Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van --
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017,
gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties,
betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018 (1) betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018 (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor toeristische Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor toeristische
attracties; attracties;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017,
gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties, gesloten in het Paritair Comité voor toeristische attracties,
betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018. betreffende diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 2019. Gegeven te Brussel, 1 maart 2019.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor toeristische attracties Paritair Comité voor toeristische attracties
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017 Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2017
Diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018 Diverse bepalingen van het sectorakkoord 2017-2018
(Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer
142321/CO/333) 142321/CO/333)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de werkgevers die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair op de werkgevers die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair
Comité voor toeristische attracties en hun werknemers. Comité voor toeristische attracties en hun werknemers.
§ 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke § 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke
arbeiders en bedienden. arbeiders en bedienden.
HOOFDSTUK II. - Vormingsinspanningen - fonds voor vorming - HOOFDSTUK II. - Vormingsinspanningen - fonds voor vorming -
risicogroepen risicogroepen

Art. 2.Vanaf 1 januari 2018 gemiddeld 1,5 dag opleiding per FTE per

Art. 2.Vanaf 1 januari 2018 gemiddeld 1,5 dag opleiding per FTE per

jaar voor de werknemers met meer dan 1 jaar anciënniteit, in plaats jaar voor de werknemers met meer dan 1 jaar anciënniteit, in plaats
van 1,1 dag zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van van 1,1 dag zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van
30 juni 2011 betreffende de bijkomende vormingsinspanningen 30 juni 2011 betreffende de bijkomende vormingsinspanningen
(104965/CO/333). (104965/CO/333).
De werknemers van bedrijven met minder dan 10 werknemers hebben geen De werknemers van bedrijven met minder dan 10 werknemers hebben geen
recht op deze verhoging. recht op deze verhoging.

Art. 3.De vormingen dienen kwalificerend te zijn.

Art. 3.De vormingen dienen kwalificerend te zijn.

De vormingen moeten niet worden beperkt tot veiligheid, arbeidsongeval De vormingen moeten niet worden beperkt tot veiligheid, arbeidsongeval
en klantenbeheer hoewel deze punten prioritair zijn. en klantenbeheer hoewel deze punten prioritair zijn.

Art. 4.In artikel 15, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van

Art. 4.In artikel 15, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van

15 juni 2009, geregistreerd onder het nummer 94394/CO/333, betreffende 15 juni 2009, geregistreerd onder het nummer 94394/CO/333, betreffende
het fonds voor vorming wordt een bijkomend lid toegevoegd : het fonds voor vorming wordt een bijkomend lid toegevoegd :
"Voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 wordt 0,10 "Voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 wordt 0,10
pct. van de brutoloonmassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst pct. van de brutoloonmassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst
als bijdrage aan het fonds gestort voor de risicogroepen zoals bepaald als bijdrage aan het fonds gestort voor de risicogroepen zoals bepaald
in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig
het koninklijk besluit genomen in uitvoering van de wet van 27 het koninklijk besluit genomen in uitvoering van de wet van 27
december 2006 houdende diverse bepalingen (I), artikelen 188 tot 195 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), artikelen 188 tot 195
(Belgisch Staatsblad van 28 december 2006).". (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006).".

Art. 5.In artikel 15, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van

Art. 5.In artikel 15, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van

15 juni 2009 betreffende het fonds voor vorming, geregistreerd onder 15 juni 2009 betreffende het fonds voor vorming, geregistreerd onder
het nummer 94394/CO/333, wordt een bijkomende alinea toegevoegd : het nummer 94394/CO/333, wordt een bijkomende alinea toegevoegd :
"Voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 wordt 0,05 "Voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 wordt 0,05
pct. van de brutoloonmassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst pct. van de brutoloonmassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst
als bijdrage aan het fonds gestort voor de vorming, onverminderd de als bijdrage aan het fonds gestort voor de vorming, onverminderd de
bijdrage van 0,10 pct. voor de risicogroepen zoals bepaald in artikel bijdrage van 0,10 pct. voor de risicogroepen zoals bepaald in artikel
15, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.". 15, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.".
HOOFDSTUK III. - Tijdskrediet HOOFDSTUK III. - Tijdskrediet

Art. 6.§ 1. In toepassing van artikel 3 van collectieve

Art. 6.§ 1. In toepassing van artikel 3 van collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 127, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op arbeidsovereenkomst nr. 127, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op
21 maart 2017, wordt de leeftijd voor het recht van oudere werknemers 21 maart 2017, wordt de leeftijd voor het recht van oudere werknemers
op 1/5de landingsbanen gebracht op 55 jaar voor wat betreft de toegang op 1/5de landingsbanen gebracht op 55 jaar voor wat betreft de toegang
tot het recht op uitkeringen voor de werknemers bedoeld in dit artikel tot het recht op uitkeringen voor de werknemers bedoeld in dit artikel
3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 127 (35 jaar loopbaan als 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 127 (35 jaar loopbaan als
loontrekkende, zwaar beroep, minimum 20 jaar nachtarbeid). Deze loontrekkende, zwaar beroep, minimum 20 jaar nachtarbeid). Deze
bepaling is van toepassing van 1 januari 2017 tot 31 december 2018. bepaling is van toepassing van 1 januari 2017 tot 31 december 2018.
§ 2. In toepassing van artikel 4, § 4 van collectieve § 2. In toepassing van artikel 4, § 4 van collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad wordt het arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad wordt het
recht op volledig of halftijds tijdskrediet met motief mogelijk met recht op volledig of halftijds tijdskrediet met motief mogelijk met
een maximum van 36 maanden (motief vorming) of 51 maanden (motief zorg een maximum van 36 maanden (motief vorming) of 51 maanden (motief zorg
voor een kind tot 8 jaar, palliatieve zorgen, zorg voor een zwaar ziek voor een kind tot 8 jaar, palliatieve zorgen, zorg voor een zwaar ziek
gezinslid of familielid, zorg voor een gehandicapt kind tot de gezinslid of familielid, zorg voor een gehandicapt kind tot de
leeftijd van 21 jaar). Deze regeling is van toepassing voor de periode leeftijd van 21 jaar). Deze regeling is van toepassing voor de periode
van 1 juli 2017 tot 31 december 2019. van 1 juli 2017 tot 31 december 2019.
§ 3. Bij toepassing van artikel 2, § 3 van collectieve § 3. Bij toepassing van artikel 2, § 3 van collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad worden de arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad worden de
volgende afwijkingsmogelijkheden vastgesteld : werknemers vanaf klasse volgende afwijkingsmogelijkheden vastgesteld : werknemers vanaf klasse
5 en werknemers die een functie uitoefenen die niet door een andere 5 en werknemers die een functie uitoefenen die niet door een andere
werknemer in het bedrijf wordt uitgeoefend, hebben steeds het akkoord werknemer in het bedrijf wordt uitgeoefend, hebben steeds het akkoord
van de werkgever nodig om hun recht op de verschillende tijdskredieten van de werkgever nodig om hun recht op de verschillende tijdskredieten
uit te oefenen. Deze regeling is van toepassing voor de periode van 1 uit te oefenen. Deze regeling is van toepassing voor de periode van 1
juli 2017 tot 31 december 2019. juli 2017 tot 31 december 2019.
HOOFDSTUK IV. - Arbeidsorganisatie HOOFDSTUK IV. - Arbeidsorganisatie

Art. 7.Het intern overurenplafond wordt op 180 uren gebracht.

Art. 7.Het intern overurenplafond wordt op 180 uren gebracht.

Het aantal overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust Het aantal overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust
wordt vastgelegd op 143 uren. wordt vastgelegd op 143 uren.
Deze bepalingen zijn van toepassing van 1 juli 2017 tot 31 december Deze bepalingen zijn van toepassing van 1 juli 2017 tot 31 december
2019. 2019.
HOOFDSTUK V. - Koopkracht - verlenging HOOFDSTUK V. - Koopkracht - verlenging

Art. 8.In bedrijven van 50 werknemers en meer worden de in toepassing

Art. 8.In bedrijven van 50 werknemers en meer worden de in toepassing

van artikel 2, § 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni van artikel 2, § 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni
2009 betreffende het sectorakkoord 2009-2010, geregistreerd onder het 2009 betreffende het sectorakkoord 2009-2010, geregistreerd onder het
nummer 94390/CO/333, toegekende voordelen verlengd voor 2017-2018 nummer 94390/CO/333, toegekende voordelen verlengd voor 2017-2018
onder dezelfde modaliteiten zoals bepaald in artikel 2, § 4 tot en met onder dezelfde modaliteiten zoals bepaald in artikel 2, § 4 tot en met
§ 6 van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst. § 6 van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK VI. - Sociale vrede HOOFDSTUK VI. - Sociale vrede

Art. 9.De partijen verbinden zich ertoe om in 2017-2018 de sociale

Art. 9.De partijen verbinden zich ertoe om in 2017-2018 de sociale

vrede te bewaren en gedurende deze periode geen enkele bijkomende eis vrede te bewaren en gedurende deze periode geen enkele bijkomende eis
te stellen op sectorvlak of op ondernemingsvlak in verband met de te stellen op sectorvlak of op ondernemingsvlak in verband met de
materies die in deze overeenkomst zijn vervat. materies die in deze overeenkomst zijn vervat.
HOOFDSTUK VII. - Duur HOOFDSTUK VII. - Duur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een

periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2018, behalve indien andere periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2018, behalve indien andere
data zijn bepaald in deze arbeidsovereenkomst of voor de bepalingen data zijn bepaald in deze arbeidsovereenkomst of voor de bepalingen
van onbepaalde duur. van onbepaalde duur.
Wat de bepalingen van onbepaalde duur betreft, kan de collectieve Wat de bepalingen van onbepaalde duur betreft, kan de collectieve
arbeidsovereenkomst worden opgezegd door één van de partijen, mits een arbeidsovereenkomst worden opgezegd door één van de partijen, mits een
opzeggingstermijn van drie maanden gericht per aangetekende brief aan opzeggingstermijn van drie maanden gericht per aangetekende brief aan
de voorzitter van het Paritair Comité voor toeristische attracties. de voorzitter van het Paritair Comité voor toeristische attracties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart
2019. 2019.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^