Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P. Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinde(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P. Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinde(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P. Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinde(...)
ARBITRAGEHOF ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 op het Arbitragehof januari 1989 op het Arbitragehof
Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P. Bij vonnis van 9 januari 2004 in zake de v.z.w. Partena tegen P.
Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is Foret, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
ingekomen op 19 januari 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de ingekomen op 19 januari 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de
volgende prejudiciële vragen gesteld : volgende prejudiciële vragen gesteld :
1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende 1. « Schendt artikel 56bis, § 2, vierde lid, van de samengeordende
wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10 wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10
en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat
de voorwaarde van verlating van het rechtgevende kind (die vereist is de voorwaarde van verlating van het rechtgevende kind (die vereist is
voor het behoud, in zijn voordeel, van de toekenning van de voor het behoud, in zijn voordeel, van de toekenning van de
kinderbijslag voor wezen in geval van een nieuw huwelijk of kinderbijslag voor wezen in geval van een nieuw huwelijk of
hersamenstelling van een feitelijk gezin door de overlevende ouder) hersamenstelling van een feitelijk gezin door de overlevende ouder)
moet worden beschouwd als niet vervuld wanneer het bedrag van het moet worden beschouwd als niet vervuld wanneer het bedrag van het
onderhoudsgeld van die laatste, dat bestemd is voor de opvoeding en onderhoudsgeld van die laatste, dat bestemd is voor de opvoeding en
het onderhoud van het kind - die verzekerd worden buiten het genoemde het onderhoud van het kind - die verzekerd worden buiten het genoemde
gezin, waarvan het kind is uitgesloten -, hoger is dan het bedrag dat gezin, waarvan het kind is uitgesloten -, hoger is dan het bedrag dat
gelijk is aan het verschil tussen de bedragen aan kinderbijslag gelijk is aan het verschil tussen de bedragen aan kinderbijslag
toegekend tegen de tarieven van respectievelijk de artikelen 50bis en toegekend tegen de tarieven van respectievelijk de artikelen 50bis en
40 van de voormelde samengeordende wetten ? 40 van de voormelde samengeordende wetten ?
Heeft die interpretatie van het wettelijke begrip ' verlating ', met Heeft die interpretatie van het wettelijke begrip ' verlating ', met
verwijzing naar dat financiële criterium dat niet vervat is in de verwijzing naar dat financiële criterium dat niet vervat is in de
voormelde wetsbepaling en dat forfaitair wordt vastgelegd op de voormelde wetsbepaling en dat forfaitair wordt vastgelegd op de
bovenvermelde wijze, niet tot gevolg dat weeskinderen die zich in een bovenvermelde wijze, niet tot gevolg dat weeskinderen die zich in een
objectief vergelijkbare situatie bevinden doordat zij feitelijk objectief vergelijkbare situatie bevinden doordat zij feitelijk
uitgesloten zijn van de gevolgen van het vormen van een nieuw gezin uitgesloten zijn van de gevolgen van het vormen van een nieuw gezin
door de overlevende ouder, verschillend worden behandeld, waarbij een door de overlevende ouder, verschillend worden behandeld, waarbij een
discriminatie in het leven wordt geroepen die niet evenredig is met discriminatie in het leven wordt geroepen die niet evenredig is met
het doel dat wordt nagestreefd met de wetgeving betreffende de het doel dat wordt nagestreefd met de wetgeving betreffende de
kinderbijslag voor die specifieke categorie van rechtgevenden die zich kinderbijslag voor die specifieke categorie van rechtgevenden die zich
in een behartigenswaardige situatie bevinden, door het invoeren van in een behartigenswaardige situatie bevinden, door het invoeren van
een onderscheid op basis van de financiële draagkracht van de een onderscheid op basis van de financiële draagkracht van de
overlevende ouder ? » overlevende ouder ? »
2. « Schendt artikel 120bis van de samengeordende wetten betreffende 2. « Schendt artikel 120bis van de samengeordende wetten betreffende
de kinderbijslag voor loonarbeiders, door de discriminatie waartoe het de kinderbijslag voor loonarbeiders, door de discriminatie waartoe het
aanleiding geeft onder sociaal verzekerden naar gelang van het stelsel aanleiding geeft onder sociaal verzekerden naar gelang van het stelsel
waaronder de sociale prestaties die zij ontvangen, vallen, de waaronder de sociale prestaties die zij ontvangen, vallen, de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het niet verwijst naar de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het niet verwijst naar de
termijnen die zijn vastgelegd bij artikel 30 van de wet van 29 juni termijnen die zijn vastgelegd bij artikel 30 van de wet van 29 juni
1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers wat betreft de verjaringstermijnen voor het recht op werknemers wat betreft de verjaringstermijnen voor het recht op
terugvordering van ten onrechte uitbetaalde uitkeringen : terugvordering van ten onrechte uitbetaalde uitkeringen :
- enerzijds, door de gewone verjaringstermijn vast te stellen op vijf - enerzijds, door de gewone verjaringstermijn vast te stellen op vijf
jaar, terwijl artikel 30 van de voormelde wet die vaststelt op drie jaar, terwijl artikel 30 van de voormelde wet die vaststelt op drie
jaar, of op zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een jaar, of op zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een
vergissing van de instelling of de dienst waarvan de betrokkene zich vergissing van de instelling of de dienst waarvan de betrokkene zich
normaalgesproken geen rekenschap kon geven; normaalgesproken geen rekenschap kon geven;
- anderzijds, doordat het geen verjaringstermijn bepaalt voor de - anderzijds, doordat het geen verjaringstermijn bepaalt voor de
terugvordering van kinderbijslag die ten onrechte werd verkregen door terugvordering van kinderbijslag die ten onrechte werd verkregen door
bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige
verklaringen, terwijl artikel 30 van de voormelde wet de verklaringen, terwijl artikel 30 van de voormelde wet de
verjaringstermijn voor sociale prestaties die onder die voorwaarden verjaringstermijn voor sociale prestaties die onder die voorwaarden
onterecht werden verkregen, tot vijf jaar beperkt ? » onterecht werden verkregen, tot vijf jaar beperkt ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2890 van de rol van het Hof. Die zaak is ingeschreven onder nummer 2890 van de rol van het Hof.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^