Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Decreet van 10/11/2022
← Terug naar "Decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken "
Decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken Decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
10 NOVEMBER 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei 10 NOVEMBER 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei
2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende
erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van
subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare
uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en
crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat
betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen
hetgeen volgt : hetgeen volgt :
DECREET tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de DECREET tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het
decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor
gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van
de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het
Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele
her- of nevenbestemming van parochiekerken her- of nevenbestemming van parochiekerken
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

Art. 2.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële

Art. 2.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële

organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij de organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij de
decreten van 20 januari 2006, 6 juli 2012, 22 december 2017 en 22 decreten van 20 januari 2006, 6 juli 2012, 22 december 2017 en 22
oktober 2021, wordt een artikel 33/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : oktober 2021, wordt een artikel 33/2 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"

Art. 33/2.Het meerjarenplan, vermeld in artikel 41, en eventuele

"

Art. 33/2.Het meerjarenplan, vermeld in artikel 41, en eventuele

wijzigingen ervan, is gebaseerd op een kerkenbeleidsplan. wijzigingen ervan, is gebaseerd op een kerkenbeleidsplan.
Een kerkenbeleidsplan is een schriftelijk document dat een lokaal Een kerkenbeleidsplan is een schriftelijk document dat een lokaal
gedragen langetermijnvisie bevat voor alle parochiekerken op het gedragen langetermijnvisie bevat voor alle parochiekerken op het
grondgebied van de gemeente. Het is goedgekeurd en ondertekend door grondgebied van de gemeente. Het is goedgekeurd en ondertekend door
het representatief orgaan van de rooms-katholieke eredienst en door het representatief orgaan van de rooms-katholieke eredienst en door
het gemeentebestuur. Het kerkenbeleidsplan bevat minstens al de het gemeentebestuur. Het kerkenbeleidsplan bevat minstens al de
volgende gegevens : volgende gegevens :
1° een beschrijving van de betrokken kerken, met hun 1° een beschrijving van de betrokken kerken, met hun
cultuurhistorische waarde, hun beschermingsstatuut en hun bouwfysische cultuurhistorische waarde, hun beschermingsstatuut en hun bouwfysische
toestand; toestand;
2° informatie over de eigendomstoestand; 2° informatie over de eigendomstoestand;
3° de situering van elke kerk in zijn ruimtelijke omgeving; 3° de situering van elke kerk in zijn ruimtelijke omgeving;
4° een beschrijving van het actuele gebruik en de actuele functie van 4° een beschrijving van het actuele gebruik en de actuele functie van
de betrokken kerken; de betrokken kerken;
5° een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de toekomstige 5° een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de toekomstige
functie van de betrokken kerken, inclusief een plan van aanpak over de functie van de betrokken kerken, inclusief een plan van aanpak over de
wijze waarop de toekomstige invulling (eredienst, valorisatie, wijze waarop de toekomstige invulling (eredienst, valorisatie,
medegebruik, neven- en herbestemming) kan worden gerealiseerd. medegebruik, neven- en herbestemming) kan worden gerealiseerd.
Het kerkenbeleidsplan, of de ondertekende bevestiging van een bestaand Het kerkenbeleidsplan, of de ondertekende bevestiging van een bestaand
kerkenbeleidsplan, is niet ouder dan zes maanden als het meerjarenplan kerkenbeleidsplan, is niet ouder dan zes maanden als het meerjarenplan
wordt ingediend met toepassing van artikel 42, eerste lid. Als dat nog wordt ingediend met toepassing van artikel 42, eerste lid. Als dat nog
niet het geval is op het ogenblik dat het meerjarenplan wordt niet het geval is op het ogenblik dat het meerjarenplan wordt
ingediend, dan kan de gemeenteraad in het meerjarenplan ingediend, dan kan de gemeenteraad in het meerjarenplan
investeringsuitgaven voor het gebouw van de eredienst waarvoor er geen investeringsuitgaven voor het gebouw van de eredienst waarvoor er geen
overeenstemming bestaat over de toekomstige functie opschorten tot het overeenstemming bestaat over de toekomstige functie opschorten tot het
ogenblik dat er een aangepast meerjarenplan wordt goedgekeurd dat wel ogenblik dat er een aangepast meerjarenplan wordt goedgekeurd dat wel
gebaseerd is op een nieuw of herbevestigd kerkenbeleidsplan.". gebaseerd is op een nieuw of herbevestigd kerkenbeleidsplan.".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 12 juli 2013 houdende HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 12 juli 2013 houdende
toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor
de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele
dienstverlening en crematoria dienstverlening en crematoria

Art. 3.In artikel 2 van het decreet van 12 juli 2013 houdende

Art. 3.In artikel 2 van het decreet van 12 juli 2013 houdende

toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor
de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele
dienstverlening en crematoria wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat dienstverlening en crematoria wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat
luidt als volgt : luidt als volgt :
"2° /1 gewezen gebouw van de eredienst: een gebouw dat, op het moment "2° /1 gewezen gebouw van de eredienst: een gebouw dat, op het moment
van de subsidieaanvraag, maximaal vijf jaar geleden is onttrokken aan van de subsidieaanvraag, maximaal vijf jaar geleden is onttrokken aan
de eredienst.". de eredienst.".

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk 2

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk 2

vervangen door wat volgt : vervangen door wat volgt :
"Hoofdstuk 2. Subsidiëring voor gebouwen van de eredienst en gewezen "Hoofdstuk 2. Subsidiëring voor gebouwen van de eredienst en gewezen
gebouwen van de eredienst". gebouwen van de eredienst".

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden punt 4° en 5° vervangen door wat volgt : 1° in het eerste lid worden punt 4° en 5° vervangen door wat volgt :
"4° studies, opmetingsplannen en trajectbegeleiding voor neven- of "4° studies, opmetingsplannen en trajectbegeleiding voor neven- of
herbestemming; herbestemming;
5° aanpassingsinvesteringen voor nevenbestemming."; 5° aanpassingsinvesteringen voor nevenbestemming.";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat
luidt als volgt : luidt als volgt :
"De subsidie kan voor gewezen gebouwen van de eredienst worden "De subsidie kan voor gewezen gebouwen van de eredienst worden
toegekend voor : toegekend voor :
1° studies, opmetingsplannen en trajectbegeleiding voor herbestemming; 1° studies, opmetingsplannen en trajectbegeleiding voor herbestemming;
2° noodzakelijke basisinvesteringen die een herbestemming mogelijk 2° noodzakelijke basisinvesteringen die een herbestemming mogelijk
maken, tot een subsidiebedrag van maximaal 250.000 euro.". maken, tot een subsidiebedrag van maximaal 250.000 euro.".

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° tussen de woorden "gebouwen van de eredienst" en de woorden "die 1° tussen de woorden "gebouwen van de eredienst" en de woorden "die
eigendom zijn" worden de woorden "of gewezen gebouwen van de eigendom zijn" worden de woorden "of gewezen gebouwen van de
eredienst" ingevoegd; eredienst" ingevoegd;
2° de zinsnede "met toepassing van het decreet van 3 maart 1976 tot 2° de zinsnede "met toepassing van het decreet van 3 maart 1976 tot
bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten" wordt bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten" wordt
vervangen door de zinsnede "met toepassing van het vervangen door de zinsnede "met toepassing van het
Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013". Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013".

Art. 7.In artikel 7, 3°, van hetzelfde decreet worden tussen de

Art. 7.In artikel 7, 3°, van hetzelfde decreet worden tussen de

woorden "van het gebouw van de eredienst" en de woorden "waarvoor de woorden "van het gebouw van de eredienst" en de woorden "waarvoor de
subsidie wordt aangevraagd" de woorden "of het gewezen gebouw van de subsidie wordt aangevraagd" de woorden "of het gewezen gebouw van de
eredienst" ingevoegd. eredienst" ingevoegd.

Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt

Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt

: :
"

Art. 8.De subsidieaanvraag voor de eredienstgebouwen of de gewezen

"

Art. 8.De subsidieaanvraag voor de eredienstgebouwen of de gewezen

gebouwen van de eredienst van de rooms-katholieke eredienst past in gebouwen van de eredienst van de rooms-katholieke eredienst past in
het laatst goedgekeurde kerkenbeleidsplan, vermeld in artikel 33/2 van het laatst goedgekeurde kerkenbeleidsplan, vermeld in artikel 33/2 van
het decreet van 7 mei 2004. het decreet van 7 mei 2004.
Bij de subsidieaanvraag voor de eredienstgebouwen of gewezen gebouwen Bij de subsidieaanvraag voor de eredienstgebouwen of gewezen gebouwen
van de eredienst van de andere erkende erediensten wordt een positief van de eredienst van de andere erkende erediensten wordt een positief
advies gevoegd van het erkende representatief orgaan van de eredienst advies gevoegd van het erkende representatief orgaan van de eredienst
en van het college van burgemeester en schepenen of de deputatie van en van het college van burgemeester en schepenen of de deputatie van
het betrokken gemeente- of provinciebestuur. Uit die adviezen moet het betrokken gemeente- of provinciebestuur. Uit die adviezen moet
blijken dat de investeringen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, blijken dat de investeringen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd,
passen in een langetermijnvisie met betrekking tot het gebouw.". passen in een langetermijnvisie met betrekking tot het gebouw.".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli
2013 2013

Art. 9.In artikel 2.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli

Art. 9.In artikel 2.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli

2013, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2016 en 13 juli 2018, 2013, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2016 en 13 juli 2018,
wordt punt 31° /1 opgeheven. wordt punt 31° /1 opgeheven.

Art. 10.In artikel 12.3.12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het

Art. 10.In artikel 12.3.12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het

decreet van 15 juli 2016, wordt het tweede lid opgeheven. decreet van 15 juli 2016, wordt het tweede lid opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding

Art. 11.Artikel 2, 8, 9 en 10 treden in werking op 1 januari 2025.

Art. 11.Artikel 2, 8, 9 en 10 treden in werking op 1 januari 2025.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad
zal worden bekendgemaakt. zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 10 november 2022. Brussel, 10 november 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON J. JAMBON
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken,
Inburgering en Gelijke Kansen, Inburgering en Gelijke Kansen,
B. SOMERS B. SOMERS
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend
Erfgoed, Erfgoed,
M. DIEPENDAELE M. DIEPENDAELE
_______ _______
Nota Nota
Zitting 2022-2023 Zitting 2022-2023
Documenten: Documenten:
- Ontwerp van decreet : 1413 - Nr. 1 - Ontwerp van decreet : 1413 - Nr. 1
- Verslag : 1413 - Nr. 2 - Verslag : 1413 - Nr. 2
- Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1413 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1413 - Nr. 3
Handelingen Handelingen
- Bespreking en aanneming: Vergadering van 9 november 2022. - Bespreking en aanneming: Vergadering van 9 november 2022.
^