Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor gebruik van werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor gebruik van werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
31 JULI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor | 31 JULI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor |
gebruik van werken, databanken en prestaties ter illustratie bij | gebruik van werken, databanken en prestaties ter illustratie bij |
onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XI.242, gewijzigd | Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XI.242, gewijzigd |
door de wet van 22 december 2016 tot wijziging van sommige bepalingen | door de wet van 22 december 2016 tot wijziging van sommige bepalingen |
van het boek XI, van het Wetboek van economisch recht; | van het boek XI, van het Wetboek van economisch recht; |
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd op 12 mei 2017 | Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd op 12 mei 2017 |
overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 | overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 |
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei |
2017; | 2017; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
29 mei 2017; | 29 mei 2017; |
Gelet op het advies 61.668/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli | Gelet op het advies 61.668/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli |
2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten | 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat de forfaitaire bedragen vermeld in dit koninklijk | Overwegende dat de forfaitaire bedragen vermeld in dit koninklijk |
besluit vastgesteld worden per leerling, student of persoon die | besluit vastgesteld worden per leerling, student of persoon die |
wetenschappelijk onderzoek uitoefent, doch dat in dit bedrag zijn | wetenschappelijk onderzoek uitoefent, doch dat in dit bedrag zijn |
inbegrepen de reproductiehandelingen en de mededelingen aan het | inbegrepen de reproductiehandelingen en de mededelingen aan het |
publiek van het onderwijzend personeel, alsmede de | publiek van het onderwijzend personeel, alsmede de |
reproductiehandelingen en de mededelingen aan het publiek van het | reproductiehandelingen en de mededelingen aan het publiek van het |
administratief of uitvoerend personeel waar de leerling, student of | administratief of uitvoerend personeel waar de leerling, student of |
persoon die wetenschappelijk onderzoek uitoefent de eindgebruiker is | persoon die wetenschappelijk onderzoek uitoefent de eindgebruiker is |
van het resultaat van de reproductie of mededeling aan het publiek; | van het resultaat van de reproductie of mededeling aan het publiek; |
Overwegende dat de tarieven in dit koninklijk besluit kunnen gewijzigd | Overwegende dat de tarieven in dit koninklijk besluit kunnen gewijzigd |
worden door een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de | worden door een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de |
Ministerraad, met inachtneming van de doelstellingen voor bevordering | Ministerraad, met inachtneming van de doelstellingen voor bevordering |
van onderwijsactiviteiten; | van onderwijsactiviteiten; |
Overwegende dat derden die binnen een onderwijsinstelling, zoals in de | Overwegende dat derden die binnen een onderwijsinstelling, zoals in de |
bibliotheek van een onderwijsinstelling, een reproductie uitvoeren, | bibliotheek van een onderwijsinstelling, een reproductie uitvoeren, |
niet onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen. | niet onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen. |
Overwegende dat de budgettaire enveloppe die verkregen wordt per | Overwegende dat de budgettaire enveloppe die verkregen wordt per |
Gemeenschap en per onderwijsniveau op grond van de officiële | Gemeenschap en per onderwijsniveau op grond van de officiële |
geverifieerde cijfers van een Gemeenschap, kan herverdeeld worden | geverifieerde cijfers van een Gemeenschap, kan herverdeeld worden |
binnen elk onderwijsniveau per onderwijstype op grond van een akkoord | binnen elk onderwijsniveau per onderwijstype op grond van een akkoord |
tussen de Gemeenschap en de representatieve vennootschap, bedoeld in | tussen de Gemeenschap en de representatieve vennootschap, bedoeld in |
artikel XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht; | artikel XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht; |
Overwegende dat de representatieve vennootschap, bedoeld in artikel | Overwegende dat de representatieve vennootschap, bedoeld in artikel |
XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, de nodige | XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, de nodige |
maatregelen dient te nemen opdat de aangifte bedoeld in artikel 4, ten | maatregelen dient te nemen opdat de aangifte bedoeld in artikel 4, ten |
indicatieve titel, reeds de officiële geverifieerde cijfers van de | indicatieve titel, reeds de officiële geverifieerde cijfers van de |
Gemeenschappen bevat, zodat de onderwijs- of wetenschappelijke | Gemeenschappen bevat, zodat de onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstelling deze nog enkel moet valideren of desnoods | onderzoeksinstelling deze nog enkel moet valideren of desnoods |
verbeteren; | verbeteren; |
Overwegende dat wat het gebruik van werken, databanken en prestaties | Overwegende dat wat het gebruik van werken, databanken en prestaties |
ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
betreft, door de wetgever een verplicht collectief beheer werd | betreft, door de wetgever een verplicht collectief beheer werd |
ingevoerd; dat krachtens het artikel XI.252 van het Wetboek van | ingevoerd; dat krachtens het artikel XI.252 van het Wetboek van |
economisch recht de beheersvennootschap de regels vaststelt voor de | economisch recht de beheersvennootschap de regels vaststelt voor de |
verdeling van de rechten onder de rechthebbenden; dat krachtens | verdeling van de rechten onder de rechthebbenden; dat krachtens |
artikel XI.248 van hetzelfde wetboek die beheersvennootschap haar | artikel XI.248 van hetzelfde wetboek die beheersvennootschap haar |
beheer op billijke en niet-discriminatoire wijze moet organiseren; dat | beheer op billijke en niet-discriminatoire wijze moet organiseren; dat |
om een zo goed mogelijke toepassing van die bepalingen te garanderen | om een zo goed mogelijke toepassing van die bepalingen te garanderen |
in het belang van alle belanghebbende partijen, moet worden bepaald | in het belang van alle belanghebbende partijen, moet worden bepaald |
dat de verdelingsregels van de beheersvennootschap moeten worden | dat de verdelingsregels van de beheersvennootschap moeten worden |
erkend door de Minister, zoals trouwens al voorgeschreven in het | erkend door de Minister, zoals trouwens al voorgeschreven in het |
koninklijk besluit van 30 oktober 1997; dat die regels zullen worden | koninklijk besluit van 30 oktober 1997; dat die regels zullen worden |
erkend als ze conform de bepalingen van boek XI, titel 5, van het | erkend als ze conform de bepalingen van boek XI, titel 5, van het |
Wetboek van economisch recht zijn, die betrekking hebben op de | Wetboek van economisch recht zijn, die betrekking hebben op de |
verdeling van de rechten en in het bijzonder op de verdeling van de | verdeling van de rechten en in het bijzonder op de verdeling van de |
vergoeding voor het gebruik van werken, databanken en prestaties ter | vergoeding voor het gebruik van werken, databanken en prestaties ter |
illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek; dat het | illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek; dat het |
dus een gebonden bevoegdheid betreft; | dus een gebonden bevoegdheid betreft; |
Overwegende dat met het oog op administratieve vereenvoudiging en | Overwegende dat met het oog op administratieve vereenvoudiging en |
beperking van de kosten gedragen door de onderwijs- of | beperking van de kosten gedragen door de onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, de publieke overheden en de | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, de publieke overheden en de |
verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, het aangewezen is om de inning van de | onderzoeksinstellingen, het aangewezen is om de inning van de |
vergoeding voor gebruik van werken, databanken en prestaties ter | vergoeding voor gebruik van werken, databanken en prestaties ter |
illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, geregeld | illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, geregeld |
door dit koninklijk besluit, en de inning van de vergoeding geregeld | door dit koninklijk besluit, en de inning van de vergoeding geregeld |
door het koninklijk besluit van 5 maart 2017 betreffende de vergoeding | door het koninklijk besluit van 5 maart 2017 betreffende de vergoeding |
voor reprografie verschuldigd aan auteurs en het koninklijk besluit | voor reprografie verschuldigd aan auteurs en het koninklijk besluit |
van 5 maart 2017 betreffende de vergoeding van uitgevers voor | van 5 maart 2017 betreffende de vergoeding van uitgevers voor |
reproductie op papier of op een gelijkaardige drager van hun uitgaven | reproductie op papier of op een gelijkaardige drager van hun uitgaven |
op papier, uit te voeren via een uniek loket; | op papier, uit te voeren via een uniek loket; |
Overwegende dat overeenkomstig artikel XI.242 van het Wetboek van | Overwegende dat overeenkomstig artikel XI.242 van het Wetboek van |
economisch recht, de Koning de nadere regels bepaalt voor de inning en | economisch recht, de Koning de nadere regels bepaalt voor de inning en |
de verdeling van de vergoeding voor het gebruik van werken, databanken | de verdeling van de vergoeding voor het gebruik van werken, databanken |
en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk | en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk |
onderzoek; dat tijdens de ad hoc raadpleging over een ontwerp van | onderzoek; dat tijdens de ad hoc raadpleging over een ontwerp van |
uitvoeringsbesluit inzake de uitzonderingen ter illustratie van het | uitvoeringsbesluit inzake de uitzonderingen ter illustratie van het |
onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek van 16 december 2016 de | onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek van 16 december 2016 de |
wens werd uitgedrukt om met dit koninklijk besluit de mogelijkheid te | wens werd uitgedrukt om met dit koninklijk besluit de mogelijkheid te |
omkaderen om een online platform ter beschikking te stellen van de | omkaderen om een online platform ter beschikking te stellen van de |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen voor hun | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen voor hun |
aangifte; dat dit voorstel gunstig onthaald werd; dat bijgevolg de | aangifte; dat dit voorstel gunstig onthaald werd; dat bijgevolg de |
betrokken bepaling van dit besluit, die onder de machtiging van de | betrokken bepaling van dit besluit, die onder de machtiging van de |
Koning valt, op grond van het artikel XI.242 van het Wetboek van | Koning valt, op grond van het artikel XI.242 van het Wetboek van |
economisch recht, in het belang is van alle betrokken partijen en dat | economisch recht, in het belang is van alle betrokken partijen en dat |
deze laatsten werden geraadpleegd via de ad hoc raadpleging van 16 | deze laatsten werden geraadpleegd via de ad hoc raadpleging van 16 |
december 2016; dat het in dat kader aangewezen is dat het digitaal | december 2016; dat het in dat kader aangewezen is dat het digitaal |
platform binnen een redelijke termijn operationeel is; dat die | platform binnen een redelijke termijn operationeel is; dat die |
redelijke termijn bepaald werd op 1 juli 2018, welke datum om | redelijke termijn bepaald werd op 1 juli 2018, welke datum om |
gemotiveerde redenen kan gewijzigd worden; | gemotiveerde redenen kan gewijzigd worden; |
Overwegende dat ook de wens werd uitgedrukt om de mogelijkheid in te | Overwegende dat ook de wens werd uitgedrukt om de mogelijkheid in te |
voeren, voor de publieke overheden en de verenigingen van onderwijs- | voeren, voor de publieke overheden en de verenigingen van onderwijs- |
of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, om de verplichtingen uit | of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, om de verplichtingen uit |
te voeren wat betreft de aangifte van de vergoeding voor gebruik van | te voeren wat betreft de aangifte van de vergoeding voor gebruik van |
werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor | werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor |
wetenschappelijk onderzoek en de betaling ervan, voor rekening van de | wetenschappelijk onderzoek en de betaling ervan, voor rekening van de |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen; dat deze | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen; dat deze |
mogelijkheden die de onderwijs- of wetenschappelijke | mogelijkheden die de onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen worden geboden een aanvulling vormen van de | onderzoeksinstellingen worden geboden een aanvulling vormen van de |
individuele papieren aangifte en op termijn hun beheerskosten en die | individuele papieren aangifte en op termijn hun beheerskosten en die |
van de beheersvennootschap kunnen verminderen; | van de beheersvennootschap kunnen verminderen; |
Overwegende dat de vergoeding voor het gebruik van werken, databanken | Overwegende dat de vergoeding voor het gebruik van werken, databanken |
en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk | en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk |
onderzoek werkt via een systeem van jaarlijkse aangifte en afrekening; | onderzoek werkt via een systeem van jaarlijkse aangifte en afrekening; |
dat de betrokken partijen werden ingelicht over de krachtlijnen van de | dat de betrokken partijen werden ingelicht over de krachtlijnen van de |
hervorming van de regeling voor onderwijs en wetenschappelijk | hervorming van de regeling voor onderwijs en wetenschappelijk |
onderzoek, sinds de vergadering van de Raad voor de Intellectuele | onderzoek, sinds de vergadering van de Raad voor de Intellectuele |
Eigendom van 6 juli 2016; dat ze bovendien terecht verwachten, zoals | Eigendom van 6 juli 2016; dat ze bovendien terecht verwachten, zoals |
werd aangekondigd tijdens de vergadering van de Adviescommissie | werd aangekondigd tijdens de vergadering van de Adviescommissie |
reprografie van 10 oktober 2016 en tijdens de ad hoc raadpleging van | reprografie van 10 oktober 2016 en tijdens de ad hoc raadpleging van |
16 december 2016 en in de parlementaire werkzaamheden betreffende de | 16 december 2016 en in de parlementaire werkzaamheden betreffende de |
wet van 22 december 2016 (wetsontwerp tot wijziging van sommige | wet van 22 december 2016 (wetsontwerp tot wijziging van sommige |
bepalingen van het boek XI, van het Wetboek van economisch recht, | bepalingen van het boek XI, van het Wetboek van economisch recht, |
Gedr. St. Kamer, 2016-2017, nr. 54-2122/002, blz. 9), dat de nieuwe | Gedr. St. Kamer, 2016-2017, nr. 54-2122/002, blz. 9), dat de nieuwe |
tarieven ingang vinden vanaf 1 januari 2017; dat de | tarieven ingang vinden vanaf 1 januari 2017; dat de |
beheersvennootschap die nu bevoegd is voor de inning en verdeling van | beheersvennootschap die nu bevoegd is voor de inning en verdeling van |
de vergoeding voor reprografie overigens al officieel op haar website | de vergoeding voor reprografie overigens al officieel op haar website |
heeft aangekondigd dat de wetgeving onlangs gewijzigd werd en dat de | heeft aangekondigd dat de wetgeving onlangs gewijzigd werd en dat de |
informatie die op diezelfde site wordt verstrekt in verband met de | informatie die op diezelfde site wordt verstrekt in verband met de |
vergoeding voor onderwijs enkel geldt voor de fotokopieën gemaakt vóór | vergoeding voor onderwijs enkel geldt voor de fotokopieën gemaakt vóór |
1 januari 2017; dat de betrokken partijen zich bijgevolg al te goeder | 1 januari 2017; dat de betrokken partijen zich bijgevolg al te goeder |
trouw en in vertrouwen hebben kunnen aanpassen; dat het omwille van de | trouw en in vertrouwen hebben kunnen aanpassen; dat het omwille van de |
rechtszekerheid en om een feitelijke toestand te regulariseren, | rechtszekerheid en om een feitelijke toestand te regulariseren, |
noodzakelijk is om de referentieperiode voor de voor het gebruik van | noodzakelijk is om de referentieperiode voor de voor het gebruik van |
werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor | werken, databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor |
wetenschappelijk onderzoek te laten aanvangen op 1 januari 2017; dat | wetenschappelijk onderzoek te laten aanvangen op 1 januari 2017; dat |
deze situatie ook, om redenen van praktische, boekhoudkundige en | deze situatie ook, om redenen van praktische, boekhoudkundige en |
operationele aard, aangewezen is; | operationele aard, aangewezen is; |
Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en op het | Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en op het |
advies van de in Raad vergaderde Ministers, | advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° vergoeding : het recht op vergoeding bedoeld in artikel XI.240 van | 1° vergoeding : het recht op vergoeding bedoeld in artikel XI.240 van |
het Wetboek van economisch recht; | het Wetboek van economisch recht; |
2° overheid : | 2° overheid : |
a) de Staat, de gemeenschappen, de gemeenschappelijke | a) de Staat, de gemeenschappen, de gemeenschappelijke |
gemeenschapscommissie, de Franse gemeenschapscommissie, de Vlaamse | gemeenschapscommissie, de Franse gemeenschapscommissie, de Vlaamse |
gemeenschapscommissie, de gewesten, de provincies, de gemeenten, | gemeenschapscommissie, de gewesten, de provincies, de gemeenten, |
alsmede de verenigingen gevormd door één of meer ervan; | alsmede de verenigingen gevormd door één of meer ervan; |
b) de organismen van openbaar nut, de publiekrechtelijke verenigingen, | b) de organismen van openbaar nut, de publiekrechtelijke verenigingen, |
de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de kerkfabrieken en | de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de kerkfabrieken en |
de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de | de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de |
erkende erediensten, de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen, de | erkende erediensten, de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen, de |
polders en wateringen, de binnengemeentelijke territoriale organen, de | polders en wateringen, de binnengemeentelijke territoriale organen, de |
ruilverkavelingscomités; | ruilverkavelingscomités; |
c) de rechtspersonen opgericht met het specifieke doel te voorzien in | c) de rechtspersonen opgericht met het specifieke doel te voorzien in |
behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële | behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële |
aard zijn, die rechtspersoonlijkheid bezitten en waarvan de | aard zijn, die rechtspersoonlijkheid bezitten en waarvan de |
werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of | werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of |
instellingen bedoeld in de bepalingen onder a) en b), of waarvan het | instellingen bedoeld in de bepalingen onder a) en b), of waarvan het |
beheer aan het toezicht van die overheden of instellingen onderworpen | beheer aan het toezicht van die overheden of instellingen onderworpen |
is of waarvan meer dan de helft van de leden van de raad van bestuur, | is of waarvan meer dan de helft van de leden van de raad van bestuur, |
van de directie of van de raad van toezicht door die overheden of | van de directie of van de raad van toezicht door die overheden of |
instellingen word aangewezen; | instellingen word aangewezen; |
3° onderwijsinstelling : instelling die onderwijs of opleidingen | 3° onderwijsinstelling : instelling die onderwijs of opleidingen |
verstrekt en die daartoe door de overheid is erkend of opgericht, | verstrekt en die daartoe door de overheid is erkend of opgericht, |
evenals de openbare instellingen en de instellingen die behoren tot | evenals de openbare instellingen en de instellingen die behoren tot |
het verenigingswezen en werkzaam zijn in het domein van de | het verenigingswezen en werkzaam zijn in het domein van de |
tewerkstelling, de beroepsopleiding en de socio-professionele | tewerkstelling, de beroepsopleiding en de socio-professionele |
integratie; | integratie; |
4° wetenschappelijke onderzoeksinstelling : erkende instelling die in | 4° wetenschappelijke onderzoeksinstelling : erkende instelling die in |
uitvoering van artikel 275, tweede lid, van het Wetboek van de | uitvoering van artikel 275, tweede lid, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992 is opgenomen in de lijst van de bijlage | inkomstenbelastingen 1992 is opgenomen in de lijst van de bijlage |
IIIquater van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 in | IIIquater van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 in |
uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; | uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; |
5° beheersvennootschap : de vennootschap die in uitvoering van artikel | 5° beheersvennootschap : de vennootschap die in uitvoering van artikel |
XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, belast is met | XI.242, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, belast is met |
de inning en de verdeling van de vergoeding voor illustratie bij | de inning en de verdeling van de vergoeding voor illustratie bij |
onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek; | onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek; |
6° de referentieperiode : de jaarlijkse periode waarop de vergoeding | 6° de referentieperiode : de jaarlijkse periode waarop de vergoeding |
ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
betrekking heeft. Deze periode komt overeen met een kalenderjaar; | betrekking heeft. Deze periode komt overeen met een kalenderjaar; |
7° Minister : de Minister bevoegd voor het auteursrecht; | 7° Minister : de Minister bevoegd voor het auteursrecht; |
8° de controledienst : de controledienst bedoeld in artikel XI.279 van | 8° de controledienst : de controledienst bedoeld in artikel XI.279 van |
het Wetboek van economisch recht. | het Wetboek van economisch recht. |
HOOFDSTUK 2. - Bedragen van de vergoeding ter illustratie bij | HOOFDSTUK 2. - Bedragen van de vergoeding ter illustratie bij |
onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
Art. 2.Het bedrag van de vergoeding ter illustratie bij onderwijs of |
Art. 2.Het bedrag van de vergoeding ter illustratie bij onderwijs of |
voor wetenschappelijk onderzoek bevat een forfaitair bedrag dat, met | voor wetenschappelijk onderzoek bevat een forfaitair bedrag dat, met |
inachtneming van de doelstellingen voor bevordering van | inachtneming van de doelstellingen voor bevordering van |
onderwijsactiviteiten, als volgt wordt bepaald : | onderwijsactiviteiten, als volgt wordt bepaald : |
1° 50 cent per leerling in het kleuteronderwijs gedurende een bepaalde | 1° 50 cent per leerling in het kleuteronderwijs gedurende een bepaalde |
referentieperiode; | referentieperiode; |
2° 1,86 euro per leerling in het lager onderwijs gedurende een | 2° 1,86 euro per leerling in het lager onderwijs gedurende een |
bepaalde referentieperiode; | bepaalde referentieperiode; |
3° 2,65 euro per leerling in het secundair onderwijs gedurende een | 3° 2,65 euro per leerling in het secundair onderwijs gedurende een |
bepaalde referentieperiode; | bepaalde referentieperiode; |
4° 2,21 euro per voltijds equivalente student in het hoger en | 4° 2,21 euro per voltijds equivalente student in het hoger en |
universitair onderwijs gedurende een bepaalde referentieperiode; dit | universitair onderwijs gedurende een bepaalde referentieperiode; dit |
bedrag omvat tevens een vergoeding voor de reproducties en | bedrag omvat tevens een vergoeding voor de reproducties en |
mededelingen aan het publiek van werken, databanken en prestaties voor | mededelingen aan het publiek van werken, databanken en prestaties voor |
wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in de artikelen XI.191/1, § | wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in de artikelen XI.191/1, § |
1, 3° en 4°, XI.191/2, § 1 en XI.217/1, 3° en 4° van het Wetboek van | 1, 3° en 4°, XI.191/2, § 1 en XI.217/1, 3° en 4° van het Wetboek van |
economisch recht verricht door de onderzoekers van universiteiten en | economisch recht verricht door de onderzoekers van universiteiten en |
hogescholen; | hogescholen; |
5° 7,5 cent per leerling of student in het deeltijds kunstonderwijs | 5° 7,5 cent per leerling of student in het deeltijds kunstonderwijs |
gedurende een bepaalde referentieperiode; | gedurende een bepaalde referentieperiode; |
6° 30 cent per cursist in het volwassenenonderwijs en het onderwijs | 6° 30 cent per cursist in het volwassenenonderwijs en het onderwijs |
ter sociale bevordering gedurende een bepaalde referentieperiode; | ter sociale bevordering gedurende een bepaalde referentieperiode; |
7° 2,21 euro per voltijds equivalente persoon die wetenschappelijk | 7° 2,21 euro per voltijds equivalente persoon die wetenschappelijk |
onderzoek uitoefent in een wetenschappelijke onderzoeksinstelling | onderzoek uitoefent in een wetenschappelijke onderzoeksinstelling |
gedurende een bepaalde referentieperiode. | gedurende een bepaalde referentieperiode. |
Het aantal leerlingen en studenten gedurende een bepaalde | Het aantal leerlingen en studenten gedurende een bepaalde |
referentieperiode wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen en | referentieperiode wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen en |
studenten gedurende het school- of academiejaar dat in het | studenten gedurende het school- of academiejaar dat in het |
kalenderjaar voor de referentieperiode eindigt. | kalenderjaar voor de referentieperiode eindigt. |
Voor wat betreft het Gemeenschapsonderwijs en het door de | Voor wat betreft het Gemeenschapsonderwijs en het door de |
Gemeenschappen gesubsidieerd onderwijs, zullen de door de | Gemeenschappen gesubsidieerd onderwijs, zullen de door de |
Gemeenschappen geverifieerde cijfers van het aantal leerlingen en | Gemeenschappen geverifieerde cijfers van het aantal leerlingen en |
studenten worden gebruikt. | studenten worden gebruikt. |
De wijze van berekening van het aantal personen die wetenschappelijk | De wijze van berekening van het aantal personen die wetenschappelijk |
onderzoek uitoefenen gedurende de referentieperiode bedoeld in artikel | onderzoek uitoefenen gedurende de referentieperiode bedoeld in artikel |
1, wordt bepaald op basis van het aantal voltijds equivalente personen | 1, wordt bepaald op basis van het aantal voltijds equivalente personen |
die wetenschappelijk onderzoek uitoefenden in het kalenderjaar dat | die wetenschappelijk onderzoek uitoefenden in het kalenderjaar dat |
voorafgaat aan de referentieperiode. | voorafgaat aan de referentieperiode. |
HOOFDSTUK 3. - Nadere regels voor de inning van de vergoeding | HOOFDSTUK 3. - Nadere regels voor de inning van de vergoeding |
Afdeling 1. - Tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd is | Afdeling 1. - Tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd is |
Art. 3.De vergoeding ter illustratie bij onderwijs of voor |
Art. 3.De vergoeding ter illustratie bij onderwijs of voor |
wetenschappelijk onderzoek is verschuldigd op jaarbasis voor elke | wetenschappelijk onderzoek is verschuldigd op jaarbasis voor elke |
referentieperiode. | referentieperiode. |
Afdeling 2. - Aangifte | Afdeling 2. - Aangifte |
Art. 4.§ 1. De onderwijs- of de wetenschappelijke |
Art. 4.§ 1. De onderwijs- of de wetenschappelijke |
onderzoeksinstelling doet uiterlijk op 31 maart van de | onderzoeksinstelling doet uiterlijk op 31 maart van de |
referentieperiode aan de hand van het in de tweede paragraaf bedoelde | referentieperiode aan de hand van het in de tweede paragraaf bedoelde |
formulier op volledige en nauwkeurige wijze bij de beheersvennootschap | formulier op volledige en nauwkeurige wijze bij de beheersvennootschap |
aangifte van : | aangifte van : |
1° de gegevens op grond waarvan zijn identiteit kan worden | 1° de gegevens op grond waarvan zijn identiteit kan worden |
vastgesteld; | vastgesteld; |
2° het aantal instellingen waarvoor hij een aangifte indient alsook | 2° het aantal instellingen waarvoor hij een aangifte indient alsook |
het adres en nadere gegevens ervan; | het adres en nadere gegevens ervan; |
3° het aantal leerlingen, studenten of personen die wetenschappelijk | 3° het aantal leerlingen, studenten of personen die wetenschappelijk |
onderzoek uitoefenen, overeenkomstig artikel 2; | onderzoek uitoefenen, overeenkomstig artikel 2; |
4° de identiteit van de persoon belast met de betrekkingen met de | 4° de identiteit van de persoon belast met de betrekkingen met de |
beheersvennootschap, alsmede zijn contactgegevens, inclusief een | beheersvennootschap, alsmede zijn contactgegevens, inclusief een |
e-mailadres, indien hij hierover beschikt. | e-mailadres, indien hij hierover beschikt. |
§ 2. Het aangifteformulier bevat ten minste de volgende gegevens : | § 2. Het aangifteformulier bevat ten minste de volgende gegevens : |
1° de periode waarop de aangifte betrekking heeft; | 1° de periode waarop de aangifte betrekking heeft; |
2° de termijn binnen welke de aangifte aan de beheersvennootschap moet | 2° de termijn binnen welke de aangifte aan de beheersvennootschap moet |
worden bezorgd; | worden bezorgd; |
3° de gegevens waarvan overeenkomstig de eerste paragraaf aangifte | 3° de gegevens waarvan overeenkomstig de eerste paragraaf aangifte |
wordt gedaan; | wordt gedaan; |
4° de verplichting tot het bewaren van het beroepsgeheim zoals bepaald | 4° de verplichting tot het bewaren van het beroepsgeheim zoals bepaald |
in artikel XI.281 van het Wetboek van economisch recht. | in artikel XI.281 van het Wetboek van economisch recht. |
De minister kan de vorm en de inhoud van de in deze paragraaf bedoelde | De minister kan de vorm en de inhoud van de in deze paragraaf bedoelde |
aangiftes bepalen. | aangiftes bepalen. |
§ 3. De beheersvennootschap zendt vóór 1 maart van de | § 3. De beheersvennootschap zendt vóór 1 maart van de |
referentieperiode, aan de onderwijs- of de wetenschappelijke | referentieperiode, aan de onderwijs- of de wetenschappelijke |
onderzoeksinstelling van wie zij de identiteit op behoorlijke wijze | onderzoeksinstelling van wie zij de identiteit op behoorlijke wijze |
heeft kunnen vaststellen, een exemplaar van het aangifteformulier toe. | heeft kunnen vaststellen, een exemplaar van het aangifteformulier toe. |
Bovendien bezorgt de beheersvennootschap aan de onderwijs- of de | Bovendien bezorgt de beheersvennootschap aan de onderwijs- of de |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen die daarom verzoeken, de | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen die daarom verzoeken, de |
nodige documentatie omtrent de wets- en verordeningsbepalingen inzake | nodige documentatie omtrent de wets- en verordeningsbepalingen inzake |
de vergoeding, alsook een aangifteformulier. | de vergoeding, alsook een aangifteformulier. |
Afdeling 3. - Kennisgeving van het bedrag van de vergoeding | Afdeling 3. - Kennisgeving van het bedrag van de vergoeding |
Art. 5.De beheersvennootschap deelt het bedrag mee van de vergoeding |
Art. 5.De beheersvennootschap deelt het bedrag mee van de vergoeding |
aan de onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen binnen | aan de onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen binnen |
een termijn van twee maanden, vanaf de ontvangst van de aangifte. | een termijn van twee maanden, vanaf de ontvangst van de aangifte. |
In de kennisgeving wordt vermeld : | In de kennisgeving wordt vermeld : |
1° de periode waarvoor de vergoeding verschuldigd is; | 1° de periode waarvoor de vergoeding verschuldigd is; |
2° het bedrag van de vergoeding dat de onderwijs- of wetenschappelijke | 2° het bedrag van de vergoeding dat de onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstelling verschuldigd is, alsmede de berekening ervan. | onderzoeksinstelling verschuldigd is, alsmede de berekening ervan. |
Afdeling 4. - Aangifte en betaling voor rekening van de onderwijs- of | Afdeling 4. - Aangifte en betaling voor rekening van de onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen |
Art. 6.De overheden en de verenigingen van onderwijs- of |
Art. 6.De overheden en de verenigingen van onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen kunnen beslissen de | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen kunnen beslissen de |
verplichtingen bepaald in artikel 4 te vervullen voor rekening van | verplichtingen bepaald in artikel 4 te vervullen voor rekening van |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. |
Wanneer de overheden en/of de verenigingen van onderwijs- of | Wanneer de overheden en/of de verenigingen van onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen gebruik maken van deze | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen gebruik maken van deze |
mogelijkheid, betalen zij aan de beheersvennootschap, het bedrag, | mogelijkheid, betalen zij aan de beheersvennootschap, het bedrag, |
bepaald in artikel 2 verschuldigd voor de betrokken onderwijs- of | bepaald in artikel 2 verschuldigd voor de betrokken onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. |
In dat geval doet de beheersvennootschap de kennisgeving, bepaald in | In dat geval doet de beheersvennootschap de kennisgeving, bepaald in |
artikel 5, aan de overheden en aan de verenigingen van onderwijs- of | artikel 5, aan de overheden en aan de verenigingen van onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen voor wat die instellingen | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen voor wat die instellingen |
betreft. | betreft. |
HOOFDSTUK 4. - Nadere regels voor de controle | HOOFDSTUK 4. - Nadere regels voor de controle |
Art. 7.§ 1. De onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen |
Art. 7.§ 1. De onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen |
of, indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel | of, indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel |
6, overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | 6, overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen verstrekken aan de beheersvennootschap, op haar | onderzoeksinstellingen verstrekken aan de beheersvennootschap, op haar |
verzoek, de gegevens die nodig zijn voor de inning van de vergoeding | verzoek, de gegevens die nodig zijn voor de inning van de vergoeding |
ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. | ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. |
Een dergelijk verzoek kan geen betrekking hebben op de officiële door | Een dergelijk verzoek kan geen betrekking hebben op de officiële door |
de Gemeenschappen geverifieerde cijfers. | de Gemeenschappen geverifieerde cijfers. |
§ 2. De beheersvennootschap doet in het verzoek opgave van : | § 2. De beheersvennootschap doet in het verzoek opgave van : |
1° de rechtsgronden van de aanvraag; | 1° de rechtsgronden van de aanvraag; |
2° de gevraagde gegevens; | 2° de gevraagde gegevens; |
3° de redenen en het doel van het verzoek; | 3° de redenen en het doel van het verzoek; |
4° de termijn binnen welke de gevraagde gegevens moeten worden | 4° de termijn binnen welke de gevraagde gegevens moeten worden |
aangeleverd; deze mag niet minder dan twintig werkdagen bedragen te | aangeleverd; deze mag niet minder dan twintig werkdagen bedragen te |
rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek; | rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek; |
5° de sancties, bepaald met toepassing van artikel XI.293, vierde lid, | 5° de sancties, bepaald met toepassing van artikel XI.293, vierde lid, |
van het Wetboek van economisch recht, in het geval dat de toegestane | van het Wetboek van economisch recht, in het geval dat de toegestane |
termijn niet zou worden gerespecteerd of in het geval dat onvolledige | termijn niet zou worden gerespecteerd of in het geval dat onvolledige |
of kennelijk onjuiste inlichtingen zouden worden gegeven. | of kennelijk onjuiste inlichtingen zouden worden gegeven. |
§ 3. De gegevens, verkregen als antwoord op een verzoek, mogen niet | § 3. De gegevens, verkregen als antwoord op een verzoek, mogen niet |
voor andere doeleinden of om andere redenen worden aangewend dan die | voor andere doeleinden of om andere redenen worden aangewend dan die |
omschreven in het verzoek. | omschreven in het verzoek. |
De onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen of, indien | De onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen of, indien |
zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden | zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden |
en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, kunnen op grond van het verzoek om gegevens | onderzoeksinstellingen, kunnen op grond van het verzoek om gegevens |
aan te leveren niet worden verplicht te erkennen dat zij de wet hebben | aan te leveren niet worden verplicht te erkennen dat zij de wet hebben |
overtreden of daaraan participeerden. | overtreden of daaraan participeerden. |
De termijn, bepaald in paragraaf 2, 4°, begint slechts te lopen | De termijn, bepaald in paragraaf 2, 4°, begint slechts te lopen |
wanneer het verzoek om inlichtingen aan de bestemmeling werd betekend | wanneer het verzoek om inlichtingen aan de bestemmeling werd betekend |
bij aangetekende zending met ontvangstbewijs. | bij aangetekende zending met ontvangstbewijs. |
De Minister kan de inhoud, het aantal en de frequentie van de | De Minister kan de inhoud, het aantal en de frequentie van de |
verzoeken om gegevens, op zodanige wijze bepalen dat de activiteiten | verzoeken om gegevens, op zodanige wijze bepalen dat de activiteiten |
van de ondervraagde entiteiten niet meer dan nodig worden gehinderd. | van de ondervraagde entiteiten niet meer dan nodig worden gehinderd. |
HOOFDSTUK 5. - Verdeelsleutel van de vergoeding | HOOFDSTUK 5. - Verdeelsleutel van de vergoeding |
Art. 8.§ 1. Onverminderd het bepaalde in internationale |
Art. 8.§ 1. Onverminderd het bepaalde in internationale |
overeenkomsten wordt de vergoeding voor de reproductie en de | overeenkomsten wordt de vergoeding voor de reproductie en de |
mededeling van werken van letterkunde, databanken of werken van | mededeling van werken van letterkunde, databanken of werken van |
grafische en beeldende kunst ter illustratie bij onderwijs of voor | grafische en beeldende kunst ter illustratie bij onderwijs of voor |
wetenschappelijk onderzoek onder de voorwaarden bedoeld in artikel | wetenschappelijk onderzoek onder de voorwaarden bedoeld in artikel |
XI.240, eerste en tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, in | XI.240, eerste en tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, in |
gelijke delen verdeeld tussen auteurs en de uitgevers. | gelijke delen verdeeld tussen auteurs en de uitgevers. |
§ 2. Onder voorbehoud van toepassing van het bepaalde in | § 2. Onder voorbehoud van toepassing van het bepaalde in |
internationale overeenkomsten wordt de vergoeding voor de reproductie | internationale overeenkomsten wordt de vergoeding voor de reproductie |
en de mededeling van geluidswerken of audiovisuele werken ter | en de mededeling van geluidswerken of audiovisuele werken ter |
illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, onder de | illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, onder de |
voorwaarden bedoeld in artikel XI.240, eerste en derde lid, van het | voorwaarden bedoeld in artikel XI.240, eerste en derde lid, van het |
Wetboek van economisch recht, verdeeld tussen de auteurs, de | Wetboek van economisch recht, verdeeld tussen de auteurs, de |
uitvoerende kunstenaars en de producenten naar rata van een derde voor | uitvoerende kunstenaars en de producenten naar rata van een derde voor |
elk. | elk. |
HOOFDSTUK 6. - Goedkeuring van de verdelingsregels | HOOFDSTUK 6. - Goedkeuring van de verdelingsregels |
Art. 9.De verdelingsregels inzake de vergoeding ter illustratie bij |
Art. 9.De verdelingsregels inzake de vergoeding ter illustratie bij |
onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek die de | onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek die de |
beheersvennootschap vaststelt, alsook elke wijziging die zij daarin | beheersvennootschap vaststelt, alsook elke wijziging die zij daarin |
aanbrengt, worden door de Minister overeenkomstig de bepalingen van | aanbrengt, worden door de Minister overeenkomstig de bepalingen van |
hoofdstuk 10 goedgekeurd. | hoofdstuk 10 goedgekeurd. |
De in het eerste lid bedoelde verdelingsregels en de wijzigingen ervan | De in het eerste lid bedoelde verdelingsregels en de wijzigingen ervan |
worden goedgekeurd indien zij in overeenstemming zijn met de wet. | worden goedgekeurd indien zij in overeenstemming zijn met de wet. |
De Minister kan de goedkeuring intrekken wanneer niet meer is voldaan | De Minister kan de goedkeuring intrekken wanneer niet meer is voldaan |
aan de voorwaarden gesteld voor de toekenning ervan. | aan de voorwaarden gesteld voor de toekenning ervan. |
HOOFDSTUK 7. - Administratieve vereenvoudiging | HOOFDSTUK 7. - Administratieve vereenvoudiging |
Art. 10.§ 1. De beheersvennootschap richt een platform op en zorgt |
Art. 10.§ 1. De beheersvennootschap richt een platform op en zorgt |
voor het beheer ervan, waarbij de onderwijs- of wetenschappelijke | voor het beheer ervan, waarbij de onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen of, indien zij gebruik maken van de | onderzoeksinstellingen of, indien zij gebruik maken van de |
mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen van | mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen van |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, die dat wensen | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, die dat wensen |
: | : |
1° hun verplichtingen op grond van artikel 4, § 1, kunnen nakomen, de | 1° hun verplichtingen op grond van artikel 4, § 1, kunnen nakomen, de |
factuur van de verschuldigde vergoeding kunnen krijgen en deze kunnen | factuur van de verschuldigde vergoeding kunnen krijgen en deze kunnen |
betalen; | betalen; |
2° aan de beheersvennootschap verzoeken kunnen richten op grond van | 2° aan de beheersvennootschap verzoeken kunnen richten op grond van |
artikel 4, § 3, tweede lid. | artikel 4, § 3, tweede lid. |
Er kunnen de onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen | Er kunnen de onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen |
of, indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel | of, indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel |
6, overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | 6, overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, geen kosten worden aangerekend omdat zij er | onderzoeksinstellingen, geen kosten worden aangerekend omdat zij er |
niet voor kiezen om hun verbintenissen via het platform na te komen. | niet voor kiezen om hun verbintenissen via het platform na te komen. |
Wanneer onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen of, | Wanneer onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen of, |
indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, | indien zij gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, |
overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, het platform wensen te gebruiken als bedoeld | onderzoeksinstellingen, het platform wensen te gebruiken als bedoeld |
in het eerste lid, kan de beheersvennootschap haar verplichtingen | in het eerste lid, kan de beheersvennootschap haar verplichtingen |
jegens hen op grond van de artikelen 4, § 3 en 5 nakomen via dit | jegens hen op grond van de artikelen 4, § 3 en 5 nakomen via dit |
platform, voor zover de onderwijs- of wetenschappelijke | platform, voor zover de onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen of, indien zij gebruik maken van de | onderzoeksinstellingen of, indien zij gebruik maken van de |
mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen van | mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen van |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, daartoe niet | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, daartoe niet |
op eigen initiatief het platform moeten raadplegen. | op eigen initiatief het platform moeten raadplegen. |
§ 2. De beheersvennootschap kan met de personen bedoeld in artikel 7, | § 2. De beheersvennootschap kan met de personen bedoeld in artikel 7, |
§ 1 die dat wensen, en volgens de voorwaarden bepaald in dat artikel, | § 1 die dat wensen, en volgens de voorwaarden bepaald in dat artikel, |
de verzoeken om en mededelingen van gegevens bedoeld in artikel 7 | de verzoeken om en mededelingen van gegevens bedoeld in artikel 7 |
organiseren via het platform bedoeld in paragraaf 1. | organiseren via het platform bedoeld in paragraaf 1. |
§ 3. Het platform bedoeld in paragraaf 1 bestaat in een dienst die | § 3. Het platform bedoeld in paragraaf 1 bestaat in een dienst die |
voldoet aan de volgende voorwaarden : | voldoet aan de volgende voorwaarden : |
1° hij wordt gratis van op afstand, via elektronische weg verstrekt; | 1° hij wordt gratis van op afstand, via elektronische weg verstrekt; |
2° hij is permanent toegankelijk voor de onderwijs- of | 2° hij is permanent toegankelijk voor de onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstelling of, indien zij gebruik maken | wetenschappelijke onderzoeksinstelling of, indien zij gebruik maken |
van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen | van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, overheden en verenigingen |
van onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen; | van onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstellingen; |
3° hij is gebruiksvriendelijk; | 3° hij is gebruiksvriendelijk; |
4° hij geeft ontvangstbevestiging van de door de onderwijs- of | 4° hij geeft ontvangstbevestiging van de door de onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstelling of, indien zij gebruik maken | wetenschappelijke onderzoeksinstelling of, indien zij gebruik maken |
van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, door de overheden en | van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, door de overheden en |
verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, meegedeelde gegevens; | onderzoeksinstellingen, meegedeelde gegevens; |
5° hij omvat technische maatregelen waarbij de identiteit van de | 5° hij omvat technische maatregelen waarbij de identiteit van de |
onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstelling, of, indien zij | onderwijs- of wetenschappelijke onderzoeksinstelling, of, indien zij |
gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, de identiteit | gebruik maken van de mogelijkheid, bepaald in artikel 6, de identiteit |
van overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke | van overheden en verenigingen van onderwijs- of wetenschappelijke |
onderzoeksinstellingen, de integriteit van de meegedeelde gegevens en | onderzoeksinstellingen, de integriteit van de meegedeelde gegevens en |
het moment waarop deze worden meegedeeld kunnen worden gewaarborgd. | het moment waarop deze worden meegedeeld kunnen worden gewaarborgd. |
De Minister kan na raadpleging van de Adviescommissie voor de | De Minister kan na raadpleging van de Adviescommissie voor de |
betrokken milieus bedoeld in artikel 12, beslissen welke technische | betrokken milieus bedoeld in artikel 12, beslissen welke technische |
maatregelen moeten worden genomen op grond van het eerste lid, 5°. | maatregelen moeten worden genomen op grond van het eerste lid, 5°. |
De beheersvennootschap richt het in paragraaf 1 bedoelde platform op | De beheersvennootschap richt het in paragraaf 1 bedoelde platform op |
tegen 1 juli 2018. Deze termijn kan om gemotiveerde redenen verlengd | tegen 1 juli 2018. Deze termijn kan om gemotiveerde redenen verlengd |
worden door de Minister. | worden door de Minister. |
§ 4. De beheersvennootschap is verantwoordelijk voor de verwerking van | § 4. De beheersvennootschap is verantwoordelijk voor de verwerking van |
persoonsgegevens uitgevoerd in het raam van het platform bedoeld in | persoonsgegevens uitgevoerd in het raam van het platform bedoeld in |
paragraaf 1, in de zin van de wet van 8 december 1992 betreffende de | paragraaf 1, in de zin van de wet van 8 december 1992 betreffende de |
bescherming van de persoonlijke levenssfeer. | bescherming van de persoonlijke levenssfeer. |
HOOFDSTUK 8. - Aanpassing van de bedragen van de vergoeding ter | HOOFDSTUK 8. - Aanpassing van de bedragen van de vergoeding ter |
illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek | illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek |
Art. 11.De bedragen van de vergoeding ter illustratie bij onderwijs |
Art. 11.De bedragen van de vergoeding ter illustratie bij onderwijs |
of voor wetenschappelijk onderzoek worden jaarlijks op 1 januari | of voor wetenschappelijk onderzoek worden jaarlijks op 1 januari |
aangepast aan de gezondheidsindex van de maand september van het jaar | aangepast aan de gezondheidsindex van de maand september van het jaar |
tevoren. | tevoren. |
Het aanvangsindexcijfer is dat van de maand september 2016 (103,68). | Het aanvangsindexcijfer is dat van de maand september 2016 (103,68). |
De aanpassing van de bedragen geschiedt volgens de volgende formule : | De aanpassing van de bedragen geschiedt volgens de volgende formule : |
het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met | het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met |
het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. | het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. |
Uiterlijk op 30 november van elk jaar, worden de aangepaste bedragen | Uiterlijk op 30 november van elk jaar, worden de aangepaste bedragen |
die van toepassing zullen zijn vanaf 1 januari van het daaropvolgende | die van toepassing zullen zijn vanaf 1 januari van het daaropvolgende |
jaar, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | jaar, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
HOOFDSTUK 9. - Raadpleging van de betrokken milieus | HOOFDSTUK 9. - Raadpleging van de betrokken milieus |
Art. 12.§ 1. Bij de FOD Economie wordt een adviescommissie van de |
Art. 12.§ 1. Bij de FOD Economie wordt een adviescommissie van de |
betrokken milieus ingesteld. | betrokken milieus ingesteld. |
§ 2. De commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de | § 2. De commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de |
Minister en bestaat daarnaast uit personen aangewezen door de | Minister en bestaat daarnaast uit personen aangewezen door de |
beheersvennootschap, alsmede door organisaties die de onderwijs- of | beheersvennootschap, alsmede door organisaties die de onderwijs- of |
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen vertegenwoordigen. | wetenschappelijke onderzoeksinstellingen vertegenwoordigen. |
De organisaties die de leden van de commissie aanwijzen, alsook het | De organisaties die de leden van de commissie aanwijzen, alsook het |
aantal personen dat de beheersvennootschap en iedere organisatie | aantal personen dat de beheersvennootschap en iedere organisatie |
kunnen aanwijzen, worden door de Minister vastgesteld. Om door de | kunnen aanwijzen, worden door de Minister vastgesteld. Om door de |
Minister te worden vastgesteld, zijn de organisaties representatief | Minister te worden vastgesteld, zijn de organisaties representatief |
voor degenen die een vergoeding voor het gebruik van werken, | voor degenen die een vergoeding voor het gebruik van werken, |
databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor | databanken en prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor |
wetenschappelijk onderzoek verschuldigd zijn. | wetenschappelijk onderzoek verschuldigd zijn. |
De commissie neemt haar adviezen consensueel aan. Bij gebreke van | De commissie neemt haar adviezen consensueel aan. Bij gebreke van |
consensus worden de verschillende standpunten in het advies vermeld. | consensus worden de verschillende standpunten in het advies vermeld. |
§ 3. De voorzitter van de commissie roept de commissie samen en stelt | § 3. De voorzitter van de commissie roept de commissie samen en stelt |
de agenda vast. | de agenda vast. |
De commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast onder goedkeuring | De commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast onder goedkeuring |
van de Minister. | van de Minister. |
HOOFDSTUK 1 0. - Procedure van goedkeuring door de Minister | HOOFDSTUK 1 0. - Procedure van goedkeuring door de Minister |
Art. 13.§ 1. Het in artikel 9 bedoelde verzoek om goedkeuring wordt |
Art. 13.§ 1. Het in artikel 9 bedoelde verzoek om goedkeuring wordt |
aan de Minister gericht bij een aangetekende zending met | aan de Minister gericht bij een aangetekende zending met |
ontvangbewijs. | ontvangbewijs. |
§ 2. Bij de aanvraag worden de stukken gevoegd waarvoor om goedkeuring | § 2. Bij de aanvraag worden de stukken gevoegd waarvoor om goedkeuring |
wordt verzocht. | wordt verzocht. |
Met betrekking tot de goedkeuring van de verdelingsregels worden bij | Met betrekking tot de goedkeuring van de verdelingsregels worden bij |
de aanvraag de volgende stukken gevoegd : | de aanvraag de volgende stukken gevoegd : |
1° een afschrift van de verdelingsregels waarvoor om goedkeuring wordt | 1° een afschrift van de verdelingsregels waarvoor om goedkeuring wordt |
verzocht; | verzocht; |
2° een verklaring waarin de naam en de woonplaats van de natuurlijke | 2° een verklaring waarin de naam en de woonplaats van de natuurlijke |
personen, alsook de naam, de zetel en het doel van de rechtspersonen | personen, alsook de naam, de zetel en het doel van de rechtspersonen |
zijn vermeld, die het beheer van hun rechten inzake de vergoeding | zijn vermeld, die het beheer van hun rechten inzake de vergoeding |
rechtstreeks aan de beheersvennootschap hebben toevertrouwd; | rechtstreeks aan de beheersvennootschap hebben toevertrouwd; |
3° een afschrift van de contracten gesloten met in het buitenland | 3° een afschrift van de contracten gesloten met in het buitenland |
gevestigde beheersvennootschappen, op grond waarvan de | gevestigde beheersvennootschappen, op grond waarvan de |
beheersvennootschap voor rekening van die buitenlandse vennootschappen | beheersvennootschap voor rekening van die buitenlandse vennootschappen |
de vergoedingen ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk | de vergoedingen ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk |
onderzoek in België int. | onderzoek in België int. |
§ 3. De beheersvennootschap verstrekt aanvullende inlichtingen die | § 3. De beheersvennootschap verstrekt aanvullende inlichtingen die |
nodig zijn voor de beoordeling van haar aanvraag. | nodig zijn voor de beoordeling van haar aanvraag. |
§ 4. Ingeval de Minister beschikt over gegevens die bij het verzoek om | § 4. Ingeval de Minister beschikt over gegevens die bij het verzoek om |
goedkeuring moeten worden gevoegd, stelt hij de beheersvennootschap | goedkeuring moeten worden gevoegd, stelt hij de beheersvennootschap |
daarvan in kennis bij aangetekende zending met ontvangbewijs. | daarvan in kennis bij aangetekende zending met ontvangbewijs. |
De beslissing houdende goedkeuring of weigering ervan wordt betekend | De beslissing houdende goedkeuring of weigering ervan wordt betekend |
binnen zes maanden te rekenen van de aangetekende zending bedoeld in | binnen zes maanden te rekenen van de aangetekende zending bedoeld in |
het eerste lid. | het eerste lid. |
§ 5. Wanneer de Minister voornemens is de goedkeuring te weigeren of | § 5. Wanneer de Minister voornemens is de goedkeuring te weigeren of |
in te trekken, geeft hij hiervan bij een aangetekende zending met | in te trekken, geeft hij hiervan bij een aangetekende zending met |
ontvangbewijs kennis aan de beheersvennootschap. In deze kennisgeving | ontvangbewijs kennis aan de beheersvennootschap. In deze kennisgeving |
worden de redenen vermeld waarom de weigering of de intrekking van de | worden de redenen vermeld waarom de weigering of de intrekking van de |
goedkeuring wordt overwogen.. | goedkeuring wordt overwogen.. |
De beheersvennootschap beschikt over een termijn van een maand te | De beheersvennootschap beschikt over een termijn van een maand te |
rekenen van de kennisgeving bedoeld in het vorige lid om door middel | rekenen van de kennisgeving bedoeld in het vorige lid om door middel |
van een aangetekende zending met ontvangbewijs bij de Minister beroep | van een aangetekende zending met ontvangbewijs bij de Minister beroep |
aan te tekenen tegen de beslissing en op haar verzoek door de Minister | aan te tekenen tegen de beslissing en op haar verzoek door de Minister |
of door de persoon die deze laatste daartoe aanwijst, te worden | of door de persoon die deze laatste daartoe aanwijst, te worden |
gehoord. | gehoord. |
§ 6. De goedkeuring, alsook de weigering en de intrekking ervan worden | § 6. De goedkeuring, alsook de weigering en de intrekking ervan worden |
aan de betrokken beheersvennootschap ter kennis gebracht bij een | aan de betrokken beheersvennootschap ter kennis gebracht bij een |
aangetekende zending met ontvangbewijs. | aangetekende zending met ontvangbewijs. |
HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen |
Art. 14.De beheersvennootschap maakt elk jaar een verslag op van de |
Art. 14.De beheersvennootschap maakt elk jaar een verslag op van de |
inning en de verdeling van de vergoedingen ter illustratie bij | inning en de verdeling van de vergoedingen ter illustratie bij |
onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek door de | onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek door de |
beheersvennootschap en door de beheersvennootschappen die zij | beheersvennootschap en door de beheersvennootschappen die zij |
vertegenwoordigt. De Minister kan de vorm en de inhoud van dit verslag | vertegenwoordigt. De Minister kan de vorm en de inhoud van dit verslag |
bepalen. | bepalen. |
Dit verslag wordt uiterlijk op 30 juni van elk jaar voorgelegd aan de | Dit verslag wordt uiterlijk op 30 juni van elk jaar voorgelegd aan de |
Minister en de Gemeenschappen, en betreft de inningen en verdelingen | Minister en de Gemeenschappen, en betreft de inningen en verdelingen |
verricht tijdens het voorgaande kalenderjaar. | verricht tijdens het voorgaande kalenderjaar. |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 16.Onverminderd artikel 11 gelden de tarieven bepaald in artikel |
Art. 16.Onverminderd artikel 11 gelden de tarieven bepaald in artikel |
2 van 1 januari 2017 tot 31 december 2018. | 2 van 1 januari 2017 tot 31 december 2018. |
De eerste referentieperiode waarvoor op basis van dit besluit een | De eerste referentieperiode waarvoor op basis van dit besluit een |
aangifte dient te geschieden, loopt van 1 januari 2017 tot 31 december | aangifte dient te geschieden, loopt van 1 januari 2017 tot 31 december |
2017. | 2017. |
De termijnen bedoeld in artikel 4 worden voor wat betreft de | De termijnen bedoeld in artikel 4 worden voor wat betreft de |
referentieperiode 2017 verlengd met zeven maanden. | referentieperiode 2017 verlengd met zeven maanden. |
Art. 17.De minister bevoegd voor het auteursrecht is belast met de |
Art. 17.De minister bevoegd voor het auteursrecht is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 31 juli 2017. | Gegeven te Brussel, 31 juli 2017. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Economie en Consumenten, | De Minister van Economie en Consumenten, |
K. PEETERS | K. PEETERS |