| Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector | Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 31 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling | 31 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling |
| van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de | van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de |
| audiovisuele sector (1) | audiovisuele sector (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de |
| artikelen 35 en 36; | artikelen 35 en 36; |
| Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 9 september 1999 | Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 9 september 1999 |
| bekendgemaakte bericht; | bekendgemaakte bericht; |
| Gelet op het advies 31.275/1 van de Raad van State, gegeven op 22 | Gelet op het advies 31.275/1 van de Raad van State, gegeven op 22 |
| februari 2001; | februari 2001; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd « Paritair |
Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd « Paritair |
| Comité voor de audiovisuele sector ». | Comité voor de audiovisuele sector ». |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is bevoegd |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is bevoegd |
| voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun | voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun |
| werkgevers, die hoofdzakelijk of bijkomstig volgende | werkgevers, die hoofdzakelijk of bijkomstig volgende |
| ondernemingsactiviteiten uitvoeren : | ondernemingsactiviteiten uitvoeren : |
| 1° ontwerpen, produceren, exploiteren of uitzenden van radio- of | 1° ontwerpen, produceren, exploiteren of uitzenden van radio- of |
| televisieprogramma's; | televisieprogramma's; |
| 2° ontwerpen, produceren of realiseren van audiovisuele producten, | 2° ontwerpen, produceren of realiseren van audiovisuele producten, |
| andere dan langspeelfilms; | andere dan langspeelfilms; |
| 3° toelevering van audiovisuele faciliteiten, zijnde conceptiewerk, | 3° toelevering van audiovisuele faciliteiten, zijnde conceptiewerk, |
| diensten, materieel of personeel voor de uitvoering van de | diensten, materieel of personeel voor de uitvoering van de |
| activiteiten vermeld onder punt 1° of 2°. | activiteiten vermeld onder punt 1° of 2°. |
| De bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector | De bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector |
| inzake radio- of televisieprogramma's en audiovisuele producten strekt | inzake radio- of televisieprogramma's en audiovisuele producten strekt |
| zich uit tot alle mogelijke gebruikte media. | zich uit tot alle mogelijke gebruikte media. |
| Onder media worden onder meer verstaan : | Onder media worden onder meer verstaan : |
| a) radio; | a) radio; |
| b) televisie; | b) televisie; |
| c) internet. | c) internet. |
Art. 3.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is niet |
Art. 3.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is niet |
| bevoegd voor de activiteiten die ressorteren onder het | bevoegd voor de activiteiten die ressorteren onder het |
| bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het filmbedrijf. | bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het filmbedrijf. |
Art. 4.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is vanaf de |
Art. 4.Het Paritair Comité voor de audiovisuele sector is vanaf de |
| datum van zijn installatie eveneens bevoegd voor de werknemers en hun | datum van zijn installatie eveneens bevoegd voor de werknemers en hun |
| werkgevers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit onder de | werkgevers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit onder de |
| bevoegdheid van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de | bevoegdheid van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de |
| bedienden ressorteerden. | bedienden ressorteerden. |
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Ponza, 31 mei 2001. | Gegeven te Ponza, 31 mei 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |