← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
13 januari 2015 in zake M.G. , J.B. (beklaagde) en het Belgische Gemeenschappelijk
Waarborgfonds (vrijwillig tussenkomende partij),(...) « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10
en 11 van de Grondwet, (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2015 in zake M.G. , J.B. (beklaagde) en het Belgische Gemeenschappelijk Waarborgfonds (vrijwillig tussenkomende partij),(...) « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2015 in zake M.G. , J.B. (beklaagde) en het Belgische Gemeenschappelijk Waarborgfonds (vrijwillig tussenkomende partij),(...) « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 | januari 1989 |
Bij vonnis van 13 januari 2015 in zake M.G. (burgerlijke partij), J.B. | Bij vonnis van 13 januari 2015 in zake M.G. (burgerlijke partij), J.B. |
(beklaagde) en het Belgische Gemeenschappelijk Waarborgfonds | (beklaagde) en het Belgische Gemeenschappelijk Waarborgfonds |
(vrijwillig tussenkomende partij), waarvan de expeditie ter griffie | (vrijwillig tussenkomende partij), waarvan de expeditie ter griffie |
van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft de Rechtbank van | van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft de Rechtbank van |
eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag | eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag |
gesteld : | gesteld : |
« Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de | « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de |
vrijgesproken beklaagde recht heeft op een rechtsplegingsvergoeding | vrijgesproken beklaagde recht heeft op een rechtsplegingsvergoeding |
ten laste van de burgerlijke partij die hem rechtstreeks heeft | ten laste van de burgerlijke partij die hem rechtstreeks heeft |
gedagvaard, maar uitsluit dat de in het geding vrijgesproken beklaagde | gedagvaard, maar uitsluit dat de in het geding vrijgesproken beklaagde |
recht heeft op een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep ten laste | recht heeft op een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep ten laste |
van de burgerlijke partij die, hoewel zij hem niet rechtstreeks heeft | van de burgerlijke partij die, hoewel zij hem niet rechtstreeks heeft |
gedagvaard, hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig | gedagvaard, hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig |
beroep van het openbaar ministerie ? ». | beroep van het openbaar ministerie ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6153 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 6153 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |