Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de eindejaarspremie | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de eindejaarspremie |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, |
betreffende de eindejaarspremie (1) | betreffende de eindejaarspremie (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het |
vermakelijkheidsbedrijf; | vermakelijkheidsbedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, |
betreffende de eindejaarspremie. | betreffende de eindejaarspremie. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 maart 2019. | Gegeven te Brussel, 1 maart 2019. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf | Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2018 |
Eindejaarspremie | Eindejaarspremie |
(Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2018 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2018 onder het nummer |
149468/CO/304) | 149468/CO/304) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werknemers van de organisaties of instellingen | de werkgevers en op de werknemers van de organisaties of instellingen |
die ressorteren onder het Paritair Comité voor het | die ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
vermakelijkheidsbedrijf en die aan één van de volgende voorwaarden | vermakelijkheidsbedrijf en die aan één van de volgende voorwaarden |
voldoen : | voldoen : |
- een rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest; | - een rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest; |
- een rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Brussels | - een rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest en ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale | Hoofdstedelijk Gewest en ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid op de Nederlandse taalrol. | Zekerheid op de Nederlandse taalrol. |
Daarnaast moet de werkgever in het jaar waarin het voordeel wordt | Daarnaast moet de werkgever in het jaar waarin het voordeel wordt |
toegekend, erkend en gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid op | toegekend, erkend en gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid op |
basis van één van de volgende decreten en/of reglementeringen : | basis van één van de volgende decreten en/of reglementeringen : |
- het kunstendecreet; | - het kunstendecreet; |
- de nominatim in programma H Beleidsdomein CJSM van de begroting van | - de nominatim in programma H Beleidsdomein CJSM van de begroting van |
de Vlaamse overheid ingeschreven organisaties; | de Vlaamse overheid ingeschreven organisaties; |
- het circusdecreet; | - het circusdecreet; |
- het decreet vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid; | - het decreet vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid; |
- het transitiereglement; | - het transitiereglement; |
- de continuering van provinciale subsidies door de Vlaamse | - de continuering van provinciale subsidies door de Vlaamse |
Gemeenschap; | Gemeenschap; |
- het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter | - het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter |
bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport | bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport |
(participatiedecreet); | (participatiedecreet); |
- het reglement publiekswerking van het Vlaams Audiovisueel Fonds voor | - het reglement publiekswerking van het Vlaams Audiovisueel Fonds voor |
organisaties met internationale uitstraling of structurele werkingen. | organisaties met internationale uitstraling of structurele werkingen. |
Met uitzondering van de subsidies van het Vlaams Audiovisueel Fonds | Met uitzondering van de subsidies van het Vlaams Audiovisueel Fonds |
vallen zowel structurele als projectmatige subsidies onder het | vallen zowel structurele als projectmatige subsidies onder het |
toepassingsgebied. | toepassingsgebied. |
HOOFDSTUK II. - Doel en budget | HOOFDSTUK II. - Doel en budget |
Art. 2.In het kader van het VIA-akkoord van 18 oktober 2012 voor de |
Art. 2.In het kader van het VIA-akkoord van 18 oktober 2012 voor de |
kunstensector stelt de Vlaamse Gemeenschap met ingang van 2013 een | kunstensector stelt de Vlaamse Gemeenschap met ingang van 2013 een |
jaarlijks budget ter beschikking van de sector als tegemoetkoming voor | jaarlijks budget ter beschikking van de sector als tegemoetkoming voor |
de toekenning van een eindejaarspremie. | de toekenning van een eindejaarspremie. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt welke principes en | Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt welke principes en |
toekenningsvoorwaarden gelden voor deze eindejaarspremie (zie artikel | toekenningsvoorwaarden gelden voor deze eindejaarspremie (zie artikel |
3). | 3). |
HOOFDSTUK III. - Modaliteiten en toekenningsvoorwaarden | HOOFDSTUK III. - Modaliteiten en toekenningsvoorwaarden |
Art. 3.Met ingang van 1 januari 2018 wordt aan de werknemers met een |
Art. 3.Met ingang van 1 januari 2018 wordt aan de werknemers met een |
arbeidsovereenkomst van 4 of meer dan 4 maanden, een eindejaarspremie | arbeidsovereenkomst van 4 of meer dan 4 maanden, een eindejaarspremie |
toegekend. De betaling van de premie gebeurt, behalve bij | toegekend. De betaling van de premie gebeurt, behalve bij |
uitdiensttreding, in de loop van de maand december. | uitdiensttreding, in de loop van de maand december. |
Deze eindejaarspremie is niet verplicht voor jobstudenten | Deze eindejaarspremie is niet verplicht voor jobstudenten |
(werknemerscode 840 en 841). | (werknemerscode 840 en 841). |
Art. 4.De premie wordt als volgt berekend en toegekend : |
Art. 4.De premie wordt als volgt berekend en toegekend : |
Voor de werknemers die gedurende een heel jaar in dienst waren van de | Voor de werknemers die gedurende een heel jaar in dienst waren van de |
onderneming bedraagt deze premie minstens 442,17 EUR (451,01 EUR vanaf | onderneming bedraagt deze premie minstens 442,17 EUR (451,01 EUR vanaf |
1 oktober 2018). Voor de werknemers die niet gedurende een heel jaar | 1 oktober 2018). Voor de werknemers die niet gedurende een heel jaar |
in dienst zijn geweest, verhoudt de premie zich tot het aantal maanden | in dienst zijn geweest, verhoudt de premie zich tot het aantal maanden |
effectieve prestatie (of gelijkgestelde dagen). | effectieve prestatie (of gelijkgestelde dagen). |
Art. 5.Het bedrag van de premie mag worden herleid naar rato van de |
Art. 5.Het bedrag van de premie mag worden herleid naar rato van de |
afwezigheden van het lopende werkjaar en overeenkomstig de | afwezigheden van het lopende werkjaar en overeenkomstig de |
berekeningswijze zoals bepaald in artikel 4. Volgende prestaties | berekeningswijze zoals bepaald in artikel 4. Volgende prestaties |
dienen daarbij in rekening gebracht te worden als werkdagen of daarmee | dienen daarbij in rekening gebracht te worden als werkdagen of daarmee |
gelijkgesteld : | gelijkgesteld : |
01 alle arbeidstijdsgegevens gedekt door loon met RSZ-bijdragen; | 01 alle arbeidstijdsgegevens gedekt door loon met RSZ-bijdragen; |
02 wettelijke vakantie voor arbeiders; | 02 wettelijke vakantie voor arbeiders; |
03 bijkomende vakantie voor arbeiders; | 03 bijkomende vakantie voor arbeiders; |
05 betaald educatief verlof; | 05 betaald educatief verlof; |
10 gewaarborgd loon tweede week, feestdagen en vervangingsdagen | 10 gewaarborgd loon tweede week, feestdagen en vervangingsdagen |
tijdens periode van tijdelijke werkloosheid, functie van rechter | tijdens periode van tijdelijke werkloosheid, functie van rechter |
sociale zaken; | sociale zaken; |
11 arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de | 11 arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis/13bis; | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis/13bis; |
14 aanvullende vakantiedagen bij activiteitsaanvang of -hervatting; | 14 aanvullende vakantiedagen bij activiteitsaanvang of -hervatting; |
50 ziekte met een maximum van 60 dagen; | 50 ziekte met een maximum van 60 dagen; |
51 moederschapsbescherming; | 51 moederschapsbescherming; |
52 geboorte- en adoptieverlof; | 52 geboorte- en adoptieverlof; |
60 afwezigheid door arbeidsongeval met een maximum van 60 dagen; | 60 afwezigheid door arbeidsongeval met een maximum van 60 dagen; |
61 beroepsziekte. | 61 beroepsziekte. |
Voor deeltijdse werknemers wordt het bedrag van de eindejaarspremie | Voor deeltijdse werknemers wordt het bedrag van de eindejaarspremie |
berekend in verhouding tot de contractueel verrichte arbeidstijd en | berekend in verhouding tot de contractueel verrichte arbeidstijd en |
uitbetaald volgens de gewerkte en gelijkgestelde arbeidsdagen in de | uitbetaald volgens de gewerkte en gelijkgestelde arbeidsdagen in de |
referentieperiode. | referentieperiode. |
Art. 6.Hebben recht op de premie berekend naar rato van de prestaties |
Art. 6.Hebben recht op de premie berekend naar rato van de prestaties |
van het lopende werkjaar en overeenkomstig de berekeningswijze zoals | van het lopende werkjaar en overeenkomstig de berekeningswijze zoals |
bepaald in artikel 4, wanneer zij de onderneming verlaten vóór de | bepaald in artikel 4, wanneer zij de onderneming verlaten vóór de |
datum van de betaling van de premie en voor zover zij een anciënniteit | datum van de betaling van de premie en voor zover zij een anciënniteit |
hebben van minstens 4 maanden op het ogenblik van hun vertrek : | hebben van minstens 4 maanden op het ogenblik van hun vertrek : |
1. De werknemers die, behalve om dringende reden, door de werkgever in | 1. De werknemers die, behalve om dringende reden, door de werkgever in |
de loop van het kalenderjaar worden ontslagen; | de loop van het kalenderjaar worden ontslagen; |
2. De gepensioneerden; | 2. De gepensioneerden; |
3. De personen die in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | 3. De personen die in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag |
treden; | treden; |
4. De werknemers die zelf ontslag hebben genomen, voor zover zij een | 4. De werknemers die zelf ontslag hebben genomen, voor zover zij een |
anciënniteit hebben van minstens 5 jaar; | anciënniteit hebben van minstens 5 jaar; |
5. De werknemers wiens arbeidsovereenkomst afloopt (contracten van | 5. De werknemers wiens arbeidsovereenkomst afloopt (contracten van |
bepaalde tijd of bepaald werk van 4 of meer dan 4 maanden). | bepaalde tijd of bepaald werk van 4 of meer dan 4 maanden). |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de minimale |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de minimale |
sectorale afspraken inzake het toekennen van een eindejaarspremie. | sectorale afspraken inzake het toekennen van een eindejaarspremie. |
Daar waar al een hogere eindejaarspremie wordt toegekend dan deze | Daar waar al een hogere eindejaarspremie wordt toegekend dan deze |
vermeld in artikel 4, zal de werkgever met de werknemers bespreken of | vermeld in artikel 4, zal de werkgever met de werknemers bespreken of |
hij het hem toegekende bedrag vanuit het VIA besteedt aan hetzij een | hij het hem toegekende bedrag vanuit het VIA besteedt aan hetzij een |
evenredige koopkrachtverhoging en/of een ander voordeel, hetzij behoud | evenredige koopkrachtverhoging en/of een ander voordeel, hetzij behoud |
van koopkracht, hetzij behoud van tewerkstelling. | van koopkracht, hetzij behoud van tewerkstelling. |
Op de plaatsen waar dit wettelijk voorzien is (conform artikel 30 van | Op de plaatsen waar dit wettelijk voorzien is (conform artikel 30 van |
het koninklijk besluit van 27 november 1973), gebeurt deze bespreking | het koninklijk besluit van 27 november 1973), gebeurt deze bespreking |
in de overlegorganen zoals de ondernemingsraad of het comité voor | in de overlegorganen zoals de ondernemingsraad of het comité voor |
preventie en bescherming op het werk. | preventie en bescherming op het werk. |
Eenzelfde verplichting geldt wanneer al een eindejaarspremie werd | Eenzelfde verplichting geldt wanneer al een eindejaarspremie werd |
toegekend die lager is dan het in artikel 4 voorziene bedrag. In dat | toegekend die lager is dan het in artikel 4 voorziene bedrag. In dat |
geval zal deze bespreking betrekking hebben op het bedrag van de | geval zal deze bespreking betrekking hebben op het bedrag van de |
eerder toegekende eindejaarspremie. | eerder toegekende eindejaarspremie. |
HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst | HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd op |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd op |
voorwaarde van een effectieve terbeschikkingstelling van de financiële | voorwaarde van een effectieve terbeschikkingstelling van de financiële |
middelen voor de kostprijs van de eindejaarspremie waarin krachtens | middelen voor de kostprijs van de eindejaarspremie waarin krachtens |
het VIA-akkoord van 18 oktober 2012 voor de kunstensector wordt | het VIA-akkoord van 18 oktober 2012 voor de kunstensector wordt |
voorzien. | voorzien. |
Het SFP zal bij de verwerking van de gegevens nodig voor de toepassing | Het SFP zal bij de verwerking van de gegevens nodig voor de toepassing |
van deze collectieve arbeidsovereenkomst alle informatie met | van deze collectieve arbeidsovereenkomst alle informatie met |
betrekking tot individuele werknemers, beschermen en op geen enkele | betrekking tot individuele werknemers, beschermen en op geen enkele |
manier aan derden of sociale partners meedelen. De medewerkers van het | manier aan derden of sociale partners meedelen. De medewerkers van het |
sociaal fonds die met deze gegevens in aanraking komen, zullen een | sociaal fonds die met deze gegevens in aanraking komen, zullen een |
verklaring moeten ondertekenen die dit engagement betreffende de | verklaring moeten ondertekenen die dit engagement betreffende de |
privacy bevestigt. | privacy bevestigt. |
Art. 9.Wanneer het SFP geconfronteerd wordt met interpretatieve |
Art. 9.Wanneer het SFP geconfronteerd wordt met interpretatieve |
vragen waarvoor deze collectieve arbeidsovereenkomst geen oplossing | vragen waarvoor deze collectieve arbeidsovereenkomst geen oplossing |
biedt, kan het advies ingewonnen worden van een paritair samengestelde | biedt, kan het advies ingewonnen worden van een paritair samengestelde |
sectorale commissie bestaande uit 3 vertegenwoordigers van de | sectorale commissie bestaande uit 3 vertegenwoordigers van de |
werknemersafgevaardigden en 3 vertegenwoordigers van de | werknemersafgevaardigden en 3 vertegenwoordigers van de |
werkgeversafgevaardigden. Het advies van deze commissie is bindend | werkgeversafgevaardigden. Het advies van deze commissie is bindend |
voor het SFP. | voor het SFP. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
bepaalde duur ingaand op 1 januari 2018 en aflopend op 31 december | bepaalde duur ingaand op 1 januari 2018 en aflopend op 31 december |
2018. Ze wordt uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve | 2018. Ze wordt uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve |
terbeschikkingstelling van de financiële middelen waarin krachtens het | terbeschikkingstelling van de financiële middelen waarin krachtens het |
VIA-akkoord voor de sector van muziek en podiumkunsten van 18 oktober | VIA-akkoord voor de sector van muziek en podiumkunsten van 18 oktober |
2012 is voorzien. | 2012 is voorzien. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart |
2019. | 2019. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |