← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 28 januari 2005 in zake B. Kals tegen S. Kals en V. Henkinet, waarvan de expeditie ter griffie
van het Arbitragehof is ingekomen o « Bestaat er een discriminatie, en daardoor een schending
van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake B. Kals tegen S. Kals en V. Henkinet, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Bestaat er een discriminatie, en daardoor een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake B. Kals tegen S. Kals en V. Henkinet, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Bestaat er een discriminatie, en daardoor een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake B. Kals tegen S. Kals en V. | Bij vonnis van 28 januari 2005 in zake B. Kals tegen S. Kals en V. |
Henkinet, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Henkinet, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
ingekomen op 2 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | ingekomen op 2 februari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Bestaat er een discriminatie, en daardoor een schending van de | « Bestaat er een discriminatie, en daardoor een schending van de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, tussen de meerderjarige kinderen | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, tussen de meerderjarige kinderen |
wier afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming | wier afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming |
van moederszijde (door erkenning van of door onderzoek naar | van moederszijde (door erkenning van of door onderzoek naar |
vaderschap) en de meerderjarige kinderen die het vaderschap van hun | vaderschap) en de meerderjarige kinderen die het vaderschap van hun |
vader betwisten, in zoverre eerstgenoemden de familienaam kunnen | vader betwisten, in zoverre eerstgenoemden de familienaam kunnen |
behouden die zij steeds hebben gedragen, terwijl laatstgenoemden dat | behouden die zij steeds hebben gedragen, terwijl laatstgenoemden dat |
niet kunnen (artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek) ? » | niet kunnen (artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek) ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3472 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3472 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |