Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 JULI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 JULI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, |
gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende | houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende |
vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) | vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking; | houtbewerking; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, |
gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de | gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende | houtbewerking, betreffende het minimaal bedrag van de aanvullende |
vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. | vergoeding van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 juli 2014. | Gegeven te Brussel, 1 juli 2014. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking | Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 |
Minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van | Minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding van het stelsel van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag (Overeenkomst geregistreerd op 17 | werkloosheid met bedrijfstoeslag (Overeenkomst geregistreerd op 17 |
december 2013 onder het nummer 118494/CO/126) | december 2013 onder het nummer 118494/CO/126) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de arbeiders/arbeidsters van de ondernemingen die | de werkgevers en op de arbeiders/arbeidsters van de ondernemingen die |
ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de | ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking. | houtbewerking. |
Art. 2.De aanvullende vergoeding bij SWT wordt berekend, geïndexeerd |
Art. 2.De aanvullende vergoeding bij SWT wordt berekend, geïndexeerd |
en geherwaardeerd conform de regels vastgelegd in de toepasselijke | en geherwaardeerd conform de regels vastgelegd in de toepasselijke |
collectieve arbeidsovereenkomsten. | collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Art. 3.De aanvullende vergoeding waarvan het aldus bepaalde bedrag |
Art. 3.De aanvullende vergoeding waarvan het aldus bepaalde bedrag |
lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot 123,50 EUR. | lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot 123,50 EUR. |
De verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale bruto | De verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale bruto |
maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende | maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende |
vergoeding, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen zoals | vergoeding, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen zoals |
bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006 (na indexering | bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006 (na indexering |
en herwaardering). | en herwaardering). |
De verhoging van de berekende aanvullende vergoeding wordt in | De verhoging van de berekende aanvullende vergoeding wordt in |
voorkomend geval beperkt tot beloop van de toepasselijke | voorkomend geval beperkt tot beloop van de toepasselijke |
inhoudingsgrens. | inhoudingsgrens. |
Art. 4.De minimale aanvullende vergoeding bij SWT zoals bepaald in |
Art. 4.De minimale aanvullende vergoeding bij SWT zoals bepaald in |
artikel 3 is van toepassing in het geval van : | artikel 3 is van toepassing in het geval van : |
- SWT vanaf 58 jaar in het kader van de lange loopbanen, conform de | - SWT vanaf 58 jaar in het kader van de lange loopbanen, conform de |
bepalingen van de in dat kader in het Paritair Comité voor de | bepalingen van de in dat kader in het Paritair Comité voor de |
stoffering en de houtbewerking gesloten sectorale collectieve | stoffering en de houtbewerking gesloten sectorale collectieve |
arbeidsovereenkomsten; | arbeidsovereenkomsten; |
- SWT vanaf 58 jaar in het kader van de zware beroepen, conform de | - SWT vanaf 58 jaar in het kader van de zware beroepen, conform de |
bepalingen van de in dat kader in het Paritair Comité voor de | bepalingen van de in dat kader in het Paritair Comité voor de |
stoffering en de houtbewerking gesloten sectorale collectieve | stoffering en de houtbewerking gesloten sectorale collectieve |
arbeidsovereenkomsten; | arbeidsovereenkomsten; |
- SWT vanaf 60 jaar in het kader van de collectieve | - SWT vanaf 60 jaar in het kader van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17, mits voldaan is aan de specifieke | arbeidsovereenkomst nr. 17, mits voldaan is aan de specifieke |
sectorale anciënniteitsvoorwaarden zoals bepaald in de sectorale | sectorale anciënniteitsvoorwaarden zoals bepaald in de sectorale |
collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van SWT in het kader van | collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van SWT in het kader van |
de lange loopbanen; | de lange loopbanen; |
- SWT vanaf 56 jaar en mits een beroepsverleden van 40 jaar als | - SWT vanaf 56 jaar en mits een beroepsverleden van 40 jaar als |
loontrekkende in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 | loontrekkende in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 |
van 20 december 2007, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst | van 20 december 2007, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 96 van 20 februari 2009 en hoofdstuk VII, afdeling 2 van de wet | nr. 96 van 20 februari 2009 en hoofdstuk VII, afdeling 2 van de wet |
van 12 april 2011 (IPA-wet), maar pas vanaf het ogenblik dat de | van 12 april 2011 (IPA-wet), maar pas vanaf het ogenblik dat de |
bruggepensioneerde de leeftijd van 58 jaar bereikt, en mits hij een | bruggepensioneerde de leeftijd van 58 jaar bereikt, en mits hij een |
werkgeversanciënniteit van minstens 8 jaar en in totaal een sectorale | werkgeversanciënniteit van minstens 8 jaar en in totaal een sectorale |
anciënniteit van 30 jaar aantoont. | anciënniteit van 30 jaar aantoont. |
Art. 5.De eventuele verhoging van de normaal berekende, geïndexeerde |
Art. 5.De eventuele verhoging van de normaal berekende, geïndexeerde |
en geherwaardeerde aanvullende vergoeding, die voortvloeit uit de | en geherwaardeerde aanvullende vergoeding, die voortvloeit uit de |
toepassing van de artikels 3 en 4, en het deel van de sociale | toepassing van de artikels 3 en 4, en het deel van de sociale |
bijdragen dat op deze verhoging betrekking heeft, kan door de | bijdragen dat op deze verhoging betrekking heeft, kan door de |
werkgever na afloop van elk kalenderjaar worden gerecupereerd bij het | werkgever na afloop van elk kalenderjaar worden gerecupereerd bij het |
fonds voor Bestaanszekerheid, volgens de daarvoor voorziene procedure | fonds voor Bestaanszekerheid, volgens de daarvoor voorziene procedure |
en modaliteiten. | en modaliteiten. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2014. | onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2014. |
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging |
van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht | van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht |
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de stoffering en de | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
houtbewerking. | houtbewerking. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli |
2014. | 2014. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |