← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 19 november 2009 in zake Karel Goots tegen de vzw « Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid »,
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is inge « Schendt artikel 83, § 1, Arbeidsovereenkomstenwet
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in z(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Karel Goots tegen de vzw « Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is inge « Schendt artikel 83, § 1, Arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in z(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Karel Goots tegen de vzw « Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is inge « Schendt artikel 83, § 1, Arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in z(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 | januari 1989 |
Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Karel Goots tegen de vzw « | Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Karel Goots tegen de vzw « |
Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid », waarvan de expeditie ter | Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid », waarvan de expeditie ter |
griffie van het Hof is ingekomen op 25 november 2009, heeft de | griffie van het Hof is ingekomen op 25 november 2009, heeft de |
Arbeidsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Arbeidsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 83, § 1, Arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 en | « Schendt artikel 83, § 1, Arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 en |
11 van de Grondwet in zoverre dit artikel de opzeggingstermijn | 11 van de Grondwet in zoverre dit artikel de opzeggingstermijn |
vaststelt op zes maanden indien door de werkgever ontslag gegeven | vaststelt op zes maanden indien door de werkgever ontslag gegeven |
wordt om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een | wordt om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een |
einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand | einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand |
waarin de bediende de leeftijd van 65 jaar bereikt, terwijl artikel 82 | waarin de bediende de leeftijd van 65 jaar bereikt, terwijl artikel 82 |
van diezelfde wet ten aanzien van de bedienden die niet die leeftijd | van diezelfde wet ten aanzien van de bedienden die niet die leeftijd |
bereikt hebben voorziet in de mogelijkheid om bij overeenkomst of door | bereikt hebben voorziet in de mogelijkheid om bij overeenkomst of door |
de rechter een langere opzegtermijn te bepalen wanneer het jaarlijks | de rechter een langere opzegtermijn te bepalen wanneer het jaarlijks |
loon van de bediende hoger is dan een bij wet bepaald bedrag ? ». | loon van de bediende hoger is dan een bij wet bepaald bedrag ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4810 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 4810 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |