Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 31/08/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding
en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de
uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
De wet van 28 december 1989 tot wijziging van artikel 24 van de wet De wet van 28 december 1989 tot wijziging van artikel 24 van de wet
van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, voorziet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, voorziet
dat de as van de verbrande lijken op de aan het grondgebied van België dat de as van de verbrande lijken op de aan het grondgebied van België
grenzende territoriale zee kan worden uitgestrooid onder de grenzende territoriale zee kan worden uitgestrooid onder de
voorwaarden die de Koning bepaalt. voorwaarden die de Koning bepaalt.
Ter uitvoering hiervan werd het koninklijk besluit van 25 juli 1990 Ter uitvoering hiervan werd het koninklijk besluit van 25 juli 1990
tot regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in tot regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in
de territoriale zee genomen. Artikel 4 van dit besluit voorziet dat de de territoriale zee genomen. Artikel 4 van dit besluit voorziet dat de
uitstrooiing uitsluitend door de gemeentebeambte verricht wordt. Deze uitstrooiing uitsluitend door de gemeentebeambte verricht wordt. Deze
ontvangt de asurn en verricht de asuitstrooiing door middel van een ontvangt de asurn en verricht de asuitstrooiing door middel van een
daartoe bestemd toestel. daartoe bestemd toestel.
In de praktijk zorgt deze bepaling voor moeilijkheden. Door het In de praktijk zorgt deze bepaling voor moeilijkheden. Door het
samenspel van de wisselvalligheid van de windrichting, de stroming, de samenspel van de wisselvalligheid van de windrichting, de stroming, de
golfslag, de vaarsnelheid van het schip en het feit dat de persoon die golfslag, de vaarsnelheid van het schip en het feit dat de persoon die
de asuitstrooiing uitvoert zich zeker op minstens anderhalve meter de asuitstrooiing uitvoert zich zeker op minstens anderhalve meter
boven het wateroppervlak bevindt, gebeurt het zeer vaak dat de as van boven het wateroppervlak bevindt, gebeurt het zeer vaak dat de as van
de overledene gedeeltelijk aan de romp van het schip blijft kleven en de overledene gedeeltelijk aan de romp van het schip blijft kleven en
ook over de aanwezigen - waaronder de familieleden van de overledene - ook over de aanwezigen - waaronder de familieleden van de overledene -
waait. Dit doet zich zelfs voor bij een kalme zee, wat niet vaak waait. Dit doet zich zelfs voor bij een kalme zee, wat niet vaak
voorkomt. voorkomt.
Uiteraard wordt dit door de aanwezige personen als uiterst onaangenaam Uiteraard wordt dit door de aanwezige personen als uiterst onaangenaam
en kwetsend ervaren. en kwetsend ervaren.
Het voorwerp van het koninklijk besluit, waarvan ik de eer heb het aan Het voorwerp van het koninklijk besluit, waarvan ik de eer heb het aan
Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt er dus toe om Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt er dus toe om
de huidige handelwijze van asuitstrooiing niet langer meer toe te de huidige handelwijze van asuitstrooiing niet langer meer toe te
passen en voortaan enkel het gebruik van in zee oplosbare urnen toe te passen en voortaan enkel het gebruik van in zee oplosbare urnen toe te
staan. In dit geval zal de asuitstrooiing voortvloeien uit het storten staan. In dit geval zal de asuitstrooiing voortvloeien uit het storten
van de urn in zee. van de urn in zee.
Deze methode van asuitstrooiing op zee wordt reeds in de ons Deze methode van asuitstrooiing op zee wordt reeds in de ons
omringende landen, die aan de zee grenzen, gebruikt. omringende landen, die aan de zee grenzen, gebruikt.
Te dien einde wijzigt het hierbij gevoegde ontwerp van koninklijk Te dien einde wijzigt het hierbij gevoegde ontwerp van koninklijk
besluit artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 januari 1973 besluit artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 januari 1973
betreffende de lijkverbranding, en artikel 4 van het koninklijk betreffende de lijkverbranding, en artikel 4 van het koninklijk
besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de uitstrooiing van de as besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de uitstrooiing van de as
van de verbrande lijken in de territoriale zee. van de verbrande lijken in de territoriale zee.
De huidige tekst van artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit De huidige tekst van artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit
van 19 januari 1973 bepaalt dat wanneer de verstrooiing in zee moet van 19 januari 1973 bepaalt dat wanneer de verstrooiing in zee moet
geschieden, de as samen met het vuurvaste voorwerp, waarop het geschieden, de as samen met het vuurvaste voorwerp, waarop het
volgnummer van de verbranding voorkomt, in een urn, die hermetisch volgnummer van de verbranding voorkomt, in een urn, die hermetisch
gesloten wordt en waarop eveneens het volgnummer van de verbranding gesloten wordt en waarop eveneens het volgnummer van de verbranding
vermeld staat, wordt geborgen. vermeld staat, wordt geborgen.
Dit kan niet langer het geval meer zijn bij de voorgestelde manier van Dit kan niet langer het geval meer zijn bij de voorgestelde manier van
asuitstrooiing op zee. asuitstrooiing op zee.
Het gewijzigde artikel 8 voorziet dat de as in een urn, die uit in Het gewijzigde artikel 8 voorziet dat de as in een urn, die uit in
water oplosbare materialen moet bestaan en conform artikel 16, § 3, water oplosbare materialen moet bestaan en conform artikel 16, § 3,
(iv), van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene (iv), van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene
milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België moet milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België moet
zijn, geborgen wordt. zijn, geborgen wordt.
De eerste paragraaf van laatstgenoemd artikel bepaalt dat het storten De eerste paragraaf van laatstgenoemd artikel bepaalt dat het storten
in de zeegebieden is verboden; overeenkomstig de derde paragraaf van in de zeegebieden is verboden; overeenkomstig de derde paragraaf van
dit artikel is het verbod niet van toepassing op de urnen van dit artikel is het verbod niet van toepassing op de urnen van
verbrande menselijke lijken en inerte materialen van natuurlijke verbrande menselijke lijken en inerte materialen van natuurlijke
oorsprong bestaande uit vast, chemisch onbehandeld geologisch oorsprong bestaande uit vast, chemisch onbehandeld geologisch
materiaal, waarvan de chemische bestanddelen niet in het mariene materiaal, waarvan de chemische bestanddelen niet in het mariene
milieu vrijkomen. milieu vrijkomen.
De urn wordt aan de buitenzijde verzegeld en het volgnummer van de De urn wordt aan de buitenzijde verzegeld en het volgnummer van de
crematie wordt door middel van een stempel op de buitenkant crematie wordt door middel van een stempel op de buitenkant
aangebracht. aangebracht.
Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 voorziet in zijn Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 voorziet in zijn
huidige redactie dat de verstrooiing op zee uitsluitend door de huidige redactie dat de verstrooiing op zee uitsluitend door de
gemeentebeambte wordt verricht. Deze ontvangt de asurn en verricht de gemeentebeambte wordt verricht. Deze ontvangt de asurn en verricht de
asuitstrooiing door middel van een daartoe bestemd toestel. asuitstrooiing door middel van een daartoe bestemd toestel.
De gewijzigde versie van dit artikel bepaalt uiteraard opnieuw dat de De gewijzigde versie van dit artikel bepaalt uiteraard opnieuw dat de
verstrooiing op zee uitsluitend door de gemeentebeambte wordt verstrooiing op zee uitsluitend door de gemeentebeambte wordt
verricht. Betrokkene zal de in zee oplosbare urn ontvangen maar de verricht. Betrokkene zal de in zee oplosbare urn ontvangen maar de
asuitstrooiing zal in dit geval uit het storten van de urn in zee asuitstrooiing zal in dit geval uit het storten van de urn in zee
voortvloeien. voortvloeien.
De in zee oplosbare urn veroorzaakt geen enkele milieuhinder en wordt De in zee oplosbare urn veroorzaakt geen enkele milieuhinder en wordt
reeds in andere buurlanden, met name in de Bondsrepubliek Duitsland en reeds in andere buurlanden, met name in de Bondsrepubliek Duitsland en
in Nederland, tot volle tevredenheid van de begrafenisondernemingen in Nederland, tot volle tevredenheid van de begrafenisondernemingen
gebruikt en dit, met de nodige eerbied voor de waardigheid van de gebruikt en dit, met de nodige eerbied voor de waardigheid van de
overledene en de nabestaanden. overledene en de nabestaanden.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaar, en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 15 maart 1999 De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 15 maart 1999
door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te
dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het
koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding
en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de
uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale
zee", heeft op 23 juni 1999 het volgende advies gegeven : zee", heeft op 23 juni 1999 het volgende advies gegeven :
Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt,
vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het
ontslag van de Regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is ontslag van de Regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is
tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel
gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte
bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling wetgeving geen bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling wetgeving geen
kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de
Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het
vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is. vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.
Onderzoek van het ontwerp Onderzoek van het ontwerp
Aanhef Aanhef
Eerste lid Eerste lid
Men schrijve "inzonderheid op artikel 24, tweede lid," in plaats van Men schrijve "inzonderheid op artikel 24, tweede lid," in plaats van
"inzonderheid op artikel 24". "inzonderheid op artikel 24".
Dispositief Dispositief
Artikelen 1 en 2 Artikelen 1 en 2
Artikel 24, tweede lid, van de wet van 20 juli 1971 op de Artikel 24, tweede lid, van de wet van 20 juli 1971 op de
begraafplaatsen en de lijkbezorging bepaalt : begraafplaatsen en de lijkbezorging bepaalt :
« De as van de verbrande lijken kan (...) worden uitgestrooid op de « De as van de verbrande lijken kan (...) worden uitgestrooid op de
aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee onder de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee onder de
voorwaarden die de Koning bepaalt. » voorwaarden die de Koning bepaalt. »
Het ontworpen besluit strekt ertoe de directe verstrooiing van die as Het ontworpen besluit strekt ertoe de directe verstrooiing van die as
te vervangen door het storten in zee van een in water oplosbare, uit te vervangen door het storten in zee van een in water oplosbare, uit
zoutkristal bestaande urne die deze as bevat. zoutkristal bestaande urne die deze as bevat.
Artikel 16 van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het Artikel 16 van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het
mariene milieu in de zeegebieden (1) onder de rechtsbevoegdheid van mariene milieu in de zeegebieden (1) onder de rechtsbevoegdheid van
België bepaalt : België bepaalt :
« § 1. Het storten in de zeegebieden is verboden. « § 1. Het storten in de zeegebieden is verboden.
§ 3. Het verbod is niet van toepassing voor het storten van : § 3. Het verbod is niet van toepassing voor het storten van :
(i) as van verbrande menselijke lijken; (i) as van verbrande menselijke lijken;
(iv) inerte materialen van natuurlijke oorsprong, bestaande uit vast, (iv) inerte materialen van natuurlijke oorsprong, bestaande uit vast,
chemisch onbehandeld geologisch materiaal, waarvan de chemische chemisch onbehandeld geologisch materiaal, waarvan de chemische
bestanddelen niet in het mariene milieu vrijkomen. » bestanddelen niet in het mariene milieu vrijkomen. »
In plaats van te vermelden dat de urnen uit zoutkristal moeten worden In plaats van te vermelden dat de urnen uit zoutkristal moeten worden
vervaardigd, is het verkieslijk te bepalen dat de urnen uit in water vervaardigd, is het verkieslijk te bepalen dat de urnen uit in water
oplosbare materialen moeten bestaan en conform artikel 16, § 3, (iv), oplosbare materialen moeten bestaan en conform artikel 16, § 3, (iv),
van de voornoemde wet van 20 januari 1999 moeten zijn. van de voornoemde wet van 20 januari 1999 moeten zijn.
Zo zou de overeenstemming van het ontworpen besluit met de voornoemde Zo zou de overeenstemming van het ontworpen besluit met de voornoemde
wet gewaarborgd zijn. Met die bewoordingen hoeft ook niet te worden wet gewaarborgd zijn. Met die bewoordingen hoeft ook niet te worden
gepreciseerd uit welk materiaal de urnen moeten worden vervaardigd. gepreciseerd uit welk materiaal de urnen moeten worden vervaardigd.
Deze precisering zou immers een nieuw technisch voorschrift zijn Deze precisering zou immers een nieuw technisch voorschrift zijn
waarvan de noodzaak zou moeten worden aangetoond. waarvan de noodzaak zou moeten worden aangetoond.
Overeenkomstig artikel 8 van richtlijn 98/34/EG van het Europees Overeenkomstig artikel 8 van richtlijn 98/34/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een
informatieprocedure op het gebied van normen en technische informatieprocedure op het gebied van normen en technische
voorschriften en regels betreffende de diensten van de voorschriften en regels betreffende de diensten van de
informatiemaatschappij zou dat nieuwe technische voorschrift hoe dan informatiemaatschappij zou dat nieuwe technische voorschrift hoe dan
ook in het stadium van een ontwerp moeten worden meegedeeld aan de ook in het stadium van een ontwerp moeten worden meegedeeld aan de
Europese Commissie en zou het overeenkomstig artikel 9 van dezelfde Europese Commissie en zou het overeenkomstig artikel 9 van dezelfde
richtlijn pas na een termijn van op zijn minst drie maanden kunnen richtlijn pas na een termijn van op zijn minst drie maanden kunnen
worden goedgekeurd. worden goedgekeurd.
Als de steller van het ontwerp die precisering noodzakelijk acht, Als de steller van het ontwerp die precisering noodzakelijk acht,
behoort aan dit vormvereiste te worden voldaan. behoort aan dit vormvereiste te worden voldaan.
Wat de Nederlandse tekst van het ontworpen artikel 4, derde lid, Wat de Nederlandse tekst van het ontworpen artikel 4, derde lid,
betreft, zou het ter wille van de overeenstemming met de terminologie betreft, zou het ter wille van de overeenstemming met de terminologie
van de artikelen 2, 15, en 16 van de voormelde wet van 20 januari van de artikelen 2, 15, en 16 van de voormelde wet van 20 januari
1999, beter zijn de woorden "de onderdompeling van de urn" te 1999, beter zijn de woorden "de onderdompeling van de urn" te
vervangen door de woorden "het storten van de urn in zee". vervangen door de woorden "het storten van de urn in zee".
De kamer was samengesteld uit : De kamer was samengesteld uit :
De heren : De heren :
J.-J. Stryckmans, eerste voorzitter; J.-J. Stryckmans, eerste voorzitter;
Y. Kreins en P. Quertainmont, staatsraden; Y. Kreins en P. Quertainmont, staatsraden;
F. Delperée en J. Kirkpatrick, assessoren van de afdeling wetgeving; F. Delperée en J. Kirkpatrick, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevr. J. Gielissen, toegevoegd griffier. Mevr. J. Gielissen, toegevoegd griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De
nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de
heer C. Amelynck, referendaris. heer C. Amelynck, referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd
nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans. nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans.
De griffier, De griffier,
J. Gielissen. J. Gielissen.
De eerste voorzitter, De eerste voorzitter,
J.-J. Stryckmans. J.-J. Stryckmans.
_______ _______
Nota Nota
(1) De "zeegebieden" in de zin van deze wet zijn "de territoriale zee, (1) De "zeegebieden" in de zin van deze wet zijn "de territoriale zee,
de exclusieve economische zone en het continentaal plat". de exclusieve economische zone en het continentaal plat".
31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding
en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de en van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de
uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de
lijkbezorging, inzonderheid op artikel 24, tweede lid, gewijzigd bij lijkbezorging, inzonderheid op artikel 24, tweede lid, gewijzigd bij
de wet van 28 december 1989; de wet van 28 december 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de
lijkverbranding, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het lijkverbranding, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 25 juli 1990; koninklijk besluit van 25 juli 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de Gelet op het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot regeling van de
uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee, uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de territoriale zee,
inzonderheid op artikel 4; inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het advies van de Raad van State; Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 januari 1973

Artikel 1.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 januari 1973

betreffende de lijkverbranding, gewijzigd bij het koninklijk besluit betreffende de lijkverbranding, gewijzigd bij het koninklijk besluit
van 25 juli 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : van 25 juli 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het vijfde lid worden de woorden "in de zee" geschrapt, 1° in het vijfde lid worden de woorden "in de zee" geschrapt,
2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid: 2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid:
« Wanneer de verstrooiing in zee geschiedt, wordt de as geborgen in « Wanneer de verstrooiing in zee geschiedt, wordt de as geborgen in
een urn die uit in water oplosbare materialen moet bestaan en conform een urn die uit in water oplosbare materialen moet bestaan en conform
artikel 16, § 3, (iv), van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming artikel 16, § 3, (iv), van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming
van het mariene milieu in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van van het mariene milieu in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van
België, moet zijn. De urn wordt aan de buitenzijde verzegeld en het België, moet zijn. De urn wordt aan de buitenzijde verzegeld en het
volgnummer van de crematie wordt door middel van een stempel op de volgnummer van de crematie wordt door middel van een stempel op de
buitenkant aangebracht. » buitenkant aangebracht. »

Art. 2.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot

Art. 2.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juli 1990 tot

regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de regeling van de uitstrooiing van de as van de verbrande lijken in de
territoriale zee, wordt vervangen door de volgende bepaling: territoriale zee, wordt vervangen door de volgende bepaling:
«

Art. 4.De verstrooiing wordt uitsluitend door de gemeentebeambte

«

Art. 4.De verstrooiing wordt uitsluitend door de gemeentebeambte

verricht. verricht.
Deze ontvangt de in zee oplosbare asurn en de asuitstrooiing vloeit Deze ontvangt de in zee oplosbare asurn en de asuitstrooiing vloeit
voort uit het storten van de urn in zee. » voort uit het storten van de urn in zee. »

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999. Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
^