Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei | Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
31 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder | 31 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder |
reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei | reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 88, § 1, gewijzigd bij de | Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 88, § 1, gewijzigd bij de |
wetten van 15 juli 1970, 17 mei 2006 en 3 december 2006; | wetten van 15 juli 1970, 17 mei 2006 en 3 december 2006; |
Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei; | het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei; |
Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep te | Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep te |
Luik van 29 september 2008, de eerste voorzitter van het arbeidshof te | Luik van 29 september 2008, de eerste voorzitter van het arbeidshof te |
Luik van 29 september 2008, de procureur-generaal bij het hof van | Luik van 29 september 2008, de procureur-generaal bij het hof van |
beroep te Luik van 27 november 2008, de voorzitter van de rechtbank | beroep te Luik van 27 november 2008, de voorzitter van de rechtbank |
van eerste aanleg te Hoei van 25 november 2008, de procureur des | van eerste aanleg te Hoei van 25 november 2008, de procureur des |
Konings te Hoei van 3 november 2008, de hoofdgriffier van de rechtbank | Konings te Hoei van 3 november 2008, de hoofdgriffier van de rechtbank |
van eerste aanleg te Hoei van 30 september 2008 en de stafhouder van | van eerste aanleg te Hoei van 30 september 2008 en de stafhouder van |
de orde van advocaten te Hoei van 6 oktober 2008; | de orde van advocaten te Hoei van 6 oktober 2008; |
Op de voordracht van de Minister van Justitie, | Op de voordracht van de Minister van Justitie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De rechtbank van eerste aanleg te Hoei bestaat uit dertien |
Artikel 1.De rechtbank van eerste aanleg te Hoei bestaat uit dertien |
kamers, waarvan zes kamers voor burgerlijke zaken, vier kamers voor | kamers, waarvan zes kamers voor burgerlijke zaken, vier kamers voor |
correctionele zaken en drie jeugdkamers. | correctionele zaken en drie jeugdkamers. |
De eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde kamer vormen de | De eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde kamer vormen de |
burgerlijke rechtbank. De zevende, achtste, negende en tiende kamer | burgerlijke rechtbank. De zevende, achtste, negende en tiende kamer |
vormen de correctionele rechtbank. De elfde, twaalfde en dertiende | vormen de correctionele rechtbank. De elfde, twaalfde en dertiende |
kamer vormen de jeugdrechtbank. | kamer vormen de jeugdrechtbank. |
Art. 2.De tweede en zevende kamer bestaan uit drie rechters. |
Art. 2.De tweede en zevende kamer bestaan uit drie rechters. |
Onverminderd de toepassing van de artikelen 91 en 92 van het | Onverminderd de toepassing van de artikelen 91 en 92 van het |
Gerechtelijk Wetboek bestaan de andere kamers en het bureau voor | Gerechtelijk Wetboek bestaan de andere kamers en het bureau voor |
rechtsbijstand maar uit één rechter. Voor de toepassing van de | rechtsbijstand maar uit één rechter. Voor de toepassing van de |
artikelen 91 en 92 van het Gerechtelijk Wetboek kan elke kamer op | artikelen 91 en 92 van het Gerechtelijk Wetboek kan elke kamer op |
verzoek van de magistraat die de kamer voorzit en in overeenstemming | verzoek van de magistraat die de kamer voorzit en in overeenstemming |
met de voorzitter van de rechtbank, met drie rechters zetelen. | met de voorzitter van de rechtbank, met drie rechters zetelen. |
Art. 3.De eerste, tweede en derde kamer nemen kennis van de |
Art. 3.De eerste, tweede en derde kamer nemen kennis van de |
burgerlijke zaken. De eerste kamer neemt bovendien ook kennis van de | burgerlijke zaken. De eerste kamer neemt bovendien ook kennis van de |
in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde verzoeken tot | in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde verzoeken tot |
minnelijke schikking. | minnelijke schikking. |
De vierde kamer neemt kennis van de zaken met betrekking tot | De vierde kamer neemt kennis van de zaken met betrekking tot |
echtscheiding en de staat van personen. | echtscheiding en de staat van personen. |
De vijfde kamer neemt kennis van de kortgedingen en de verzoeken om | De vijfde kamer neemt kennis van de kortgedingen en de verzoeken om |
rechtsbijstand. | rechtsbijstand. |
De zesde kamer neemt kennis van de inbeslagnemingen. | De zesde kamer neemt kennis van de inbeslagnemingen. |
De zevende, achtste en negende kamer nemen kennis van de | De zevende, achtste en negende kamer nemen kennis van de |
strafrechtelijke zaken, inzonderheid van die zaken die aanleiding | strafrechtelijke zaken, inzonderheid van die zaken die aanleiding |
geven tot de toepassing van de procedures van onmiddellijke | geven tot de toepassing van de procedures van onmiddellijke |
verschijning en van oproeping bij proces-verbaal. | verschijning en van oproeping bij proces-verbaal. |
De tiende kamer zetelt als raadkamer in strafzaken. | De tiende kamer zetelt als raadkamer in strafzaken. |
De elfde kamer neemt kennis van de burgerlijke zaken die onder de | De elfde kamer neemt kennis van de burgerlijke zaken die onder de |
burgerlijke bevoegdheid van de jeugdrechtbank vallen. | burgerlijke bevoegdheid van de jeugdrechtbank vallen. |
De twaalfde kamer neemt kennis van de protectionele zaken die onder de | De twaalfde kamer neemt kennis van de protectionele zaken die onder de |
bevoegdheid van de jeugdrechtbank vallen. | bevoegdheid van de jeugdrechtbank vallen. |
De dertiende kamer van de jeugdrechtbank neemt kennis van de dossiers | De dertiende kamer van de jeugdrechtbank neemt kennis van de dossiers |
bedoeld in artikel 76, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek. | bedoeld in artikel 76, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek. |
Art. 4.De kamers houden zitting als volgt : |
Art. 4.De kamers houden zitting als volgt : |
1° de eerste : op woensdag; | 1° de eerste : op woensdag; |
2° de tweede : op woensdag; | 2° de tweede : op woensdag; |
3° de derde : op maandag en op donderdag; | 3° de derde : op maandag en op donderdag; |
4° de vierde : op maandag en op dinsdag; | 4° de vierde : op maandag en op dinsdag; |
5° de vijfde : op dinsdag; | 5° de vijfde : op dinsdag; |
6° de zesde : op maandag; | 6° de zesde : op maandag; |
7° de zevende : op vrijdag; | 7° de zevende : op vrijdag; |
8° de achtste : op dinsdag; | 8° de achtste : op dinsdag; |
9° de negende : op woensdag en op donderdag; | 9° de negende : op woensdag en op donderdag; |
10° de tiende : op dinsdag en op vrijdag; | 10° de tiende : op dinsdag en op vrijdag; |
11° de elfde : op maandag en op de derde donderdag van de maand; | 11° de elfde : op maandag en op de derde donderdag van de maand; |
12° de twaalfde : op donderdag; | 12° de twaalfde : op donderdag; |
13° de dertiende : op vrijdag. | 13° de dertiende : op vrijdag. |
De getuigenverhoren worden gehouden op werkdagen. | De getuigenverhoren worden gehouden op werkdagen. |
Art. 5.De kamers kunnen, naar gelang van de behoeften van de dienst, |
Art. 5.De kamers kunnen, naar gelang van de behoeften van de dienst, |
buitengewone zittingen houden en de magistraat die deze zittingen | buitengewone zittingen houden en de magistraat die deze zittingen |
voorzit kan daarvan zelf de dagen en de uren bepalen, in | voorzit kan daarvan zelf de dagen en de uren bepalen, in |
overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank. | overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank. |
Art. 6.Indien de behoeften van de dienst het vereisen, kan de |
Art. 6.Indien de behoeften van de dienst het vereisen, kan de |
voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des | voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des |
Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen één of | Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen één of |
meer kamers bijkomende zittingen te laten houden op de dagen en uren | meer kamers bijkomende zittingen te laten houden op de dagen en uren |
die hij/zij bepaalt. | die hij/zij bepaalt. |
Art. 7.De voorzitter van de rechtbank kan, na het advies van de |
Art. 7.De voorzitter van de rechtbank kan, na het advies van de |
procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, | procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, |
het aantal kamers en hun bevoegdheden tijdelijk wijzigen. | het aantal kamers en hun bevoegdheden tijdelijk wijzigen. |
Art. 8.De gewone zittingen beginnen 's morgens om negen uur, de |
Art. 8.De gewone zittingen beginnen 's morgens om negen uur, de |
zitting van de elfde kamer op donderdag begint 's namiddags om twee | zitting van de elfde kamer op donderdag begint 's namiddags om twee |
uur. | uur. |
De burgerlijke en correctionele zittingen duren ten minste drie uur of | De burgerlijke en correctionele zittingen duren ten minste drie uur of |
tot uitputting van de rol, de vaststelling ervan en de uitspraak van | tot uitputting van de rol, de vaststelling ervan en de uitspraak van |
de vonnissen niet meegerekend. | de vonnissen niet meegerekend. |
Art. 9.De zaken worden ingeleid om negen uur : |
Art. 9.De zaken worden ingeleid om negen uur : |
1° voor de burgerlijke rechtbank, op de woensdagzitting van de eerste | 1° voor de burgerlijke rechtbank, op de woensdagzitting van de eerste |
kamer, behalve voor de beroepen tegen de vonnissen gewezen door de | kamer, behalve voor de beroepen tegen de vonnissen gewezen door de |
vrederechters en door de politierechtbank die zitting houdt in | vrederechters en door de politierechtbank die zitting houdt in |
burgerlijke zaken die op woensdag voor de tweede kamer worden | burgerlijke zaken die op woensdag voor de tweede kamer worden |
ingeleid; | ingeleid; |
2° met betrekking tot echtscheiding en scheiding van tafel en bed op | 2° met betrekking tot echtscheiding en scheiding van tafel en bed op |
grond van onherstelbare ontwrichting : op de eerste, tweede en vierde | grond van onherstelbare ontwrichting : op de eerste, tweede en vierde |
maandag van de maand; | maandag van de maand; |
3° met betrekking tot echtscheiding door onderlinge toestemming : op | 3° met betrekking tot echtscheiding door onderlinge toestemming : op |
dinsdag; | dinsdag; |
4° met betrekking tot de staat van personen : op de derde maandag van | 4° met betrekking tot de staat van personen : op de derde maandag van |
de maand; | de maand; |
5° voor de voorzitter van de rechtbank of de magistraat zetelend in | 5° voor de voorzitter van de rechtbank of de magistraat zetelend in |
kortgeding die hem vervangt : op dinsdag; | kortgeding die hem vervangt : op dinsdag; |
6° voor de jeugdrechtbank in burgerlijke zaken : op maandag; | 6° voor de jeugdrechtbank in burgerlijke zaken : op maandag; |
7° voor de beslagrechter : op maandag; | 7° voor de beslagrechter : op maandag; |
8° voor het bureau voor rechtsbijstand : op dinsdag. | 8° voor het bureau voor rechtsbijstand : op dinsdag. |
In zaken met rechtstreekse dagvaarding, wordt het openbaar ministerie | In zaken met rechtstreekse dagvaarding, wordt het openbaar ministerie |
daarvan door de dagvaardende partij in kennis gesteld en krijgt het | daarvan door de dagvaardende partij in kennis gesteld en krijgt het |
inzage van de stukken, ten minste drie dagen voor de oproeping van de | inzage van de stukken, ten minste drie dagen voor de oproeping van de |
zaak. | zaak. |
Art. 10.De voorzitter van de rechtbank verdeelt de burgerlijke zaken. |
Art. 10.De voorzitter van de rechtbank verdeelt de burgerlijke zaken. |
De strafzaken worden, op voorstel van de procureur des Konings of, | De strafzaken worden, op voorstel van de procureur des Konings of, |
naar gelang het geval, de arbeidsauditeur, door de voorzitter | naar gelang het geval, de arbeidsauditeur, door de voorzitter |
toebedeeld. | toebedeeld. |
Art. 11.De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van |
Art. 11.De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van |
de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen. | de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen. |
De zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die met dienst is | De zaken worden toebedeeld aan de onderzoeksrechter die met dienst is |
op de datum van de vordering van de procureur des Konings of van de | op de datum van de vordering van de procureur des Konings of van de |
burgerlijke partijstelling in handen van de onderzoeksrechter. | burgerlijke partijstelling in handen van de onderzoeksrechter. |
Wanneer de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling dit | Wanneer de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling dit |
vergen, kan de voorzitter van de rechtbank afwijken van de | vergen, kan de voorzitter van de rechtbank afwijken van de |
dienstregeling en van de verdeling van de zaken of aan een | dienstregeling en van de verdeling van de zaken of aan een |
onderzoeksrechter een taak toebedelen die voor een andere | onderzoeksrechter een taak toebedelen die voor een andere |
onderzoeksrechter aanhangig is. | onderzoeksrechter aanhangig is. |
Art. 12.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de |
Art. 12.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de |
procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dagen en uren van de | procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dagen en uren van de |
vakantiezittingen in overeenstemming met de artikelen 334 tot 339 van | vakantiezittingen in overeenstemming met de artikelen 334 tot 339 van |
het Gerechtelijk Wetboek. | het Gerechtelijk Wetboek. |
Hij maakt de lijst op van de magistraten die er zitting zullen houden. | Hij maakt de lijst op van de magistraten die er zitting zullen houden. |
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde die lijst wijzigen, | De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde die lijst wijzigen, |
met het oog op de behoeften van de dienst. | met het oog op de behoeften van de dienst. |
Art. 13.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op |
Art. 13.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op |
grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op | grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op |
grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank | grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank |
aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht | aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht |
van de eerste voorzitter van het hof van beroep en van de procureur | van de eerste voorzitter van het hof van beroep en van de procureur |
des Konings. | des Konings. |
Art. 14.Het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
Art. 14.Het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei | het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Hoei |
wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 16.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering |
Art. 16.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 mei 2009. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 mei 2009. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |