6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen | 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de | 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de |
geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen (1) | geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen (1) |
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen | De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen |
hetgeen volgt : | hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de directe belastingen die |
Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de directe belastingen die |
gevestigd worden bij decreten van het Waalse Gewest, behalve voor | gevestigd worden bij decreten van het Waalse Gewest, behalve voor |
zover bedoelde decreten daarvan afwijken. | zover bedoelde decreten daarvan afwijken. |
Art. 2.De Regering wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het in |
Art. 2.De Regering wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het in |
ontvangst nemen en het nazien van de aangiften, het vestigen en het | ontvangst nemen en het nazien van de aangiften, het vestigen en het |
inkohieren van de directe gewestelijke belastingen. | inkohieren van de directe gewestelijke belastingen. |
Art. 3.De gewestelijke belastingen worden in jaarlijkse of in |
Art. 3.De gewestelijke belastingen worden in jaarlijkse of in |
bijzondere kohieren ingeschreven. | bijzondere kohieren ingeschreven. |
Art. 4.De Regering bepaalt : |
Art. 4.De Regering bepaalt : |
1. de wijze waarop de aangiften en de kohieren worden opgesteld, de | 1. de wijze waarop de aangiften en de kohieren worden opgesteld, de |
wijze waarop van de kohieren kennis wordt gegeven, de betalingen | wijze waarop van de kohieren kennis wordt gegeven, de betalingen |
worden doorgevoerd en de kwitanties afgeleverd; | worden doorgevoerd en de kwitanties afgeleverd; |
2. het tarief van de vervolgingskosten. | 2. het tarief van de vervolgingskosten. |
Art. 5.Mededelingen in verband met de aangifte en de controle worden, |
Art. 5.Mededelingen in verband met de aangifte en de controle worden, |
evenals de aanslagbiljetten, in een verzegelde enveloppe aan de | evenals de aanslagbiljetten, in een verzegelde enveloppe aan de |
belastingplichtige overgemaakt. | belastingplichtige overgemaakt. |
HOOFDSTUK II. - Aangifte van belasting | HOOFDSTUK II. - Aangifte van belasting |
Art. 6.De belastingplichtigen die een aangifte van belasting moeten |
Art. 6.De belastingplichtigen die een aangifte van belasting moeten |
indienen, dienen gebruik te maken van het formulier dat door de | indienen, dienen gebruik te maken van het formulier dat door de |
Regering is vastgesteld. | Regering is vastgesteld. |
Bedoelde formulieren worden afgeleverd door de dienst die door de | Bedoelde formulieren worden afgeleverd door de dienst die door de |
Regering is aangewezen. | Regering is aangewezen. |
Art. 7.Om het formulier in te vullen, dienen de daarop vermelde |
Art. 7.Om het formulier in te vullen, dienen de daarop vermelde |
aanwijzingen te worden gevolgd. Belastingformulieren moeten voor echt | aanwijzingen te worden gevolgd. Belastingformulieren moeten voor echt |
verklaard, van een datum voorzien en ondertekend worden. | verklaard, van een datum voorzien en ondertekend worden. |
Stukken en inlichtingen die krachtens het formulier verplicht moeten | Stukken en inlichtingen die krachtens het formulier verplicht moeten |
worden voorgelegd, maken onlosmakelijk deel uit van de aangifte en | worden voorgelegd, maken onlosmakelijk deel uit van de aangifte en |
moeten bij de aangifte worden gevoegd. | moeten bij de aangifte worden gevoegd. |
Afschriften van stukken moeten voor eensluidend worden verklaard; de | Afschriften van stukken moeten voor eensluidend worden verklaard; de |
andere bijlagen moeten voor echt verklaard, van een datum voorzien en | andere bijlagen moeten voor echt verklaard, van een datum voorzien en |
ondertekend worden, behalve indien ze van derden uitgaan. | ondertekend worden, behalve indien ze van derden uitgaan. |
De aangifte van belasting moet binnen de op het belastingformulier | De aangifte van belasting moet binnen de op het belastingformulier |
vermelde termijn aan de betrokken dienst worden opgestuurd of | vermelde termijn aan de betrokken dienst worden opgestuurd of |
overhandigd. | overhandigd. |
Art. 8.Is de belastingplichtige overleden of is hij |
Art. 8.Is de belastingplichtige overleden of is hij |
handelingsonbekwaam, hebben, in het eerste geval, de erfgenamen of de | handelingsonbekwaam, hebben, in het eerste geval, de erfgenamen of de |
algemene legatarissen dan wel begiftigden en, in het tweede geval, de | algemene legatarissen dan wel begiftigden en, in het tweede geval, de |
wettelijke vertegenwoordiger de plicht om aangifte van belasting te | wettelijke vertegenwoordiger de plicht om aangifte van belasting te |
doen. | doen. |
Voor ontbonden vennootschappen komt die plicht aan de vereffenaars | Voor ontbonden vennootschappen komt die plicht aan de vereffenaars |
toe. | toe. |
Art. 9.Gemachtigden mogen eveneens het ondertekenen van aangiften op |
Art. 9.Gemachtigden mogen eveneens het ondertekenen van aangiften op |
zich nemen, maar moeten in dat geval het bewijs van de machtiging | zich nemen, maar moeten in dat geval het bewijs van de machtiging |
leveren dat hen in staat stelt te handelen. | leveren dat hen in staat stelt te handelen. |
Belastingplichtigen die niet kunnen lezen of ondertekenen, mogen hun | Belastingplichtigen die niet kunnen lezen of ondertekenen, mogen hun |
aangiften laten invullen door de ambtenaren van de dienst waar de | aangiften laten invullen door de ambtenaren van de dienst waar de |
aangifte moet worden ingediend, op voorwaarde dat de vereiste | aangifte moet worden ingediend, op voorwaarde dat de vereiste |
aanwijzingen worden gegeven. Die omstandigheid wordt dan op de | aanwijzingen worden gegeven. Die omstandigheid wordt dan op de |
aangifte vermeld, welke ondertekend wordt door de ambtenaar bij wie de | aangifte vermeld, welke ondertekend wordt door de ambtenaar bij wie de |
aangifte is geschied. | aangifte is geschied. |
Art. 10.Binnen de termijn van één maand nadat de aanvraag daartoe is |
Art. 10.Binnen de termijn van één maand nadat de aanvraag daartoe is |
opgestuurd, dienen de belastingplichtigen zonder zich te verplaatsen | opgestuurd, dienen de belastingplichtigen zonder zich te verplaatsen |
alle inlichtingen, boeken en stukken over te maken die door het | alle inlichtingen, boeken en stukken over te maken die door het |
bestuur nodig worden geacht om de rechtmatige inning der belasting te | bestuur nodig worden geacht om de rechtmatige inning der belasting te |
waarborgen. | waarborgen. |
Die inlichtingen kunnen betrekking hebben op de verrichtingen waaraan | Die inlichtingen kunnen betrekking hebben op de verrichtingen waaraan |
de belastingplichtige deelachtig was en mogen worden aangewend om de | de belastingplichtige deelachtig was en mogen worden aangewend om de |
belasting te heffen op derden die eveneens aan die verrichtingen deel | belasting te heffen op derden die eveneens aan die verrichtingen deel |
