Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het |
percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor | percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor |
bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende | bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende |
financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van | financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van |
aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 (1) | aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en | in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het |
percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor | percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor |
bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende | bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende |
financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van | financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van |
aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010. | aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 maart 2013. | Gegeven te Brussel, 1 maart 2013. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van | Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van |
de Vlaamse Gemeenschap | de Vlaamse Gemeenschap |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010 |
Vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 | Vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 |
voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 | voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 |
tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling | tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling |
van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het | van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het |
jaar 2010 (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2012 onder het nummer | jaar 2010 (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2012 onder het nummer |
108595/CO/318.02) | 108595/CO/318.02) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing of |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing of |
de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair | de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair |
Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de | Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de |
Vlaamse Gemeenschap. | Vlaamse Gemeenschap. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
arbeiders- en bediendepersoneel. | arbeiders- en bediendepersoneel. |
Art. 2.In toepassing van artikel 7 van collectieve |
Art. 2.In toepassing van artikel 7 van collectieve |
arbeidsovereenkomst van 31 maart 2008, gesloten in het Paritair | arbeidsovereenkomst van 31 maart 2008, gesloten in het Paritair |
Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de | Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de |
Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor | Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor |
bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende | bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende |
financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van zijn statuten, | financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van zijn statuten, |
wordt het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 op jaarbasis | wordt het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 op jaarbasis |
bepaald als volgt : per kwartaal 0,18 pct. van het brutobedrag van de | bepaald als volgt : per kwartaal 0,18 pct. van het brutobedrag van de |
bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke sociale | bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke sociale |
zekerheidsbijdragen. | zekerheidsbijdragen. |
De inning van deze bijdragen geschiedt voor het jaar 2010 als volgt : | De inning van deze bijdragen geschiedt voor het jaar 2010 als volgt : |
- geen inning in het eerste en het tweede kwartaal; | - geen inning in het eerste en het tweede kwartaal; |
- 0,36 pct. van het brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding | - 0,36 pct. van het brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding |
van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, tijdens het derde en | van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, tijdens het derde en |
het vierde kwartaal. | het vierde kwartaal. |
Art. 3.Artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 |
Art. 3.Artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 |
maart 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor | maart 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting |
van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot | van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot |
aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van | aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van |
zijn statuten, wordt aangevuld met volgende bepaling : "voor het jaar | zijn statuten, wordt aangevuld met volgende bepaling : "voor het jaar |
2010 is hogergenoemde datum van aanvraag 5 mei in plaats van 28 | 2010 is hogergenoemde datum van aanvraag 5 mei in plaats van 28 |
februari". | februari". |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van de datum van ondertekening en is gesloten voor onbepaalde | ingang van de datum van ondertekening en is gesloten voor onbepaalde |
tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een | tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een |
opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post | opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post |
aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité | aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité |
voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse | voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse |
Gemeenschap. | Gemeenschap. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart |
2013. | 2013. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |