| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 30 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 30 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari |
| 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de | huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de |
| vakbondsafvaardiging (1) | vakbondsafvaardiging (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen; | huisvestingsinrichtingen; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari 1999, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de | huisvestingsinrichtingen, betreffende het statuut van de |
| vakbondsafvaardiging. | vakbondsafvaardiging. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 30 september 2010. | Gegeven te Brussel, 30 september 2010. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen | Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst 15 januari 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst 15 januari 1999 |
| Statuut van de vakbondsafvaardiging | Statuut van de vakbondsafvaardiging |
| (Overeenkomst geregistreerd op 2 april 1999 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 2 april 1999 onder het nummer |
| 50417/CO/319) | 50417/CO/319) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die | de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die |
| ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en | ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de | huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de |
| Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse | Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse |
| Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook | Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook |
| voor de inrichtingen en diensten van het Waals Gewest die noch erkend | voor de inrichtingen en diensten van het Waals Gewest die noch erkend |
| noch gesubsidieerd zijn. | noch gesubsidieerd zijn. |
| Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden | Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden |
| verstaan en de werklieden en werksters. | verstaan en de werklieden en werksters. |
| HOOFDSTUK II. - Algemene principes | HOOFDSTUK II. - Algemene principes |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, binnen de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, binnen de |
| beperkingen van haar bevoegdheidsgebied, de collectieve | beperkingen van haar bevoegdheidsgebied, de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 30 november 1976 en 30 september 1977 | arbeidsovereenkomst van 30 november 1976 en 30 september 1977 |
| betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen en de | betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen en de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 1976 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 1976 betreffende de |
| kredieturen voor syndicale vorming. | kredieturen voor syndicale vorming. |
| Onverminderd de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst | Onverminderd de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| die werd gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad, | die werd gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad, |
| betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het | betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het |
| personeel der ondernemingen, aangevuld door de collectieve | personeel der ondernemingen, aangevuld door de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 30 juni 1971, verklaren de werkgevers- en | arbeidsovereenkomst van 30 juni 1971, verklaren de werkgevers- en |
| werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair | werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair |
| Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de | Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de |
| Franse Gemeenschap dat de essentiële principes betreffende de | Franse Gemeenschap dat de essentiële principes betreffende de |
| bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen | bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen |
| van het personeel worden bepaald door deze collectieve | van het personeel worden bepaald door deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 3.De werknemers erkennen dat het wettig gezag van de werkgevers |
Art. 3.De werknemers erkennen dat het wettig gezag van de werkgevers |
| noodzakelijk is en maken er een punt van eer van om hun werk | noodzakelijk is en maken er een punt van eer van om hun werk |
| gewetensvol uit te voeren. | gewetensvol uit te voeren. |
| De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er | De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er |
