← Terug naar  "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij 
vonnis van 12 december 2003 in zake het openbaar ministerie tegen D. Callens, waarvan de expeditie ter 
griffie van het Arbitragehof is ingeko « Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 
1 o , van het koninklijk besluit van 1(...)"
                    
                        
                        
                
              | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 12 december 2003 in zake het openbaar ministerie tegen D. Callens, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingeko « Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 1 o , van het koninklijk besluit van 1(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 12 december 2003 in zake het openbaar ministerie tegen D. Callens, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingeko « Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 1 o , van het koninklijk besluit van 1(...) | 
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij vonnis van 12 december 2003 in zake het openbaar ministerie tegen | Bij vonnis van 12 december 2003 in zake het openbaar ministerie tegen | 
| D. Callens, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | D. Callens, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | 
| ingekomen op 18 december 2003, heeft de Politierechtbank te Oudenaarde | ingekomen op 18 december 2003, heeft de Politierechtbank te Oudenaarde | 
| de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 1o, van het | « Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 1o, van het | 
| koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten | koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten | 
| betreffende de politie over het wegverkeer, vervangen bij artikel 28 | betreffende de politie over het wegverkeer, vervangen bij artikel 28 | 
| van de wet van 18 juli 1990, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | van de wet van 18 juli 1990, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | 
| afzonderlijk gelezen of gelezen in samenhang met artikel 6, 1o, van | afzonderlijk gelezen of gelezen in samenhang met artikel 6, 1o, van | 
| het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, omdat | het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, omdat | 
| zij aan een niet-rechterlijke instantie de bevoegdheid toekennen om | zij aan een niet-rechterlijke instantie de bevoegdheid toekennen om | 
| een strafsanctie in de zin van het Europees Verdrag op te leggen, | een strafsanctie in de zin van het Europees Verdrag op te leggen, | 
| omdat de procureur des Konings tegelijkertijd optreedt als vervolgende | omdat de procureur des Konings tegelijkertijd optreedt als vervolgende | 
| partij en als rechter en deze zonder openbaar proces, zonder opgave | partij en als rechter en deze zonder openbaar proces, zonder opgave | 
| van beweegredenen en zonder de betrokken persoon te horen, terwijl een | van beweegredenen en zonder de betrokken persoon te horen, terwijl een | 
| dergelijke bevoegdheid niet verleend wordt aan het openbaar ministerie | dergelijke bevoegdheid niet verleend wordt aan het openbaar ministerie | 
| ten opzichte van personen die van een hele reeks andere misdrijven | ten opzichte van personen die van een hele reeks andere misdrijven | 
| verdacht worden, en omdat de rechterlijke toetsing achteraf de eerder | verdacht worden, en omdat de rechterlijke toetsing achteraf de eerder | 
| opgelegde straf niet kan ongedaan maken, vermits de straf reeds | opgelegde straf niet kan ongedaan maken, vermits de straf reeds | 
| ondergaan werd en er geen procedure vastgesteld werd om de gevolgen | ondergaan werd en er geen procedure vastgesteld werd om de gevolgen | 
| van een ten onrechte opgelegde onmiddellijke intrekking van het | van een ten onrechte opgelegde onmiddellijke intrekking van het | 
| rijbewijs weg te werken en om de ten onrechte gestrafte te vergoeden, | rijbewijs weg te werken en om de ten onrechte gestrafte te vergoeden, | 
| terwijl dat laatste bijvoorbeeld wel het geval is voor de personen die | terwijl dat laatste bijvoorbeeld wel het geval is voor de personen die | 
| het slachtoffer werden van onwerkzame voorlopige hechtenis, zodat de | het slachtoffer werden van onwerkzame voorlopige hechtenis, zodat de | 
| betrokken persoon van wie het rijbewijs ingetrokken werd bij | betrokken persoon van wie het rijbewijs ingetrokken werd bij | 
| toepassing van de bedoelde wetsbepalingen niet tot andere straffen kan | toepassing van de bedoelde wetsbepalingen niet tot andere straffen kan | 
| veroordeeld worden omdat niemand, bij toepassing van artikel 14, 7o, | veroordeeld worden omdat niemand, bij toepassing van artikel 14, 7o, | 
| van het Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten opgemaakt te | van het Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten opgemaakt te | 
| New York op 19 december 1966 en goedgekeurd bij de wet van 15 mei | New York op 19 december 1966 en goedgekeurd bij de wet van 15 mei | 
| 1981, voor een tweede keer mag berecht of gestraft worden voor een | 1981, voor een tweede keer mag berecht of gestraft worden voor een | 
| strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het | strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het | 
| procesrecht bij einduitspraak veroordeeld is of waarvan hij | procesrecht bij einduitspraak veroordeeld is of waarvan hij | 
| vrijgesproken is, omdat dit zou neerkomen op een schending van het | vrijgesproken is, omdat dit zou neerkomen op een schending van het | 
| algemeen rechtsbeginsel dat neergelegd is in de rechtsspreuk ' non bis | algemeen rechtsbeginsel dat neergelegd is in de rechtsspreuk ' non bis | 
| in idem ' en omdat een dergelijke beslissing niet kan genomen worden | in idem ' en omdat een dergelijke beslissing niet kan genomen worden | 
| zonder jurisdictionele toetsing ? » | zonder jurisdictionele toetsing ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 2874 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2874 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. |