Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Omzendbrief van 07/12/2017
← Terug naar "Ministeriële omzendbrief tot regeling van het gebruik van drones door politie- en hulpdiensten "
Ministeriële omzendbrief tot regeling van het gebruik van drones door politie- en hulpdiensten Ministeriële omzendbrief tot regeling van het gebruik van drones door politie- en hulpdiensten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
7 DECEMBER 2017. - Ministeriële omzendbrief tot regeling van het 7 DECEMBER 2017. - Ministeriële omzendbrief tot regeling van het
gebruik van drones door politie- en hulpdiensten gebruik van drones door politie- en hulpdiensten
Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs,
Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van
bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie,
Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Burgemeesters,
Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie,
Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie,
Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de
federale politie en van de lokale politie, federale politie en van de lokale politie,
Aan Mevrouw de Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de Aan Mevrouw de Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de
politiediensten, politiediensten,
Ter informatie : Ter informatie :
Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen,
Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en
Preventie, Preventie,
Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie. Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.
Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur,
Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw de Hoge Ambtenaar,
Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester,
Mevrouw de Commissaris-generaal, Mevrouw de Commissaris-generaal,
Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef,
Mijnheer de Inspecteur-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal,
Mevrouw de Voorzitter van het Comité P, Mevrouw de Voorzitter van het Comité P,
Mevrouw, Mijnheer, Mevrouw, Mijnheer,
Inleiding Inleiding
Het gebruik van drones zit reeds enkele jaren sterk in de lift. Het Het gebruik van drones zit reeds enkele jaren sterk in de lift. Het
aantal mogelijke toepassingen ervan is ongezien en zal ongetwijfeld aantal mogelijke toepassingen ervan is ongezien en zal ongetwijfeld
nog verder evolueren. Met betrekking tot het privaat en commercieel nog verder evolueren. Met betrekking tot het privaat en commercieel
gebruik van drones door burgers werd op 10 april 2016 een koninklijk gebruik van drones door burgers werd op 10 april 2016 een koninklijk
besluit getroffen. Het aanwenden van drones door de politie- en besluit getroffen. Het aanwenden van drones door de politie- en
hulpdiensten valt evenwel niet onder de toepassing van dit koninklijk hulpdiensten valt evenwel niet onder de toepassing van dit koninklijk
besluit. besluit.
Het gebruik van drones biedt nochthans ook voor de politie- en Het gebruik van drones biedt nochthans ook voor de politie- en
hulpdiensten talrijke toepassingsmogelijkheden en kan als technische hulpdiensten talrijke toepassingsmogelijkheden en kan als technische
ondersteuning in tal van domeinen een operationele meerwaarde ondersteuning in tal van domeinen een operationele meerwaarde
betekenen. Deze omzendbrief strekt er dan ook toe om de richtlijnen betekenen. Deze omzendbrief strekt er dan ook toe om de richtlijnen
betreffende het gebruik van drones door de politiediensten, de betreffende het gebruik van drones door de politiediensten, de
brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming te brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming te
bepalen. bepalen.
Titel 1 - Algemene bepalingen Titel 1 - Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze omzendbrief, wordt verstaan onder : Voor de toepassing van deze omzendbrief, wordt verstaan onder :
1° koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 10 april 2016 met 1° koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 10 april 2016 met
betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in
het Belgisch luchtruim; het Belgisch luchtruim;
2° uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 : de 2° uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 : de
uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26
september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke
luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende
luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr.
1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006
en (EU) nr. 255/2010 en het uitvoeringsbesluit dat deze verordening en (EU) nr. 255/2010 en het uitvoeringsbesluit dat deze verordening
aanvult op nationaal niveau, met name het koninklijk besluit van 19 aanvult op nationaal niveau, met name het koninklijk besluit van 19
december 2014 betreffende de luchtverkeersregels en operationele december 2014 betreffende de luchtverkeersregels en operationele
bepalingen met betrekking tot luchtvaartnavigatiediensten en bepalingen met betrekking tot luchtvaartnavigatiediensten en
-procedures; -procedures;
3° civiele staatsoperatoren : de politiediensten, brandweerdiensten en 3° civiele staatsoperatoren : de politiediensten, brandweerdiensten en
diensten van de civiele bescherming; diensten van de civiele bescherming;
4° op afstand bestuurd luchtvaartuig (RPA) : een onbemand 4° op afstand bestuurd luchtvaartuig (RPA) : een onbemand
luchtvaartuig waarvan de maximale startmassa niet meer dan 150 kg luchtvaartuig waarvan de maximale startmassa niet meer dan 150 kg
bedraagt, bestuurd vanaf een grondcontrolestation, ingezet door bedraagt, bestuurd vanaf een grondcontrolestation, ingezet door
civiele staatsoperatoren in het kader van hun operaties en civiele staatsoperatoren in het kader van hun operaties en
activiteiten of door exploitanten in opdracht van de civiele activiteiten of door exploitanten in opdracht van de civiele
staatsoperatoren; staatsoperatoren;
5° op afstand bestuurd luchtvaartuigsysteem (RPAS) : een RPA, het/de 5° op afstand bestuurd luchtvaartuigsysteem (RPAS) : een RPA, het/de
ermee verbonden grondcontrolestation(s), de vereiste bestuurs- en ermee verbonden grondcontrolestation(s), de vereiste bestuurs- en
controleverbindingen en elk ander element, zoals het beschreven wordt controleverbindingen en elk ander element, zoals het beschreven wordt
in het typeontwerp; in het typeontwerp;
6° civiele staats-RPA : een RPA dat eigendom is van en ingezet wordt 6° civiele staats-RPA : een RPA dat eigendom is van en ingezet wordt
door een civiele staatsoperator; door een civiele staatsoperator;
7° gehuurde of ter beschikking gestelde RPA : een RPA dat niet in 7° gehuurde of ter beschikking gestelde RPA : een RPA dat niet in
eigendom is van een civiele staatsoperator maar er wel door wordt eigendom is van een civiele staatsoperator maar er wel door wordt
ingezet; ingezet;
8° bestuurs- en controleverbinding : de datalink tussen het RPA en het 8° bestuurs- en controleverbinding : de datalink tussen het RPA en het
grondcontrolestation om de vlucht te beheren; grondcontrolestation om de vlucht te beheren;
9° bestuurder van een RPA : een persoon die taken uitvoert die 9° bestuurder van een RPA : een persoon die taken uitvoert die
essentieel zijn voor de bediening van een RPA en die, in voorkomend essentieel zijn voor de bediening van een RPA en die, in voorkomend
geval, de vliegbesturing van het RPA bedient tijdens de vliegtijd; geval, de vliegbesturing van het RPA bedient tijdens de vliegtijd;
10° RPA-waarnemer : een persoon, die aangewezen is door de civiele 10° RPA-waarnemer : een persoon, die aangewezen is door de civiele
staatsoperator of de exploitant om de bestuurder van het RPA door staatsoperator of de exploitant om de bestuurder van het RPA door
middel van visuele waarneming van het RPA te helpen met het uitvoeren middel van visuele waarneming van het RPA te helpen met het uitvoeren
van de vlucht in alle veiligheid binnen de vereisten van deze van de vlucht in alle veiligheid binnen de vereisten van deze
omzendbrief; omzendbrief;
11° zichtbereikvlucht (VLOS) : een vlucht waarbij de bestuurder van 11° zichtbereikvlucht (VLOS) : een vlucht waarbij de bestuurder van
een RPA of in voorkomend geval de RPA-waarnemer zonder hulpmiddelen een RPA of in voorkomend geval de RPA-waarnemer zonder hulpmiddelen
direct visueel contact met het RPA houdt; direct visueel contact met het RPA houdt;
12° vlucht buiten het zichtbereik (BLOS) : een vlucht waarbij noch de 12° vlucht buiten het zichtbereik (BLOS) : een vlucht waarbij noch de
bestuurder van een RPA, noch de RPA- waarnemer, het visueel contact bestuurder van een RPA, noch de RPA- waarnemer, het visueel contact
kunnen houden met het RPA; kunnen houden met het RPA;
13° nachtvlucht : elke vlucht die geheel of gedeeltelijk plaatsvindt 13° nachtvlucht : elke vlucht die geheel of gedeeltelijk plaatsvindt
in de tijdspanne zonsondergang plus 30 minuten tot zonsopgang min 30 in de tijdspanne zonsondergang plus 30 minuten tot zonsopgang min 30
minuten. Een nachtvlucht wordt beschouwd als BLOS; minuten. Een nachtvlucht wordt beschouwd als BLOS;
14° obstakel : een obstakel zoals bedoeld in artikel 2, 98), van de 14° obstakel : een obstakel zoals bedoeld in artikel 2, 98), van de
uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012; uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
15° luchtvaartgids (AIP) : de publicatie zoals bedoeld in artikel 2, 15° luchtvaartgids (AIP) : de publicatie zoals bedoeld in artikel 2,
13), van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012; 13), van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
16° above ground level (AGL) : hoogte boven de grond; 16° above ground level (AGL) : hoogte boven de grond;
17° exploitant : een natuurlijke of rechtspersoon die bezig is met of 17° exploitant : een natuurlijke of rechtspersoon die bezig is met of
voorstelt zich bezig te houden met de operaties met één of meer RPA's, voorstelt zich bezig te houden met de operaties met één of meer RPA's,
maar die zelf geen civiele staatsoperator is; maar die zelf geen civiele staatsoperator is;
18° verhuurder/leverancier : een natuurlijk of rechtspersoon die, al 18° verhuurder/leverancier : een natuurlijk of rechtspersoon die, al
dan niet tegen vergoeding, een RPA ter beschikking stelt van een dan niet tegen vergoeding, een RPA ter beschikking stelt van een
civiele staatsoperator, met het oog op het inzetten ervan door deze civiele staatsoperator, met het oog op het inzetten ervan door deze
staatsoperator; staatsoperator;
19° DGLV : Directoraat-generaal Luchtvaart bij de Federale 19° DGLV : Directoraat-generaal Luchtvaart bij de Federale
Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;
20° medisch certificaat voor LAPL : een medisch certificaat dat is 20° medisch certificaat voor LAPL : een medisch certificaat dat is
afgegeven aan de aanvragers of de titularissen van een bewijs van afgegeven aan de aanvragers of de titularissen van een bewijs van
bevoegdheid als recreatief vlieger (LAPL), overeenkomstig de bevoegdheid als recreatief vlieger (LAPL), overeenkomstig de
bepalingen van Bijlage IV [PART-MED], subdeel A van de Verordening bepalingen van Bijlage IV [PART-MED], subdeel A van de Verordening
(EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot
vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met
betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig
Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad,
alsook van het koninklijk besluit van 12 juli 2013 tot regeling van de alsook van het koninklijk besluit van 12 juli 2013 tot regeling van de
organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en
geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van
burgerlijke luchtvaartuigen, van cabinebemanning en van burgerlijke luchtvaartuigen, van cabinebemanning en van
luchtverkeersleiders, dan wel een medisch certificaat dat is verstrekt luchtverkeersleiders, dan wel een medisch certificaat dat is verstrekt
ingevolge het onderzoek bedoeld in artikel 42 van het koninklijk ingevolge het onderzoek bedoeld in artikel 42 van het koninklijk
besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs. besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Titel 2 - Toepassingsgebied Titel 2 - Toepassingsgebied
Deze omzendbrief is van toepassing op de RPA zoals gedefinieerd onder Deze omzendbrief is van toepassing op de RPA zoals gedefinieerd onder
Titel 1, 4°. Het betreft dus niet enkel de onbemande luchtvaartuigen Titel 1, 4°. Het betreft dus niet enkel de onbemande luchtvaartuigen
die door de civiele staatsoperatoren zelf worden gebruikt, maar ook de die door de civiele staatsoperatoren zelf worden gebruikt, maar ook de
onbemande luchtvaartuigen van een derde die in opdracht van de civiele onbemande luchtvaartuigen van een derde die in opdracht van de civiele
staatsoperatoren in het raam van hun operaties en activiteiten worden staatsoperatoren in het raam van hun operaties en activiteiten worden
ingezet. ingezet.
De bepalingen van deze omzendbrief zijn niet van toepassing op de RPA De bepalingen van deze omzendbrief zijn niet van toepassing op de RPA
die worden gebruikt binnenin een gebouw. die worden gebruikt binnenin een gebouw.
Het gebruik van autonome luchtvaartuigen, namelijk onbemande Het gebruik van autonome luchtvaartuigen, namelijk onbemande
luchtvaartuigen die de piloot niet in staat stellen om ogenblikkelijk luchtvaartuigen die de piloot niet in staat stellen om ogenblikkelijk
tussen te komen om de vlucht te beheren, is verboden. tussen te komen om de vlucht te beheren, is verboden.
Titel 3 - Luchtverkeersregels Titel 3 - Luchtverkeersregels
Hoofdstuk 3.1 - Algemene bepalingen Hoofdstuk 3.1 - Algemene bepalingen
De RPAS worden overeenkomstig de uitvoeringsverordening (EU) nr. De RPAS worden overeenkomstig de uitvoeringsverordening (EU) nr.
923/2012 en de bepalingen van deze titel bediend. 923/2012 en de bepalingen van deze titel bediend.
Zijn verboden met RPA's : Zijn verboden met RPA's :
1° operaties op ATS-routes, zoals bedoeld in artikel 2, punt 46), van 1° operaties op ATS-routes, zoals bedoeld in artikel 2, punt 46), van
de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012; de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012;
2° passagiersvervoer; 2° passagiersvervoer;
3° slepen; 3° slepen;
4° kunstvluchten. 4° kunstvluchten.
In een situatie die de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar In een situatie die de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar
brengt, beëindigt de bestuurder van een RPA de vlucht van zodra de brengt, beëindigt de bestuurder van een RPA de vlucht van zodra de
voorwaarden vervuld zijn om de vlucht veilig te stoppen. voorwaarden vervuld zijn om de vlucht veilig te stoppen.
Tijdens elke fase van de vlucht verzekert de bestuurder van een RPA Tijdens elke fase van de vlucht verzekert de bestuurder van een RPA
zich ervan dat het RPA een continue bestuurs- en controleverbinding zich ervan dat het RPA een continue bestuurs- en controleverbinding
behoudt en dat hij, in voorkomend geval, onverwijld de procedures behoudt en dat hij, in voorkomend geval, onverwijld de procedures
uitvoert die vastgesteld zijn voor het geval van verlies van de uitvoert die vastgesteld zijn voor het geval van verlies van de
verbinding. verbinding.
Het grondcontrolestation is in alle fasen van de vlucht compatibel met Het grondcontrolestation is in alle fasen van de vlucht compatibel met
het RPA waarmee het verbonden is. het RPA waarmee het verbonden is.
Tijdens de vlucht zorgt de bestuurder van een RPA ervoor om op Tijdens de vlucht zorgt de bestuurder van een RPA ervoor om op
voldoende afstand van andere luchtvaartuigen te blijven om het effect voldoende afstand van andere luchtvaartuigen te blijven om het effect
van zogturbulentie op de prestaties van het RPA te verkleinen. van zogturbulentie op de prestaties van het RPA te verkleinen.
De bestuurder van een RPA is verantwoordelijk voor het naleven van de De bestuurder van een RPA is verantwoordelijk voor het naleven van de
veiligheidsafstand tussen zijn RPA en elk ander type luchtvaartuig dat veiligheidsafstand tussen zijn RPA en elk ander type luchtvaartuig dat
het operatiegebied van het RPA nadert, alsook tussen elk voorwerp of het operatiegebied van het RPA nadert, alsook tussen elk voorwerp of
obstakel op de vliegroute van het RPA. obstakel op de vliegroute van het RPA.
Hoofdstuk 3.2 - Voorrangsregels Hoofdstuk 3.2 - Voorrangsregels
In afwijking van punt SERA.3210 van de bijlage van de In afwijking van punt SERA.3210 van de bijlage van de
uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012, verleent een RPA steeds uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012, verleent een RPA steeds
voorrang aan alle bemande luchtvaarttuigen. voorrang aan alle bemande luchtvaarttuigen.
De bepalingen van punt SERA.3210 van de bijlage van de De bepalingen van punt SERA.3210 van de bijlage van de
uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012 zijn tussen RPA van uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012 zijn tussen RPA van
toepassing. toepassing.
Hoofdstuk 3.3 - Zichtbereikvliegvoorschriften Hoofdstuk 3.3 - Zichtbereikvliegvoorschriften
De bestuurder van een RPA behoudt, afhankelijk van de technische en De bestuurder van een RPA behoudt, afhankelijk van de technische en
operationele kenmerken van het RPAS, en van de aard van het obstakel operationele kenmerken van het RPAS, en van de aard van het obstakel
en de uit te voeren opdracht, een redelijke en aangepaste afstand en de uit te voeren opdracht, een redelijke en aangepaste afstand
tussen het RPA en de obstakels eromheen tijdens iedere fase van de tussen het RPA en de obstakels eromheen tijdens iedere fase van de
vlucht. vlucht.
VLOS-operaties mogen slechts plaatsvinden als de bestuurder van het VLOS-operaties mogen slechts plaatsvinden als de bestuurder van het
RPA, of in voorkomend geval de RPA-waarnemer, een direct visueel RPA, of in voorkomend geval de RPA-waarnemer, een direct visueel
contact, zonder hulpmiddelen, houdt met het RPA teneinde de bestuurder contact, zonder hulpmiddelen, houdt met het RPA teneinde de bestuurder
toe te laten op elk moment een botsing met een ander luchtvaartuig, toe te laten op elk moment een botsing met een ander luchtvaartuig,
een object of een obstakel te vermijden. een object of een obstakel te vermijden.
BLOS-operaties mogen slechts plaatsvinden indien de bestuurder van het BLOS-operaties mogen slechts plaatsvinden indien de bestuurder van het
RPA beschikt over de kwalificatie BLOS en indien de RPA is uitgerust RPA beschikt over de kwalificatie BLOS en indien de RPA is uitgerust
met technische hulpmiddelen die de piloot toelaten een beeld te vormen met technische hulpmiddelen die de piloot toelaten een beeld te vormen
van de positie en de omgeving van het RPA. van de positie en de omgeving van het RPA.
Het gebruik maken van meerdere RPA-waarnemers is toegelaten en de Het gebruik maken van meerdere RPA-waarnemers is toegelaten en de
afstand tussen de bestuurder van een RPA en het RPA mag in geen geval afstand tussen de bestuurder van een RPA en het RPA mag in geen geval
leiden tot het overschrijden van het bereik van de radioverbinding van leiden tot het overschrijden van het bereik van de radioverbinding van
het RPAS. het RPAS.
Vluchten in gecontroleerd luchtruim zijn toegelaten mits telefonische Vluchten in gecontroleerd luchtruim zijn toegelaten mits telefonische
notificatie, voor het opstijgen, aan de bevoegde luchtverkeersleiding. notificatie, voor het opstijgen, aan de bevoegde luchtverkeersleiding.
De vluchtuitvoeringen met een RPAS zijn beperkt tot De vluchtuitvoeringen met een RPAS zijn beperkt tot
zichtbereikvluchten (VLOS) en vluchten buiten het zichtbereik (BLOS) zichtbereikvluchten (VLOS) en vluchten buiten het zichtbereik (BLOS)
tot een hoogte van 300 voet AGL in niet-gecontroleerd luchtruim. tot een hoogte van 300 voet AGL in niet-gecontroleerd luchtruim.
Zijn evenwel niet toegelaten, alle operaties : Zijn evenwel niet toegelaten, alle operaties :
1° in een luchtruim met een bijzonder statuut (verboden gebieden (P), 1° in een luchtruim met een bijzonder statuut (verboden gebieden (P),
gevaarlijke gebieden (D), beperkte gebieden (R)), behalve wanneer de gevaarlijke gebieden (D), beperkte gebieden (R)), behalve wanneer de
uitzondering toegelaten werd volgens het koninklijk besluit van 19 uitzondering toegelaten werd volgens het koninklijk besluit van 19
december 2014 betreffende de luchtverkeersregels en operationele december 2014 betreffende de luchtverkeersregels en operationele
bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures of bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures of
in het geval van een actieve Helicopter Training Area (HTA) of Low in het geval van een actieve Helicopter Training Area (HTA) of Low
Flying Area (LFA) wanneer de vlucht toegelaten werd door de bevoegde Flying Area (LFA) wanneer de vlucht toegelaten werd door de bevoegde
militaire luchtverkeersleiding; militaire luchtverkeersleiding;
2° in een tijdelijk gereserveerd luchtruim (TRA) of een tijdelijk 2° in een tijdelijk gereserveerd luchtruim (TRA) of een tijdelijk
afgescheiden luchtruim (TSA), behalve wanneer de uitzondering om te afgescheiden luchtruim (TSA), behalve wanneer de uitzondering om te
vliegen met een RPA voor civiele staatsopdrachten voorzien werd in de vliegen met een RPA voor civiele staatsopdrachten voorzien werd in de
oprichting van dit luchtruim; oprichting van dit luchtruim;
3° in een straal van 1,5 zeemijl rond luchtvaartterreinen voor 3° in een straal van 1,5 zeemijl rond luchtvaartterreinen voor
luchtvaartuigen of voor ultralichte motorluchtvaartuigen en van een luchtvaartuigen of voor ultralichte motorluchtvaartuigen en van een
0,5 zeemijl rond een helihaven, behalve na voorafgaande toestemming 0,5 zeemijl rond een helihaven, behalve na voorafgaande toestemming
van de exploitant van het luchtvaartterrein of de helihaven. van de exploitant van het luchtvaartterrein of de helihaven.
In afwijking van punt SERA.5005(a) van de bijlage van de In afwijking van punt SERA.5005(a) van de bijlage van de
uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012, worden de VLOS.operaties uitvoeringsverordering (EU) n° 923/2012, worden de VLOS.operaties
uitgevoerd overeenkomstig de hieronder bepaalde vliegvoorschriften : uitgevoerd overeenkomstig de hieronder bepaalde vliegvoorschriften :
1° buiten de wolken; 1° buiten de wolken;
2° de horizontale zichtbaarheid is minstens gelijk aan anderhalve keer 2° de horizontale zichtbaarheid is minstens gelijk aan anderhalve keer
de afstand tussen het RPA en de bestuurder van een RPA of de de afstand tussen het RPA en de bestuurder van een RPA of de
RPA-waarnemer. De horizontale zichtbaarheid is de minimale RPA-waarnemer. De horizontale zichtbaarheid is de minimale
zichtbaarheid die nodig is voor de operaties in alle richtingen van zichtbaarheid die nodig is voor de operaties in alle richtingen van
het horizontaal vlak. het horizontaal vlak.
Deze operaties mogen niet plaatsvinden wanneer de weersomstandigheden Deze operaties mogen niet plaatsvinden wanneer de weersomstandigheden
langs de route van dien aard zijn dat de vlucht niet over de gehele langs de route van dien aard zijn dat de vlucht niet over de gehele
route kan worden uitgevoerd overeenkomstig de voormelde vereisten. route kan worden uitgevoerd overeenkomstig de voormelde vereisten.
Titel 4 - Bestuurder van een RPA Titel 4 - Bestuurder van een RPA
Niemand mag een RPA besturen indien hij geen houder is van een bewijs Niemand mag een RPA besturen indien hij geen houder is van een bewijs
van bevoegdheid als bestuurder van een RPA bedoeld in het koninklijk van bevoegdheid als bestuurder van een RPA bedoeld in het koninklijk
besluit of van een brevet van bestuurder van een RPA uitgereikt door besluit of van een brevet van bestuurder van een RPA uitgereikt door
een civiele staatsoperator. een civiele staatsoperator.
De nadere inhoud van de opleiding die recht geeft op dit brevet De nadere inhoud van de opleiding die recht geeft op dit brevet
alsmede de eventuele opleidingsvrijstellingen worden vastgelegd in het alsmede de eventuele opleidingsvrijstellingen worden vastgelegd in het
erkenningsdossier van die opleiding. erkenningsdossier van die opleiding.
In elk geval zal hierin een vrijstelling worden voorzien van het In elk geval zal hierin een vrijstelling worden voorzien van het
theoretische gedeelte voor zij die met succes een opleiding gevolgd theoretische gedeelte voor zij die met succes een opleiding gevolgd
hebben als (privé)piloot of zij die in een luchtvaartschool een hebben als (privé)piloot of zij die in een luchtvaartschool een
voorafgaande theorieopleiding genoten hebben, en van het praktische voorafgaande theorieopleiding genoten hebben, en van het praktische
gedeelte voor zij die kunnen aantonen dat ze voor het ingaan van de gedeelte voor zij die kunnen aantonen dat ze voor het ingaan van de
omzendbrief minstens 2 jaar operationele ervaring hebben opgedaan omzendbrief minstens 2 jaar operationele ervaring hebben opgedaan
binnen hun dienst. binnen hun dienst.
Er weze tenslotte aangestipt dat de inhoud van de opleiding minstens Er weze tenslotte aangestipt dat de inhoud van de opleiding minstens
beantwoordt aan de bijlage 1 van het koninklijk besluit. beantwoordt aan de bijlage 1 van het koninklijk besluit.
Een gedetailleerd overzicht van alle vluchten die uitgevoerd werden in Een gedetailleerd overzicht van alle vluchten die uitgevoerd werden in
de hoedanigheid van bestuurder van een RPA wordt ingeschreven in een de hoedanigheid van bestuurder van een RPA wordt ingeschreven in een
logboek van de bestuurder van een RPA. logboek van de bestuurder van een RPA.
Het logboek van de bestuurder van een RPA bevat voor elke vlucht ten Het logboek van de bestuurder van een RPA bevat voor elke vlucht ten
minste de volgende informatie : minste de volgende informatie :
1° de datum van elke vlucht; 1° de datum van elke vlucht;
2° de naam, voornaam en geboortedatum van de bestuurder van een RPA; 2° de naam, voornaam en geboortedatum van de bestuurder van een RPA;
3° het registratiekenmerk van het afzonderlijk RPAS; 3° het registratiekenmerk van het afzonderlijk RPAS;
4° de opstijg- en landingsplaats met vermelding van hun 4° de opstijg- en landingsplaats met vermelding van hun
gps-coördinaten; gps-coördinaten;
5° de vertrektijd; 5° de vertrektijd;
6° de aankomsttijd; 6° de aankomsttijd;
7° de vliegtijd; 7° de vliegtijd;
8° het type activiteit; 8° het type activiteit;
9° in voorkomend geval, de naam van de andere personen die betrokken 9° in voorkomend geval, de naam van de andere personen die betrokken
waren bij de vluchtoperaties en in het bijzonder die van de waren bij de vluchtoperaties en in het bijzonder die van de
RPA-waarnemer(s). RPA-waarnemer(s).
Een reeks vluchten die met een RPAS worden uitgevoerd kunnen onder een Een reeks vluchten die met een RPAS worden uitgevoerd kunnen onder een
enkele inschrijving worden ingevuld in het logboek, indien er op enkele inschrijving worden ingevuld in het logboek, indien er op
dezelfde dag een aantal vluchten werden uitgevoerd waarbij steeds dezelfde dag een aantal vluchten werden uitgevoerd waarbij steeds
teruggekeerd werd naar dezelfde opstijgplaats en er tussen deze teruggekeerd werd naar dezelfde opstijgplaats en er tussen deze
vluchten niet meer dan vijftien minuten tussentijd was. vluchten niet meer dan vijftien minuten tussentijd was.
Titel 5 - Technische aspecten Titel 5 - Technische aspecten
Alle RPA moeten technisch gehomologeerd zijn overeenkomstig de Alle RPA moeten technisch gehomologeerd zijn overeenkomstig de
artikelen 42 tot en met 51 van het koninklijk besluit. artikelen 42 tot en met 51 van het koninklijk besluit.
Titel 6 - Registratie Titel 6 - Registratie
Hoofdstuk 6.1 - Registratie van RPAS van een exploitant en registratie Hoofdstuk 6.1 - Registratie van RPAS van een exploitant en registratie
van een gehuurde of ter beschikking gesteld RPAS van een gehuurde of ter beschikking gesteld RPAS
Een RPAS van een exploitant en een gehuurde of ter beschikking Een RPAS van een exploitant en een gehuurde of ter beschikking
gestelde RPAS moeten geregistreerd zijn volgens de bepalingen onder gestelde RPAS moeten geregistreerd zijn volgens de bepalingen onder
Titel 6 van het koninklijk besluit. Titel 6 van het koninklijk besluit.
Hoofdstuk 6.2 - Registratie van een RPAS van een civiele Hoofdstuk 6.2 - Registratie van een RPAS van een civiele
staatsoperator staatsoperator
De FOD Binnenlandse Zaken houdt een register bij van de RPAS. De FOD Binnenlandse Zaken houdt een register bij van de RPAS.
Een civiele staatsoperator die een RPAS in gebruik wenst te nemen Een civiele staatsoperator die een RPAS in gebruik wenst te nemen
richt de aanvraag tot registratie ervan aan de FOD Binnenlandse Zaken, richt de aanvraag tot registratie ervan aan de FOD Binnenlandse Zaken,
Civiele Veiligheid, Directie Nieuwe Technologieën, Leuvenseweg 1, 1000 Civiele Veiligheid, Directie Nieuwe Technologieën, Leuvenseweg 1, 1000
Brussel. Brussel.
De aanvraag voor registratie gebeurt aan de hand van het De aanvraag voor registratie gebeurt aan de hand van het
aanvraagformulier waarvan het model als bijlage van deze omzendbrief aanvraagformulier waarvan het model als bijlage van deze omzendbrief
is gevoegd. is gevoegd.
Een bewijs van registratie van het RPAS wordt afgegeven voor elk in Een bewijs van registratie van het RPAS wordt afgegeven voor elk in
het RPAS-register ingeschreven RPAS. het RPAS-register ingeschreven RPAS.
Wanneer het bewijs niet meer geldig is alsmede wanneer het RPA niet Wanneer het bewijs niet meer geldig is alsmede wanneer het RPA niet
meer in gebruik is, is de houder ervan gehouden het onmiddellijk terug meer in gebruik is, is de houder ervan gehouden het onmiddellijk terug
te zenden naar de FOD Binnenlandse Zaken, Civiele Veiligheid, Directie te zenden naar de FOD Binnenlandse Zaken, Civiele Veiligheid, Directie
Nieuwe Technologieën, Leuvenseweg 1, 1000 Brussel. Nieuwe Technologieën, Leuvenseweg 1, 1000 Brussel.
Elk in het RPAS-register ingeschreven RPAS draagt de letters IBZ Elk in het RPAS-register ingeschreven RPAS draagt de letters IBZ
gevolgd door een horizontale streep en dan een groep van vier gevolgd door een horizontale streep en dan een groep van vier
karakters samengesteld uit ofwel letters, ofwel cijfers ofwel een karakters samengesteld uit ofwel letters, ofwel cijfers ofwel een
combinatie van letters en cijfers. Het kenmerk wordt bevestigd op het combinatie van letters en cijfers. Het kenmerk wordt bevestigd op het
RPA op een duurzame manier zodat het altijd leesbaar is en gemakkelijk RPA op een duurzame manier zodat het altijd leesbaar is en gemakkelijk
te lokaliseren. te lokaliseren.
Titel 7 - Exploitatie Titel 7 - Exploitatie
Hoofdstuk 7.1 - Algemene bepaling Hoofdstuk 7.1 - Algemene bepaling
Om vluchtuitvoeringen te verrichten zijn de volgende elementen vereist Om vluchtuitvoeringen te verrichten zijn de volgende elementen vereist
: :
1° de bestuurder is houder van een geldig bewijs van bevoegdheid als 1° de bestuurder is houder van een geldig bewijs van bevoegdheid als
bestuurder van een RPA of van een brevet van bestuurder van een RPA bestuurder van een RPA of van een brevet van bestuurder van een RPA
uitgereikt door een civiele staatsoperator; uitgereikt door een civiele staatsoperator;
2° het RPAS is geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van Titel 6 2° het RPAS is geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van Titel 6
van deze omzendbrief; van deze omzendbrief;
3° indien het een vluchtuitvoering betreft door een exploitant, of met 3° indien het een vluchtuitvoering betreft door een exploitant, of met
een gehuurde of ter beschikking gestelde RPA, moet er voorafgaandelijk een gehuurde of ter beschikking gestelde RPA, moet er voorafgaandelijk
een overeenkomst opgesteld worden met de bepalingen betreffende het een overeenkomst opgesteld worden met de bepalingen betreffende het
beroepsgeheim, het gebruik van beelden, de piloten die gemachtigd zijn beroepsgeheim, het gebruik van beelden, de piloten die gemachtigd zijn
het toestel te bedienen en de verzekering burgerlijke het toestel te bedienen en de verzekering burgerlijke
aansprakelijkheid voor zowel het RPA, de piloten als de andere aansprakelijkheid voor zowel het RPA, de piloten als de andere
personen betrokken bij de vluchtprestatie. personen betrokken bij de vluchtprestatie.
Hoofdstuk 7.2 - Risicoanalyse voor de vluchtuitvoeringen Hoofdstuk 7.2 - Risicoanalyse voor de vluchtuitvoeringen
De bestuurder voert voor het begin van de geplande operaties, een De bestuurder voert voor het begin van de geplande operaties, een
operationele analyse uit van de risico's van de vluchtuitvoeringen operationele analyse uit van de risico's van de vluchtuitvoeringen
voor de luchtvaartveiligheid en de veiligheid van personen en goederen voor de luchtvaartveiligheid en de veiligheid van personen en goederen
op de grond. op de grond.
De risicoanalyse wordt uitgevoerd rekening houdend met onder andere de De risicoanalyse wordt uitgevoerd rekening houdend met onder andere de
aard van de geplande vluchtuitvoeringen alsook de plaats en de aard van de geplande vluchtuitvoeringen alsook de plaats en de
omgeving waar ze zullen uitgevoerd worden. omgeving waar ze zullen uitgevoerd worden.
Hoofdstuk 7.3 - Het operationeel handboek Hoofdstuk 7.3 - Het operationeel handboek
De bestuurder die vluchtuitvoeringen uitvoert, moet over een De bestuurder die vluchtuitvoeringen uitvoert, moet over een
operationeel handboek beschikken en het bijwerken. operationeel handboek beschikken en het bijwerken.
Het operationeel handboek en zijn eventuele herzieningen stemmen Het operationeel handboek en zijn eventuele herzieningen stemmen
overeen met het vlieghandboek van het RPAS, zoals bedoeld in artikel overeen met het vlieghandboek van het RPAS, zoals bedoeld in artikel
44 van het koninklijk besluit, of een gelijkwaardig document. 44 van het koninklijk besluit, of een gelijkwaardig document.
Het operationeel handboek bevat al de instructies, informatie en Het operationeel handboek bevat al de instructies, informatie en
procedures die nodig zijn voor elk gebruikt RPAS en die het personeel procedures die nodig zijn voor elk gebruikt RPAS en die het personeel
nodig heeft om de taken correct en veilig te kunnen uitvoeren; het nodig heeft om de taken correct en veilig te kunnen uitvoeren; het
bevat minstens de elementen zoals bedoeld in de bijlage 4 bij het bevat minstens de elementen zoals bedoeld in de bijlage 4 bij het
koninklijk besluit. koninklijk besluit.
Hoofdstuk 7.4 - Verplichtingen en verantwoordelijkheden van de civiele Hoofdstuk 7.4 - Verplichtingen en verantwoordelijkheden van de civiele
staatsoperator en de exploitant staatsoperator en de exploitant
De civiele staatsoperator/de exploitant : De civiele staatsoperator/de exploitant :
1° garandeert de veiligheid van de operaties die hij uitvoert; 1° garandeert de veiligheid van de operaties die hij uitvoert;
2° controleert dat het onderhoud uitgevoerd wordt, in overeenstemming 2° controleert dat het onderhoud uitgevoerd wordt, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant en in voorkomend geval met de met de specificaties van de fabrikant en in voorkomend geval met de
instructies uit het operationeel handboek en het onderhoudshandboek; instructies uit het operationeel handboek en het onderhoudshandboek;
3° houdt een onderhoudslogboek van elk RPAS bij; 3° houdt een onderhoudslogboek van elk RPAS bij;
4° zorgt ervoor dat elke vlucht gedekt is door een verzekering 4° zorgt ervoor dat elke vlucht gedekt is door een verzekering
burgerlijke aansprakelijkheid om de lichamelijke en materiële schade burgerlijke aansprakelijkheid om de lichamelijke en materiële schade
aan derden te dekken. aan derden te dekken.
Hoofdstuk 7.5 - Verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Hoofdstuk 7.5 - Verplichtingen en verantwoordelijkheden van de
bestuurder van een RPA bestuurder van een RPA
De bestuurder van een RPA : De bestuurder van een RPA :
1° is voortdurend in staat de RPA-functie en -status te volgen; 1° is voortdurend in staat de RPA-functie en -status te volgen;
2° is altijd in staat de controle over het RPA te verzekeren; 2° is altijd in staat de controle over het RPA te verzekeren;
3° vergewist er zich van, op basis van de meest recente 3° vergewist er zich van, op basis van de meest recente
weersvoorspellingen, dat voor de volledige vliegtijd de minimale weersvoorspellingen, dat voor de volledige vliegtijd de minimale
meteorologische voorwaarden voorzien zijn; meteorologische voorwaarden voorzien zijn;
4° zorgt ervoor dat voor elke vlucht de gewicht- en 4° zorgt ervoor dat voor elke vlucht de gewicht- en
zwaartepuntbeperkingen worden nageleefd; zwaartepuntbeperkingen worden nageleefd;
5° verzekert zich voor elke vlucht van het goede onderhoud van het 5° verzekert zich voor elke vlucht van het goede onderhoud van het
RPAS; RPAS;
6° zorgt ervoor dat de hulpmiddelen die nodig zijn voor een veilige 6° zorgt ervoor dat de hulpmiddelen die nodig zijn voor een veilige
vlucht beschikbaar zijn voordat een vlucht begint; vlucht beschikbaar zijn voordat een vlucht begint;
7° houdt tijdens het gebruik van het RPAS rekening met andere 7° houdt tijdens het gebruik van het RPAS rekening met andere
activiteiten op de grond, de topografie, de obstakels, de mogelijke activiteiten op de grond, de topografie, de obstakels, de mogelijke
atmosferische effecten op de radiocommunicatie, de mogelijke atmosferische effecten op de radiocommunicatie, de mogelijke
interferenties van de gebruikte frequentie; interferenties van de gebruikte frequentie;
8° zorgt ervoor dat elke vlucht wordt ingeschreven in het reisdagboek 8° zorgt ervoor dat elke vlucht wordt ingeschreven in het reisdagboek
van het RPA en in zijn logboek; van het RPA en in zijn logboek;
9° zorgt voor het naleven van de vigerende wetgeving inzake de 9° zorgt voor het naleven van de vigerende wetgeving inzake de
bescherming van de privacy. bescherming van de privacy.
De bestuurder van een RPA waakt er eveneens over dat het RPAS wordt De bestuurder van een RPA waakt er eveneens over dat het RPAS wordt
gebruikt overeenkomstig het vlieghandboek van het RPAS of een gebruikt overeenkomstig het vlieghandboek van het RPAS of een
gelijkwaardig document en het operationeel handboek. gelijkwaardig document en het operationeel handboek.
De bestuurder van een RPA verzekert zich ervan dat de opstijg- en De bestuurder van een RPA verzekert zich ervan dat de opstijg- en
landingsplaats : landingsplaats :
1° voldoende veilige omstandigheden biedt; 1° voldoende veilige omstandigheden biedt;
2° goed gedimensioneerd zijn; 2° goed gedimensioneerd zijn;
3° over de nodige uitrustingen beschikken; 3° over de nodige uitrustingen beschikken;
4° vrij van enig obstakel zijn; 4° vrij van enig obstakel zijn;
5° bestaan uit een oppervlak waarvan de toestand geschikt is voor het 5° bestaan uit een oppervlak waarvan de toestand geschikt is voor het
type geplande operaties, de grootte en de prestaties van het RPAS, type geplande operaties, de grootte en de prestaties van het RPAS,
rekening houdende met de externe omstandigheden. rekening houdende met de externe omstandigheden.
De bestuurder van een RPA houdt hierbij rekening met de vereisten die De bestuurder van een RPA houdt hierbij rekening met de vereisten die
vermeld zijn in het vlieghandboek van het betreffende RPAS of vermeld zijn in het vlieghandboek van het betreffende RPAS of
gelijkwaardig document. gelijkwaardig document.
Hoofdstuk 7.6 - Bijhouden van de documenten Hoofdstuk 7.6 - Bijhouden van de documenten
De civiele staatsoperator/exploitant die vluchtuitvoeringen uitvoert, De civiele staatsoperator/exploitant die vluchtuitvoeringen uitvoert,
houdt de volgende documenten gedurende vijf jaar bij : houdt de volgende documenten gedurende vijf jaar bij :
1° de uitgevoerde risicoanalyse in toepassing van hoofdstuk 7.2; 1° de uitgevoerde risicoanalyse in toepassing van hoofdstuk 7.2;
2° het operationeel handboek met eventuele herzieningen; 2° het operationeel handboek met eventuele herzieningen;
3° het reisdagboek van elk RPAS. 3° het reisdagboek van elk RPAS.
Titel 8 - Luchtvaartterreinen en operatie locaties Titel 8 - Luchtvaartterreinen en operatie locaties
Het opstijgen en het landen van een RPAS kunnen plaatsvinden op : Het opstijgen en het landen van een RPAS kunnen plaatsvinden op :
1° operatielocaties; 1° operatielocaties;
2° luchtvaartterreinen; 2° luchtvaartterreinen;
3° modelluchtvaartterreinen. 3° modelluchtvaartterreinen.
Een voor het opstijgen of landen van een RPAS gebruikte operatie- Een voor het opstijgen of landen van een RPAS gebruikte operatie-
locatie, mag slechts worden gebruikt als ze in overeenstemming is met locatie, mag slechts worden gebruikt als ze in overeenstemming is met
de vereisten van het vlieghandboek van het betreffende RPAS, of een de vereisten van het vlieghandboek van het betreffende RPAS, of een
gelijkwaardig document. gelijkwaardig document.
Het opstijgen en landen van een RPAS mag de veiligheid van bemande Het opstijgen en landen van een RPAS mag de veiligheid van bemande
luchtvaartuigen of van personen of goederen op de grond nooit in het luchtvaartuigen of van personen of goederen op de grond nooit in het
gedrang brengen. gedrang brengen.
Een RPAS kan een luchtvaartterrein slechts gebruiken als de toelating Een RPAS kan een luchtvaartterrein slechts gebruiken als de toelating
of het certificaat dat door de minister bevoegd voor de Luchtvaart of of het certificaat dat door de minister bevoegd voor de Luchtvaart of
zijn gemachtigde, de directeur-generaal van het DGLV, afgegeven is zijn gemachtigde, de directeur-generaal van het DGLV, afgegeven is
voor het luchtvaartterrein, het opstijgen en landen van RPAS toestaat. voor het luchtvaartterrein, het opstijgen en landen van RPAS toestaat.
De in de A.I.P. opgenomen modaliteiten en procedures worden nageleefd. De in de A.I.P. opgenomen modaliteiten en procedures worden nageleefd.
Het gebruik van een modelluchtvaartterrein is onderworpen aan de Het gebruik van een modelluchtvaartterrein is onderworpen aan de
voorafgaande toelating van de exploitant van het terrein en aan de voorafgaande toelating van de exploitant van het terrein en aan de
voorwaarden vermeld in de machtiging tot uitbating van dit voorwaarden vermeld in de machtiging tot uitbating van dit
modelluchtvaartterrein. modelluchtvaartterrein.
Titel 9 - Communicatie Titel 9 - Communicatie
De bestuurs- en controleverbinding is operationeel op elk moment van De bestuurs- en controleverbinding is operationeel op elk moment van
de vlucht. de vlucht.
De noodprocedure voorziet hoe te handelen in geval van verlies van De noodprocedure voorziet hoe te handelen in geval van verlies van
gegevensverbinding. gegevensverbinding.
De voor de nuttige lading gebruikte gegevensverbinding mag nooit de De voor de nuttige lading gebruikte gegevensverbinding mag nooit de
goede werking van de bestuur- en controleverbinding in gevaar brengen. goede werking van de bestuur- en controleverbinding in gevaar brengen.
De radiocommunicatie met het RPAS wordt gevoerd overeenkomstig de wet De radiocommunicatie met het RPAS wordt gevoerd overeenkomstig de wet
van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en haar van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en haar
uitvoeringsbesluiten, voornamelijk het koninklijk besluit van 18 uitvoeringsbesluiten, voornamelijk het koninklijk besluit van 18
december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de
gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen. gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen.
De radiocommunicatie met het RPAS is operationeel op elk moment van de De radiocommunicatie met het RPAS is operationeel op elk moment van de
vlucht. vlucht.
De radiocommunicatie tussen de bestuurder van een RPA en de De radiocommunicatie tussen de bestuurder van een RPA en de
RPA-waarnemer is operationeel op elk moment van de vlucht. RPA-waarnemer is operationeel op elk moment van de vlucht.
Indien de gebruikte frequenties interferentie ervaren, moet heel de Indien de gebruikte frequenties interferentie ervaren, moet heel de
exploitatiezone gescand worden op interfererende frequenties alvorens exploitatiezone gescand worden op interfererende frequenties alvorens
de vlucht uit te voeren. de vlucht uit te voeren.
Titel 10 - Slotbepalingen Titel 10 - Slotbepalingen
De registratie bedoeld in Titel 6 moet voor een reeds in gebruik De registratie bedoeld in Titel 6 moet voor een reeds in gebruik
zijnde RPA worden verricht uiterlijk binnen de zes maanden na de zijnde RPA worden verricht uiterlijk binnen de zes maanden na de
bekendmaking van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad. bekendmaking van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad.
Om uitzonderlijke operationele redenen kan een afwijking worden Om uitzonderlijke operationele redenen kan een afwijking worden
verleend van de bepalingen van deze omzendbrief. Daartoe wordt een verleend van de bepalingen van deze omzendbrief. Daartoe wordt een
voorafgaande en als dusdanig gemotiveerde aanvraag aan mijn ambt voorafgaande en als dusdanig gemotiveerde aanvraag aan mijn ambt
gericht. gericht.
Ik vraag aan de overheid om erop te willen toezien dat deze Ik vraag aan de overheid om erop te willen toezien dat deze
omzendbrief in elke dienst wordt verspreid zodat elk personeelslid er omzendbrief in elke dienst wordt verspreid zodat elk personeelslid er
kennis van kan nemen. kennis van kan nemen.
U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar,
de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt
bekendgemaakt, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden. bekendgemaakt, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse
Zaken, Zaken,
J. JAMBON J. JAMBON
^