hadden. | hadden. |
Art. 11.Het bestuur mag voor een welbepaalde belastingplichtige zich |
Art. 11.Het bestuur mag voor een welbepaalde belastingplichtige zich |
schriftelijke attesten laten uitreiken, derden verhoren en van | schriftelijke attesten laten uitreiken, derden verhoren en van |
natuurlijke en rechtspersonen, en van verenigingen zonder | natuurlijke en rechtspersonen, en van verenigingen zonder |
rechtspersoonlijkheid, diensten, openbare instellingen en inrichtingen | rechtspersoonlijkheid, diensten, openbare instellingen en inrichtingen |
uitgesloten, eisen dat alle inlichtingen die het bestuur nodig acht om | uitgesloten, eisen dat alle inlichtingen die het bestuur nodig acht om |
de rechtmatige inning der belasting te waarborgen, binnen de door het | de rechtmatige inning der belasting te waarborgen, binnen de door het |
bestuur opgelegde termijn worden verstrekt, waarbij bedoelde termijn | bestuur opgelegde termijn worden verstrekt, waarbij bedoelde termijn |
om wettige redenen kan worden verlengd. | om wettige redenen kan worden verlengd. |
Art. 12.Om te bepalen of een persoon aan de belasting dient te worden |
Art. 12.Om te bepalen of een persoon aan de belasting dient te worden |
onderworpen en om belastinggrondslag en bedrag vast te stellen mag de | onderworpen en om belastinggrondslag en bedrag vast te stellen mag de |
door de Regering aangewezen dienst alle bewijsmiddelen aanwenden die | door de Regering aangewezen dienst alle bewijsmiddelen aanwenden die |
door het gemene recht worden toegelaten, behalve de eed. | door het gemene recht worden toegelaten, behalve de eed. |
HOOFDSTUK III. - Aanslagprocedure | HOOFDSTUK III. - Aanslagprocedure |
Afdeling 1. - Wijziging van de aangifte | Afdeling 1. - Wijziging van de aangifte |
Art. 13.Indien het bestuur meent dat de bestanddelen die de |
Art. 13.Indien het bestuur meent dat de bestanddelen die de |
belastingplichtige in zijn aangifte opgenomen heeft, dienen te worden | belastingplichtige in zijn aangifte opgenomen heeft, dienen te worden |
gewijzigd, worden laatstgenoemde bij ter post aangetekend schrijven de | gewijzigd, worden laatstgenoemde bij ter post aangetekend schrijven de |
bestanddelen medegedeeld die het bestuur voornemens is in de plaats te | bestanddelen medegedeeld die het bestuur voornemens is in de plaats te |
stellen van de in de aangifte opgenomen bestanddelen, waarbij de | stellen van de in de aangifte opgenomen bestanddelen, waarbij de |
redenen worden opgegeven die de wijziging van aangifte kennelijk | redenen worden opgegeven die de wijziging van aangifte kennelijk |
staven. | staven. |
Art. 14.De belastingplichtige mag het bestuur binnen één maand te |
Art. 14.De belastingplichtige mag het bestuur binnen één maand te |
rekenen vanaf de datum waarop de wijziging van aangifte is opgestuurd, | rekenen vanaf de datum waarop de wijziging van aangifte is opgestuurd, |
waarbij bedoelde termijn om wettige redenen kan worden verlengd, | waarbij bedoelde termijn om wettige redenen kan worden verlengd, |
kennis geven van de bemerkingen waarop hij van zins is zich te | kennis geven van de bemerkingen waarop hij van zins is zich te |
beroepen. | beroepen. |
Vóór het verstrijken van bedoelde termijn mag de belasting niet worden | Vóór het verstrijken van bedoelde termijn mag de belasting niet worden |
gevestigd, tenzij de rechten van de gewestelijke Schatkist wegens een | gevestigd, tenzij de rechten van de gewestelijke Schatkist wegens een |
andere reden dan het verstrijken van de aanslagtermijn in gevaar zijn. | andere reden dan het verstrijken van de aanslagtermijn in gevaar zijn. |
Afdeling 2. - Aanslag van ambtswege | Afdeling 2. - Aanslag van ambtswege |
Art. 15.Het bestuur mag de aanslag van ambtswege doorvoeren op grond |
Art. 15.Het bestuur mag de aanslag van ambtswege doorvoeren op grond |
van de belastinggrondslag die vermoed wordt naar aanleiding van de | van de belastinggrondslag die vermoed wordt naar aanleiding van de |
bestanddelen waarover wordt beschikt in gevallen waarin de | bestanddelen waarover wordt beschikt in gevallen waarin de |
belastingplichtige: | belastingplichtige: |
- verzuimd heeft om binnen de vereiste termijn indiening te doen van | - verzuimd heeft om binnen de vereiste termijn indiening te doen van |
de aangifte waartoe hij bij het decreet tot vestiging van de belasting | de aangifte waartoe hij bij het decreet tot vestiging van de belasting |
verplicht is; | verplicht is; |
- verzuimd heeft om de door het bestuur opgevraagde inlichtingen | - verzuimd heeft om de door het bestuur opgevraagde inlichtingen |
binnen de vastgestelde termijn te verstrekken of de van hem geëiste | binnen de vastgestelde termijn te verstrekken of de van hem geëiste |
boeken en stukken over te maken. | boeken en stukken over te maken. |
Art. 16.Vóór de aanslag van ambtswege gevestigd wordt, geeft het |
Art. 16.Vóór de aanslag van ambtswege gevestigd wordt, geeft het |
bestuur de belastingplichtige bij ter post aangetekend schrijven | bestuur de belastingplichtige bij ter post aangetekend schrijven |
kennis van de redenen waarom tot deze maatregel is beslist, van de | kennis van de redenen waarom tot deze maatregel is beslist, van de |
bestanddelen waarop de aanslag steunt, van de wijze waarop bedoelde | bestanddelen waarop de aanslag steunt, van de wijze waarop bedoelde |
bestanddelen zijn bepaald en van het belastingbedrag. | bestanddelen zijn bepaald en van het belastingbedrag. |
De belastingplichtige beschikt over een termijn van één maand te | De belastingplichtige beschikt over een termijn van één maand te |
rekenen vanaf de datum waarop bedoelde kennisgeving is opgestuurd om | rekenen vanaf de datum waarop bedoelde kennisgeving is opgestuurd om |
zijn bemerkingen schriftelijk mede te delen. | zijn bemerkingen schriftelijk mede te delen. |
Art. 17.Bij aanslag van ambtswege is het de belastingplichtige die |
Art. 17.Bij aanslag van ambtswege is het de belastingplichtige die |
het bewijs van het juiste bedrag van de belastinggrondslag moet | het bewijs van het juiste bedrag van de belastinggrondslag moet |
leveren, behalve indien de belastingplichtige aantoont dat hij om | leveren, behalve indien de belastingplichtige aantoont dat hij om |
wettige redenen verhinderd is zijn verplichtingen binnen de | wettige redenen verhinderd is zijn verplichtingen binnen de |
vastgestelde termijn na te komen of indien de aanslag van ambtswege op | vastgestelde termijn na te komen of indien de aanslag van ambtswege op |
basis van de grondslag die vermeld is in het bericht van aanslag van | basis van de grondslag die vermeld is in het bericht van aanslag van |
ambtswege gevestigd werd vóór het verstrijken van de termijn voorzien | ambtswege gevestigd werd vóór het verstrijken van de termijn voorzien |
in artikel 14, om reden dat de rechten van de Schatkist in gevaar | in artikel 14, om reden dat de rechten van de Schatkist in gevaar |
zijn. | zijn. |
HOOFDSTUK IV. - Aanslagtermijn en eisbaarheid van de belasting | HOOFDSTUK IV. - Aanslagtermijn en eisbaarheid van de belasting |
Art. 18.De kohieren worden opgesteld en uitvoerbaar verklaard door de |
Art. 18.De kohieren worden opgesteld en uitvoerbaar verklaard door de |
ambtenaar die door de Regering is aangewezen. | ambtenaar die door de Regering is aangewezen. |
Art. 19.Het belastbaar tijdperk valt samen met het kalenderjaar |
Art. 19.Het belastbaar tijdperk valt samen met het kalenderjaar |
waarop de voor belasting in aanmerking genomen toestand betrekking | waarop de voor belasting in aanmerking genomen toestand betrekking |
heeft, of met het deel van het kalenderjaar waarin de | heeft, of met het deel van het kalenderjaar waarin de |
belastingplichtige de voorwaarden heeft vervuld om aan de belasting te | belastingplichtige de voorwaarden heeft vervuld om aan de belasting te |
worden onderworpen. | worden onderworpen. |
Het aanslagjaar valt samen met het kalenderjaar dat volgt op het | Het aanslagjaar valt samen met het kalenderjaar dat volgt op het |
belastbaar tijdperk. | belastbaar tijdperk. |
In afwijking van het tweede lid valt het aanslagjaar voor de belasting | In afwijking van het tweede lid valt het aanslagjaar voor de belasting |
op het huisvuil bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk II van het decreet | op het huisvuil bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk II van het decreet |
van 25 juli 1991 met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in | van 25 juli 1991 met betrekking tot de belasting op de afvalstoffen in |
het Waalse Gewest samen met het belastbare tijdperk. | het Waalse Gewest samen met het belastbare tijdperk. |
De belasting die voor een aanslagjaar verschuldigd is, wordt gevestigd | De belasting die voor een aanslagjaar verschuldigd is, wordt gevestigd |
op basis van de belastbare grondslag die betrekking heeft op het | op basis van de belastbare grondslag die betrekking heeft op het |
belastbare tijdperk. | belastbare tijdperk. |
Art. 20.De belasting moet uiterlijk gevestigd zijn op 30 juni van het |
Art. 20.De belasting moet uiterlijk gevestigd zijn op 30 juni van het |
jaar dat volgt op het aanslagjaar. | jaar dat volgt op het aanslagjaar. |
Indien de aangifte die door dit decreet of door het decreet tot | Indien de aangifte die door dit decreet of door het decreet tot |
vestiging van de belasting niet is ingediend binnen de termijn | vestiging van de belasting niet is ingediend binnen de termijn |
voorgeschreven bij artikel 7 of indien de verschuldigde belasting meer | voorgeschreven bij artikel 7 of indien de verschuldigde belasting meer |
bedraagt dan de belasting die betrekking heeft op de bestanddelen | bedraagt dan de belasting die betrekking heeft op de bestanddelen |
vermeld in het aangifteformulier, kan de belasting of de aanvullende | vermeld in het aangifteformulier, kan de belasting of de aanvullende |
belasting alsnog gedurende drie jaar te rekenen vanaf 1 januari van | belasting alsnog gedurende drie jaar te rekenen vanaf 1 januari van |
het aanslagjaar worden gevestigd. | het aanslagjaar worden gevestigd. |
Indien het decreet tot vestiging van de belasting met bedrieglijk | Indien het decreet tot vestiging van de belasting met bedrieglijk |
opzet wordt overtreden, wordt bedoelde termijn met twee jaar verlengd. | opzet wordt overtreden, wordt bedoelde termijn met twee jaar verlengd. |
Art. 21.Zodra de kohieren uitvoerbaar zijn verklaard, wordt er van de |
Art. 21.Zodra de kohieren uitvoerbaar zijn verklaard, wordt er van de |
kohieruittreksels kennis gegeven aan de betrokken belastingplichtigen. | kohieruittreksels kennis gegeven aan de betrokken belastingplichtigen. |
Art. 22.Op het aanslagbiljet moeten vermeld staan : |
Art. 22.Op het aanslagbiljet moeten vermeld staan : |
1. de woorden « Région wallonne » (« Waals Gewest »); | 1. de woorden « Région wallonne » (« Waals Gewest »); |
2. de identiteit (naam en voornaam dan wel benaming) en het adres van | 2. de identiteit (naam en voornaam dan wel benaming) en het adres van |
de belastingplichtige; | de belastingplichtige; |
3. de verwijzing naar het decreet tot vestiging van de belasting en, | 3. de verwijzing naar het decreet tot vestiging van de belasting en, |
als bijlage, uittreksels uit bedoeld decreet; | als bijlage, uittreksels uit bedoeld decreet; |
4. het aanslagjaar; | 4. het aanslagjaar; |
5. het artikelnummer van het kohier van de betreffende belasting; | 5. het artikelnummer van het kohier van de betreffende belasting; |
6. de datum van het visum dat het kohier uitvoerbaar verklaart; | 6. de datum van het visum dat het kohier uitvoerbaar verklaart; |
7. de berekeningsgrondslag en het belastingbedrag; | 7. de berekeningsgrondslag en het belastingbedrag; |
8. de datum van eisbaarheid van de belasting; | 8. de datum van eisbaarheid van de belasting; |
9. de vermelding van naam en adres van de dienst die belast is met het | 9. de vermelding van naam en adres van de dienst die belast is met het |
vestigen van de belasting; | vestigen van de belasting; |
10. de vermelding van naam en adres van de dienst die belast is met de | 10. de vermelding van naam en adres van de dienst die belast is met de |
inning van de belasting en vermelding van de rekening waarop de | inning van de belasting en vermelding van de rekening waarop de |
belasting moet worden betaald; | belasting moet worden betaald; |
11. de vermelding van naam en adres van de ambtenaar bij wie het | 11. de vermelding van naam en adres van de ambtenaar bij wie het |
administratief verhaal kan worden ingediend en de termijn waarbinnen | administratief verhaal kan worden ingediend en de termijn waarbinnen |
het verhaal moet worden ingediend. | het verhaal moet worden ingediend. |
Art. 23.De belasting moet uiterlijk worden betaald binnen twee |
Art. 23.De belasting moet uiterlijk worden betaald binnen twee |
maanden volgend op de datum waarop het aanslagbiljet is toegestuurd. | maanden volgend op de datum waarop het aanslagbiljet is toegestuurd. |
Art. 24.Indien de rechten van de Schatkist in gevaar zijn, zijn de |
Art. 24.Indien de rechten van de Schatkist in gevaar zijn, zijn de |
belastingen onmiddellijk tegen het totale bedrag eisbaar. | belastingen onmiddellijk tegen het totale bedrag eisbaar. |
HOOFDSTUK V. - Rechtsmiddelen | HOOFDSTUK V. - Rechtsmiddelen |
Afdeling 1. - Administratief verhaal | Afdeling 1. - Administratief verhaal |
Art. 25.Tegen de belasting die jegens de belastingplichtigen is |
Art. 25.Tegen de belasting die jegens de belastingplichtigen is |
gevestigd, kunnen bezwaarschriften worden ingediend bij de door de | gevestigd, kunnen bezwaarschriften worden ingediend bij de door de |
Regering aangewezen ambtenaar. | Regering aangewezen ambtenaar. |
Het bezwaar moet met redenen omkleed en, op straffe van verval, | Het bezwaar moet met redenen omkleed en, op straffe van verval, |
uiterlijk voorgelegd worden binnen drie maanden na de datum waarop de | uiterlijk voorgelegd worden binnen drie maanden na de datum waarop de |
belastingplichtige het aanslagbiljet toegestuurd heeft gekregen. | belastingplichtige het aanslagbiljet toegestuurd heeft gekregen. |
Art. 26.Door een met redenen omklede beslissing beslist de door de |
Art. 26.Door een met redenen omklede beslissing beslist de door de |
Regering aangewezen ambtenaar als administratieve overheid over het | Regering aangewezen ambtenaar als administratieve overheid over het |
bezwaar. | bezwaar. |
In de beslissing moet vermeld worden dat een gerechtelijk beroep | In de beslissing moet vermeld worden dat een gerechtelijk beroep |
mogelijk is en moet worden aangegeven binnen welke termijn bedoeld | mogelijk is en moet worden aangegeven binnen welke termijn bedoeld |
beroep moet worden ingediend. | beroep moet worden ingediend. |
Art. 27.De door de Regering aangewezen ambtenaar staat de ontheffing |
Art. 27.De door de Regering aangewezen ambtenaar staat de ontheffing |
toe van overbelastingen die toe te schrijven zijn aan materiële | toe van overbelastingen die toe te schrijven zijn aan materiële |
vergissingen en dubbele heffingen en van overbelastingen die zouden | vergissingen en dubbele heffingen en van overbelastingen die zouden |
blijken uit bewijskrachtige nieuwe stukken of feiten welke de | blijken uit bewijskrachtige nieuwe stukken of feiten welke de |
belastingplichtige om wettige redenen pas laattijdig heeft kunnen | belastingplichtige om wettige redenen pas laattijdig heeft kunnen |
voorleggen of aanvoeren, op voorwaarde dat bedoelde overbelastingen | voorleggen of aanvoeren, op voorwaarde dat bedoelde overbelastingen |
door het bestuur vastgesteld of aan de belastingplichtige gemeld zijn | door het bestuur vastgesteld of aan de belastingplichtige gemeld zijn |
binnen drie jaar te rekenen van 1 januari van het jaar waarin de | binnen drie jaar te rekenen van 1 januari van het jaar waarin de |
belasting is gevestigd. | belasting is gevestigd. |
Afdeling 2. - Gerechtelijk beroep | Afdeling 2. - Gerechtelijk beroep |
Art. 28.Indien het bezwaar wordt afgewezen of indien de door de |
Art. 28.Indien het bezwaar wordt afgewezen of indien de door de |
Regering aangewezen ambtenaar binnen zes maanden te rekenen vanaf de | Regering aangewezen ambtenaar binnen zes maanden te rekenen vanaf de |
ontvangst van het bezwaarschrift door bedoeld ambtenaar geen | ontvangst van het bezwaarschrift door bedoeld ambtenaar geen |
beslissing heeft getroffen, kan de belastingplichtige een gerechtelijk | beslissing heeft getroffen, kan de belastingplichtige een gerechtelijk |
beroep indienen tegen de beslissing getroffen door bedoeld ambtenaar | beroep indienen tegen de beslissing getroffen door bedoeld ambtenaar |
of, bij gebreke van beslissing, voor de burgerlijke rechtbank een | of, bij gebreke van beslissing, voor de burgerlijke rechtbank een |
gerechtelijk beroep indienen tegen de heffing. | gerechtelijk beroep indienen tegen de heffing. |
Het gerechtelijk beroep moet met redenen zijn omkleed. | Het gerechtelijk beroep moet met redenen zijn omkleed. |
Het beroep moet ingediend worden bij deurwaardersexploot dat betekend | Het beroep moet ingediend worden bij deurwaardersexploot dat betekend |
moet worden aan het Gewest in de persoon van de Minister-President. | moet worden aan het Gewest in de persoon van de Minister-President. |
Het gerechtelijk beroep dat gericht is tegen een beslissing tot | Het gerechtelijk beroep dat gericht is tegen een beslissing tot |
afwijzing van het bezwaar moet worden ingediend binnen drie maanden | afwijzing van het bezwaar moet worden ingediend binnen drie maanden |
nadat het bestuur de belastingplichtige kennis gegeven heeft van de | nadat het bestuur de belastingplichtige kennis gegeven heeft van de |
beslissing. | beslissing. |
Indien gerechtelijk beroep ingediend wordt omdat over het bezwaar geen | Indien gerechtelijk beroep ingediend wordt omdat over het bezwaar geen |
beslissing is getroffen na verstrijken van de termijn van zes maanden | beslissing is getroffen na verstrijken van de termijn van zes maanden |
bedoeld in het eerste lid, wordt de behandeling van het bezwaar aan de | bedoeld in het eerste lid, wordt de behandeling van het bezwaar aan de |
door de Regering aangewezen ambtenaar onttrokken. | door de Regering aangewezen ambtenaar onttrokken. |
HOOFDSTUK VI. - Interest | HOOFDSTUK VI. - Interest |
Afdeling 1. - Nalatigheidsinterest ten laste van de belastingplichtige | Afdeling 1. - Nalatigheidsinterest ten laste van de belastingplichtige |
Art. 29.Bij niet-betaling binnen de termijn vastgesteld bij artikel |
Art. 29.Bij niet-betaling binnen de termijn vastgesteld bij artikel |
23 is van rechtswege een nalatigheidsinterest verschuldigd waarvan de | 23 is van rechtswege een nalatigheidsinterest verschuldigd waarvan de |
voet gelijk is aan de wettelijke rentevoet. | voet gelijk is aan de wettelijke rentevoet. |
Art. 30.Die interest wordt voor elke belasting per kalendermaand |
Art. 30.Die interest wordt voor elke belasting per kalendermaand |
berekend op de nog verschuldigde som en wordt naar het lagere | berekend op de nog verschuldigde som en wordt naar het lagere |
duizendtal afgerond ofwel vanaf de eerste dag van de maand die volgt | duizendtal afgerond ofwel vanaf de eerste dag van de maand die volgt |
op de maand waarin de vervaldag ligt, ofwel, voor zover er een som | op de maand waarin de vervaldag ligt, ofwel, voor zover er een som |
toegerekend werd op de verschuldigde hoofdsom, vanaf de eerste dag van | toegerekend werd op de verschuldigde hoofdsom, vanaf de eerste dag van |
de maand die volgt op de maand waarin de voorgaande betaling werd | de maand die volgt op de maand waarin de voorgaande betaling werd |
verricht en tot en met de laatste dag van de maand waarin de betaling | verricht en tot en met de laatste dag van de maand waarin de betaling |
wordt verricht. | wordt verricht. |
Er is geen interest verschuldigd indien diens bedrag lager is dan 1 | Er is geen interest verschuldigd indien diens bedrag lager is dan 1 |
000 frank. | 000 frank. |
Art. 31.De Regering of diens afgevaardigde kan tegen de voorwaarden |
Art. 31.De Regering of diens afgevaardigde kan tegen de voorwaarden |
die zij zelf bepaalt gedeeltelijke of gehele vrijstelling van | die zij zelf bepaalt gedeeltelijke of gehele vrijstelling van |
nalatigheidsinteresten verlenen. | nalatigheidsinteresten verlenen. |
Afdeling 2. - Moratoriumsinterest ten laste van het gewest | Afdeling 2. - Moratoriumsinterest ten laste van het gewest |
Art. 32.Bij teruggaaf van belastingen of nalatigheidsinteresten wordt |
Art. 32.Bij teruggaaf van belastingen of nalatigheidsinteresten wordt |
de belastingplichtige een moratoriumsinterest toegekend waarvan de | de belastingplichtige een moratoriumsinterest toegekend waarvan de |
voet gelijk is aan de wettelijke rentevoet. | voet gelijk is aan de wettelijke rentevoet. |
Art. 33.Die interest wordt per kalenderjaar berekend op het bedrag |
Art. 33.Die interest wordt per kalenderjaar berekend op het bedrag |
van elke naar het lager duizendtal afgeronde betaling; de maand waarin | van elke naar het lager duizendtal afgeronde betaling; de maand waarin |
de betaling verricht wordt, wordt buiten beschouwing gelaten, maar de | de betaling verricht wordt, wordt buiten beschouwing gelaten, maar de |
maand waarin de belastingplichtige het bericht toegestuurd krijgt dat | maand waarin de belastingplichtige het bericht toegestuurd krijgt dat |
de terug te geven som te zijner beschikking wordt gesteld, wordt als | de terug te geven som te zijner beschikking wordt gesteld, wordt als |
een hele maand beschouwd. | een hele maand beschouwd. |
Art. 34.Er wordt geen enkele moratoriumsinterest toegekend : |
Art. 34.Er wordt geen enkele moratoriumsinterest toegekend : |
1. indien de som van die interest minder bedraagt dan 1 000 frank per | 1. indien de som van die interest minder bedraagt dan 1 000 frank per |
maand; | maand; |
2. indien de terugbetaling voortvloeit uit kwijtschelding of | 2. indien de terugbetaling voortvloeit uit kwijtschelding of |
vermindering van boete. | vermindering van boete. |
HOOFDSTUK VII. - Invordering | HOOFDSTUK VII. - Invordering |
Afdeling 1. - Vervolging | Afdeling 1. - Vervolging |
Art. 35.Indien de belasting, de boete en de eisbare interest niet |
Art. 35.Indien de belasting, de boete en de eisbare interest niet |
betaald worden, kan de ontvanger der belastingen en retributies | betaald worden, kan de ontvanger der belastingen en retributies |
(hierna genoemd de ontvanger) een dwangschrift afleveren. | (hierna genoemd de ontvanger) een dwangschrift afleveren. |
In het dwangschrift worden de gegevens van het aanslagbiljet | In het dwangschrift worden de gegevens van het aanslagbiljet |
weergegeven. | weergegeven. |
Enkel de ontvanger is bevoegd om vervaldata en termijnen toe te | Enkel de ontvanger is bevoegd om vervaldata en termijnen toe te |
kennen. Indien de vervaldata en termijnen waarom is verzocht, worden | kennen. Indien de vervaldata en termijnen waarom is verzocht, worden |
geweigerd, dient de ontvanger zijn beslissing met redenen te omkleden. | geweigerd, dient de ontvanger zijn beslissing met redenen te omkleden. |
Art. 36.Het dwangschrift wordt aan de belastingplichtige betekend bij |
Art. 36.Het dwangschrift wordt aan de belastingplichtige betekend bij |
gerechtsdeurwaardersexploot, met bevel om binnen 24 uur te betalen op | gerechtsdeurwaardersexploot, met bevel om binnen 24 uur te betalen op |
straffe van uitvoering bij wijze van beslag. | straffe van uitvoering bij wijze van beslag. |
Voorop in het dwangbevel moet een kohieruittreksel betreffende de | Voorop in het dwangbevel moet een kohieruittreksel betreffende de |
belastingplichtige en een afschrift van de uitvoerbaarverklaring | belastingplichtige en een afschrift van de uitvoerbaarverklaring |
worden opgenomen. | worden opgenomen. |
Art. 37.Zodra de in het dwangbevel vermelde termijn verstreken is, |
Art. 37.Zodra de in het dwangbevel vermelde termijn verstreken is, |
laat de ontvanger uitvoerend beslag op roerend goed leggen volgens de | laat de ontvanger uitvoerend beslag op roerend goed leggen volgens de |
wijze vastgesteld door het Gerechtelijk Wetboek en behalve de daarin | wijze vastgesteld door het Gerechtelijk Wetboek en behalve de daarin |
voorziene afwijkingen. | voorziene afwijkingen. |
Art. 38.Vóór het beslag eist de instrumenterend deurwaarder van de |
Art. 38.Vóór het beslag eist de instrumenterend deurwaarder van de |
belastingplichtige dat laatstgenoemde hem de kwitantie van de gestorte | belastingplichtige dat laatstgenoemde hem de kwitantie van de gestorte |
aanbetalingen overmaakt en vermeldt deze opeising in het | aanbetalingen overmaakt en vermeldt deze opeising in het |
proces-verbaal van beslag. | proces-verbaal van beslag. |
Art. 39.Er wordt een uitvoerend beslag op roerend goed gelegd |
Art. 39.Er wordt een uitvoerend beslag op roerend goed gelegd |
niettegenstaande elk verzet tegen het dwangbevel, tenzij de | niettegenstaande elk verzet tegen het dwangbevel, tenzij de |
instrumenterend deurwaarder het nuttig acht om zich tot de ontvanger | instrumenterend deurwaarder het nuttig acht om zich tot de ontvanger |
te wenden, die, volgens het geval, beveelt uitstel te verlenen voor of | te wenden, die, volgens het geval, beveelt uitstel te verlenen voor of |
geen rekening te houden met verdere vervolging. | geen rekening te houden met verdere vervolging. |
Art. 40.Voordat de instrumenterend deurwaarder tot verkoop overgaat, |
Art. 40.Voordat de instrumenterend deurwaarder tot verkoop overgaat, |
doet hij daar aangifte van bij het registratiekantoor. | doet hij daar aangifte van bij het registratiekantoor. |
Die formaliteit wordt in het proces-verbaal van verkoop vermeld. | Die formaliteit wordt in het proces-verbaal van verkoop vermeld. |
Art. 41.Indien er geen kopers opdagen, wordt de verkoop uitgesteld en |
Art. 41.Indien er geen kopers opdagen, wordt de verkoop uitgesteld en |
worden de voorwerpen krachtens de toelating van de beslagrechter | worden de voorwerpen krachtens de toelating van de beslagrechter |
overgebracht naar de meest naburige markt of naar een voordeligere | overgebracht naar de meest naburige markt of naar een voordeligere |
plaats. | plaats. |
De instrumenterend deurwaarder stelt een proces-verbaal van | De instrumenterend deurwaarder stelt een proces-verbaal van |
niet-verkoop op en voorziet in een nieuwe verkoping. | niet-verkoop op en voorziet in een nieuwe verkoping. |
Art. 42.Enkel het verzet dat gericht is tegen de vorm van de akten |
Art. 42.Enkel het verzet dat gericht is tegen de vorm van de akten |
schort de uitvoering op, in die zin dat de verkoop van de voorwerpen | schort de uitvoering op, in die zin dat de verkoop van de voorwerpen |
pas doorgevoerd kan worden na gerechtelijke beslissing. | pas doorgevoerd kan worden na gerechtelijke beslissing. |
Art. 43.Tegenover belastingplichtigen die door roerende voorwerpen |
Art. 43.Tegenover belastingplichtigen die door roerende voorwerpen |
weg te halen of op andere wijze zouden trachten om de waarborgen van | weg te halen of op andere wijze zouden trachten om de waarborgen van |
de gewestelijke Schatkist te doen verdwijnen of eenvoudigweg te | de gewestelijke Schatkist te doen verdwijnen of eenvoudigweg te |
verminderen, kan de ontvanger een uitvoerend beslag op roerend goed | verminderen, kan de ontvanger een uitvoerend beslag op roerend goed |
laten leggen zonder op voorhand een dwangbevel te laten betekenen. | laten leggen zonder op voorhand een dwangbevel te laten betekenen. |
In dat geval houdt het exploot van het beslag bevel voorafgaand aan | In dat geval houdt het exploot van het beslag bevel voorafgaand aan |
beslag in en vermeldt dat exploot de gegevens bedoeld in artikel 22 en | beslag in en vermeldt dat exploot de gegevens bedoeld in artikel 22 en |
de gronden waarop het niet op voorhand betekenen van een dwangbevel | de gronden waarop het niet op voorhand betekenen van een dwangbevel |
steunen. | steunen. |
Art. 44.Het uitvoerend beslag op onroerend goed wordt doorgevoerd |
Art. 44.Het uitvoerend beslag op onroerend goed wordt doorgevoerd |
volgens de wijze vastgelegd door het Gerechtelijk Wetboek. Het beslag | volgens de wijze vastgelegd door het Gerechtelijk Wetboek. Het beslag |
moet door de Regering worden goedgekeurd. | moet door de Regering worden goedgekeurd. |
Art. 45.Bij zijn vraag om goedkeuring voegt de ontvanger |
Art. 45.Bij zijn vraag om goedkeuring voegt de ontvanger |
1. een door de hypotheekbewaarder afgeleverd certificaat der | 1. een door de hypotheekbewaarder afgeleverd certificaat der |
inschrijvingen waarmee de te onteigenen goeden zijn bezwaard; | inschrijvingen waarmee de te onteigenen goeden zijn bezwaard; |
2. een staat waarop zijn vermeld : | 2. een staat waarop zijn vermeld : |
a. de naam van de belastingplichtige met betaalachterstand; | a. de naam van de belastingplichtige met betaalachterstand; |
b. de aard en het bedrag van de in te vorderen belastingen; | b. de aard en het bedrag van de in te vorderen belastingen; |
c. de geschatte verkoopwaarde van bedoelde goederen; | c. de geschatte verkoopwaarde van bedoelde goederen; |
d. hun kadastraal inkomen; | d. hun kadastraal inkomen; |
e. de bij benadering geschatte waarde van de roerende voorwerpen die | e. de bij benadering geschatte waarde van de roerende voorwerpen die |
worden aangerekend op het voorrecht van de gewestelijke Schatkist en | worden aangerekend op het voorrecht van de gewestelijke Schatkist en |
waarop beslag zou kunnen worden gelegd. | waarop beslag zou kunnen worden gelegd. |
Art. 46.De ontvanger en de instrumenterende deurwaarders mogen zich |
Art. 46.De ontvanger en de instrumenterende deurwaarders mogen zich |
op straffe van nietigheid van de verkoop geen enkel voorwerp waarvan | op straffe van nietigheid van de verkoop geen enkel voorwerp waarvan |
zij de verkoop vervolgen rechtsreeks of onrechtstreeks toeëigenen. | zij de verkoop vervolgen rechtsreeks of onrechtstreeks toeëigenen. |
Art. 47.Indien er geen andere schuldeisers beslag gelegd of verzet |
Art. 47.Indien er geen andere schuldeisers beslag gelegd of verzet |
aangetekend hebben, wordt de opbrengst van de verkoop na aftrek van de | aangetekend hebben, wordt de opbrengst van de verkoop na aftrek van de |
vervolgingskosten die aan de deurwaarder toekomen, aan de ontvanger | vervolgingskosten die aan de deurwaarder toekomen, aan de ontvanger |
gestort. | gestort. |
Indien er andere schuldeisers beslag gelegd of verzet aangetekend | Indien er andere schuldeisers beslag gelegd of verzet aangetekend |
hebben, wordt de opbrengst volgens de wijze vastgelegd door het | hebben, wordt de opbrengst volgens de wijze vastgelegd door het |
Gerechtelijk Wetboek evenredig verdeeld door de gerechtsdeurwaarder. | Gerechtelijk Wetboek evenredig verdeeld door de gerechtsdeurwaarder. |
Art. 48.Bij ter post aangetekend schrijven kan de ontvanger in de |
Art. 48.Bij ter post aangetekend schrijven kan de ontvanger in de |
handen van een derde uitvoerend beslag op derden laten leggen over | handen van een derde uitvoerend beslag op derden laten leggen over |
bedragen en voowerpen verschuldigd of toebehorend aan de | bedragen en voowerpen verschuldigd of toebehorend aan de |
belastingplichtige. | belastingplichtige. |
Het beslag moet de belastingplichtige bij ter post aangetekend | Het beslag moet de belastingplichtige bij ter post aangetekend |
schrijven worden aangezegd. | schrijven worden aangezegd. |
Art. 49.Dat beslag heeft uitwerking te rekenen vanaf de overhandiging |
Art. 49.Dat beslag heeft uitwerking te rekenen vanaf de overhandiging |
van het stuk aan de bestemmeling. | van het stuk aan de bestemmeling. |
Naar aanleiding daarvan wordt door de ontvanger overeenkomstig artikel | Naar aanleiding daarvan wordt door de ontvanger overeenkomstig artikel |
1390 van het Gerechtelijk Wetboek een bericht van beslag opgesteld en | 1390 van het Gerechtelijk Wetboek een bericht van beslag opgesteld en |
opgestuurd. | opgestuurd. |
Art. 50.Onder voorbehoud van wat voorzien is in de artikelen 48 en 49 |
Art. 50.Onder voorbehoud van wat voorzien is in de artikelen 48 en 49 |
zijn de bepalingen van de artikelen 1539, 1540, 1542, eerste en tweede | zijn de bepalingen van de artikelen 1539, 1540, 1542, eerste en tweede |
lid, en 1453 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op dat | lid, en 1453 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op dat |
beslag, met dien verstande dat het bedrag van het beslag in de handen | beslag, met dien verstande dat het bedrag van het beslag in de handen |
van de ontvanger wordt gelegd. | van de ontvanger wordt gelegd. |
Art. 51.Het uitvoerend beslag onder derden moet per |
Art. 51.Het uitvoerend beslag onder derden moet per |
deurwaardersexploot worden gelegd op de wijze voorzien bij de | deurwaardersexploot worden gelegd op de wijze voorzien bij de |
artikelen 1539 tot en met 1544 van het Gerechtelijk Wetboek indien | artikelen 1539 tot en met 1544 van het Gerechtelijk Wetboek indien |
blijkt uit de verklaring die de derde beslagene na het beslag bij ter | blijkt uit de verklaring die de derde beslagene na het beslag bij ter |
post aangetekend schrijven moet afgeven, dat : | post aangetekend schrijven moet afgeven, dat : |
1. de verschuldigde op wie het beslag geldt zich tegen het uitvoerend | 1. de verschuldigde op wie het beslag geldt zich tegen het uitvoerend |
beslag onder derden verzet; | beslag onder derden verzet; |
2. de derde beslagene zijn schuld tegenover de verschuldigde op wie | 2. de derde beslagene zijn schuld tegenover de verschuldigde op wie |
het beslag geldt bestrijdt; | het beslag geldt bestrijdt; |
3. dat er een andere schuldeiser zich vóór het beslag door de | 3. dat er een andere schuldeiser zich vóór het beslag door de |
ontvanger verzet tegen de overhandiging door de derde beslagene van de | ontvanger verzet tegen de overhandiging door de derde beslagene van de |
sommen die hij verschuldigd is; | sommen die hij verschuldigd is; |
4. dat de voowerpen waarop beslag is gelegd vervreemd moeten worden. | 4. dat de voowerpen waarop beslag is gelegd vervreemd moeten worden. |
Art. 52.Het uitvoerend beslag onder derden moet worden gelegd binnen |
Art. 52.Het uitvoerend beslag onder derden moet worden gelegd binnen |
één maand nadat de verklaring voorzien bij artikel 1452 van het | één maand nadat de verklaring voorzien bij artikel 1452 van het |
Gerechtelijk Wetboek bij de post is afgeleverd; zoniet wordt het | Gerechtelijk Wetboek bij de post is afgeleverd; zoniet wordt het |
beslag bedoeld in artikel 48 geacht onbestaand te zijn. | beslag bedoeld in artikel 48 geacht onbestaand te zijn. |
In dat geval behoud het uitvoerend beslag onder derden dat door de | In dat geval behoud het uitvoerend beslag onder derden dat door de |
ontvanger bij ter post aangetekend schrijven is gelegd, zijn bewarende | ontvanger bij ter post aangetekend schrijven is gelegd, zijn bewarende |
werking indien de ontvanger zoals voorzien bij artikel 1539 van het | werking indien de ontvanger zoals voorzien bij artikel 1539 van het |
Gerechtelijk Wetboek een uitvoerend beslag onder derden laat leggen in | Gerechtelijk Wetboek een uitvoerend beslag onder derden laat leggen in |
de handen van de derde binnen de maand die volgt op het afgeven aan de | de handen van de derde binnen de maand die volgt op het afgeven aan de |
post van de verklaring van de derde beslagene. | post van de verklaring van de derde beslagene. |
Afdeling 2. - Uitwerking van het beroep op de invordering | Afdeling 2. - Uitwerking van het beroep op de invordering |
Art. 53.Indien er een administratief verhaal of een gerechtelijk |
Art. 53.Indien er een administratief verhaal of een gerechtelijk |
beroep wordt ingediend, wordt de omstreden belasting, gebeurlijk | beroep wordt ingediend, wordt de omstreden belasting, gebeurlijk |
vermeerderd met de boete, de interest en de kosten, beschouwd als een | vermeerderd met de boete, de interest en de kosten, beschouwd als een |
vaststaande schuld die op alle wijzen van uitvoering mag worden | vaststaande schuld die op alle wijzen van uitvoering mag worden |
ingevorderd, voor zover ze beantwoordt : | ingevorderd, voor zover ze beantwoordt : |
- aan de gegevens die vermeld zijn in de aangifte van de | - aan de gegevens die vermeld zijn in de aangifte van de |
belastingplichtige of aan gegevens waarmee de belastingplichtige zich | belastingplichtige of aan gegevens waarmee de belastingplichtige zich |
akkoord heeft verklaard bij het vestigen van de belasting; | akkoord heeft verklaard bij het vestigen van de belasting; |
- of, in geval van aanslag van ambtswege bij gebreke van aangifte, aan | - of, in geval van aanslag van ambtswege bij gebreke van aangifte, aan |
de belasting van dezelfde aard die ingekohierd werd ten laste van de | de belasting van dezelfde aard die ingekohierd werd ten laste van de |
belastingplichtige voor het voorgaande aanslagjaar. | belastingplichtige voor het voorgaande aanslagjaar. |
Voor zover de omstreden belasting de perken vermeld onder het eerste | Voor zover de omstreden belasting de perken vermeld onder het eerste |
lid overschrijdt, kan de ontvanger enkel bewarend beslag laten leggen | lid overschrijdt, kan de ontvanger enkel bewarend beslag laten leggen |
met het oog op het waarborgen van de latere invordering. | met het oog op het waarborgen van de latere invordering. |
Art. 54.Voor de toepassing van artikel 53 geldt de opschortende |
Art. 54.Voor de toepassing van artikel 53 geldt de opschortende |
kracht van het gerechtelijk beroep voor de eerste aanleg, voor de | kracht van het gerechtelijk beroep voor de eerste aanleg, voor de |
aanleg in beroep en in verbreking. | aanleg in beroep en in verbreking. |
Art. 55.In bijzondere gevallen kan de door de Regering aangewezen |
Art. 55.In bijzondere gevallen kan de door de Regering aangewezen |
ambtenaar de invordering laten uitstellen binnen de perken en tegen de | ambtenaar de invordering laten uitstellen binnen de perken en tegen de |
voorwaarden die hij vastlegt. | voorwaarden die hij vastlegt. |
Afdeling 3. - Verjaring | Afdeling 3. - Verjaring |
Art. 56.Gewestelijke belastingen verjaren na vijf jaar vanaf |
Art. 56.Gewestelijke belastingen verjaren na vijf jaar vanaf |
vervaldatum zoals deze datum blijkt uit artikel 23 van dit decreet. | vervaldatum zoals deze datum blijkt uit artikel 23 van dit decreet. |
Art. 57.Die termijn kan worden gestuit op de wijze voorzien bij de |
Art. 57.Die termijn kan worden gestuit op de wijze voorzien bij de |
artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door afstand | artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door afstand |
van de verstreken tijd van de verjaring. | van de verstreken tijd van de verjaring. |
Indien de verjaring gestuit wordt, is een nieuwe verjaring die op | Indien de verjaring gestuit wordt, is een nieuwe verjaring die op |
dezelfde manier gestuit kan worden, vaststaand vijf jaar na de laatste | dezelfde manier gestuit kan worden, vaststaand vijf jaar na de laatste |
stuitingsakte van de voorgaande verjaring indien er geen aanleg voor | stuitingsakte van de voorgaande verjaring indien er geen aanleg voor |
de rechtbank plaats heeft gevonden. | de rechtbank plaats heeft gevonden. |
HOOFDSTUK VIII. - Recht en voorrecht van de schatkist inzake | HOOFDSTUK VIII. - Recht en voorrecht van de schatkist inzake |
invordering | invordering |
Art. 58.Voor de invordering van de belastingen, de interest en de |
Art. 58.Voor de invordering van de belastingen, de interest en de |
kosten heeft het Gewest een algemeen voorrecht op alle roerende goeden | kosten heeft het Gewest een algemeen voorrecht op alle roerende goeden |
van de belastingplichtige met uitzondering van de schepen en boten en | van de belastingplichtige met uitzondering van de schepen en boten en |
een wettelijke hypotheek op alle in het Waals Gewest gelegen goeden | een wettelijke hypotheek op alle in het Waals Gewest gelegen goeden |
die aan de belastingplichtige toebehoren en die voor hypotheek in | die aan de belastingplichtige toebehoren en die voor hypotheek in |
aanmerking kunnen komen. | aanmerking kunnen komen. |
Art. 59.Het voorrecht neemt rang onmiddellijk na de voorrechten |
Art. 59.Het voorrecht neemt rang onmiddellijk na de voorrechten |
vermeld in de artikelen 19 en 20 van de wet van 16 december 1851 en in | vermeld in de artikelen 19 en 20 van de wet van 16 december 1851 en in |
artikel 23 van Boek II van het Handelswetboek. | artikel 23 van Boek II van het Handelswetboek. |
Art. 60.De hypotheek is ingeschreven op verzoek van de ontvanger |
Art. 60.De hypotheek is ingeschreven op verzoek van de ontvanger |
niettegenstaand verzet, bezwaar of beroep op voorlegging van een door | niettegenstaand verzet, bezwaar of beroep op voorlegging van een door |
de ontvanger voor eensluidend verklaard afschrift van de aanslag | de ontvanger voor eensluidend verklaard afschrift van de aanslag |
waarin de datum van de tenuitvoerbaarverklaring van het kohier is | waarin de datum van de tenuitvoerbaarverklaring van het kohier is |
vermeld. | vermeld. |
Art. 61.De ontvanger verstrekt handlichting in de administratieve |
Art. 61.De ontvanger verstrekt handlichting in de administratieve |
vorm zonder dat hij tegenover de hypotheekbewaarder verplicht is tot | vorm zonder dat hij tegenover de hypotheekbewaarder verplicht is tot |
het staven van de betaling van de verschuldigde sommen. | het staven van de betaling van de verschuldigde sommen. |
Art. 62.De hypothecaire formaliteitskosten met betrekking tot de |
Art. 62.De hypothecaire formaliteitskosten met betrekking tot de |
wettelijke hypotheek zijn ten laste van de belastingplichtige. | wettelijke hypotheek zijn ten laste van de belastingplichtige. |
HOOFDSTUK IX. - Administratieve straffen | HOOFDSTUK IX. - Administratieve straffen |
Art. 63.Indien dit decreet of het decreet tot vestiging van de |
Art. 63.Indien dit decreet of het decreet tot vestiging van de |
belasting overtreden worden met de bedoeling om de belasting te | belasting overtreden worden met de bedoeling om de belasting te |
ontduiken wordt deze belasting van rechtswege vermeerderd met een | ontduiken wordt deze belasting van rechtswege vermeerderd met een |
boete ten belope van 100 % van het bedrag van de belasting dat de | boete ten belope van 100 % van het bedrag van de belasting dat de |
belastingplichtige getracht heeft te ontduiken. | belastingplichtige getracht heeft te ontduiken. |
Elke overtreding van de regels bedoeld in artikel 11 van dit decreet | Elke overtreding van de regels bedoeld in artikel 11 van dit decreet |
die door een derde wordt begaan, wordt beboet met een boete van 25 000 | die door een derde wordt begaan, wordt beboet met een boete van 25 000 |
frank. | frank. |
Die boetes worden gevestigd en ingevorderd op dezelfde wijze als de | Die boetes worden gevestigd en ingevorderd op dezelfde wijze als de |
belasting waarop ze slaan. | belasting waarop ze slaan. |
Art. 64.De Regering of haar afgevaardigde spreken zich uit over de |
Art. 64.De Regering of haar afgevaardigde spreken zich uit over de |
verzoekschriften m.b.t. de kwijtschelding van de fiscale boetes en | verzoekschriften m.b.t. de kwijtschelding van de fiscale boetes en |
gaat dadingen aan met de belastingplichtigen voor zover bedoelde | gaat dadingen aan met de belastingplichtigen voor zover bedoelde |
dadingen niet de vrijstelling of vermindering van belasting als | dadingen niet de vrijstelling of vermindering van belasting als |
voorwerp hebben. | voorwerp hebben. |
HOOFDSTUK X. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen | HOOFDSTUK X. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen |
Art. 65.In artikel 1, § 2, van het decreet van 25 juli 1991 |
Art. 65.In artikel 1, § 2, van het decreet van 25 juli 1991 |
betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest | betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest |
worden de volgende wijzigingen aangebracht : | worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1. in hoofdstuk II, afdeling II ingevoegd bij het decreet van 16 juli | 1. in hoofdstuk II, afdeling II ingevoegd bij het decreet van 16 juli |
1998, wordt het opschrift van de eerste onderafdeling vervangen door | 1998, wordt het opschrift van de eerste onderafdeling vervangen door |
volgend opschrift : « Feit dat tot belasting aanleiding geeft »; | volgend opschrift : « Feit dat tot belasting aanleiding geeft »; |
2. in artikel 6bis ingevoegd bij decreet van 16 juli 1998 worden de | 2. in artikel 6bis ingevoegd bij decreet van 16 juli 1998 worden de |
woorden « op bedoelde afvalstoffen voorziene heffing » vervangen door | woorden « op bedoelde afvalstoffen voorziene heffing » vervangen door |
de woorden « van de bedoelde belasting »; | de woorden « van de bedoelde belasting »; |
3. in de artikelen 6ter, 6quinquies, 18ter en 25, tweede lid, | 3. in de artikelen 6ter, 6quinquies, 18ter en 25, tweede lid, |
ingevoegd bij het decreet van 16 juli 1998, worden de woorden « van de | ingevoegd bij het decreet van 16 juli 1998, worden de woorden « van de |
heffing » vervangen door de woorden « van de belasting »; | heffing » vervangen door de woorden « van de belasting »; |
4. in de artikelen 6quater en 18bis, ingevoegd bij decreet van 16 juli | 4. in de artikelen 6quater en 18bis, ingevoegd bij decreet van 16 juli |
1998, worden de woorden « De heffing » vervangen door de woorden « De | 1998, worden de woorden « De heffing » vervangen door de woorden « De |
belasting »; | belasting »; |
5. artikel 21 van het decreet van 17 december 1992 wordt aangevuld met | 5. artikel 21 van het decreet van 17 december 1992 wordt aangevuld met |
het volgende lid : « Bij gebreke van betaling van het voorschot binnen | het volgende lid : « Bij gebreke van betaling van het voorschot binnen |
de vastgestelde termijn wordt de verschuldigde nalatigheidsinterest | de vastgestelde termijn wordt de verschuldigde nalatigheidsinterest |
berekend op de som die per dag vertraging is verschuldigd op een basis | berekend op de som die per dag vertraging is verschuldigd op een basis |
van driehonderd vijfenzestig kalenderdagen. »; | van driehonderd vijfenzestig kalenderdagen. »; |
6. in artikel 28, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 16 juli | 6. in artikel 28, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 16 juli |
1998, worden de woorden « of de heffing » geschrapt en worden de | 1998, worden de woorden « of de heffing » geschrapt en worden de |
woorden « de ontdoken of betaalde belasting of heffing » vervangen | woorden « de ontdoken of betaalde belasting of heffing » vervangen |
door de woorden « de ontdoken of betaalde belasting ». | door de woorden « de ontdoken of betaalde belasting ». |
Art. 66.In het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belastingen op |
Art. 66.In het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belastingen op |
de afvalstoffen in het Waalse Gewest worden opgeheven : | de afvalstoffen in het Waalse Gewest worden opgeheven : |
1. artikel 17; | 1. artikel 17; |
2. artikel 18, §§ 2 en 3, gewijzigd bij het decreet van 16 juli 1998; | 2. artikel 18, §§ 2 en 3, gewijzigd bij het decreet van 16 juli 1998; |
3. de artikelen 20, derde lid, 22, vierde lid, 23, 23bis, 23ter en 24, | 3. de artikelen 20, derde lid, 22, vierde lid, 23, 23bis, 23ter en 24, |
vervangen door het decreet van 17 december 1992; | vervangen door het decreet van 17 december 1992; |
4. de artikelen 26, 27, 29 en 30, gewijzigd bij decreet van 16 juli | 4. de artikelen 26, 27, 29 en 30, gewijzigd bij decreet van 16 juli |
1998; | 1998; |
5. artikel 31; | 5. artikel 31; |
6. artikel 32, gewijzigd bij decreet van 16 juli 1998; | 6. artikel 32, gewijzigd bij decreet van 16 juli 1998; |
7. artikel 33; | 7. artikel 33; |
8. artikel 34, vervangen bij decreet van 17 december 1992. | 8. artikel 34, vervangen bij decreet van 17 december 1992. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Namen, 6 mei 1999. | Namen, 6 mei 1999. |
De Minister-President van de Waalse Regering, | De Minister-President van de Waalse Regering, |
belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en | belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en |
Patrimonium, | Patrimonium, |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, | De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, |
M. LEBRUN | M. LEBRUN |
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, | De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, |
B. ANSELME | B. ANSELME |
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, | De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, | De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
G. LUTGEN | G. LUTGEN |
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, | De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, |
W. TAMINIAUX | W. TAMINIAUX |
De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en | De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en |
Internationale Betrekkingen, | Internationale Betrekkingen, |
W. ANCION | W. ANCION |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 1998-1999. | (1) Zitting 1998-1999. |
Stukken van de Waalse Gewestraad 507 (1998-1999) nrs. 1 tot en met 5. | Stukken van de Waalse Gewestraad 507 (1998-1999) nrs. 1 tot en met 5. |
Volledig verslag, openbare vergadering van 28 april 1999. - | Volledig verslag, openbare vergadering van 28 april 1999. - |
Bespreking. - Stemming. | Bespreking. - Stemming. |