25.661,17 |
| 21 | 21 |
| 26.478,94 | 26.478,94 |
| 22 | 22 |
| 26.478,94 | 26.478,94 |
| 23 | 23 |
| 27.296,69 | 27.296,69 |
| 24 | 24 |
| 27.296,69 | 27.296,69 |
| 25 | 25 |
| 28.114,45 | 28.114,45 |
| 26 | 26 |
| 28.114,45 | 28.114,45 |
| 27 | 27 |
| 28.246,82 | 28.246,82 |
| 28 | 28 |
| 28.246,82 | 28.246,82 |
| 29 | 29 |
| 28.246,82 | 28.246,82 |
| 30 | 30 |
| 28.246,82 | 28.246,82 |
| 31 | 31 |
| 28.246,82 | 28.246,82 |
| Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 15 | Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 15 |
| maart 2012 tot uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter | maart 2012 tot uitvoering van het decreet van 6 december 2011 ter |
| ondersteuning van het jeugdwerk. | ondersteuning van het jeugdwerk. |
| Eupen, 15 maart 2012. | Eupen, 15 maart 2012. |
| Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
| De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, | De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, | De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, |
| I. WEYKMANS | I. WEYKMANS |