Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Omzendbrief van --
← Terug naar "Ministeriële omzendbrief ter aanvulling van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp "
Ministeriële omzendbrief ter aanvulling van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp Ministeriële omzendbrief ter aanvulling van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
1 FEBRUARI 2008. - Ministeriële omzendbrief ter aanvulling van de 1 FEBRUARI 2008. - Ministeriële omzendbrief ter aanvulling van de
omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de
hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp
Aan de dames en heren Provinciegouverneurs Aan de dames en heren Provinciegouverneurs
Mevr. de Gouverneur, Mevr. de Gouverneur,
Mijnheer de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur,
Omdat ik heb vastgesteld dat er bij verschillende brandweerkorpsen nog Omdat ik heb vastgesteld dat er bij verschillende brandweerkorpsen nog
een aantal vragen rijzen omtrent de interpretatie van de organisatie een aantal vragen rijzen omtrent de interpretatie van de organisatie
van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate
hulp, zoals voorzien in de omzendbrief van 9 augustus 2007, heb ik het hulp, zoals voorzien in de omzendbrief van 9 augustus 2007, heb ik het
nuttig geacht de bovenvermelde omzendbrief aan te vullen. nuttig geacht de bovenvermelde omzendbrief aan te vullen.
1. De adequate middelen : 1. De adequate middelen :
De omzendbrief van 9 augustus 2007 bepaalt dat de invulling van het De omzendbrief van 9 augustus 2007 bepaalt dat de invulling van het
begrip « adequate middelen » toekomt aan de officier-dienstchef. Het begrip « adequate middelen » toekomt aan de officier-dienstchef. Het
is aangewezen dat de officier-dienstchef, in afwachting van het is aangewezen dat de officier-dienstchef, in afwachting van het
koninklijk besluit inzake de adequate middelen, gebruik maakt van de koninklijk besluit inzake de adequate middelen, gebruik maakt van de
middelen zoals deze zijn opgenomen in de van toepassing zijnde middelen zoals deze zijn opgenomen in de van toepassing zijnde
uitrukprocedures van het korps. uitrukprocedures van het korps.
Wat betreft het in te zetten basismaterieel bij een eerste uitruk Wat betreft het in te zetten basismaterieel bij een eerste uitruk
dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang het interventietype dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang het interventietype
: :
- Voor de bestijding van brand, alsook bij een interventie met brand- - Voor de bestijding van brand, alsook bij een interventie met brand-
of ontploffingsgevaar, dient een autopomp te worden ingezet. De of ontploffingsgevaar, dient een autopomp te worden ingezet. De
autopomp kan, afhankelijk van de concrete omstandigheden van de autopomp kan, afhankelijk van de concrete omstandigheden van de
interventie, worden aangevuld met andere brandweervoertuigen. interventie, worden aangevuld met andere brandweervoertuigen.
- Voor de bevrijding van beknelde personen ten gevolge van een - Voor de bevrijding van beknelde personen ten gevolge van een
verkeersongeval dient ofwel een multifunctionele autopomp met verkeersongeval dient ofwel een multifunctionele autopomp met
bevrijdingsmaterieel ofwel een snelle hulp- en interventiewagen samen bevrijdingsmaterieel ofwel een snelle hulp- en interventiewagen samen
met een autopomp te worden ingezet. Deze materieelinzet is met een autopomp te worden ingezet. Deze materieelinzet is
noodzakelijk omwille van het potentiële brand- en ontploffingsgevaar noodzakelijk omwille van het potentiële brand- en ontploffingsgevaar
alsook ter uitvoering van taken inzake de regeling van het wegverkeer, alsook ter uitvoering van taken inzake de regeling van het wegverkeer,
zoals voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 (1). Ook zoals voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 (1). Ook
hier kan het adequate basismaterieel afhankelijk van de concrete hier kan het adequate basismaterieel afhankelijk van de concrete
omstandigheden van de interventie, worden aangevuld met andere omstandigheden van de interventie, worden aangevuld met andere
brandweervoertuigen. brandweervoertuigen.
- Wat betreft de andere dringende interventies voor de redding van - Wat betreft de andere dringende interventies voor de redding van
personen in gevaar, waar er geen brand- en ontploffingsgevaar is, personen in gevaar, waar er geen brand- en ontploffingsgevaar is,
dient een snelle hulp- en interventiewagen of een multifunctionele dient een snelle hulp- en interventiewagen of een multifunctionele
autopomp met bevrijdingsmaterieel te worden ingezet. Uiteraard kan het autopomp met bevrijdingsmaterieel te worden ingezet. Uiteraard kan het
adequate basismaterieel ook hier, afhankelijk van de te verwachten adequate basismaterieel ook hier, afhankelijk van de te verwachten
risico's en de concrete omstandigheden van de interventie, worden risico's en de concrete omstandigheden van de interventie, worden
aangevuld met andere brandweervoertuigen. aangevuld met andere brandweervoertuigen.
Bij elke eerste uitruk binnen het kader van de snelste adequate hulp Bij elke eerste uitruk binnen het kader van de snelste adequate hulp
dient gelijktijdig met minstens 6 brandweerlieden vanuit één en dient gelijktijdig met minstens 6 brandweerlieden vanuit één en
dezelfde post te worden vertrokken. Alle in te zetten brandweerlieden dezelfde post te worden vertrokken. Alle in te zetten brandweerlieden
dienen zich op de post aan te dienen alvorens men naar de interventie dienen zich op de post aan te dienen alvorens men naar de interventie
vertrekt. Ingeval er bij deze eerste uitruk meerdere vertrekt. Ingeval er bij deze eerste uitruk meerdere
brandweervoertuigen worden ingezet, mag men deze 6 manschappen over brandweervoertuigen worden ingezet, mag men deze 6 manschappen over
deze voertuigen verdelen, op voorwaarde dat de autopomp door minstens deze voertuigen verdelen, op voorwaarde dat de autopomp door minstens
4 brandweerlieden bemand wordt. Naar de toekomst toe dient wel te 4 brandweerlieden bemand wordt. Naar de toekomst toe dient wel te
worden gestreefd naar een bezetting van 6 manschappen op de autopomp. worden gestreefd naar een bezetting van 6 manschappen op de autopomp.
De bemanning van 6 brandweerlieden voor de eerste uitruk dient als De bemanning van 6 brandweerlieden voor de eerste uitruk dient als
volgt te zijn samengesteld : één bevelvoerder, één volgt te zijn samengesteld : één bevelvoerder, één
chauffeur-pompbedienaar, en 4 gekwalificeerde dragers adembescherming. chauffeur-pompbedienaar, en 4 gekwalificeerde dragers adembescherming.
De bevelvoerder dient minstens onderofficier te zijn. In afwachting De bevelvoerder dient minstens onderofficier te zijn. In afwachting
van de inwerkingtreding van de zones is het mogelijk dat bij gebrek van de inwerkingtreding van de zones is het mogelijk dat bij gebrek
aan een onderofficier, een korporaal met minimum een brevet sergeant aan een onderofficier, een korporaal met minimum een brevet sergeant
of een gelijkgesteld brevet, zoals voorzien in het koninklijk besluit of een gelijkgesteld brevet, zoals voorzien in het koninklijk besluit
van 8 april 2003 (2), als bevelvoerder optreedt. Tijdens deze van 8 april 2003 (2), als bevelvoerder optreedt. Tijdens deze
overgangsperiode dienen de gemeenten zo spoedig mogelijk hun bestaande overgangsperiode dienen de gemeenten zo spoedig mogelijk hun bestaande
brandweerpersoneelsformaties aan te passen om een adequate brandweerpersoneelsformaties aan te passen om een adequate
bevelvoering te kunnen waarborgen. bevelvoering te kunnen waarborgen.
Onder « gekwalificeerde » dragers adembescherming moet worden verstaan Onder « gekwalificeerde » dragers adembescherming moet worden verstaan
: brandweerlieden die op regelmatige basis, en minstens jaarlijks, hun : brandweerlieden die op regelmatige basis, en minstens jaarlijks, hun
vaardigheden als drager adembescherming op peil houden via oefeningen vaardigheden als drager adembescherming op peil houden via oefeningen
en eventuele bijscholingen. Tevens dienen zij medisch geschikt en eventuele bijscholingen. Tevens dienen zij medisch geschikt
verklaard zijn om adembescherming te dragen. De officier-dienstchef verklaard zijn om adembescherming te dragen. De officier-dienstchef
draagt zorg voor de bijscholing en training van zijn personeel. De draagt zorg voor de bijscholing en training van zijn personeel. De
officier-dienstchef bepaalt welke brandweerlieden als gekwalificeerde officier-dienstchef bepaalt welke brandweerlieden als gekwalificeerde
dragers adembescherming, chauffeur-pompbedienaar en bevelvoerder dragers adembescherming, chauffeur-pompbedienaar en bevelvoerder
kunnen worden ingezet. kunnen worden ingezet.
2. De dubbele uitruk : 2. De dubbele uitruk :
In de omzendbrief van 9 augustus 2007 wordt de dubbele uitruk In de omzendbrief van 9 augustus 2007 wordt de dubbele uitruk
aangewezen als de te volgen procedure wanneer de interventie gebeurt aangewezen als de te volgen procedure wanneer de interventie gebeurt
op een plaats waar het territoriaal bevoegde korps niet als snelste op een plaats waar het territoriaal bevoegde korps niet als snelste
met adequate middelen ter plaatse kan komen. met adequate middelen ter plaatse kan komen.
Evenwel hoeft niet systematisch gebruik te worden gemaakt van een Evenwel hoeft niet systematisch gebruik te worden gemaakt van een
dubbele uitruk. Een uitdrukkelijke overeenkomst tussen de betrokken dubbele uitruk. Een uitdrukkelijke overeenkomst tussen de betrokken
gemeenten heeft voorrang op de dubbele uitruk voorzien in de gemeenten heeft voorrang op de dubbele uitruk voorzien in de
omzendbrief van 9 augustus 2007, op voorwaarde dat deze overeenkomst omzendbrief van 9 augustus 2007, op voorwaarde dat deze overeenkomst
een efficiënte en afdoende hulpverlening waarborgt en deze in een efficiënte en afdoende hulpverlening waarborgt en deze in
overeenstemming is met het principe van de snelste adequate hulp. overeenstemming is met het principe van de snelste adequate hulp.
Hebben de gemeenten geen dergelijke uitdrukkelijke overeenkomst, dient Hebben de gemeenten geen dergelijke uitdrukkelijke overeenkomst, dient
de dubbele uitruk te worden toegepast. de dubbele uitruk te worden toegepast.
3. De leiding van de operaties : 3. De leiding van de operaties :
Inzake de leiding van de operaties, moet artikel 14 van het koninklijk Inzake de leiding van de operaties, moet artikel 14 van het koninklijk
besluit van 8 november 1967 (3) worden toegepast. Dit artikel 14 moet besluit van 8 november 1967 (3) worden toegepast. Dit artikel 14 moet
evenwel samen worden gelezen met de bepalingen van het koninklijk evenwel samen worden gelezen met de bepalingen van het koninklijk
besluit van 16 februari 2006 (4). In dit besluit wordt de operationele besluit van 16 februari 2006 (4). In dit besluit wordt de operationele
coördinatie van de operaties toegewezen aan de coördinatie van de operaties toegewezen aan de
brandweer(onder)officier met de hoogste graad, ongeacht het korps brandweer(onder)officier met de hoogste graad, ongeacht het korps
waartoe deze (onder)officier behoort en ongeacht het moment van waartoe deze (onder)officier behoort en ongeacht het moment van
aankomst op de plaats van interventie. De leiding van de operaties op aankomst op de plaats van interventie. De leiding van de operaties op
de plaats van interventie komt dan ook toe aan het lid van de de plaats van interventie komt dan ook toe aan het lid van de
brandweer bekleed met de hoogste graad, ongeacht het tijdstip van brandweer bekleed met de hoogste graad, ongeacht het tijdstip van
aankomst en ongeacht het korps waartoe deze behoort. aankomst en ongeacht het korps waartoe deze behoort.
4. Bepaling van de uitruktijden : 4. Bepaling van de uitruktijden :
Onder uitruktijd moet worden verstaan het tijdsverloop tussen de Onder uitruktijd moet worden verstaan het tijdsverloop tussen de
ontvangst van een melding en het vertrek van de voltallige ploeg voor ontvangst van een melding en het vertrek van de voltallige ploeg voor
eerste uitruk. eerste uitruk.
Zolang geen nauwkeurige statistische gegevens beschikbaar zijn, noch Zolang geen nauwkeurige statistische gegevens beschikbaar zijn, noch
door de dienstchefs gemotiveerde uitruktijden zijn doorgegeven, moet door de dienstchefs gemotiveerde uitruktijden zijn doorgegeven, moet
worden uitgegaan van een uitruktijd van 2 minuten voor een post waar worden uitgegaan van een uitruktijd van 2 minuten voor een post waar
een permanentie wordt verzekerd en een uitruktijd van 5 minuten voor een permanentie wordt verzekerd en een uitruktijd van 5 minuten voor
een post waar geen permanentie is voorzien. Van permanentie is slechts een post waar geen permanentie is voorzien. Van permanentie is slechts
sprake wanneer in de beschouwde post minstens 6 manschappen ter sprake wanneer in de beschouwde post minstens 6 manschappen ter
beschikking zijn voor een eerste uitruk, bevelvoerder inbegrepen. De beschikking zijn voor een eerste uitruk, bevelvoerder inbegrepen. De
bovenvermelde uitruktijden van 2 en 5 minuten zullen worden bovenvermelde uitruktijden van 2 en 5 minuten zullen worden
geëvalueerd op basis van de evaluatieformulieren, vermeld in punt 7. geëvalueerd op basis van de evaluatieformulieren, vermeld in punt 7.
5. De informatie-uitwisseling : 5. De informatie-uitwisseling :
Opdat het snelste adequaat uitgeruste korps een efficiënte Opdat het snelste adequaat uitgeruste korps een efficiënte
hulpverlening zou kunnen garanderen op het grondgebied van een hulpverlening zou kunnen garanderen op het grondgebied van een
gemeente waartoe dit korps territoriaal gezien, volgens de wet van 31 gemeente waartoe dit korps territoriaal gezien, volgens de wet van 31
december 1963 (5), niet bevoegd is, moet het territoriaal bevoegde december 1963 (5), niet bevoegd is, moet het territoriaal bevoegde
korps aan het snelste adequaat uitgeruste korps onverwijld een kopie korps aan het snelste adequaat uitgeruste korps onverwijld een kopie
van alle beschikbare nuttige informatie zoals de plannen inzake de van alle beschikbare nuttige informatie zoals de plannen inzake de
watervoorraden en de nood- en interventieplannen, bezorgen. watervoorraden en de nood- en interventieplannen, bezorgen.
6. De interprovinciale hulpverlening : 6. De interprovinciale hulpverlening :
Het principe van de snelste adequate hulp moet ook over de Het principe van de snelste adequate hulp moet ook over de
provinciegrenzen heen worden gerealiseerd. Ter bevordering van deze provinciegrenzen heen worden gerealiseerd. Ter bevordering van deze
interprovinciale hulpverlening, zijn de betrokken gemeenten ertoe interprovinciale hulpverlening, zijn de betrokken gemeenten ertoe
gehouden voorafgaandelijk overleg te plegen. De bevoegde 100-centra gehouden voorafgaandelijk overleg te plegen. De bevoegde 100-centra
dienen bij dit overleg te worden betrokken. dienen bij dit overleg te worden betrokken.
Twee situaties kunnen worden onderscheiden : Twee situaties kunnen worden onderscheiden :
- De situatie waar het 100-centrum voor de verzekering van de snelste - De situatie waar het 100-centrum voor de verzekering van de snelste
adequate hulp voor een interventie op het grondgebied van de eigen adequate hulp voor een interventie op het grondgebied van de eigen
provincie, een beroep moet doen op de middelen van een korps uit een provincie, een beroep moet doen op de middelen van een korps uit een
andere provincie. andere provincie.
- De situatie waar het 100-centrum een oproep ontvangt die - De situatie waar het 100-centrum een oproep ontvangt die
territoriaal niet voor haar bestemd is. territoriaal niet voor haar bestemd is.
In beide situaties alarmeert het 100-centrum dat de oproep heeft In beide situaties alarmeert het 100-centrum dat de oproep heeft
ontvangen, direct het snelste, adequaat uitgeruste korps, zelfs al is ontvangen, direct het snelste, adequaat uitgeruste korps, zelfs al is
dit een korps uit een andere provincie. Vervolgens brengt het dit een korps uit een andere provincie. Vervolgens brengt het
100-centrum, dat de oproep heeft ontvangen, het territoriaal bevoegde 100-centrum, dat de oproep heeft ontvangen, het territoriaal bevoegde
korps en daarna ook het 100-centrum van de andere, naburige provincie korps en daarna ook het 100-centrum van de andere, naburige provincie
op de hoogte. op de hoogte.
7. De evaluatie van de toepassing van de snelste adequate hulp : 7. De evaluatie van de toepassing van de snelste adequate hulp :
Als bijlage van deze omzendbrief werd een evaluatiefiche gevoegd. Deze Als bijlage van deze omzendbrief werd een evaluatiefiche gevoegd. Deze
evaluatiefiche moet worden ingevuld voor elke interventie waar de evaluatiefiche moet worden ingevuld voor elke interventie waar de
eerste uitruk in het kader van de snelste adequate hulp niet werd eerste uitruk in het kader van de snelste adequate hulp niet werd
verzekerd door het territoriaal bevoegde korps. In dergelijk geval verzekerd door het territoriaal bevoegde korps. In dergelijk geval
dient elk korps dat bij de interventie ter plaatse is gekomen een dient elk korps dat bij de interventie ter plaatse is gekomen een
evaluatieformulier in te vullen, ondertekend door de hoogst aanwezige evaluatieformulier in te vullen, ondertekend door de hoogst aanwezige
(onder)officier van het korps. Voor een interventie waar met een (onder)officier van het korps. Voor een interventie waar met een
dubbele uitruk werd gewerkt, zullen aldus twee formulieren moeten dubbele uitruk werd gewerkt, zullen aldus twee formulieren moeten
worden ingevuld. worden ingevuld.
De ingevulde evaluatiefiches dienen binnen de veertien dagen na afloop De ingevulde evaluatiefiches dienen binnen de veertien dagen na afloop
van de interventie te worden bezorgd aan de provinciegouverneur. van de interventie te worden bezorgd aan de provinciegouverneur.
Ingeval van een provinciegrensoverschrijdende interventie dienen de Ingeval van een provinciegrensoverschrijdende interventie dienen de
evaluatiefiches aan gouverneurs van beide betrokken provincies te evaluatiefiches aan gouverneurs van beide betrokken provincies te
worden overgemaakt. Aan de hand van de verzamelde informatie zal de worden overgemaakt. Aan de hand van de verzamelde informatie zal de
verzekering van de hulpverlening volgens het principe van de snelste verzekering van de hulpverlening volgens het principe van de snelste
adequate hulp waar nodig worden bijgestuurd. adequate hulp waar nodig worden bijgestuurd.
Gelieve deze omzendbrief ter kennis te brengen aan alle betrokken Gelieve deze omzendbrief ter kennis te brengen aan alle betrokken
overheden van uw provincie die over een brandweer beschikken. Tevens overheden van uw provincie die over een brandweer beschikken. Tevens
zou ik u willen vragen erop toe te zien dat de noodoproepen zou ik u willen vragen erop toe te zien dat de noodoproepen
uitsluitend via de 100-centra worden afgehandeld en dat de uitsluitend via de 100-centra worden afgehandeld en dat de
brandweerkorpsen niet meer hun eigen telefoonnummer als noodnummer brandweerkorpsen niet meer hun eigen telefoonnummer als noodnummer
promoten. promoten.
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Koninklijk besluit van 27 april 2007 tot wijziging van het (1) Koninklijk besluit van 27 april 2007 tot wijziging van het
koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op
de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg,
Belgisch Staatsblad van 9 mei 2007. Belgisch Staatsblad van 9 mei 2007.
(2) Koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van (2) Koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van
de leden van de openbare hulpdiensten, Belgisch Staatsblad van 5 mei de leden van de openbare hulpdiensten, Belgisch Staatsblad van 5 mei
2003. 2003.
(3) Koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de (3) Koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de
vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke
brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van
brand, Belgisch Staatsblad van 18 november 1967. brand, Belgisch Staatsblad van 18 november 1967.
(4) Koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en (4) Koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en
interventieplannen, Belgisch Staatsblad van 15 maart 2006. interventieplannen, Belgisch Staatsblad van 15 maart 2006.
(5) Wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, (5) Wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming,
Belgisch Staatsblad van 16 januari 1964. Belgisch Staatsblad van 16 januari 1964.
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL P. DEWAEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
^