Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april 2012, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april 2012, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april 2012, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 januari 1989
Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen,
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april
2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende
prejudiciële vraag gesteld : prejudiciële vraag gesteld :
« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van « Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van
de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de
heer [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische heer [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische
afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en
daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het
vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met
de socio-affectieve werkelijkheid ? ». de socio-affectieve werkelijkheid ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5382 van de rol van het Hof. Die zaak is ingeschreven onder nummer 5382 van de rol van het Hof.
De griffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^