← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 28 januari 2005 in zake P. Vrints tegen M. Matheussen, waarvan de expeditie ter griffie van
het Arbitragehof is ingekomen op 1 febr « Schenden de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk
Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Gr(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake P. Vrints tegen M. Matheussen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 febr « Schenden de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Gr(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake P. Vrints tegen M. Matheussen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 febr « Schenden de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Gr(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake P. Vrints tegen M. Matheussen, | Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake P. Vrints tegen M. Matheussen, |
| waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
| 1 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout de | 1 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schenden de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek de | « Schenden de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat zij ten | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat zij ten |
| nadele van de echtgenoot lastens wie de echtscheiding op grond van | nadele van de echtgenoot lastens wie de echtscheiding op grond van |
| feiten is uitgesproken en ten voordele van de echtgenoot in wiens | feiten is uitgesproken en ten voordele van de echtgenoot in wiens |
| voordeel de echtscheiding is uitgesproken alleen voorzien in het | voordeel de echtscheiding is uitgesproken alleen voorzien in het |
| verval van de huwelijksvoordelen die tevens overlevingsrechten zijn en | verval van de huwelijksvoordelen die tevens overlevingsrechten zijn en |
| niet van andere huwelijksvoordelen, met name een inbreng bedongen in | niet van andere huwelijksvoordelen, met name een inbreng bedongen in |
| het huwelijkscontract voorafgaand aan het sluiten van het huwelijk ? » | het huwelijkscontract voorafgaand aan het sluiten van het huwelijk ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 3444 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3444 van de rol van het Hof. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |