| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 1 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 1 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november |
| 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- | 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- |
| en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de | en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de |
| provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en | provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en |
| Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en | Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en |
| zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1) | zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
| grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de | grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de |
| provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en | provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en |
| Vlaams-Brabant; | Vlaams-Brabant; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en |
| zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies | zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
| Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en | Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en |
| Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en | Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en |
| zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd. | zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 1 december 2020. | Gegeven te Brussel, 1 december 2020. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in | Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in |
| openlucht geëxploiteerd worden | openlucht geëxploiteerd worden |
| in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg | in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg |
| en Vlaams-Brabant | en Vlaams-Brabant |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019 |
| Arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de | Arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de |
| witzandexploitaties uitgezonderd | witzandexploitaties uitgezonderd |
| (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2020 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2020 onder het nummer |
| 157467/CO/102.06) | 157467/CO/102.06) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke | de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke |
| in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, | in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de |
| witzandexploitaties uitgezonderd. | witzandexploitaties uitgezonderd. |
| Met "werklieden" worden : de arbeiders en arbeidsters bedoeld. | Met "werklieden" worden : de arbeiders en arbeidsters bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Lonen | HOOFDSTUK II. - Lonen |
Art. 2.De minimum uurlonen van de werklieden worden vanaf 1 december |
Art. 2.De minimum uurlonen van de werklieden worden vanaf 1 december |
| 2018 op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren als volgt | 2018 op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren als volgt |
| vastgesteld : | vastgesteld : |
| EUR | EUR |
| Categorie I, handlangers | Categorie I, handlangers |
| 15,6174 | 15,6174 |
| Categorie IA, handlangers | Categorie IA, handlangers |
| 15,8115 | 15,8115 |
| Categorie II, geoefenden | Categorie II, geoefenden |
| 16,0072 | 16,0072 |
| Categorie III, vaklieden | Categorie III, vaklieden |
| 16,3942 | 16,3942 |
| Categorie IV, ploegbazen | Categorie IV, ploegbazen |
| 16,7857 | 16,7857 |
| Vanaf 1 juli 2019 worden deze minimumlonen, alsook alle reële | Vanaf 1 juli 2019 worden deze minimumlonen, alsook alle reële |
| uurlonen, verhoogd met 19 eurocent. | uurlonen, verhoogd met 19 eurocent. |
| Vanaf 1 juli 2019 wordt het minimumuurloon voor jobstudenten | Vanaf 1 juli 2019 wordt het minimumuurloon voor jobstudenten |
| vastgesteld op 13,0000 EUR. | vastgesteld op 13,0000 EUR. |
| Dit barema kan enkel toegepast worden op jobstudenten werkzaam in de | Dit barema kan enkel toegepast worden op jobstudenten werkzaam in de |
| schoolvakanties. De jobstudenten mogen niet tewerkgesteld worden in | schoolvakanties. De jobstudenten mogen niet tewerkgesteld worden in |
| periodes van tijdelijke werkloosheid. | periodes van tijdelijke werkloosheid. |
| HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de | HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen | consumptieprijzen |
Art. 3.De in artikel 2 vastgestelde lonen worden gekoppeld aan het |
Art. 3.De in artikel 2 vastgestelde lonen worden gekoppeld aan het |
| indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de | indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de |
| Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en | Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 4.De in artikel 2 vastgestelde lonen stemmen overeen met het |
Art. 4.De in artikel 2 vastgestelde lonen stemmen overeen met het |
| indexcijfer 107,69 (basis 2013). | indexcijfer 107,69 (basis 2013). |
| Telkens wanneer het vorig indexcijfer met 2 pct. stijgt of daalt, | Telkens wanneer het vorig indexcijfer met 2 pct. stijgt of daalt, |
| worden de laatst uitbetaalde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd. | worden de laatst uitbetaalde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd. |
| De indexcijfers die een loonsverhoging tot gevolg hebben zijn als | De indexcijfers die een loonsverhoging tot gevolg hebben zijn als |
| volgt vastgesteld : | volgt vastgesteld : |
| 105,58 - 107,69 - 109,84 - 112,04. | 105,58 - 107,69 - 109,84 - 112,04. |
| De loonsverlaging die uit een daling van het indexcijfer voortvloeit | De loonsverlaging die uit een daling van het indexcijfer voortvloeit |
| wordt slechts toegepast, wanneer het indexcijfer daalt met een halve | wordt slechts toegepast, wanneer het indexcijfer daalt met een halve |
| schijf beneden de volgende waarde : | schijf beneden de volgende waarde : |
| 102,50 - 104,55 - 106,64 - 108,77. | 102,50 - 104,55 - 106,64 - 108,77. |
Art. 5.De loonswijzigingen voortvloeiend uit de toepassing van |
Art. 5.De loonswijzigingen voortvloeiend uit de toepassing van |
| artikel 4 gaan in de eerste dag van de maand volgend op die waarvan | artikel 4 gaan in de eerste dag van de maand volgend op die waarvan |
| het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing van de lonen. | het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing van de lonen. |
| HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie | HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie |
Art. 6.Er wordt vanaf 1 januari 1993, in de ondernemingen waar men in |
Art. 6.Er wordt vanaf 1 januari 1993, in de ondernemingen waar men in |
| ploegen werkt, een ploegenpremie toegekend berekend op het minimum | ploegen werkt, een ploegenpremie toegekend berekend op het minimum |
| uurloon van categorie I van : | uurloon van categorie I van : |
| - 4 pct. voor de morgenploeg; | - 4 pct. voor de morgenploeg; |
| - 5,5 pct. voor de namiddagploeg; | - 5,5 pct. voor de namiddagploeg; |
| - 10 pct. voor de nachtploeg. | - 10 pct. voor de nachtploeg. |
| Alleen het werk dat niet aanvangt tussen 7 en 9 uur geldt als | Alleen het werk dat niet aanvangt tussen 7 en 9 uur geldt als |
| ploegwerk, tenzij een andere arbeidsregeling ingevolge bepaalde | ploegwerk, tenzij een andere arbeidsregeling ingevolge bepaalde |
| omstandigheden wordt toegepast op verzoek van de werklieden. Indien de | omstandigheden wordt toegepast op verzoek van de werklieden. Indien de |
| arbeidsprestaties vóór 7 uur aanvangen en aanleiding geven tot | arbeidsprestaties vóór 7 uur aanvangen en aanleiding geven tot |
| betaling van een supplement voor overwerk is er evenmin aanleiding tot | betaling van een supplement voor overwerk is er evenmin aanleiding tot |
| betaling van de ploegenpremie. | betaling van de ploegenpremie. |
| HOOFDSTUK V. - Zaterdagwerk | HOOFDSTUK V. - Zaterdagwerk |
Art. 7.Voor het werk op zaterdag ontvangen de werklieden een |
Art. 7.Voor het werk op zaterdag ontvangen de werklieden een |
| bijkomende premie die gelijk is aan een derde van het basisuurloon per | bijkomende premie die gelijk is aan een derde van het basisuurloon per |
| uur prestatie. | uur prestatie. |
| HOOFDSTUK VI. - Eindejaarspremie | HOOFDSTUK VI. - Eindejaarspremie |
Art. 8.Uiterlijk op 25 december van het lopende jaar wordt een |
Art. 8.Uiterlijk op 25 december van het lopende jaar wordt een |
| eindejaarspremie uitbetaald volgens de volgende modaliteiten : | eindejaarspremie uitbetaald volgens de volgende modaliteiten : |
| a) De referteperiode loopt van 1 december van het voorgaand jaar tot | a) De referteperiode loopt van 1 december van het voorgaand jaar tot |
| 30 november van het lopende jaar; | 30 november van het lopende jaar; |
| b) Elke gewerkte en/of begonnen maand tijdens de referteperiode geeft | b) Elke gewerkte en/of begonnen maand tijdens de referteperiode geeft |
| recht op 1/12de van een maandloon. Iemand die de hele referteperiode | recht op 1/12de van een maandloon. Iemand die de hele referteperiode |
| in dienst was heeft dus recht op een maand loon. Het in aanmerking | in dienst was heeft dus recht op een maand loon. Het in aanmerking |
| genomen loon is dat van december van het lopende jaar; | genomen loon is dat van december van het lopende jaar; |
| c) Bij overlijden van de werklieden wordt de proportionele | c) Bij overlijden van de werklieden wordt de proportionele |
| eindejaarspremie uitbetaald aan de rechtverkrijgenden; | eindejaarspremie uitbetaald aan de rechtverkrijgenden; |
| d) Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd tijdens de | d) Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd tijdens de |
| referteperiode, wordt de verschuldigde proportionele eindejaarspremie | referteperiode, wordt de verschuldigde proportionele eindejaarspremie |
| betaald samen met de eindafrekening; | betaald samen met de eindafrekening; |
| e) In geval van langdurige ziekte : | e) In geval van langdurige ziekte : |
| - indien de werknemer meer dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, heeft | - indien de werknemer meer dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, heeft |
| hij recht op de volledige eindejaarspremie; | hij recht op de volledige eindejaarspremie; |
| - indien hij minder dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, ontvangt hij | - indien hij minder dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, ontvangt hij |
| 1/12de per effectief begonnen maand. | 1/12de per effectief begonnen maand. |
Art. 9.Eventuele klachten betreffende de toepassing van artikel 8 |
Art. 9.Eventuele klachten betreffende de toepassing van artikel 8 |
| kunnen op verzoek van de betrokken partijen voorgelegd worden aan het | kunnen op verzoek van de betrokken partijen voorgelegd worden aan het |
| bevoegd paritair comité, dat als verzoeningscomité zetelt. | bevoegd paritair comité, dat als verzoeningscomité zetelt. |
| HOOFDSTUK VII. - Anciënniteitsverlof | HOOFDSTUK VII. - Anciënniteitsverlof |
Art. 10.Aan alle werklieden die tien jaar anciënniteit hebben in een |
Art. 10.Aan alle werklieden die tien jaar anciënniteit hebben in een |
| of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité | of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité |
| voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die in openlucht | voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die in openlucht |
| geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, | geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, |
| Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, zal één dag | Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, zal één dag |
| anciënniteitsverlof toegekend worden. | anciënniteitsverlof toegekend worden. |
| Voor de betrokkenen die 15 jaar anciënniteit hebben wordt dit twee | Voor de betrokkenen die 15 jaar anciënniteit hebben wordt dit twee |
| dagen. | dagen. |
| Voor de betrokkenen die 20 jaar anciënniteit hebben wordt dit drie | Voor de betrokkenen die 20 jaar anciënniteit hebben wordt dit drie |
| dagen. | dagen. |
| Voor de betrokkenen die 25 jaar anciënniteit hebben wordt dit vier | Voor de betrokkenen die 25 jaar anciënniteit hebben wordt dit vier |
| dagen. | dagen. |
| Voor de betrokkenen die 30 jaar anciënniteit hebben wordt dit vijf | Voor de betrokkenen die 30 jaar anciënniteit hebben wordt dit vijf |
| dagen. | dagen. |
| Voor de betrokkenen die 35 jaar anciënniteit hebben wordt dit zes | Voor de betrokkenen die 35 jaar anciënniteit hebben wordt dit zes |
| dagen. | dagen. |
| HOOFDSTUK VIII. - Dienstjarenpremie | HOOFDSTUK VIII. - Dienstjarenpremie |
Art. 11.De werklieden die in de loop van het dienstjaar vijf jaren |
Art. 11.De werklieden die in de loop van het dienstjaar vijf jaren |
| dienst tellen, in een of meerdere ondernemingen die ressorteren onder | dienst tellen, in een of meerdere ondernemingen die ressorteren onder |
| het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die | het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die |
| in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, | in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant hebben | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant hebben |
| recht op een dienstjarenpremie van 47,30 EUR. | recht op een dienstjarenpremie van 47,30 EUR. |
| Dit bedrag wordt vanaf het zesde dienstjaar verhoogd met 9,50 EUR per | Dit bedrag wordt vanaf het zesde dienstjaar verhoogd met 9,50 EUR per |
| bijkomend dienstjaar, inclusief interim periode, zo deze op een | bijkomend dienstjaar, inclusief interim periode, zo deze op een |
| ononderbroken periode slaat. | ononderbroken periode slaat. |
| De arbeider die in de loop van het kalenderjaar om eender welke reden | De arbeider die in de loop van het kalenderjaar om eender welke reden |
| uit dienst treedt, heeft per gepresteerde maand recht op 1/12de van de | uit dienst treedt, heeft per gepresteerde maand recht op 1/12de van de |
| dienstjarenpremie. | dienstjarenpremie. |
| Wat de arbeiders betreft die tijdens de eerste helft van het | Wat de arbeiders betreft die tijdens de eerste helft van het |
| dienstjaar uit dienst zijn getreden geeft bovenstaande regeling | dienstjaar uit dienst zijn getreden geeft bovenstaande regeling |
| onmiddellijk aanleiding tot uitbetaling. | onmiddellijk aanleiding tot uitbetaling. |
| De betaling van deze dienstjarenpremie geschiedt samen met de | De betaling van deze dienstjarenpremie geschiedt samen met de |
| afrekening van het loon voor de maand juli van het lopende dienstjaar. | afrekening van het loon voor de maand juli van het lopende dienstjaar. |
| HOOFDSTUK IX. - Vakbondspremie | HOOFDSTUK IX. - Vakbondspremie |
Art. 12.De werklieden, die de hierna vastgestelde voorwaarden |
Art. 12.De werklieden, die de hierna vastgestelde voorwaarden |
| vervullen, ontvangen vanaf de betaling in 2019 een vakbondspremie van | vervullen, ontvangen vanaf de betaling in 2019 een vakbondspremie van |
| 145 EUR per jaar. | 145 EUR per jaar. |
| De werklieden die genieten van een stelsel van werkloosheid met | De werklieden die genieten van een stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, | bedrijfstoeslag, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, |
| ontvangen vanaf de betalingen 2019 en 2020, een vakbondspremie van 87 | ontvangen vanaf de betalingen 2019 en 2020, een vakbondspremie van 87 |
| EUR per jaar. | EUR per jaar. |
| Er is een engagement van de partijen om een automatische aanpassing | Er is een engagement van de partijen om een automatische aanpassing |
| naar omhoog van de vakbondspremie indien het door de wetgever | naar omhoog van de vakbondspremie indien het door de wetgever |
| toegelaten wordt. | toegelaten wordt. |
| Hebben recht op de vakbondspremie, de werklieden die gedurende het | Hebben recht op de vakbondspremie, de werklieden die gedurende het |
| betrokken jaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister van | betrokken jaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister van |
| een in artikel 1 bedoelde onderneming, evenals de bruggepensioneerden, | een in artikel 1 bedoelde onderneming, evenals de bruggepensioneerden, |
| en die tezelfdertijd lid zijn geweest van een van de | en die tezelfdertijd lid zijn geweest van een van de |
| interprofessionele werknemersorganisaties, die op nationaal vlak | interprofessionele werknemersorganisaties, die op nationaal vlak |
| verbonden zijn. | verbonden zijn. |
| De rechthebbenden die aan deze voorwaarden niet voldoen gedurende het | De rechthebbenden die aan deze voorwaarden niet voldoen gedurende het |
| gehele jaar, ontvangen één twaalfde van de vakbondspremie per maand | gehele jaar, ontvangen één twaalfde van de vakbondspremie per maand |
| tijdens dewelke zij voldoen aan voornoemde voorwaarden. | tijdens dewelke zij voldoen aan voornoemde voorwaarden. |
Art. 13.De werkgevers overhandigen aan de rechthebbenden één A4 |
Art. 13.De werkgevers overhandigen aan de rechthebbenden één A4 |
| document waarop zij vermelden : | document waarop zij vermelden : |
| a) de naam en het adres van de onderneming; | a) de naam en het adres van de onderneming; |
| b) de naam en het adres van de betrokken rechthebbende; | b) de naam en het adres van de betrokken rechthebbende; |
| c) het aantal in aanmerking te nemen maanden gedurende het jaar. | c) het aantal in aanmerking te nemen maanden gedurende het jaar. |
| Tezelfdertijd stort de werkgever een bedrag gelijk aan de in artikel | Tezelfdertijd stort de werkgever een bedrag gelijk aan de in artikel |
| 12 vastgestelde premie per in het personeelsregister ingeschreven | 12 vastgestelde premie per in het personeelsregister ingeschreven |
| werkman en per bruggepensioneerde aan het "Sociaal Fonds voor de | werkman en per bruggepensioneerde aan het "Sociaal Fonds voor de |
| grind- en zandgroeven" (rekening nr. 001-1862473-52), Mgr. Broekxplein | grind- en zandgroeven" (rekening nr. 001-1862473-52), Mgr. Broekxplein |
| 6 te 3500 Hasselt. | 6 te 3500 Hasselt. |
| De rechthebbenden overhandigen het document aan hun vakbond. | De rechthebbenden overhandigen het document aan hun vakbond. |
| De vakbond vermeldt op de hem overhandigde documenten de duur van het | De vakbond vermeldt op de hem overhandigde documenten de duur van het |
| lidmaatschap van het betrokken lid bij de vakbond gedurende het | lidmaatschap van het betrokken lid bij de vakbond gedurende het |
| dienstjaar en betaalt de premie aan de rechthebbende. | dienstjaar en betaalt de premie aan de rechthebbende. |
| De vakbond zendt een afrekening met vermelding van naam, | De vakbond zendt een afrekening met vermelding van naam, |
| rijksregisternummer en bedrag aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en | rijksregisternummer en bedrag aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en |
| zandgroeven". | zandgroeven". |
| Na ontvangst maakt het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" | Na ontvangst maakt het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" |
| aan de vakorganisaties de afrekening van de te storten bedragen. | aan de vakorganisaties de afrekening van de te storten bedragen. |
| HOOFDSTUK X. - Bestaanszekerheid | HOOFDSTUK X. - Bestaanszekerheid |
Art. 14.De werklieden hebben recht op een bestaanszekerheidsuitkering |
Art. 14.De werklieden hebben recht op een bestaanszekerheidsuitkering |
| van 17,31 EUR per dag wanneer ze door de werkgever tijdelijk werkloos | van 17,31 EUR per dag wanneer ze door de werkgever tijdelijk werkloos |
| worden gesteld. | worden gesteld. |
| Vanaf 1 juli 2019 bedraagt deze uitkering 18,19 EUR. | Vanaf 1 juli 2019 bedraagt deze uitkering 18,19 EUR. |
| In geval van werkloosheid wegens slecht weer, wordt voormeld bedrag | In geval van werkloosheid wegens slecht weer, wordt voormeld bedrag |
| verhoogd met 20,19 EUR per dag. Vanaf 1 juli 2019 bedraagt deze | verhoogd met 20,19 EUR per dag. Vanaf 1 juli 2019 bedraagt deze |
| uitkering 20,58 EUR. | uitkering 20,58 EUR. |
| De betaling van de bestaanszekerheidsuitkering gebeurt op de normale | De betaling van de bestaanszekerheidsuitkering gebeurt op de normale |
| dagen van de loonbetaling. | dagen van de loonbetaling. |
Art. 15.In geval van tijdelijke werkloosheid zal de invoering van een |
Art. 15.In geval van tijdelijke werkloosheid zal de invoering van een |
| beurtregeling besproken worden op het vlak van de onderneming. | beurtregeling besproken worden op het vlak van de onderneming. |
| HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid binnen de sector | HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid binnen de sector |
Art. 16.Ingeval tot ontslag om economische reden moet worden |
Art. 16.Ingeval tot ontslag om economische reden moet worden |
| overgegaan zal voorafgaandelijk op bedrijfsvlak met de | overgegaan zal voorafgaandelijk op bedrijfsvlak met de |
| vakbondsafvaardigingen worden onderhandeld. | vakbondsafvaardigingen worden onderhandeld. |
| Zo deze procedure wordt toegepast, wordt uiteindelijk de beslissing | Zo deze procedure wordt toegepast, wordt uiteindelijk de beslissing |
| van de werkgever als geldig aanvaard. | van de werkgever als geldig aanvaard. |
| Zo deze procedure niet wordt toegepast, wordt het verzoeningscomité | Zo deze procedure niet wordt toegepast, wordt het verzoeningscomité |
| van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven | van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven |
| welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, | welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant |
| samengeroepen. Bij het in gebreke stellen van de werkgever wordt als | samengeroepen. Bij het in gebreke stellen van de werkgever wordt als |
| sanctie een mogelijke verdubbeling van de opzegperiode vooropgesteld. | sanctie een mogelijke verdubbeling van de opzegperiode vooropgesteld. |
| HOOFDSTUK XII. - Vervoerskosten | HOOFDSTUK XII. - Vervoerskosten |
Art. 17.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
Art. 17.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de | arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de |
| financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het | financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het |
| gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers, gewijzigd door | gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers, gewijzigd door |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/10 van 28 mei 2019, | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/10 van 28 mei 2019, |
| ontvangen de werklieden, vanaf 1 juli 2019, ongeacht het vervoermiddel | ontvangen de werklieden, vanaf 1 juli 2019, ongeacht het vervoermiddel |
| dat zij gebruiken, een bedrag zoals opgenomen in de tabel als bijlage. | dat zij gebruiken, een bedrag zoals opgenomen in de tabel als bijlage. |
| De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. | De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. |
| HOOFDSTUK XIII. - Kernactiviteit in onderaanneming | HOOFDSTUK XIII. - Kernactiviteit in onderaanneming |
Art. 18.De kernactiviteit moet bij voorkeur uitgeoefend worden door |
Art. 18.De kernactiviteit moet bij voorkeur uitgeoefend worden door |
| personeel eigen aan het bedrijf. | personeel eigen aan het bedrijf. |
| Zo de noodzaak zich voordoet derden in te schakelen, wordt dit | Zo de noodzaak zich voordoet derden in te schakelen, wordt dit |
| voorafgaandelijk en gemotiveerd gemeld aan de vakbondsafvaardigingen | voorafgaandelijk en gemotiveerd gemeld aan de vakbondsafvaardigingen |
| of, bij ontstentenis, aan de ondertekenende vakorganisaties. | of, bij ontstentenis, aan de ondertekenende vakorganisaties. |
| HOOFDSTUK XIV. - Maaltijdcheques | HOOFDSTUK XIV. - Maaltijdcheques |
Art. 19.Vanaf 2010 worden er maaltijdcheques toegekend aan de |
Art. 19.Vanaf 2010 worden er maaltijdcheques toegekend aan de |
| werknemers. | werknemers. |
| Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de nominale waarde 6,50 EUR/dag, waarvan | Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de nominale waarde 6,50 EUR/dag, waarvan |
| 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer. | 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer. |
| Vanaf 1 juli 2019 bedraagt de nominale waarde 7,00 EUR/dag, waarvan | Vanaf 1 juli 2019 bedraagt de nominale waarde 7,00 EUR/dag, waarvan |
| 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer. | 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer. |
| Het aantal maaltijdcheques wordt berekend volgends de alternatieve | Het aantal maaltijdcheques wordt berekend volgends de alternatieve |
| berekening bepaald in artikel 19 bis van het koninklijk besluit van 28 | berekening bepaald in artikel 19 bis van het koninklijk besluit van 28 |
| november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
| herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 5 | maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 5 |
| december 1969), zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 13 | december 1969), zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 13 |
| februari 2009 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2009) en het | februari 2009 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2009) en het |
| koninklijk besluit van 12 oktober 2010 (Belgisch Staatsblad van 23 | koninklijk besluit van 12 oktober 2010 (Belgisch Staatsblad van 23 |
| november 2010). | november 2010). |
| HOOFDSTUK XV. - Veiligheidsvoorschriften en re-integratie van | HOOFDSTUK XV. - Veiligheidsvoorschriften en re-integratie van |
| langdurige zieken | langdurige zieken |
Art. 20.In een werkgroep van het paritair subcomité zal een |
Art. 20.In een werkgroep van het paritair subcomité zal een |
| aanbeveling worden uitgewerkt omtrent specifieke | aanbeveling worden uitgewerkt omtrent specifieke |
| veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder voor werknemers die alleen | veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder voor werknemers die alleen |
| tewerkgesteld worden op de arbeidsplaats. | tewerkgesteld worden op de arbeidsplaats. |
| Tevens zal deze werkgroep op sectoraal vlak het thema "re-integratie" | Tevens zal deze werkgroep op sectoraal vlak het thema "re-integratie" |
| uitwerken. De financiering van een re-integratieproject zal via het | uitwerken. De financiering van een re-integratieproject zal via het |
| sociaal fonds overeengekomen worden, waardoor er overkoepelend gewerkt | sociaal fonds overeengekomen worden, waardoor er overkoepelend gewerkt |
| kan worden tussen de diverse bedrijven. Concreet kan er een pool | kan worden tussen de diverse bedrijven. Concreet kan er een pool |
| gecreëerd worden. Hierdoor wordt kennisdeling en | gecreëerd worden. Hierdoor wordt kennisdeling en |
| co-verantwoordelijkheid tussen de sociale partners geoptimaliseerd | co-verantwoordelijkheid tussen de sociale partners geoptimaliseerd |
| waardoor meer mogelijkheden gecreëerd worden. | waardoor meer mogelijkheden gecreëerd worden. |
| De sociale partners komen overeen om voorafgaand overleg te | De sociale partners komen overeen om voorafgaand overleg te |
| organiseren in het geval van de re-integratie van zieke medewerkers. | organiseren in het geval van de re-integratie van zieke medewerkers. |
| In de ondernemingen met werknemersvertegenwoordiging, wordt er | In de ondernemingen met werknemersvertegenwoordiging, wordt er |
| voorafgaandelijk overleg gepleegd met de syndicale vertegenwoordigers. | voorafgaandelijk overleg gepleegd met de syndicale vertegenwoordigers. |
| In de ondernemingen zonder werknemersvertegenwoordiging wordt er | In de ondernemingen zonder werknemersvertegenwoordiging wordt er |
| voorafgaandelijk overleg gepleegd met de regionale syndicale | voorafgaandelijk overleg gepleegd met de regionale syndicale |
| vertegenwoordigers van de sector. | vertegenwoordigers van de sector. |
| In dit kader komen de sociale partners overeen dat de | In dit kader komen de sociale partners overeen dat de |
| re-integratieprocedure voor zieke medewerkers niet op initiatief van | re-integratieprocedure voor zieke medewerkers niet op initiatief van |
| de werkgever opgestart zal worden. | de werkgever opgestart zal worden. |
| Voor 31 december 2020 zal de werkgroep verslag uitbrengen aan het | Voor 31 december 2020 zal de werkgroep verslag uitbrengen aan het |
| paritair subcomité. | paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK XVI. - Oprichting van een tweede pijler | HOOFDSTUK XVI. - Oprichting van een tweede pijler |
Art. 21.Er wordt een sociaal sectorale tweede pijler opgericht. |
Art. 21.Er wordt een sociaal sectorale tweede pijler opgericht. |
| Er wordt een sectorale minimumbasis vastgesteld : | Er wordt een sectorale minimumbasis vastgesteld : |
| - vanaf 2015 : 125 EUR van de werkgever + 125 EUR van het "Sociaal | - vanaf 2015 : 125 EUR van de werkgever + 125 EUR van het "Sociaal |
| Fonds voor de grind- en zandgroeven"; | Fonds voor de grind- en zandgroeven"; |
| - vanaf 2020 : het volledige bedrag is ten laste van het sociaal | - vanaf 2020 : het volledige bedrag is ten laste van het sociaal |
| fonds. | fonds. |
| De administratiekosten worden opgenomen door het "Sociaal Fonds voor | De administratiekosten worden opgenomen door het "Sociaal Fonds voor |
| de grind- en zandgroeven". | de grind- en zandgroeven". |
| Daarentegen zal het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" het | Daarentegen zal het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" het |
| beheer van het solidariteitsluik op zich nemen. | beheer van het solidariteitsluik op zich nemen. |
| HOOFDSTUK XVII. - Harmonisering statuten | HOOFDSTUK XVII. - Harmonisering statuten |
Art. 22.De sociale partners maken een gezamenlijk schrijven aan de |
Art. 22.De sociale partners maken een gezamenlijk schrijven aan de |
| Minister van Werk met het verzoek tot oprichting van een nieuw | Minister van Werk met het verzoek tot oprichting van een nieuw |
| gemeenschappelijk paritair comité voor alle werknemers werkzaam in de | gemeenschappelijk paritair comité voor alle werknemers werkzaam in de |
| ondernemingen ressorterend onder het huidige Paritair Subcomité voor | ondernemingen ressorterend onder het huidige Paritair Subcomité voor |
| het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd | het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd |
| worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, | worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, |
| Limburg en Vlaams-Brabant. | Limburg en Vlaams-Brabant. |
| HOOFDSTUK XVIII. - Geldigheid | HOOFDSTUK XVIII. - Geldigheid |
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang vanaf 1 januari 2019 en treedt buiten werking op 31 december | ingang vanaf 1 januari 2019 en treedt buiten werking op 31 december |
| 2020. | 2020. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en |
| zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies | zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
| Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en | Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en |
| Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en | Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en |
| zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd | zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd |
| Afstand (km)/Distance (km) | Afstand (km)/Distance (km) |
| Dagbedragen/Montants journaliers (EUR) | Dagbedragen/Montants journaliers (EUR) |
| 0-3 | 0-3 |
| 2,38 | 2,38 |
| 4 | 4 |
| 2,60 | 2,60 |
| 5 | 5 |
| 2,82 | 2,82 |
| 6 | 6 |
| 2,99 | 2,99 |
| 7 | 7 |
| 3,17 | 3,17 |
| 8 | 8 |
| 3,34 | 3,34 |
| 9 | 9 |
| 3,52 | 3,52 |
| 10 | 10 |
| 3,70 | 3,70 |
| 11 | 11 |
| 3,89 | 3,89 |
| 12 | 12 |
| 4,07 | 4,07 |
| 13 | 13 |
| 4,25 | 4,25 |
| 14 | 14 |
| 4,42 | 4,42 |
| 15 | 15 |
| 4,60 | 4,60 |
| 16 | 16 |
| 4,77 | 4,77 |
| 17 | 17 |
| 4,95 | 4,95 |
| 18 | 18 |
| 5,15 | 5,15 |
| 19 | 19 |
| 5,32 | 5,32 |
| 20 | 20 |
| 5,50 | 5,50 |
| 21 | 21 |
| 5,72 | 5,72 |
| 22 | 22 |
| 5,83 | 5,83 |
| 23 | 23 |
| 6,05 | 6,05 |
| 24 | 24 |
| 6,27 | 6,27 |
| 25 | 25 |
| 6,38 | 6,38 |
| 26 | 26 |
| 6,60 | 6,60 |
| 27 | 27 |
| 6,71 | 6,71 |
| 28 | 28 |
| 6,93 | 6,93 |
| 29 | 29 |
| 7,15 | 7,15 |
| 30 | 30 |
| 7,26 | 7,26 |
| 31-33 | 31-33 |
| 7,59 | 7,59 |
| 34-36 | 34-36 |
| 8,03 | 8,03 |
| 37-39 | 37-39 |
| 8,47 | 8,47 |
| 40-42 | 40-42 |
| 8,91 | 8,91 |
| 43-45 | 43-45 |
| 9,35 | 9,35 |
| 46-48 | 46-48 |
| 9,79 | 9,79 |
| 49-51 | 49-51 |
| 10,23 | 10,23 |
| 52-54 | 52-54 |
| 10,56 | 10,56 |
| 55-57 | 55-57 |
| 10,89 | 10,89 |
| 58-60 | 58-60 |
| 11,22 | 11,22 |
| 61-65 | 61-65 |
| 11,66 | 11,66 |
| 66-70 | 66-70 |
| 12,10 | 12,10 |
| 71-75 | 71-75 |
| 12,54 | 12,54 |
| 76-80 | 76-80 |
| 13,20 | 13,20 |
| 81-85 | 81-85 |
| 13,64 | 13,64 |
| 86-90 | 86-90 |
| 14,30 | 14,30 |
| 91-95 | 91-95 |
| 14,74 | 14,74 |
| 96-100 | 96-100 |
| 15,18 | 15,18 |
| 101-105 | 101-105 |
| 15,84 | 15,84 |
| 106-110 | 106-110 |
| 16,28 | 16,28 |
| 111-115 | 111-115 |
| 16,72 | 16,72 |
| 116-120 | 116-120 |
| 17,38 | 17,38 |
| 121-125 | 121-125 |
| 17,82 | 17,82 |
| 126-130 | 126-130 |
| 18,48 | 18,48 |
| 131-135 | 131-135 |
| 18,92 | 18,92 |
| 136-140 | 136-140 |
| 19,36 | 19,36 |
| 141-145 | 141-145 |
| 20,02 | 20,02 |
| 146-150 | 146-150 |
| 20,68 | 20,68 |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |