Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
31 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 31 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, |
gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, | gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, |
betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1) | betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en |
kartonbewerking; | kartonbewerking; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017, gesloten |
in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende | in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende |
de arbeids- en loonvoorwaarden. | de arbeids- en loonvoorwaarden. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 31 januari 2018. | Gegeven te Brussel, 31 januari 2018. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking | Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017 |
Arbeids- en loonvoorwaarden | Arbeids- en loonvoorwaarden |
(Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2017 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2017 onder het nummer |
140649/CO/136) | 140649/CO/136) |
Inleiding | Inleiding |
De overeenkomsten die volgen, werden afgesloten door organisaties die | De overeenkomsten die volgen, werden afgesloten door organisaties die |
zich tot doel stellen het individueel welzijn van hun leden te | zich tot doel stellen het individueel welzijn van hun leden te |
betrachten, alsmede de algemene vooruitgang van hun beroep en de | betrachten, alsmede de algemene vooruitgang van hun beroep en de |
ontwikkeling van de nationale nijverheid. | ontwikkeling van de nationale nijverheid. |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn | de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn |
in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité | in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité |
voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair | voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair |
comité er anders over beslist (cfr. artikel 29). | comité er anders over beslist (cfr. artikel 29). |
Zij werd afgesloten in toepassing van en met respect voor de wet van | Zij werd afgesloten in toepassing van en met respect voor de wet van |
19 maart 2017 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 2017) tot wijziging | 19 maart 2017 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 2017) tot wijziging |
van de wet van 16 juli 1996 tot vrijwaring van de werkgelegenheid en | van de wet van 16 juli 1996 tot vrijwaring van de werkgelegenheid en |
tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in | tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in |
uitvoering van en met respect voor de collectieve arbeidsovereenkomst | uitvoering van en met respect voor de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 119 van 21 maart 2017 tot vaststelling van de maximale marge voor | nr. 119 van 21 maart 2017 tot vaststelling van de maximale marge voor |
loonkostenontwikkeling voor de periode 2017-2018. | loonkostenontwikkeling voor de periode 2017-2018. |
HOOFDSTUK II. - Uurlonen | HOOFDSTUK II. - Uurlonen |
Art. 2.De minimumuurlonen worden op basis van de 37-urenweek als |
Art. 2.De minimumuurlonen worden op basis van de 37-urenweek als |
volgt vastgesteld : | volgt vastgesteld : |
Klasse | Klasse |
Januari 2017 | Januari 2017 |
Classe | Classe |
Janvier 2017 | Janvier 2017 |
EUR | EUR |
EUR | EUR |
BK | BK |
13,4862 | 13,4862 |
HC | HC |
13,4862 | 13,4862 |
1 | 1 |
13,3310 | 13,3310 |
1 | 1 |
13,3310 | 13,3310 |
2 | 2 |
12,9757 | 12,9757 |
2 | 2 |
12,9757 | 12,9757 |
3 | 3 |
12,4850 | 12,4850 |
3 | 3 |
12,4850 | 12,4850 |
4 | 4 |
12,1727 | 12,1727 |
4 | 4 |
12,1727 | 12,1727 |
5 | 5 |
11,5399 | 11,5399 |
5 | 5 |
11,5399 | 11,5399 |
6 | 6 |
11,1828 | 11,1828 |
6 | 6 |
11,1828 | 11,1828 |
7 | 7 |
11,0608 | 11,0608 |
7 | 7 |
11,0608 | 11,0608 |
Art. 3.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de |
Art. 3.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de |
functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid | functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid |
in opeenvolgende ploegen. | in opeenvolgende ploegen. |
Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders |
Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders |
en arbeidsters worden op 1 januari geïndexeerd op grond van de reële | en arbeidsters worden op 1 januari geïndexeerd op grond van de reële |
evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni en | evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni en |
december van het vorige jaar. | december van het vorige jaar. |
De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en | De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en |
arbeidsters worden op 1 juli geïndexeerd op grond van de reële | arbeidsters worden op 1 juli geïndexeerd op grond van de reële |
evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni van het | evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni van het |
lopende jaar en van december van het vorige jaar. | lopende jaar en van december van het vorige jaar. |
De minimumuurlonen worden op 1 januari 2018 verhoogd met 1,1 pct. | De minimumuurlonen worden op 1 januari 2018 verhoogd met 1,1 pct. |
De ondernemingen respecteren deze minimumuurlonen. De sociale partners | De ondernemingen respecteren deze minimumuurlonen. De sociale partners |
op ondernemingsvlak beschikken over een termijn die loopt tot 31 | op ondernemingsvlak beschikken over een termijn die loopt tot 31 |
december 2017 om een bedrijfsakkoord te sluiten en neer te leggen ter | december 2017 om een bedrijfsakkoord te sluiten en neer te leggen ter |
Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD | Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD |
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, dat gesloten wordt conform | Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, dat gesloten wordt conform |
de individuele situatie van de onderneming : | de individuele situatie van de onderneming : |
Hetzij : | Hetzij : |
a. Onderneming waar er geen verschillen bestaan tussen arbeiders en | a. Onderneming waar er geen verschillen bestaan tussen arbeiders en |
bedienden op het vlak van de groepsverzekeringen/andere extralegale | bedienden op het vlak van de groepsverzekeringen/andere extralegale |
voorwaarden : er kan een bedrijfsakkoord worden onderhandeld binnen de | voorwaarden : er kan een bedrijfsakkoord worden onderhandeld binnen de |
grenzen van de loonnorm van 1,1 pct. dat uiterlijk wordt neergelegd | grenzen van de loonnorm van 1,1 pct. dat uiterlijk wordt neergelegd |
ter Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD | ter Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD |
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg op 31 december 2017. | Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg op 31 december 2017. |
Bij gebreke aan dergelijk bedrijfsakkoord, zullen de reële brutolonen | Bij gebreke aan dergelijk bedrijfsakkoord, zullen de reële brutolonen |
stijgen met 1,1 pct. op 1 januari 2018. | stijgen met 1,1 pct. op 1 januari 2018. |
Hetzij : | Hetzij : |
b. Onderneming waar er verschillen bestaan tussen arbeiders en | b. Onderneming waar er verschillen bestaan tussen arbeiders en |
bedienden op het vlak van de groepsverzekeringen/andere extralegale | bedienden op het vlak van de groepsverzekeringen/andere extralegale |
voorwaarden : er kan een bedrijfsakkoord worden onderhandeld waarbij : | voorwaarden : er kan een bedrijfsakkoord worden onderhandeld waarbij : |
- in eerste instantie 0,4 pct. x 160,33 x 13 van het individueel loon | - in eerste instantie 0,4 pct. x 160,33 x 13 van het individueel loon |
(= loon + ploegenpremie ingeval van de arbeiders) wordt voorbehouden | (= loon + ploegenpremie ingeval van de arbeiders) wordt voorbehouden |
en aangewend voor de harmonisering van de groepsverzekering, ingevoerd | en aangewend voor de harmonisering van de groepsverzekering, ingevoerd |
met retroactief effect op 1 januari 2017; | met retroactief effect op 1 januari 2017; |
- ingeval van andere harmonisatiemaatregelen wordt 0,3 pct. van de | - ingeval van andere harmonisatiemaatregelen wordt 0,3 pct. van de |
loonnorm toegepast, ingevoerd met retroactief effect op 1 januari | loonnorm toegepast, ingevoerd met retroactief effect op 1 januari |
2017. | 2017. |
En | En |
Op het vlak van de onderneming kunnen bijkomende onderhandelingen | Op het vlak van de onderneming kunnen bijkomende onderhandelingen |
worden gevoerd ter invulling van de 0,8 pct. Indien er geen | worden gevoerd ter invulling van de 0,8 pct. Indien er geen |
bedrijfsakkoord ter Griffie van de Dienst Collectieve | bedrijfsakkoord ter Griffie van de Dienst Collectieve |
Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal | Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal |
Overleg is neergelegd uiterlijk op 31 december 2017, worden de reële | Overleg is neergelegd uiterlijk op 31 december 2017, worden de reële |
brutolonen met 0,8 pct. verhoogd op 1 januari 2018. | brutolonen met 0,8 pct. verhoogd op 1 januari 2018. |
Indien de werkgever niet de nodige maatregelen neemt om de verhoging | Indien de werkgever niet de nodige maatregelen neemt om de verhoging |
van de groepsverzekering of andere harmoniseringen zoals hierboven | van de groepsverzekering of andere harmoniseringen zoals hierboven |
omschreven te organiseren tegen uiterlijk 31 december 2017, dan worden | omschreven te organiseren tegen uiterlijk 31 december 2017, dan worden |
de regels voor ondernemingen waar geen verschillen bestaan tussen | de regels voor ondernemingen waar geen verschillen bestaan tussen |
arbeiders en bedienden, zoals omschreven onder punt a., toegepast. | arbeiders en bedienden, zoals omschreven onder punt a., toegepast. |
Art. 5.De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van |
Art. 5.De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van |
deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en | deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en |
onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding | onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding |
als volgt worden vergoed : | als volgt worden vergoed : |
3de graad - 2de jaar | 3de graad - 2de jaar |
85 pct. | 85 pct. |
3ème degré - 2ème année | 3ème degré - 2ème année |
85 p.c. | 85 p.c. |
3de graad - 1ste jaar | 3de graad - 1ste jaar |
75 pct. | 75 pct. |
3ème degré - 1ère année | 3ème degré - 1ère année |
75 p.c. | 75 p.c. |
2de graad - 2de jaar | 2de graad - 2de jaar |
70 pct. | 70 pct. |
2ème degré - 2ème année | 2ème degré - 2ème année |
70 p.c. | 70 p.c. |
van de geldende baremalonen. | van de geldende baremalonen. |
De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht zullen | De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht zullen |
tegen dezelfde voorwaarden vergoed worden, als hierboven uiteengezet, | tegen dezelfde voorwaarden vergoed worden, als hierboven uiteengezet, |
wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst. | wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst. |
De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die | De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die |
met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de | met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de |
ondernemingen zullen minimum verloond worden conform de lonen van | ondernemingen zullen minimum verloond worden conform de lonen van |
klasse 7. | klasse 7. |
Art. 6.Als een arbeider/arbeidster van een lagere naar een hogere |
Art. 6.Als een arbeider/arbeidster van een lagere naar een hogere |
klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts | klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts |
verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag | verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag |
overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het | overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het |
minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het | minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het |
minimum van de eerstvolgende klasse. | minimum van de eerstvolgende klasse. |
HOOFDSTUK III. - Ploegenpremie | HOOFDSTUK III. - Ploegenpremie |
Art. 7.Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus |
Art. 7.Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus |
tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het reële loon | tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het reële loon |
worden toegekend. | worden toegekend. |
Art. 8.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de |
Art. 8.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de |
loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in | loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in |
overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De | overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De |
toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het reële | toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het reële |
loon. | loon. |
Art. 9.De werknemers, tewerkgesteld in ploegen, hebben recht op een |
Art. 9.De werknemers, tewerkgesteld in ploegen, hebben recht op een |
betaalde schafttijd. Deze bedraagt minimum 15 minuten en maximum 30 | betaalde schafttijd. Deze bedraagt minimum 15 minuten en maximum 30 |
minuten. | minuten. |
In ondernemingen waar gunstiger regelingen bestaan, blijven deze van | In ondernemingen waar gunstiger regelingen bestaan, blijven deze van |
toepassing. | toepassing. |
HOOFDSTUK IV. - Overurentoeslag | HOOFDSTUK IV. - Overurentoeslag |
Art. 10.Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden |
Art. 10.Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden |
toegekend. | toegekend. |
Art. 11.Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht : |
Art. 11.Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht : |
1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met | 1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met |
uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag | uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag |
in het stelsel van de vijfdagenweek; | in het stelsel van de vijfdagenweek; |
2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur; | 2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur; |
3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag. | 3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag. |
Art. 12.Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren |
Art. 12.Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren |
hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of | hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of |
betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 2,75 EUR als | betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 2,75 EUR als |
hij zijn werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder | hij zijn werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder |
de mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten. | de mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten. |
HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse premie | HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse premie |
Art. 13.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de |
Art. 13.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de |
onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een | onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een |
jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren | jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren |
(37-urenweek) van hun individueel loon(1) bij de eerste opening van de | (37-urenweek) van hun individueel loon(1) bij de eerste opening van de |
rekeningen van de maand november. | rekeningen van de maand november. |
Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na | Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na |
drie maanden anciënniteit in de onderneming(2) : | drie maanden anciënniteit in de onderneming(2) : |
- de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en | - de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en |
die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; | die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; |
- de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de | - de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de |
loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden. | loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden. |
Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : | Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : |
- de jaarlijkse vakantie; | - de jaarlijkse vakantie; |
- de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben | - de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben |
gegeven tot de betaling van loon; | gegeven tot de betaling van loon; |
- de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op | - de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op |
de ziekte en invaliditeit, tot zes maanden maximum; | de ziekte en invaliditeit, tot zes maanden maximum; |
- de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de | - de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de |
betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; | betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; |
- de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van | - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van |
arbeidsongevallen, tot één jaar; | arbeidsongevallen, tot één jaar; |
- de 15 weken bevallingsrust. | - de 15 weken bevallingsrust. |
Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht | Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht |
hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode | hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode |
gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het | gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het |
lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan : | lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan : |
- vijfdagenweek : | - vijfdagenweek : |
gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = | gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = |
52 x 5 | 52 x 5 |
- zesdagenweek : | - zesdagenweek : |
gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = | gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = |
52 x 6 | 52 x 6 |
- als een arbeider of arbeidster nu eens 5 dagen per week werkt en dan | - als een arbeider of arbeidster nu eens 5 dagen per week werkt en dan |
weer 6 dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal weken | weer 6 dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal weken |
gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, met | gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, met |
name : | name : |
gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = | gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u = |
(n x 5) + (m x 6) | (n x 5) + (m x 6) |
n + m is gelijk aan 52 weken | n + m is gelijk aan 52 weken |
De eventueel gunstigere programmaties die formeel werden vastgesteld | De eventueel gunstigere programmaties die formeel werden vastgesteld |
op het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze | op het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast. | collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast. |
Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur | Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur |
hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde | hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde |
compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal | compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal |
uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt | uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt |
berekend : | berekend : |
wekelijks arbeidsstelsel x 52 | wekelijks arbeidsstelsel x 52 |
12 | 12 |
Art. 14.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te |
Art. 14.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te |
dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde | dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde |
bepalingen. | bepalingen. |
HOOFDSTUK VI. - Koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer | HOOFDSTUK VI. - Koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer |
Art. 15.De lonen van de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld |
Art. 15.De lonen van de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld |
zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair | zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair |
Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, zijn gekoppeld | Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, zijn gekoppeld |
aan het gezondheidsindexcijfer, dat maandelijks wordt vastgesteld door | aan het gezondheidsindexcijfer, dat maandelijks wordt vastgesteld door |
de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en | de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en |
wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 16.De loonsverhogingen en -verlagingen worden toegepast vanaf de |
Art. 16.De loonsverhogingen en -verlagingen worden toegepast vanaf de |
eerste opening van de rekeningen van de maand. Eventuele negatieve | eerste opening van de rekeningen van de maand. Eventuele negatieve |
indexen worden geregeld bij een afzonderlijke collectieve | indexen worden geregeld bij een afzonderlijke collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 17.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot |
Art. 17.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot |
uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands | uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands |
concurrentievermogen, moet het gezondheidsindexcijfer, waarvan sprake | concurrentievermogen, moet het gezondheidsindexcijfer, waarvan sprake |
is in dit hoofdstuk, evenwel vervangen worden door het viermaandelijks | is in dit hoofdstuk, evenwel vervangen worden door het viermaandelijks |
indexcijfer dat wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst | indexcijfer dat wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst |
Economie, KMO, Middenstand en Energie en wordt bekendgemaakt in het | Economie, KMO, Middenstand en Energie en wordt bekendgemaakt in het |
Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
HOOFDSTUK VII. - Maaltijdcheques | HOOFDSTUK VII. - Maaltijdcheques |
1. Ondernemingen die maaltijdcheques toekennen aan de arbeiders en | 1. Ondernemingen die maaltijdcheques toekennen aan de arbeiders en |
arbeidsters in de onderneming op datum van 1 februari 2009 | arbeidsters in de onderneming op datum van 1 februari 2009 |
Art. 18.Op 1 juni 2009 werd de werkgeverstussenkomst van de |
Art. 18.Op 1 juni 2009 werd de werkgeverstussenkomst van de |
maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Op 1 januari 2010 werd deze | maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Op 1 januari 2010 werd deze |
opnieuw verhoogd met 0,50 EUR. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord | opnieuw verhoogd met 0,50 EUR. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord |
gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in | gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in |
de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016. | de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016. |
Art. 19.De toekenningsmodaliteiten opgenomen in de |
Art. 19.De toekenningsmodaliteiten opgenomen in de |
ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. | ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. |
2. Ondernemingen die nog geen maaltijdcheques toekennen aan de | 2. Ondernemingen die nog geen maaltijdcheques toekennen aan de |
arbeiders en arbeidsters in de onderneming | arbeiders en arbeidsters in de onderneming |
Art. 20.Een sectoraal regime tot toekenning van een maaltijdcheque, |
Art. 20.Een sectoraal regime tot toekenning van een maaltijdcheque, |
waarvoor de werkgeverstussenkomst 0,50 EUR bedraagt, is in werking | waarvoor de werkgeverstussenkomst 0,50 EUR bedraagt, is in werking |
getreden vanaf 1 juni 2009. De werkgeverstussenkomst werd verhoogd met | getreden vanaf 1 juni 2009. De werkgeverstussenkomst werd verhoogd met |
0,50 EUR op 1 januari 2010. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord | 0,50 EUR op 1 januari 2010. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord |
gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in | gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in |
de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016. | de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016. |
Art. 21.De toekenningsmodaliteiten worden bepaald in een sectorale |
Art. 21.De toekenningsmodaliteiten worden bepaald in een sectorale |
collectieve arbeidsovereenkomst. Bij de vaststelling van de | collectieve arbeidsovereenkomst. Bij de vaststelling van de |
toekenningsmodaliteiten wordt rekening gehouden met volgende principes | toekenningsmodaliteiten wordt rekening gehouden met volgende principes |
: | : |
- de gelijke behandeling van de deeltijdse werknemers; | - de gelijke behandeling van de deeltijdse werknemers; |
- de gepresteerde overuren. | - de gepresteerde overuren. |
HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur |
Art. 22.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten |
Art. 22.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten |
worden verricht in dagen van maximum 9 uren. | worden verricht in dagen van maximum 9 uren. |
De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt | De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt |
geschieden : | geschieden : |
- door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; | - door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; |
- door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; | - door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; |
- door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode | - door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode |
van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; | van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; |
- door het toekennen van compensatiedagen; | - door het toekennen van compensatiedagen; |
- door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde | - door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde |
mogelijkheden. | mogelijkheden. |
Art. 23.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald |
Art. 23.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald |
zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdende met de | zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdende met de |
technische, economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en | technische, economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en |
met het oog op het behoud van een maximum tijd aan productie enerzijds | met het oog op het behoud van een maximum tijd aan productie enerzijds |
en op de bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden | en op de bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden |
onderhandeld op het niveau van de ondernemingen. | onderhandeld op het niveau van de ondernemingen. |
Art. 24.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld |
Art. 24.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld |
door een rusttijd van hoogstens twee uren. | door een rusttijd van hoogstens twee uren. |
Art. 25.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de |
Art. 25.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de |
arbeider en arbeidster een rusttijd van 10 minuten worden toegekend, | arbeider en arbeidster een rusttijd van 10 minuten worden toegekend, |
zonder dat deze rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van | zonder dat deze rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van |
verlenging van de werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon. | verlenging van de werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon. |
HOOFDSTUK IX. - Feestdagen | HOOFDSTUK IX. - Feestdagen |
Art. 26.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : |
Art. 26.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : |
a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk | a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk |
besluit van 18 april 1974, namelijk : | besluit van 18 april 1974, namelijk : |
1) 1 januari; | 1) 1 januari; |
2) Paasmaandag; | 2) Paasmaandag; |
3) 1 mei; | 3) 1 mei; |
4) Hemelvaartsdag; | 4) Hemelvaartsdag; |
5) Pinkstermaandag; | 5) Pinkstermaandag; |
6) 21 juli; | 6) 21 juli; |
7) O.-L.-V.-Hemelvaart; | 7) O.-L.-V.-Hemelvaart; |
8) Allerheiligen; | 8) Allerheiligen; |
9) 11 november; | 9) 11 november; |
10) 25 december (Kerstmis); | 10) 25 december (Kerstmis); |
b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en | b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en |
arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest | arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest |
of om het even welke andere dag). | of om het even welke andere dag). |
HOOFDSTUK X. - Klein verlet | HOOFDSTUK X. - Klein verlet |
Art. 27.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het |
Art. 27.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het |
recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter | recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter |
gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van | gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van |
staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die | staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die |
hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur : | hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur : |
Reden van de afwezigheid | Reden van de afwezigheid |
Duur van de afwezigheid | Duur van de afwezigheid |
Motifs de l'absence | Motifs de l'absence |
Durée de l'absence | Durée de l'absence |
1. Huwelijk van de werknemer. | 1. Huwelijk van de werknemer. |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de | Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de |
gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. | gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. |
1. Mariage du travailleur. | 1. Mariage du travailleur. |
Trois jours à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe | Trois jours à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe |
l'événement ou dans la semaine suivante. | l'événement ou dans la semaine suivante. |
2. Huwelijk van een kind van de werknemer, of van een kind van zijn | 2. Huwelijk van een kind van de werknemer, of van een kind van zijn |
echtgeno(o)te. | echtgeno(o)te. |
Eén dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de | Eén dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de |
gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. | gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. |
2. Mariage d'un enfant du travailleur ou d'un enfant de son conjoint. | 2. Mariage d'un enfant du travailleur ou d'un enfant de son conjoint. |
Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe | Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe |
l'événement ou dans la semaine suivante. | l'événement ou dans la semaine suivante. |
3. Huwelijk van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, van de | 3. Huwelijk van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, van de |
vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van | vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van |
een kleinkind van de werknemer. | een kleinkind van de werknemer. |
De dag van het huwelijk. | De dag van het huwelijk. |
3. Mariage d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une | 3. Mariage d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une |
belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la | belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la |
mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant du travailleur. | mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant du travailleur. |
Le jour du mariage. | Le jour du mariage. |
4. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de | 4. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de |
werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, | werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, |
schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. | schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. |
De dag van de plechtigheid. | De dag van de plechtigheid. |
4. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant du travailleur ou de | 4. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant du travailleur ou de |
son conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une | son conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une |
belle-soeur du travailleur. | belle-soeur du travailleur. |
Le jour de la cérémonie. | Le jour de la cérémonie. |
5. Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit | 5. Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit |
kind langs vaderszijde vaststaat. | kind langs vaderszijde vaststaat. |
Tien dagen(3) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te | Tien dagen(3) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te |
rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen | rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen |
maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978 | maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten, waarvoor het normale loon ten | betreffende de arbeidsovereenkomsten, waarvoor het normale loon ten |
laste is van de werkgever. De volgende zeven dagen geniet de werknemer | laste is van de werkgever. De volgende zeven dagen geniet de werknemer |
een uitkering betaald door het RIZIV. | een uitkering betaald door het RIZIV. |
5. Naissance d'un enfant du travailleur si la filiation de cet enfant | 5. Naissance d'un enfant du travailleur si la filiation de cet enfant |
est établie à l'égard de son père. | est établie à l'égard de son père. |
Dix jours(3) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater | Dix jours(3) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater |
du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent | du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent |
un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux | un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux |
contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par | contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par |
l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par | l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par |
l'INAMI pour les sept jours suivants. | l'INAMI pour les sept jours suivants. |
6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of van een kind van de | 6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of van een kind van de |
werknemer. | werknemer. |
Vijf dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint | Vijf dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint |
op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de | op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de |
dag van de begrafenis. | dag van de begrafenis. |
6. Décès du conjoint ou d'un enfant du travailleur. | 6. Décès du conjoint ou d'un enfant du travailleur. |
Cinq jours à choisir par le travailleur pendant la période à dater du | Cinq jours à choisir par le travailleur pendant la période à dater du |
jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles. | jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles. |
7. Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, | 7. Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, |
moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de | moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de |
werknemer. | werknemer. |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint | Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint |
op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de | op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de |
dag van de begrafenis. | dag van de begrafenis. |
7. Décès d'un enfant de son conjoint, du père, de la mère, du | 7. Décès d'un enfant de son conjoint, du père, de la mère, du |
beau-père, du second mari de la mère, de la bellemère ou de la seconde | beau-père, du second mari de la mère, de la bellemère ou de la seconde |
femme du père du travailleur. | femme du père du travailleur. |
Trois jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le | Trois jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le |
jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles. | jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles. |
8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de | 8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van | grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van |
een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die | een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die |
bij de werknemer inwoont. | bij de werknemer inwoont. |
Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint op de | Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint op de |
dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. | dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. |
8. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, | 8. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, |
du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de | du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de |
l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, | l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, |
d'un gendre ou d'une bru habitant chez le travailleur. | d'un gendre ou d'une bru habitant chez le travailleur. |
Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le | Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le |
jour du décès et finissant le jour des funérailles. | jour du décès et finissant le jour des funérailles. |
9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de | 9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van | grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van |
een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter | een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter |
die niet bij de werknemer inwoont. | die niet bij de werknemer inwoont. |
De dag van de begrafenis. | De dag van de begrafenis. |
9. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, | 9. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, |
du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de | du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de |
l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, | l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, |
d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez le travailleur. | d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez le travailleur. |
Le jour des funérailles. | Le jour des funérailles. |
10. Plechtige communie van een kind van de werknemer, hetzij van zijn | 10. Plechtige communie van een kind van de werknemer, hetzij van zijn |
echtgeno(o)t(e); of deelneming van een kind van de werknemer of van | echtgeno(o)t(e); of deelneming van een kind van de werknemer of van |
zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar | zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar |
waar dit feest plaats heeft. | waar dit feest plaats heeft. |
Eén dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de | Eén dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de |
gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. | gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. |
10. Communion solennelle d'un enfant soit du travailleur soit de son | 10. Communion solennelle d'un enfant soit du travailleur soit de son |
conjoint; ou participation d'un enfant du travailleur ou de son | conjoint; ou participation d'un enfant du travailleur ou de son |
conjoint à la fête de la "jeunesse laïque", là où elle est organisée. | conjoint à la fête de la "jeunesse laïque", là où elle est organisée. |
Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe | Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe |
l'événement ou dans la semaine suivante. | l'événement ou dans la semaine suivante. |
11. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en | 11. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en |
selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn | selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn |
verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum evenals alle | verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum evenals alle |
militaire verplichtingen van korte duur. | militaire verplichtingen van korte duur. |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. | De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
11. Séjour du travailleur milicien dans un centre de recrutement et de | 11. Séjour du travailleur milicien dans un centre de recrutement et de |
sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans | sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans |
un centre de recrutement et de sélection ainsi que toutes obligations | un centre de recrutement et de sélection ainsi que toutes obligations |
militaires de courte durée. | militaires de courte durée. |
Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours. | Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours. |
12. Verblijf van de werknemer "dienstweigeraar" in een administratieve | 12. Verblijf van de werknemer "dienstweigeraar" in een administratieve |
gezondheidsdienst of in één van de hospitalen aangeduid door de | gezondheidsdienst of in één van de hospitalen aangeduid door de |
Koning, overeenkomstig de wetgeving betreffende het statuut van | Koning, overeenkomstig de wetgeving betreffende het statuut van |
"dienstweigeraar". | "dienstweigeraar". |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. | De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
12. Séjour du travailleur objecteur de conscience au service de santé | 12. Séjour du travailleur objecteur de conscience au service de santé |
administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par | administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par |
le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs | le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs |
de conscience. | de conscience. |
Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours. | Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours. |
13. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen | 13. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen |
door de vrederechter. | door de vrederechter. |
De nodige tijd met een maximum van één dag. | De nodige tijd met een maximum van één dag. |
13. Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par | 13. Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par |
le juge de paix. | le juge de paix. |
Le temps nécessaire avec un maximum de un jour. | Le temps nécessaire avec un maximum de un jour. |
14. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank | 14. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank |
of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. | of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
14. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les | 14. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les |
tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du | tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du |
travail. | travail. |
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. | Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. |
15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor | 15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor |
stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en | stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en |
gemeenteraadsverkiezingen. | gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
15. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de | 15. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de |
dépouillement, lors des élections législatives, provinciales ou | dépouillement, lors des élections législatives, provinciales ou |
communales. | communales. |
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. | Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. |
16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of | 16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of |
enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en | enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en |
gemeenteraadsverkiezingen. | gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd. | De nodige tijd. |
16. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un | 16. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un |
bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales | bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales |
ou communales. | ou communales. |
Le temps nécessaire. | Le temps nécessaire. |
17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus | 17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus |
voor stemopneming bij de verkiezing van het Europees Parlement. | voor stemopneming bij de verkiezing van het Europees Parlement. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
17. Exercice des fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux | 17. Exercice des fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux |
lors de l'élection du Parlement européen. | lors de l'élection du Parlement européen. |
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. | Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. |
18. Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het | 18. Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het |
kader van een adoptie. | kader van een adoptie. |
Drie dagen ten laste van de werkgever in het kader van de wetgeving | Drie dagen ten laste van de werkgever in het kader van de wetgeving |
inzake adoptie. | inzake adoptie. |
18. L'accueil d'un enfant dans la famille du travailleur dans le cadre | 18. L'accueil d'un enfant dans la famille du travailleur dans le cadre |
d'une adoption. | d'une adoption. |
Trois jours à charge de l'employeur dans le cadre de la législation en | Trois jours à charge de l'employeur dans le cadre de la législation en |
matière de congé d'adoption. | matière de congé d'adoption. |
19. Examen voor beroepsbekwaamheid voor de proeven van Laureaat van de | 19. Examen voor beroepsbekwaamheid voor de proeven van Laureaat van de |
Arbeid of Deken van de Arbeid, officiële manifestaties ter gelegenheid | Arbeid of Deken van de Arbeid, officiële manifestaties ter gelegenheid |
van de uitreiking van dergelijke onderscheidingen aan de werknemer. | van de uitreiking van dergelijke onderscheidingen aan de werknemer. |
Eén dag. | Eén dag. |
19. Examen de capacité professionnelle pour les épreuves de Lauréat ou | 19. Examen de capacité professionnelle pour les épreuves de Lauréat ou |
Doyen du Travail, manifestations officielles de remise de telles | Doyen du Travail, manifestations officielles de remise de telles |
distinctions à l'ouvrier/ouvrière. | distinctions à l'ouvrier/ouvrière. |
Un jour. | Un jour. |
Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 5, 6, 7 en 10 wordt het | Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 5, 6, 7 en 10 wordt het |
aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of | aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of |
gewettigd kind. | gewettigd kind. |
Voor de toepassing van de nummers 8 en 9 worden de schoonbroer, de | Voor de toepassing van de nummers 8 en 9 worden de schoonbroer, de |
schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder, overgrootvader en de | schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder, overgrootvader en de |
overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld | overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld |
met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder, | met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder, |
overgrootvader en de overgrootmoeder van de werknemer. | overgrootvader en de overgrootmoeder van de werknemer. |
De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de | De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de |
toepassing van de bovenstaande gevallen. | toepassing van de bovenstaande gevallen. |
Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts | Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts |
de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd. | de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd. |
Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de | Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de |
dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot | dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot |
loonbetaling. | loonbetaling. |
Vanaf 1 januari 1998 worden de samenwonenden gelijkgesteld met | Vanaf 1 januari 1998 worden de samenwonenden gelijkgesteld met |
wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit | wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit |
artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de | artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de |
betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de | betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de |
werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt. | werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt. |
HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen |
Art. 28.Dit akkoord waarborgt de sociale vrede in de sector gedurende |
Art. 28.Dit akkoord waarborgt de sociale vrede in de sector gedurende |
de gehele looptijd ervan. | de gehele looptijd ervan. |
De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen te | De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen te |
verdedigen op sectorvlak tijdens de duur van deze overeenkomst. | verdedigen op sectorvlak tijdens de duur van deze overeenkomst. |
Ze verbinden zich er ook toe de sociale vrede te handhaven in de | Ze verbinden zich er ook toe de sociale vrede te handhaven in de |
ondernemingen voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van | ondernemingen voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van |
deze collectieve sectorale overeenkomst. | deze collectieve sectorale overeenkomst. |
Art. 29.Het hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 4, is niet |
Art. 29.Het hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 4, is niet |
toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de hoofdstukken | toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de hoofdstukken |
II (met uitzondering van artikel 4), V en VIII zijn niet toepasselijk | II (met uitzondering van artikel 4), V en VIII zijn niet toepasselijk |
op de ondernemingen van papieren hulzen. | op de ondernemingen van papieren hulzen. |
Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 |
Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 |
februari 2017 tot 30 juni 2019. | februari 2017 tot 30 juni 2019. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari |
2018. | 2018. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Gezien de verschillende interpretaties gegeven aan het begrip | (1) Gezien de verschillende interpretaties gegeven aan het begrip |
"individueel loon", komen de partijen overeen dat, vanaf de jaarlijkse | "individueel loon", komen de partijen overeen dat, vanaf de jaarlijkse |
premie betaalbaar in december 1997, de enige te weerhouden | premie betaalbaar in december 1997, de enige te weerhouden |
interpretatie is "het loon plus de ploegenpremie" (het betreft de | interpretatie is "het loon plus de ploegenpremie" (het betreft de |
gemiddelde ploegenpremie voor diegene die in drie of meer afwisselende | gemiddelde ploegenpremie voor diegene die in drie of meer afwisselende |
ploegen werken). | ploegen werken). |
(2) De arbeiders en arbeidsters, aangeworven met één of meerdere | (2) De arbeiders en arbeidsters, aangeworven met één of meerdere |
contracten van bepaalde duur tijdens de referentieperiode en die in | contracten van bepaalde duur tijdens de referentieperiode en die in |
het totaal een anciënniteit bereiken gelijk aan of hoger dan drie | het totaal een anciënniteit bereiken gelijk aan of hoger dan drie |
maanden, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun | maanden, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun |
prestaties. Het voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde wordt | prestaties. Het voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde wordt |
beoordeeld op 15 december. | beoordeeld op 15 december. |
(3) Gespreid of in één keer op te nemen. | (3) Gespreid of in één keer op te nemen. |