← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet alwaar het bepaalt d(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet alwaar het bepaalt d(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet alwaar het bepaalt d(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. | Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. |
Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het | Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Arbitragehof is ingekomen op 19 juli 2002, heeft de Rechtbank van | Arbitragehof is ingekomen op 19 juli 2002, heeft de Rechtbank van |
eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : | eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de | « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet alwaar het bepaalt dat de pachter die zijn voorkooprecht | Grondwet alwaar het bepaalt dat de pachter die zijn voorkooprecht |
heeft overgedragen overeenkomstig artikel 48bis van de pachtwet anders | heeft overgedragen overeenkomstig artikel 48bis van de pachtwet anders |
wordt behandeld dan de pachter die zelf zijn voorkooprecht heeft | wordt behandeld dan de pachter die zelf zijn voorkooprecht heeft |
uitgeoefend overeenkomstig artikel 47 van de pachtwet ? De ongelijke | uitgeoefend overeenkomstig artikel 47 van de pachtwet ? De ongelijke |
behandeling bestaat erin dat de schadevergoeding die de pachter in het | behandeling bestaat erin dat de schadevergoeding die de pachter in het |
eerste geval moet betalen 50 % (artikel 48bis van de pachtwet) en in | eerste geval moet betalen 50 % (artikel 48bis van de pachtwet) en in |
het andere geval 20 % (artikel 54 van de pachtwet) van de verkoopprijs | het andere geval 20 % (artikel 54 van de pachtwet) van de verkoopprijs |
bedraagt en dat in het eerste geval een verbod van overdracht van | bedraagt en dat in het eerste geval een verbod van overdracht van |
exploitatie van negen jaar wordt opgelegd terwijl in het andere geval | exploitatie van negen jaar wordt opgelegd terwijl in het andere geval |
een verbod van overdracht van exploitatie van slechts vijf jaar wordt | een verbod van overdracht van exploitatie van slechts vijf jaar wordt |
opgelegd. » | opgelegd. » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2501 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2501 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |