| Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming | Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 9 DECEMBER 2016. - Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het | 9 DECEMBER 2016. - Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het |
| regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde | regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde |
| staatshervorming (1) | staatshervorming (1) |
| Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen | Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen |
| hetgeen volgt: | hetgeen volgt: |
| Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages | Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages |
| en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming. | en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming. |
| HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities | HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en |
| gewestaangelegenheid. | gewestaangelegenheid. |
Art. 2.Dit decreet wordt aangehaald als: |
Art. 2.Dit decreet wordt aangehaald als: |
| Tijdelijkewerkervaringsdecreet van 9 december 2016. | Tijdelijkewerkervaringsdecreet van 9 december 2016. |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder: |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder: |
| 1° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en | 1° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en |
| Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot | Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot |
| oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern | oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern |
| verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en | verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en |
| Beroepsopleiding"; | Beroepsopleiding"; |
| 2° werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 1, eerste lid, | 2° werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 1, eerste lid, |
| 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende | 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende |
| de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; | de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; |
| 3° leefloongerechtigde: de leefloongerechtigde, vermeld in artikel 2, | 3° leefloongerechtigde: de leefloongerechtigde, vermeld in artikel 2, |
| eerste lid, 13°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | eerste lid, 13°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
| publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap | publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap |
| "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"; | "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"; |
| 4° traject tijdelijke werkervaring: het competentieversterkend traject | 4° traject tijdelijke werkervaring: het competentieversterkend traject |
| dat erop gericht is werkervaring te verwerven binnen een reële | dat erop gericht is werkervaring te verwerven binnen een reële |
| arbeidsmarktomgeving; | arbeidsmarktomgeving; |
| 5° controledienst: de dienst, vermeld in artikel 1, eerste lid, 24°, | 5° controledienst: de dienst, vermeld in artikel 1, eerste lid, 24°, |
| van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de | van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de |
| organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; | organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; |
| 6° partnerorganisaties: de partnerorganisaties, vermeld in artikel 1, | 6° partnerorganisaties: de partnerorganisaties, vermeld in artikel 1, |
| 25°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende | 25°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende |
| de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. | de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. |
| HOOFDSTUK 2. - Het traject tijdelijke werkervaring | HOOFDSTUK 2. - Het traject tijdelijke werkervaring |
| Afdeling 1. - Werkingsprincipes | Afdeling 1. - Werkingsprincipes |
Art. 4.Het traject tijdelijke werkervaring heeft als doelstelling om |
Art. 4.Het traject tijdelijke werkervaring heeft als doelstelling om |
| werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt | werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt |
| competenties te laten opbouwen binnen een reële arbeidsmarktomgeving, | competenties te laten opbouwen binnen een reële arbeidsmarktomgeving, |
| met het oog op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. | met het oog op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. |
Art. 5.Het traject tijdelijke werkervaring is een individueel traject |
Art. 5.Het traject tijdelijke werkervaring is een individueel traject |
| dat toegankelijk is voor werkzoekenden. Tijdens dit traject wordt de | dat toegankelijk is voor werkzoekenden. Tijdens dit traject wordt de |
| werkzoekende begeleid om de doelstelling van het traject te | werkzoekende begeleid om de doelstelling van het traject te |
| verwezenlijken. Deze begeleiding kan door partnerorganisaties gegeven | verwezenlijken. Deze begeleiding kan door partnerorganisaties gegeven |
| worden. De duurtijd van het traject tijdelijke werkervaring bedraagt | worden. De duurtijd van het traject tijdelijke werkervaring bedraagt |
| maximum 24 maanden. | maximum 24 maanden. |
| De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden en modaliteiten bepalen | De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden en modaliteiten bepalen |
| voor de toegang tot het traject tijdelijke werkervaring en de | voor de toegang tot het traject tijdelijke werkervaring en de |
| begeleiding tijdens het traject tijdelijke werkervaring en kan | begeleiding tijdens het traject tijdelijke werkervaring en kan |
| daarnaast nadere regels bepalen voor de duurtijd, verlenging, | daarnaast nadere regels bepalen voor de duurtijd, verlenging, |
| intrekking, schorsing, organisatie en opbouw van het traject | intrekking, schorsing, organisatie en opbouw van het traject |
| tijdelijke werkervaring. | tijdelijke werkervaring. |
Art. 6.§ 1. Bij de aanvang van het traject tijdelijke werkervaring |
Art. 6.§ 1. Bij de aanvang van het traject tijdelijke werkervaring |
| wordt tussen de VDAB of een partnerorganisatie en de werkzoekende een | wordt tussen de VDAB of een partnerorganisatie en de werkzoekende een |
| werkervaringsovereenkomst gesloten. Die overeenkomst bepaalt de duur | werkervaringsovereenkomst gesloten. Die overeenkomst bepaalt de duur |
| en de modaliteiten van het traject tijdelijke werkervaring. | en de modaliteiten van het traject tijdelijke werkervaring. |
| § 2. De verplicht ingeschreven werkzoekende die werkloosheids- of | § 2. De verplicht ingeschreven werkzoekende die werkloosheids- of |
| inschakelingsuitkeringen geniet, kan worden vrijgesteld van | inschakelingsuitkeringen geniet, kan worden vrijgesteld van |
| beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor de duurtijd van de | beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor de duurtijd van de |
| werkervaringsovereenkomst, met toepassing van artikel 5, § 1, 7°, b), | werkervaringsovereenkomst, met toepassing van artikel 5, § 1, 7°, b), |
| van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
| publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap | publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap |
| "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding". | "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding". |
| De werkzoekende die gedurende de duurtijd van de | De werkzoekende die gedurende de duurtijd van de |
| werkervaringsovereenkomst verplicht ingeschreven werkzoekende wordt en | werkervaringsovereenkomst verplicht ingeschreven werkzoekende wordt en |
| werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen geniet, kan worden | werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen geniet, kan worden |
| vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor de | vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor de |
| resterende duur van de werkervaringsovereenkomst. | resterende duur van de werkervaringsovereenkomst. |
| In het eerste en tweede lid wordt verstaan onder verplicht | In het eerste en tweede lid wordt verstaan onder verplicht |
| ingeschreven werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 2, | ingeschreven werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 2, |
| eerste lid, 11°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | eerste lid, 11°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
| publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap | publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap |
| "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding". | "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding". |
| § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen betreffende de in | § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen betreffende de in |
| dit artikel vermelde aangelegenheden. | dit artikel vermelde aangelegenheden. |
| Afdeling 2. - Werkplekleerinstrumenten | Afdeling 2. - Werkplekleerinstrumenten |
Art. 7.Gedurende het traject tijdelijke werkervaring kunnen |
Art. 7.Gedurende het traject tijdelijke werkervaring kunnen |
| verschillende instrumenten worden ingezet om algemene arbeids- en | verschillende instrumenten worden ingezet om algemene arbeids- en |
| beroepsgerichte competenties aan te leren en toe te passen in een | beroepsgerichte competenties aan te leren en toe te passen in een |
| reële arbeidsmarktomgeving, waardoor de afstand tot de arbeidsmarkt | reële arbeidsmarktomgeving, waardoor de afstand tot de arbeidsmarkt |
| wordt verkleind. | wordt verkleind. |
| De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen met betrekking tot de | De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen met betrekking tot de |
| instrumenten die kunnen worden ingezet gedurende het traject | instrumenten die kunnen worden ingezet gedurende het traject |
| tijdelijke werkervaring, alsook de voorwaarden en de modaliteiten van | tijdelijke werkervaring, alsook de voorwaarden en de modaliteiten van |
| de instrumenten. | de instrumenten. |
| Afdeling 3. - Toezicht en handhaving met betrekking tot artikel | Afdeling 3. - Toezicht en handhaving met betrekking tot artikel |
| 57quater, 60, § 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 | 57quater, 60, § 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 |
| betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
Art. 8.§ 1. De VDAB kan toezicht uitoefenen op de openbare centra |
Art. 8.§ 1. De VDAB kan toezicht uitoefenen op de openbare centra |
| voor maatschappelijk welzijn wat betreft de toekenning en aanwending | voor maatschappelijk welzijn wat betreft de toekenning en aanwending |
| van toelagen voor tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, | van toelagen voor tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, |
| 60, § 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de | 60, § 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de |
| openbare centra voor maatschappelijk welzijn. | openbare centra voor maatschappelijk welzijn. |
| De VDAB kan boekhoudkundige stukken en andere relevante stukken met | De VDAB kan boekhoudkundige stukken en andere relevante stukken met |
| betrekking tot tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, 60, § | betrekking tot tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, 60, § |
| 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
| centra voor maatschappelijk welzijn opvragen bij de openbare centra | centra voor maatschappelijk welzijn opvragen bij de openbare centra |
| voor maatschappelijk welzijn. | voor maatschappelijk welzijn. |
| § 2. De VDAB kan de toelagen, vermeld in paragraaf 1, die ten onrechte | § 2. De VDAB kan de toelagen, vermeld in paragraaf 1, die ten onrechte |
| zijn toegekend, terugvorderen van de openbare centra voor | zijn toegekend, terugvorderen van de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn als op basis van de boekhoudkundige en andere | maatschappelijk welzijn als op basis van de boekhoudkundige en andere |
| relevante stukken, vermeld in paragraaf 1, wordt vastgesteld dat er te | relevante stukken, vermeld in paragraaf 1, wordt vastgesteld dat er te |
| veel toelagen zijn uitbetaald. | veel toelagen zijn uitbetaald. |
| § 3. Bij vaststelling van onregelmatigheden conform paragraaf 1 kan | § 3. Bij vaststelling van onregelmatigheden conform paragraaf 1 kan |
| het dossier worden bezorgd aan de instantie die bevoegd is voor die | het dossier worden bezorgd aan de instantie die bevoegd is voor die |
| aangelegenheden met toepassing van het decreet houdende | aangelegenheden met toepassing van het decreet houdende |
| sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004. | sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004. |
| § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels uitwerken voor het toezicht | § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels uitwerken voor het toezicht |
| op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij tewerkstelling | op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij tewerkstelling |
| in het kader van artikel 57quater, 60, § 7, en 61 van de organieke wet | in het kader van artikel 57quater, 60, § 7, en 61 van de organieke wet |
| van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk | van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk |
| welzijn. | welzijn. |
| HOOFDSTUK 3. - Subsidievoorwaarden voor leefloongerechtigden die in | HOOFDSTUK 3. - Subsidievoorwaarden voor leefloongerechtigden die in |
| een traject tijdelijke werkervaring stappen | een traject tijdelijke werkervaring stappen |
Art. 9.De VDAB zal de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
Art. 9.De VDAB zal de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
| subsidiëren om de begeleiding van de werkzoekende in een traject | subsidiëren om de begeleiding van de werkzoekende in een traject |
| tijdelijke werkervaring op zich te nemen. De Vlaamse Regering zal | tijdelijke werkervaring op zich te nemen. De Vlaamse Regering zal |
| nadere regels en voorwaarden bepalen met betrekking tot deze subsidie. | nadere regels en voorwaarden bepalen met betrekking tot deze subsidie. |
| De VDAB zal aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een | De VDAB zal aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een |
| compensatie toekennen voor het realiseren van een activeringsbeleid. | compensatie toekennen voor het realiseren van een activeringsbeleid. |
| De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag, de voorwaarden en de | De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag, de voorwaarden en de |
| modaliteiten van deze compensatie. | modaliteiten van deze compensatie. |
| HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen | HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen |
Art. 10.In artikel 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten |
Art. 10.In artikel 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten |
| laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor | laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de programmawet van 2 augustus | maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de programmawet van 2 augustus |
| 2002, wordt paragraaf 4bis vervangen door wat volgt: | 2002, wordt paragraaf 4bis vervangen door wat volgt: |
| " § 4bis. Aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt | " § 4bis. Aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt |
| een toelage verleend die gelijk is aan het bedrag van het leefloon, | een toelage verleend die gelijk is aan het bedrag van het leefloon, |
| vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 26 mei 2002 | vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 26 mei 2002 |
| betreffende het recht op maatschappelijke integratie, als het | betreffende het recht op maatschappelijke integratie, als het |
| voormelde centrum als werkgever optreedt met toepassing van artikel | voormelde centrum als werkgever optreedt met toepassing van artikel |
| 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
| centra voor maatschappelijk welzijn voor een persoon als vermeld in | centra voor maatschappelijk welzijn voor een persoon als vermeld in |
| paragraaf 4, die voltijds wordt tewerkgesteld. | paragraaf 4, die voltijds wordt tewerkgesteld. |
| De toelage bedraagt maximaal het brutoloon van de tewerkgestelde | De toelage bedraagt maximaal het brutoloon van de tewerkgestelde |
| persoon, zonder dat de toelage het gewaarborgde gemiddelde | persoon, zonder dat de toelage het gewaarborgde gemiddelde |
| minimummaandinkomen kan overschrijden. | minimummaandinkomen kan overschrijden. |
| De toelage blijft verschuldigd aan het openbaar centrum voor | De toelage blijft verschuldigd aan het openbaar centrum voor |
| maatschappelijk welzijn tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst, | maatschappelijk welzijn tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst, |
| ook als de familiale of inkomenstoestand van de betrokken werknemer in | ook als de familiale of inkomenstoestand van de betrokken werknemer in |
| de loop van de arbeidsovereenkomst verandert of als hij zich in een | de loop van de arbeidsovereenkomst verandert of als hij zich in een |
| andere gemeente vestigt. | andere gemeente vestigt. |
| De Vlaamse Regering kan de hoogte van de toelage bepalen bij een | De Vlaamse Regering kan de hoogte van de toelage bepalen bij een |
| deeltijdse tewerkstelling, alsook de voorwaarden waaronder de toelage | deeltijdse tewerkstelling, alsook de voorwaarden waaronder de toelage |
| wordt toegekend, en kan het bedrag van de toelage verhogen en de | wordt toegekend, en kan het bedrag van de toelage verhogen en de |
| voorwaarden ervan bepalen voor specifieke initiatieven die gericht | voorwaarden ervan bepalen voor specifieke initiatieven die gericht |
| zijn op sociale inschakeling.". | zijn op sociale inschakeling.". |
Art. 11.In de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
Art. 11.In de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
| centra voor maatschappelijk welzijn, het laatste gewijzigd bij het | centra voor maatschappelijk welzijn, het laatste gewijzigd bij het |
| decreet van 24 april 2015 houdende de implementatie van de zesde | decreet van 24 april 2015 houdende de implementatie van de zesde |
| staatshervorming en houdende diverse bepalingen inzake het | staatshervorming en houdende diverse bepalingen inzake het |
| beleidsdomein Werk en Sociale Economie, wordt een artikel 61bis | beleidsdomein Werk en Sociale Economie, wordt een artikel 61bis |
| ingevoegd, dat luidt als volgt: | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 61bis.Een tewerkstelling door het openbaar centrum voor |
" Art. 61bis.Een tewerkstelling door het openbaar centrum voor |
| maatschappelijk welzijn met toepassing van artikel 60, § 7, van deze | maatschappelijk welzijn met toepassing van artikel 60, § 7, van deze |
| wet zal alleen het recht openen op de toelage die verbonden is aan de | wet zal alleen het recht openen op de toelage die verbonden is aan de |
| inschakeling van de persoon, vermeld in artikel 36 van de wet van 26 | inschakeling van de persoon, vermeld in artikel 36 van de wet van 26 |
| mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, als er | mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, als er |
| een werkervaringsovereenkomst is gesloten als vermeld in artikel 6 van | een werkervaringsovereenkomst is gesloten als vermeld in artikel 6 van |
| het Tijdelijkewerkervaringsdecreet van 9 december 2016.". | het Tijdelijkewerkervaringsdecreet van 9 december 2016.". |
Art. 12.Artikel 33 van de wet van 22 december 1995 houdende |
Art. 12.Artikel 33 van de wet van 22 december 1995 houdende |
| maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, | maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, |
| het laatst gewijzigd bij de wet van 24 april 2014, wordt opgeheven. | het laatst gewijzigd bij de wet van 24 april 2014, wordt opgeheven. |
Art. 13.In artikel 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het |
Art. 13.In artikel 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het |
| recht op maatschappelijke integratie worden de volgende wijzigingen | recht op maatschappelijke integratie worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht: | aangebracht: |
| 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: | 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: |
| " § 1. Een toelage is verschuldigd aan het centrum als het optreedt in | " § 1. Een toelage is verschuldigd aan het centrum als het optreedt in |
| de hoedanigheid van werkgever met toepassing van artikel 60, § 7, van | de hoedanigheid van werkgever met toepassing van artikel 60, § 7, van |
| de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn. Bij een voltijdse tewerkstelling is het | maatschappelijk welzijn. Bij een voltijdse tewerkstelling is het |
| bedrag van de toelage gelijk aan het bedrag van het leefloon, vermeld | bedrag van de toelage gelijk aan het bedrag van het leefloon, vermeld |
| in artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van deze wet. | in artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van deze wet. |
| De toelage bedraagt maximaal het brutoloon van de tewerkgestelde | De toelage bedraagt maximaal het brutoloon van de tewerkgestelde |
| persoon, zonder dat de toelage het gewaarborgde gemiddelde | persoon, zonder dat de toelage het gewaarborgde gemiddelde |
| minimummaandinkomen kan overschrijden. | minimummaandinkomen kan overschrijden. |
| De toelage blijft verschuldigd aan het centrum tot aan het einde van | De toelage blijft verschuldigd aan het centrum tot aan het einde van |
| de arbeidsovereenkomst, zelfs als de familiale of inkomenstoestand van | de arbeidsovereenkomst, zelfs als de familiale of inkomenstoestand van |
| de betrokken werknemer in de loop van de arbeidsovereenkomst verandert | de betrokken werknemer in de loop van de arbeidsovereenkomst verandert |
| of als hij zich in een andere gemeente vestigt."; | of als hij zich in een andere gemeente vestigt."; |
| 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: | 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: |
| "De Vlaamse Regering kan de hoogte van de toelage bepalen bij een | "De Vlaamse Regering kan de hoogte van de toelage bepalen bij een |
| deeltijdse tewerkstelling, alsook de voorwaarden waaronder de toelage | deeltijdse tewerkstelling, alsook de voorwaarden waaronder de toelage |
| wordt toegekend.". | wordt toegekend.". |
Art. 14.Artikel 37 van dezelfde wet wordt opgeheven. |
Art. 14.Artikel 37 van dezelfde wet wordt opgeheven. |
Art. 15.Artikel 353bis/14 van de programmawet (I) van 24 december |
Art. 15.Artikel 353bis/14 van de programmawet (I) van 24 december |
| 2002, ingevoegd bij de wet van 24 april 2014 houdende aanpassingen van | 2002, ingevoegd bij de wet van 24 april 2014 houdende aanpassingen van |
| de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid | de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid |
| ten gevolge van de 6e staatshervorming, ingevoegd bij de wet van 24 | ten gevolge van de 6e staatshervorming, ingevoegd bij de wet van 24 |
| april 2014, wordt opgeheven. | april 2014, wordt opgeheven. |
Art. 16.Aan artikel 2, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004 tot |
Art. 16.Aan artikel 2, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004 tot |
| oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern | oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern |
| verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en | verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en |
| Beroepsopleiding", gewijzigd bij de decreten van 21 november 2008, 12 | Beroepsopleiding", gewijzigd bij de decreten van 21 november 2008, 12 |
| juli 2013 en 24 april 2015, wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt | juli 2013 en 24 april 2015, wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt |
| als volgt: | als volgt: |
| "13° leefloongerechtigde: iedere persoon die recht heeft op een | "13° leefloongerechtigde: iedere persoon die recht heeft op een |
| leefloon als vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht | leefloon als vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht |
| op maatschappelijke integratie, of die recht heeft op financiële | op maatschappelijke integratie, of die recht heeft op financiële |
| maatschappelijke steun, equivalent aan het leefloon, vermeld in | maatschappelijke steun, equivalent aan het leefloon, vermeld in |
| artikel 60, § 3, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de | artikel 60, § 3, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de |
| openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de | openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de |
| personen voor wie tewerkstelling niet haalbaar is om gezondheids- of | personen voor wie tewerkstelling niet haalbaar is om gezondheids- of |
| billijkheidsredenen.". | billijkheidsredenen.". |
Art. 17.In artikel 5, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 17.In artikel 5, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: | april 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
| 1° in punt 3° wordt punt c) vervangen door wat volgt: | 1° in punt 3° wordt punt c) vervangen door wat volgt: |
| "c) het toekennen van tegemoetkomingen voor een opleiding met het oog | "c) het toekennen van tegemoetkomingen voor een opleiding met het oog |
| op de inschakeling op de arbeidsmarkt, inzonderheid de toekenning van | op de inschakeling op de arbeidsmarkt, inzonderheid de toekenning van |
| opleidingscheques, opleidingsuitkeringen en compensatie-uitkeringen. | opleidingscheques, opleidingsuitkeringen en compensatie-uitkeringen. |
| De Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB | De Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB |
| nadere regels bepalen voor de toekenning, opheffing, wijziging, | nadere regels bepalen voor de toekenning, opheffing, wijziging, |
| opschorting of vervanging van de opleidingsuitkeringen of | opschorting of vervanging van de opleidingsuitkeringen of |
| compensatie-uitkeringen;"; | compensatie-uitkeringen;"; |
| 2° aan punt 3° worden een punt d) en een punt e) toegevoegd, die | 2° aan punt 3° worden een punt d) en een punt e) toegevoegd, die |
| luiden als volgt: | luiden als volgt: |
| "d) het aanbieden of organiseren van stages om competenties te | "d) het aanbieden of organiseren van stages om competenties te |
| verwerven met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt. De | verwerven met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt. De |
| Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB | Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB |
| nadere regels uitwerken om de stages op te heffen, te wijzigen of te | nadere regels uitwerken om de stages op te heffen, te wijzigen of te |
| vervangen; | vervangen; |
| e) het toekennen van tegemoetkomingen voor stages, met inbegrip van | e) het toekennen van tegemoetkomingen voor stages, met inbegrip van |
| stage-uitkeringen, met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt. | stage-uitkeringen, met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt. |
| De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de | De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de |
| VDAB de voorwaarden en de modaliteiten waaronder de tegemoetkomingen | VDAB de voorwaarden en de modaliteiten waaronder de tegemoetkomingen |
| worden toegekend. De Vlaamse Regering kan na advies van de raad van | worden toegekend. De Vlaamse Regering kan na advies van de raad van |
| bestuur van de VDAB nadere regels uitwerken om de tegemoetkomingen op | bestuur van de VDAB nadere regels uitwerken om de tegemoetkomingen op |
| te heffen, te wijzigen of te vervangen;"; | te heffen, te wijzigen of te vervangen;"; |
| 3° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt: | 3° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| "10° de VDAB is bevoegd voor de controle op de openbare centra voor | "10° de VDAB is bevoegd voor de controle op de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn wat betreft de toekenning en aanwending van | maatschappelijk welzijn wat betreft de toekenning en aanwending van |
| toelagen voor tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, 60, § | toelagen voor tewerkstelling in het kader van artikel 57quater, 60, § |
| 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
| centra voor maatschappelijk welzijn. De VDAB is ook bevoegd om de ten | centra voor maatschappelijk welzijn. De VDAB is ook bevoegd om de ten |
| onrechte toegekende toelagen terug te vorderen van de openbare centra | onrechte toegekende toelagen terug te vorderen van de openbare centra |
| voor maatschappelijk welzijn.". | voor maatschappelijk welzijn.". |
Art. 18.Aan hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 18.Aan hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt een afdeling 5 toegevoegd, die luidt als volgt: | april 2015, wordt een afdeling 5 toegevoegd, die luidt als volgt: |
| "Afdeling 5. - Bepalingen over stages". | "Afdeling 5. - Bepalingen over stages". |
Art. 19.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 19.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt aan afdeling 5, toegevoegd bij artikel 18, een | april 2015, wordt aan afdeling 5, toegevoegd bij artikel 18, een |
| artikel 22/15 toegevoegd, dat luidt als volgt: | artikel 22/15 toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 22/15.Elke stagegever kan toetreden tot de krachtens dit |
" Art. 22/15.Elke stagegever kan toetreden tot de krachtens dit |
| decreet uitgewerkte stagevormen als hij aan de toegangsvoorwaarden van | decreet uitgewerkte stagevormen als hij aan de toegangsvoorwaarden van |
| de stagevorm voldoet.". | de stagevorm voldoet.". |
Art. 20.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 20.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/16 | april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/16 |
| toegevoegd, dat luidt als volgt: | toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 22/16.De VDAB kan stages inzetten voor werkzoekenden om |
" Art. 22/16.De VDAB kan stages inzetten voor werkzoekenden om |
| competenties aan te leren en toe te passen, waardoor de afstand tot de | competenties aan te leren en toe te passen, waardoor de afstand tot de |
| arbeidsmarkt wordt verkleind. | arbeidsmarkt wordt verkleind. |
| De bepalingen van deze afdeling zijn alleen van toepassing op de | De bepalingen van deze afdeling zijn alleen van toepassing op de |
| stagevormen die georganiseerd worden of erkend zijn door de VDAB. Deze | stagevormen die georganiseerd worden of erkend zijn door de VDAB. Deze |
| bepalingen zijn onder meer niet van toepassing op de door de Vlaamse | bepalingen zijn onder meer niet van toepassing op de door de Vlaamse |
| Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde stages, studies, | Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde stages, studies, |
| leertijd of opleidingen in het kader van onderwijs, centra voor | leertijd of opleidingen in het kader van onderwijs, centra voor |
| deeltijdse vorming en centra voor vorming van zelfstandigen en kleine | deeltijdse vorming en centra voor vorming van zelfstandigen en kleine |
| en middelgrote ondernemingen en op het Vlaams Agentschap voor | en middelgrote ondernemingen en op het Vlaams Agentschap voor |
| Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen. | Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen. |
| De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de | De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de |
| VDAB de vormen, de voorwaarden en de nadere regels voor stages die ze | VDAB de vormen, de voorwaarden en de nadere regels voor stages die ze |
| organiseert. De Vlaamse Regering kan ook na advies van de raad van | organiseert. De Vlaamse Regering kan ook na advies van de raad van |
| bestuur van de VDAB de regels voor aanvragen van stages en voor | bestuur van de VDAB de regels voor aanvragen van stages en voor |
| overeenkomsten in het kader daarvan bepalen, alsook de nadere regels | overeenkomsten in het kader daarvan bepalen, alsook de nadere regels |
| voor de schorsing, stopzetting of verlenging van stages.". | voor de schorsing, stopzetting of verlenging van stages.". |
Art. 21.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 21.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/17 | april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/17 |
| toegevoegd, dat luidt als volgt: | toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 22/17.De kosten die verbonden zijn aan de stage, vermeld in |
" Art. 22/17.De kosten die verbonden zijn aan de stage, vermeld in |
| deze afdeling, voor stagegever en stagiair kunnen geheel of | deze afdeling, voor stagegever en stagiair kunnen geheel of |
| gedeeltelijk gefinancierd worden door de VDAB. De Vlaamse Regering | gedeeltelijk gefinancierd worden door de VDAB. De Vlaamse Regering |
| bepaalt na advies van de raad van bestuur van de VDAB de voorwaarden | bepaalt na advies van de raad van bestuur van de VDAB de voorwaarden |
| en modaliteiten waaronder ze een financiering verleent voor de | en modaliteiten waaronder ze een financiering verleent voor de |
| stages.". | stages.". |
Art. 22.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 22.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/18 | april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/18 |
| toegevoegd, dat luidt als volgt: | toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 22/18.De stagiair kan tijdens de duur van een stage recht |
" Art. 22/18.De stagiair kan tijdens de duur van een stage recht |
| hebben op een tegemoetkoming, met inbegrip van de stage-uitkering, | hebben op een tegemoetkoming, met inbegrip van de stage-uitkering, |
| hetzij ten laste van de stagegever, hetzij ten laste van de VDAB. De | hetzij ten laste van de stagegever, hetzij ten laste van de VDAB. De |
| Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB | Vlaamse Regering kan na advies van de raad van bestuur van de VDAB |
| nadere regels bepalen voor de voorwaarden, de toekenning, het bedrag | nadere regels bepalen voor de voorwaarden, de toekenning, het bedrag |
| van de tegemoetkoming en de uitbetaling van de tegemoetkoming.". | van de tegemoetkoming en de uitbetaling van de tegemoetkoming.". |
Art. 23.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
Art. 23.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de |
| decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 | decreten van 19 december 2008, 23 november 2012, 12 juli 2013 en 24 |
| april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/19 | april 2015, wordt aan dezelfde afdeling 5 een artikel 22/19 |
| toegevoegd, dat luidt als volgt: | toegevoegd, dat luidt als volgt: |
| " Art. 22/19.Bij niet-naleving van de bepalingen van deze afdeling en |
" Art. 22/19.Bij niet-naleving van de bepalingen van deze afdeling en |
| de uitvoeringsbesluiten ervan, met inbegrip van de voortijdige | de uitvoeringsbesluiten ervan, met inbegrip van de voortijdige |
| stopzetting van een stage die uitsluitend aan de stagegever te wijten | stopzetting van een stage die uitsluitend aan de stagegever te wijten |
| is, kan aan de laatstgenoemde het recht worden ontzegd om als | is, kan aan de laatstgenoemde het recht worden ontzegd om als |
| stagegever op te treden voor een duur van ten hoogste drie jaar. | stagegever op te treden voor een duur van ten hoogste drie jaar. |
| De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de | De Vlaamse Regering bepaalt na advies van de raad van bestuur van de |
| VDAB de nadere regels ter uitvoering van het eerste lid.". | VDAB de nadere regels ter uitvoering van het eerste lid.". |
Art. 24.In het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
Art. 24.In het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
| werkloosheidsreglementering worden de volgende artikelen opgeheven: | werkloosheidsreglementering worden de volgende artikelen opgeheven: |
| 1° artikel 36ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart | 1° artikel 36ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart |
| 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2011; | 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2011; |
| 2° artikel 36quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart | 2° artikel 36quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart |
| 2006 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 november 2012; | 2006 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 november 2012; |
| 3° artikel 36quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 | 3° artikel 36quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 |
| maart 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november | maart 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november |
| 2012. | 2012. |
Art. 25.In artikel 79, § 9, van hetzelfde koninklijk besluit, het |
Art. 25.In artikel 79, § 9, van hetzelfde koninklijk besluit, het |
| laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2007, wordt | laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2007, wordt |
| het derde lid vervangen door wat volgt: | het derde lid vervangen door wat volgt: |
| "Het agentschap moet uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt | "Het agentschap moet uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt |
| op het jaar waarop de inkomsten betrekking hebben, voldaan hebben aan | op het jaar waarop de inkomsten betrekking hebben, voldaan hebben aan |
| de verplichting om ten minste 25% van het bedrag, vermeld in het | de verplichting om ten minste 25% van het bedrag, vermeld in het |
| eerste lid, 2°, aangewend te hebben voor opleidingen of | eerste lid, 2°, aangewend te hebben voor opleidingen of |
| inschakelingsacties. Het niet-gebruikte saldo van die voormelde 25% is | inschakelingsacties. Het niet-gebruikte saldo van die voormelde 25% is |
| bestemd voor opleidingsinspanningen en moet binnen dezelfde termijn | bestemd voor opleidingsinspanningen en moet binnen dezelfde termijn |
| aan de VDAB worden gestort. Die storting wordt gelijkgesteld met een | aan de VDAB worden gestort. Die storting wordt gelijkgesteld met een |
| uitgave voor opleiding.". | uitgave voor opleiding.". |
Art. 26.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot |
Art. 26.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot |
| uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6, van de besluitwet van 28 | uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6, van de besluitwet van 28 |
| december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, |
| het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2006 | het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2006 |
| tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot | tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot |
| uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6, van de besluitwet van 28 | uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6, van de besluitwet van 28 |
| december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, |
| worden het zesde, zevende en achtste lid geschrapt. | worden het zesde, zevende en achtste lid geschrapt. |
Art. 27.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot |
Art. 27.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot |
| vaststelling van de toekenningsvoorwaarden, het bedrag en de duur van | vaststelling van de toekenningsvoorwaarden, het bedrag en de duur van |
| de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk | de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk |
| welzijn, voor een deeltijdse tewerkstelling met toepassing van artikel | welzijn, voor een deeltijdse tewerkstelling met toepassing van artikel |
| 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
| centra voor maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op | centra voor maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op |
| maatschappelijke integratie wordt opgeheven. | maatschappelijke integratie wordt opgeheven. |
Art. 28.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot |
Art. 28.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot |
| toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor | toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op | maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op |
| sociale inschakeling, binnen de sociale economie, wordt vervangen door | sociale inschakeling, binnen de sociale economie, wordt vervangen door |
| wat volgt: | wat volgt: |
| " Art. 2.Als een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
" Art. 2.Als een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
| rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van | rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van |
| de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn en het die werknemer bij overeenkomst ter | maatschappelijk welzijn en het die werknemer bij overeenkomst ter |
| beschikking stelt aan een sociale-economie-initiatief, wordt de | beschikking stelt aan een sociale-economie-initiatief, wordt de |
| toelage, vermeld in artikel 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende | toelage, vermeld in artikel 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
| het recht op maatschappelijke integratie, verhoogd tot het bedrag van | het recht op maatschappelijke integratie, verhoogd tot het bedrag van |
| het brutoloon van de werknemer, zonder dat de toelage het gewaarborgde | het brutoloon van de werknemer, zonder dat de toelage het gewaarborgde |
| gemiddelde minimummaandinkomen kan overschrijden. | gemiddelde minimummaandinkomen kan overschrijden. |
| De duur van de verhoogde toelage, vermeld in het eerste lid, is | De duur van de verhoogde toelage, vermeld in het eerste lid, is |
| begrensd tot maximaal twaalf maanden.". | begrensd tot maximaal twaalf maanden.". |
Art. 29.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
Art. 29.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
| door wat volgt: | door wat volgt: |
| " Art. 3.Als de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt: |
" Art. 3.Als de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt: |
| 1° de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, teruggebracht tot een | 1° de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, teruggebracht tot een |
| bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks bepaalde | bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks bepaalde |
| arbeidsduur in de deeltijdse betrekking; | arbeidsduur in de deeltijdse betrekking; |
| 2° de duur van de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, begrensd | 2° de duur van de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, begrensd |
| tot maximaal zes maanden.". | tot maximaal zes maanden.". |
Art. 30.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 september 2002 tot |
Art. 30.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 september 2002 tot |
| vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt | vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt |
| aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een | aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een |
| tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke | tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke |
| wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op maatschappelijke | maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op maatschappelijke |
| integratie die ter beschikking wordt gesteld van een | integratie die ter beschikking wordt gesteld van een |
| privé-onderneming, wordt vervangen door wat volgt: | privé-onderneming, wordt vervangen door wat volgt: |
| " Art. 2.Wanneer een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
" Art. 2.Wanneer een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
| rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van | rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van |
| de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn en het deze werknemer bij overeenkomst ter | maatschappelijk welzijn en het deze werknemer bij overeenkomst ter |
| beschikking stelt van een privé-onderneming, geldt de volgende | beschikking stelt van een privé-onderneming, geldt de volgende |
| voorwaarde voor de toekenning en het behoud van de toelage, voorzien | voorwaarde voor de toekenning en het behoud van de toelage, voorzien |
| in de artikelen 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op | in de artikelen 36 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
| maatschappelijke integratie: | maatschappelijke integratie: |
| de rechthebbende wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst waarvan | de rechthebbende wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst waarvan |
| de duur: | de duur: |
| - hetzij gelijk is aan de duur die noodzakelijk is voor het verkrijgen | - hetzij gelijk is aan de duur die noodzakelijk is voor het verkrijgen |
| van volledige sociale uitkeringen; | van volledige sociale uitkeringen; |
| - hetzij minstens één maand en hoogstens zes maanden bedraagt en niet | - hetzij minstens één maand en hoogstens zes maanden bedraagt en niet |
| hernieuwbaar is, in het geval de arbeidsovereenkomst ertoe strekt de | hernieuwbaar is, in het geval de arbeidsovereenkomst ertoe strekt de |
| werkervaring van de rechthebbende te bevorderen.". | werkervaring van de rechthebbende te bevorderen.". |
Art. 31.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot |
Art. 31.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot |
| vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt | vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt |
| aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een | aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een |
| tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke | tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke |
| wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële | maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële |
| maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een | maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een |
| privé-onderneming, wordt vervangen door wat volgt: | privé-onderneming, wordt vervangen door wat volgt: |
| " Art. 2.Wanneer een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
" Art. 2.Wanneer een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
| rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp in dienst neemt met | rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp in dienst neemt met |
| toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 | toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
| betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het |
| deze werknemer bij overeenkomst ter beschikking stelt van een | deze werknemer bij overeenkomst ter beschikking stelt van een |
| privé-onderneming, geldt de volgende voorwaarde voor de toekenning en | privé-onderneming, geldt de volgende voorwaarde voor de toekenning en |
| het behoud van de toelage, voorzien in artikel 5, § 4bis, van de wet | het behoud van de toelage, voorzien in artikel 5, § 4bis, van de wet |
| van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend | van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend |
| door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn: | door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn: |
| de rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp wordt aangeworven | de rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp wordt aangeworven |
| met een arbeidsovereenkomst waarvan de duur: | met een arbeidsovereenkomst waarvan de duur: |
| - hetzij gelijk is aan de duur die noodzakelijk is voor het verkrijgen | - hetzij gelijk is aan de duur die noodzakelijk is voor het verkrijgen |
| van volledige sociale uitkeringen; | van volledige sociale uitkeringen; |
| - hetzij minstens één maand en hoogstens zes maanden bedraagt en niet | - hetzij minstens één maand en hoogstens zes maanden bedraagt en niet |
| hernieuwbaar is, in het geval de arbeidsovereenkomst ertoe strekt de | hernieuwbaar is, in het geval de arbeidsovereenkomst ertoe strekt de |
| werkervaring van de rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp | werkervaring van de rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp |
| te bevorderen.". | te bevorderen.". |
Art. 32.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot |
Art. 32.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot |
| toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor | toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op | maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op |
| sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden | sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden |
| op financiële maatschappelijke hulp wordt vervangen door wat volgt: | op financiële maatschappelijke hulp wordt vervangen door wat volgt: |
| " Art. 2.Als een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
" Art. 2.Als een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een |
| rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van | rechthebbende in dienst neemt met toepassing van artikel 60, § 7, van |
| de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
| maatschappelijk welzijn en het die werknemer bij overeenkomst ter | maatschappelijk welzijn en het die werknemer bij overeenkomst ter |
| beschikking stelt aan een sociale-economie-initiatief, wordt de | beschikking stelt aan een sociale-economie-initiatief, wordt de |
| toelage, vermeld in artikel 5, § 4bis, vierde lid, van de wet van 2 | toelage, vermeld in artikel 5, § 4bis, vierde lid, van de wet van 2 |
| april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door | april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door |
| de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verhoogd tot het | de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verhoogd tot het |
| bedrag van het brutoloon van de werknemer, zonder dat de toelage het | bedrag van het brutoloon van de werknemer, zonder dat de toelage het |
| gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen kan overschrijden. | gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen kan overschrijden. |
| De duur van de verhoogde toelage, vermeld in het eerste lid, is | De duur van de verhoogde toelage, vermeld in het eerste lid, is |
| begrensd tot maximaal twaalf maanden.". | begrensd tot maximaal twaalf maanden.". |
Art. 33.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
Art. 33.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
| door wat volgt: | door wat volgt: |
| " Art. 3.Als de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt: |
" Art. 3.Als de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt: |
| 1° de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, teruggebracht tot een | 1° de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, teruggebracht tot een |
| bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks bepaalde | bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks bepaalde |
| arbeidsduur in de deeltijdse betrekking; | arbeidsduur in de deeltijdse betrekking; |
| 2° de duur van de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, begrensd | 2° de duur van de verhoogde toelage, vermeld in artikel 2, begrensd |
| tot maximaal zes maanden.". | tot maximaal zes maanden.". |
Art. 34.Artikel 28/15 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot |
Art. 34.Artikel 28/15 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot |
| uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 | uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 |
| december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van | december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van |
| de regelingen inzake verminderingen van de sociale | de regelingen inzake verminderingen van de sociale |
| zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april | zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april |
| 2014, wordt opgeheven. | 2014, wordt opgeheven. |
| HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen |
Art. 35.Het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van |
Art. 35.Het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van |
| artikel 33 van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot | artikel 33 van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot |
| uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid wordt opgeheven. | uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid wordt opgeheven. |
Art. 36.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit |
Art. 36.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit |
| decreet de datum van inwerkingtreding, met uitzondering van: | decreet de datum van inwerkingtreding, met uitzondering van: |
| 1° artikel 25, dat in werking treedt op de dag na de bekendmaking van | 1° artikel 25, dat in werking treedt op de dag na de bekendmaking van |
| dit decreet in het Belgisch Staatsblad; | dit decreet in het Belgisch Staatsblad; |
| 2° artikel 26, dat in werking treedt op 1 januari 2017. | 2° artikel 26, dat in werking treedt op 1 januari 2017. |
| Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
| zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
| Brussel, 9 december 2016. | Brussel, 9 december 2016. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. Bourgeois | G. Bourgeois |
| De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
| Ph. Muyters | Ph. Muyters |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Zitting 2016-2017 | (1) Zitting 2016-2017 |
| Documenten - Ontwerp van decreet : 922 - Nr. 1. | Documenten - Ontwerp van decreet : 922 - Nr. 1. |
| Verslag : 922 - Nr. 2. | Verslag : 922 - Nr. 2. |
| Reflectienota : 922 - Nr. 3. | Reflectienota : 922 - Nr. 3. |
| Amendement (na indiening van het verslag) : 922 - Nr. 4. | Amendement (na indiening van het verslag) : 922 - Nr. 4. |
| In eerste lezing door de plenaire vergadering aangenomen artikelen : | In eerste lezing door de plenaire vergadering aangenomen artikelen : |
| 922 - Nr. 5. | 922 - Nr. 5. |
| Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 922 - Nr. 6. | Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 922 - Nr. 6. |
| Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 30 november | Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 30 november |
| 2016. | 2016. |