| een punt van eer van om hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden | een punt van eer van om hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden |
| zich ertoe om noch hun vrijheid van vereniging, noch de vrije | zich ertoe om noch hun vrijheid van vereniging, noch de vrije |
| ontwikkeling van hun organisatie in de inrichtingen en diensten | ontwikkeling van hun organisatie in de inrichtingen en diensten |
| rechtstreeks of onrechtstreeks te belemmeren. | rechtstreeks of onrechtstreeks te belemmeren. |
Art. 4.De werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om aan hun |
Art. 4.De werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om aan hun |
| leden aan te bevelen om geen enkele druk uit te oefenen op het | leden aan te bevelen om geen enkele druk uit te oefenen op het |
| personeel om hen te verhinderen om lid te worden van een | personeel om hen te verhinderen om lid te worden van een |
| vakorganisatie. | vakorganisatie. |
| De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, met naleving van de | De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, met naleving van de |
| vrijheid van vereniging, aan hun samenstellende organisaties aan te | vrijheid van vereniging, aan hun samenstellende organisaties aan te |
| bevelen om zich in de inrichtingen en diensten te houden aan de | bevelen om zich in de inrichtingen en diensten te houden aan de |
| gebruiken inzake paritaire verhoudingen overeenkomstig de geest van | gebruiken inzake paritaire verhoudingen overeenkomstig de geest van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst. | deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 5.De organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten |
Art. 5.De organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten |
| organisaties aan te bevelen om : | organisaties aan te bevelen om : |
| - respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te | - respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te |
| verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van rechtvaardigheid, | verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van rechtvaardigheid, |
| billijkheid en van een geest van verzoening die aan de basis ligt van | billijkheid en van een geest van verzoening die aan de basis ligt van |
| de goede sociale verhoudingen in de inrichting of de dienst; | de goede sociale verhoudingen in de inrichting of de dienst; |
| - erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving en de | - erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving en de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten naleven en samen inspanningen | collectieve arbeidsovereenkomsten naleven en samen inspanningen |
| leveren met het oog op de naleving ervan. | leveren met het oog op de naleving ervan. |
| HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de | HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de |
| vakbondsafvaardiging | vakbondsafvaardiging |
Art. 6.Enkel de erkende werknemersorganisaties, vermeld in artikel 2, |
Art. 6.Enkel de erkende werknemersorganisaties, vermeld in artikel 2, |
| zijn gemachtigd om kandidaten voor te dragen voor de verkiezing of de | zijn gemachtigd om kandidaten voor te dragen voor de verkiezing of de |
| aanstelling van de vakbondsafvaardiging. | aanstelling van de vakbondsafvaardiging. |
Art. 7.Een vakbondsafvaardiging moet worden opgericht in elke |
Art. 7.Een vakbondsafvaardiging moet worden opgericht in elke |
| inrichting of dienst wanneer tenminste 50 pct. van het tewerkgestelde | inrichting of dienst wanneer tenminste 50 pct. van het tewerkgestelde |
| personeel erom verzoekt. | personeel erom verzoekt. |
| Onder "tewerkgesteld personeel" worden alle personeelsleden verstaan | Onder "tewerkgesteld personeel" worden alle personeelsleden verstaan |
| die vermeld zijn op de R.S.Z.-aangifte plus de personeelsleden die | die vermeld zijn op de R.S.Z.-aangifte plus de personeelsleden die |
| vallen onder een plan tot beperking van de werkloosheid en met | vallen onder een plan tot beperking van de werkloosheid en met |
| uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 11.5. | uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 11.5. |
| In een juridische entiteit met meerdere zetels is de aanvraag tot | In een juridische entiteit met meerdere zetels is de aanvraag tot |
| oprichting van een vakbondsafvaardiging ontvankelijk wanneer 50 pct. | oprichting van een vakbondsafvaardiging ontvankelijk wanneer 50 pct. |
| van al het personeel van de juridische entiteit erom verzoekt (met | van al het personeel van de juridische entiteit erom verzoekt (met |
| uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 11.5). | uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 11.5). |
Art. 8.Een aanvraag van één of meerdere vakorganisaties moet vooraf |
Art. 8.Een aanvraag van één of meerdere vakorganisaties moet vooraf |
| gebeuren bij de voorzitter van het paritair subcomité. | gebeuren bij de voorzitter van het paritair subcomité. |
| De werkgever van de betrokken zetel verstrekt aan de voorzitter, op | De werkgever van de betrokken zetel verstrekt aan de voorzitter, op |
| zijn verzoek, de lijst van de tewerkgestelde personeelsleden en hun | zijn verzoek, de lijst van de tewerkgestelde personeelsleden en hun |
| adres en hangt binnen acht dagen een bericht uit om de werknemers van | adres en hangt binnen acht dagen een bericht uit om de werknemers van |
| de inrichting of van de dienst op de hoogte te brengen van de | de inrichting of van de dienst op de hoogte te brengen van de |
| organisatie van een referendum over de oprichting van een | organisatie van een referendum over de oprichting van een |
| vakbondsafvaardiging. | vakbondsafvaardiging. |
| Tijdens de maand die volgt op de aanvraag van één of meerdere | Tijdens de maand die volgt op de aanvraag van één of meerdere |
| vakorganisaties verzendt de voorzitter naar het adres van elk van de | vakorganisaties verzendt de voorzitter naar het adres van elk van de |
| tewerkgestelde personeelsleden, zoals bepaald in artikel 7, alinea 2, | tewerkgestelde personeelsleden, zoals bepaald in artikel 7, alinea 2, |
| een stembiljet dat hem binnen acht dagen moet worden terugbezorgd. Van | een stembiljet dat hem binnen acht dagen moet worden terugbezorgd. Van |
| de stemming mag niet meer dan één keer per jaar gebruik worden | de stemming mag niet meer dan één keer per jaar gebruik worden |
| gemaakt. | gemaakt. |
Art. 9.Wanneer de voorzitter vaststelt dat tenminste 50 pct. van het |
Art. 9.Wanneer de voorzitter vaststelt dat tenminste 50 pct. van het |
| tewerkgestelde personeel heeft gestemd voor de oprichting van een | tewerkgestelde personeel heeft gestemd voor de oprichting van een |
| vakbondsafvaardiging brengt hij de vakorganisaties die | vakbondsafvaardiging brengt hij de vakorganisaties die |
| vertegenwoordigd zijn in het paritair subcomité en de betrokken | vertegenwoordigd zijn in het paritair subcomité en de betrokken |
| werkgever binnen tien dagen hiervan op de hoogte. | werkgever binnen tien dagen hiervan op de hoogte. |
Art. 10.De vakbondsafvaardiging is samengesteld uit effectieve en |
Art. 10.De vakbondsafvaardiging is samengesteld uit effectieve en |
| plaatsvervangende afgevaardigden volgens de volgende verdeling : | plaatsvervangende afgevaardigden volgens de volgende verdeling : |
| Effectieve | Effectieve |
| Effectifs | Effectifs |
| Plaatsvervangende | Plaatsvervangende |
| Suppléants | Suppléants |
| 5 tot 10 werknemers | 5 tot 10 werknemers |
| 5 à 10 travailleurs | 5 à 10 travailleurs |
| 1 | 1 |
| 10 tot 19 werknemers | 10 tot 19 werknemers |
| 10 à 19 travailleurs | 10 à 19 travailleurs |
| 1 | 1 |
| 1 | 1 |
| 20 tot 30 werknemers | 20 tot 30 werknemers |
| 20 à 30 travailleurs | 20 à 30 travailleurs |
| 2 | 2 |
| 1 | 1 |
| 31 tot 50 werknemers | 31 tot 50 werknemers |
| 31 à 50 travailleurs | 31 à 50 travailleurs |
| 2 | 2 |
| 2 | 2 |
| 51 tot 100 werknemers | 51 tot 100 werknemers |
| 51 à 100 travailleurs | 51 à 100 travailleurs |
| 3 | 3 |
| 3 | 3 |
| 101 tot 200 werknemers | 101 tot 200 werknemers |
| 101 à 200 travailleurs | 101 à 200 travailleurs |
| 4 | 4 |
| 4 | 4 |
| 201 werknemers en meer | 201 werknemers en meer |
| 201 travailleurs et plus | 201 travailleurs et plus |
| 5 | 5 |
| 5 | 5 |
| Wanneer een referendum leidt tot de oprichting van een | Wanneer een referendum leidt tot de oprichting van een |
| vakbondsafvaardiging in een inrichting of dienst van minder dan 5 | vakbondsafvaardiging in een inrichting of dienst van minder dan 5 |
| werknemers, wordt het geval ter beoordeling voorgelegd aan het | werknemers, wordt het geval ter beoordeling voorgelegd aan het |
| verzoeningsbureau van het paritair subcomité. Dit zal eveneens de | verzoeningsbureau van het paritair subcomité. Dit zal eveneens de |
| aanvraag onderzoeken van de werkgevers van inrichtingen of diensten | aanvraag onderzoeken van de werkgevers van inrichtingen of diensten |
| van minder dan 5 werknemers die, na referendum, zich zouden willen | van minder dan 5 werknemers die, na referendum, zich zouden willen |
| verenigen om de oprichting van een vakbondsafvaardiging mogelijk te | verenigen om de oprichting van een vakbondsafvaardiging mogelijk te |
| maken. | maken. |
| Ingeval de plaats van een effectief afgevaardigde vacant is, wordt | Ingeval de plaats van een effectief afgevaardigde vacant is, wordt |
| deze vervangen volgens de procedure bepaald in artikel 10 van de | deze vervangen volgens de procedure bepaald in artikel 10 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, vermeld in artikel 2 | collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, vermeld in artikel 2 |
| van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die bepaalt dat als het | van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die bepaalt dat als het |
| mandaat van een vakbondsafgevaardigde een einde neemt in de loop van | mandaat van een vakbondsafgevaardigde een einde neemt in de loop van |
| de uitoefening ervan, om welke reden ook, en bij gebreke van een | de uitoefening ervan, om welke reden ook, en bij gebreke van een |
| plaatsvervangend afgevaardigde, de werknemersorganisaties waartoe deze | plaatsvervangend afgevaardigde, de werknemersorganisaties waartoe deze |
| afgevaardigde behoort, het recht heeft om de persoon aan te wijzen die | afgevaardigde behoort, het recht heeft om de persoon aan te wijzen die |
| het mandaat zal voleindigen. | het mandaat zal voleindigen. |
Art. 11.Om de functies van afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten |
Art. 11.Om de functies van afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten |
| de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen op de datum van | de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen op de datum van |
| de aanvraag tot oprichting van de vakbondsafvaardiging; | de aanvraag tot oprichting van de vakbondsafvaardiging; |
| 1. tenminste zes maanden halftijdse anciënniteit hebben in de | 1. tenminste zes maanden halftijdse anciënniteit hebben in de |
| inrichting of dienst; | inrichting of dienst; |
| 2. zich niet in een opzeggingstermijn bevinden; | 2. zich niet in een opzeggingstermijn bevinden; |
| 3. de pensioenleeftijd niet hebben bereikt; | 3. de pensioenleeftijd niet hebben bereikt; |
| 4. tenminste halftijds zijn tewerkgesteld in de inrichting of de | 4. tenminste halftijds zijn tewerkgesteld in de inrichting of de |
| dienst; | dienst; |
| 5. geen deel uitmaken van de personen belast met het dagelijks bestuur | 5. geen deel uitmaken van de personen belast met het dagelijks bestuur |
| van de inrichting of de dienst, die een machtiging hebben om de | van de inrichting of de dienst, die een machtiging hebben om de |
| werkgever te vertegenwoordigen en te binden alsook de personeelsleden | werkgever te vertegenwoordigen en te binden alsook de personeelsleden |
| die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen wanneer zij | die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen wanneer zij |
| eveneens taken vervullen inzake dagelijks beheer (koninklijk besluit | eveneens taken vervullen inzake dagelijks beheer (koninklijk besluit |
| van 12 augustus 1994 betreffende de O.R. en de C.V.G., artikel 1, 4°). | van 12 augustus 1994 betreffende de O.R. en de C.V.G., artikel 1, 4°). |
| Elke moeilijkheid in verband met de toepassing van punt 5 kan ter | Elke moeilijkheid in verband met de toepassing van punt 5 kan ter |
| beoordeling worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het | beoordeling worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het |
| paritair subcomité. | paritair subcomité. |
Art. 12.Het plaatsvervangend lid moet een effectief lid vervangen : |
Art. 12.Het plaatsvervangend lid moet een effectief lid vervangen : |
| a) wanneer het effectief lid niet kan aanwezig zijn op de vergadering; | a) wanneer het effectief lid niet kan aanwezig zijn op de vergadering; |
| b) wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt, | b) wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt, |
| ingevolge de toepassing van artikel 13 van deze collectieve | ingevolge de toepassing van artikel 13 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. In dat geval voleindigt het plaatsvervangend lid | arbeidsovereenkomst. In dat geval voleindigt het plaatsvervangend lid |
| het mandaat van het effectief lid dat hij vervangt. | het mandaat van het effectief lid dat hij vervangt. |
Art. 13.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : |
Art. 13.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : |
| 1. bij het verstrijken ervan; | 1. bij het verstrijken ervan; |
| 2. bij ontslag dat schriftelijk wordt betekend aan de werkgever; | 2. bij ontslag dat schriftelijk wordt betekend aan de werkgever; |
| 3. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel; | 3. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel; |
| 4. wanneer hij een functie bekleedt zoals omschreven in artikel 11.5. | 4. wanneer hij een functie bekleedt zoals omschreven in artikel 11.5. |
| van deze collectieve arbeidsovereenkomst; | van deze collectieve arbeidsovereenkomst; |
| 5. wanneer hij niet meer behoort tot de categorie werknemers waarvan | 5. wanneer hij niet meer behoort tot de categorie werknemers waarvan |
| hij afgevaardigde of verkozene is. De werknemersorganisatie die de | hij afgevaardigde of verkozene is. De werknemersorganisatie die de |
| afgevaardigde heeft voorgedragen kan het behoud van het mandaat vragen | afgevaardigde heeft voorgedragen kan het behoud van het mandaat vragen |
| per aangetekende brief gericht aan de werkgever; | per aangetekende brief gericht aan de werkgever; |
| 6. in geval van overlijden; | 6. in geval van overlijden; |
| 7. in geval van terugtrekking van mandaat door de | 7. in geval van terugtrekking van mandaat door de |
| werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde lid is. | werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde lid is. |
Art. 14.Het mandaat van afgevaardigde duurt vier jaar en is |
Art. 14.Het mandaat van afgevaardigde duurt vier jaar en is |
| verlengbaar. Het aantal afgevaardigden mag niet worden gewijzigd | verlengbaar. Het aantal afgevaardigden mag niet worden gewijzigd |
| tijdens de duur van het mandaat. | tijdens de duur van het mandaat. |
Art. 15.§ 1. De vakorganisaties gaan onderling akkoord, eventueel |
Art. 15.§ 1. De vakorganisaties gaan onderling akkoord, eventueel |
| door hun toevlucht te nemen tot het verzoenend initiatief van de | door hun toevlucht te nemen tot het verzoenend initiatief van de |
| voorzitter van het paritair subcomité, om de effectieve en/of | voorzitter van het paritair subcomité, om de effectieve en/of |
| plaatsvervangende afgevaardigden van de vakbondsafvaardiging aan te | plaatsvervangende afgevaardigden van de vakbondsafvaardiging aan te |
| stellen. | stellen. |
| De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld op grond van de autoriteit | De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld op grond van de autoriteit |
| waarover zij moeten beschikken bij het uitoefenen van hun taak en van | waarover zij moeten beschikken bij het uitoefenen van hun taak en van |
| hun bekwaamheid die een goede kennis van de inrichting of van de | hun bekwaamheid die een goede kennis van de inrichting of van de |
| dienst en van de sector omvat. | dienst en van de sector omvat. |
| De werknemersorganisaties maken de lijst van de effectieve en | De werknemersorganisaties maken de lijst van de effectieve en |
| plaatsvervangende afgevaardigden bekend aan de werkgever uiterlijk | plaatsvervangende afgevaardigden bekend aan de werkgever uiterlijk |
| binnen zestig dagen na het stilzwijgend of uitdrukkelijk akkoord met | binnen zestig dagen na het stilzwijgend of uitdrukkelijk akkoord met |
| de oprichting van een vakbondsafvaardiging. | de oprichting van een vakbondsafvaardiging. |
| § 2. Ingeval geen enkel akkoord wordt bereikt onder de | § 2. Ingeval geen enkel akkoord wordt bereikt onder de |
| werknemersorganisaties, zullen binnen twee maanden na het | werknemersorganisaties, zullen binnen twee maanden na het |
| proces-verbaal van niet-verzoening van de voorzitter van het paritair | proces-verbaal van niet-verzoening van de voorzitter van het paritair |
| subcomité, de effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden worden | subcomité, de effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden worden |
| verkozen volgens de procedure die vastgelegd is voor de comités voor | verkozen volgens de procedure die vastgelegd is voor de comités voor |
| preventie en bescherming op het werk. | preventie en bescherming op het werk. |
| § 3. De vakbondsafvaardiging treedt in functie de eerste dag die volgt | § 3. De vakbondsafvaardiging treedt in functie de eerste dag die volgt |
| op de bekendmaking van de lijst van de afgevaardigden vermeld in § 1 | op de bekendmaking van de lijst van de afgevaardigden vermeld in § 1 |
| of op de afkondiging van het resultaat van de verkiezingen vermeld in | of op de afkondiging van het resultaat van de verkiezingen vermeld in |
| § 2 van dit artikel. | § 2 van dit artikel. |
| § 4. De vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen op het einde van de | § 4. De vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen op het einde van de |
| lopende mandaten gebeurt overeenkomstig de procedures die vastgelegd | lopende mandaten gebeurt overeenkomstig de procedures die vastgelegd |
| zijn in ditzelfde artikel. | zijn in ditzelfde artikel. |
| HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging | HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging |
Art. 16.Deze omvat : |
Art. 16.Deze omvat : |
| 1. de arbeidsverhoudingen; | 1. de arbeidsverhoudingen; |
| 2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve | 2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve |
| overeenkomsten of akkoorden binnen de inrichting of de dienst; | overeenkomsten of akkoorden binnen de inrichting of de dienst; |
| 3. het inachtnemen van de toepassing van de sociale wetgeving, van de | 3. het inachtnemen van de toepassing van de sociale wetgeving, van de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de | collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de |
| individuele arbeidsovereenkomsten; | individuele arbeidsovereenkomsten; |
| 4. de naleving van de algemene principes vermeld in de artikelen 2 tot | 4. de naleving van de algemene principes vermeld in de artikelen 2 tot |
| 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 17.Teneinde de vakbondsafvaardiging te informeren over de |
Art. 17.Teneinde de vakbondsafvaardiging te informeren over de |
| financiële toestand van de inrichting of dienst, verbindt de werkgever | financiële toestand van de inrichting of dienst, verbindt de werkgever |
| zich ertoe de begroting en jaarrekeningen bekend te maken die | zich ertoe de begroting en jaarrekeningen bekend te maken die |
| opgemaakt zijn op basis van het boekhoudkundig plan waarin voorzien is | opgemaakt zijn op basis van het boekhoudkundig plan waarin voorzien is |
| door de subsidiërende overheden of, op zijn minst, het genormaliseerd | door de subsidiërende overheden of, op zijn minst, het genormaliseerd |
| minimaal boekhoudkundig plan. | minimaal boekhoudkundig plan. |
| In geval van moeilijkheden voor de toepassing van deze bepaling, | In geval van moeilijkheden voor de toepassing van deze bepaling, |
| verbinden de partijen zich ertoe een beroep te doen op het | verbinden de partijen zich ertoe een beroep te doen op het |
| verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK V. - Werking | HOOFDSTUK V. - Werking |
Art. 18.De vakbondsafvaardiging mag, na de directie te hebben |
Art. 18.De vakbondsafvaardiging mag, na de directie te hebben |
| geïnformeerd en zonder dat dit de arbeidsorganisatie mag belemmeren, | geïnformeerd en zonder dat dit de arbeidsorganisatie mag belemmeren, |
| mondeling of schriftelijk alle nuttige mededelingen doen aan het | mondeling of schriftelijk alle nuttige mededelingen doen aan het |
| personeel. Deze mededelingen moeten een professioneel of syndicaal | personeel. Deze mededelingen moeten een professioneel of syndicaal |
| karakter hebben. | karakter hebben. |
Art. 19.De vakbondsafvaardiging mag de personeelsleden informeren en |
Art. 19.De vakbondsafvaardiging mag de personeelsleden informeren en |
| raadplegen tijdens de werkuren in de loop van algemene | raadplegen tijdens de werkuren in de loop van algemene |
| personeelsvergaderingen, mits de werkgever hiermee akkoord gaat. Deze | personeelsvergaderingen, mits de werkgever hiermee akkoord gaat. Deze |
| laatste mag dit akkoord niet willekeurig weigeren. De plaats en het | laatste mag dit akkoord niet willekeurig weigeren. De plaats en het |
| tijdstip van dergelijke vergaderingen worden tenminste vierentwintig | tijdstip van dergelijke vergaderingen worden tenminste vierentwintig |
| uren tevoren overeengekomen door de directie en de | uren tevoren overeengekomen door de directie en de |
| vakbondsafvaardiging. Tijdens deze vergaderingen moet een | vakbondsafvaardiging. Tijdens deze vergaderingen moet een |
| minimumdienst worden voortgezet in alle afdelingen en leefgroepen van | minimumdienst worden voortgezet in alle afdelingen en leefgroepen van |
| de inrichting of de dienst. | de inrichting of de dienst. |
Art. 20.Teneinde de vergaderingen met de directie voor te bereiden, |
Art. 20.Teneinde de vergaderingen met de directie voor te bereiden, |
| mag de vakbondsafvaardiging vergaderen tijdens de diensturen volgens | mag de vakbondsafvaardiging vergaderen tijdens de diensturen volgens |
| de modaliteiten die in gemeen overleg werden vastgelegd door de | de modaliteiten die in gemeen overleg werden vastgelegd door de |
| directie en de vakbondsafvaardiging. De vakbondsafvaardiging beschikt | directie en de vakbondsafvaardiging. De vakbondsafvaardiging beschikt |
| over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende | over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende |
| vergaderingen. | vergaderingen. |
Art. 21.De directie van een inrichting raadpleegt de |
Art. 21.De directie van een inrichting raadpleegt de |
| vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen | vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen |
| welke rechtstreeks de personeelsproblematiek beïnvloeden. | welke rechtstreeks de personeelsproblematiek beïnvloeden. |
Art. 22.De directie en de vakbondsafvaardigingen verbinden zich ertoe |
Art. 22.De directie en de vakbondsafvaardigingen verbinden zich ertoe |
| overleg te plegen, telkens wanneer één van de partijen een onderhoud | overleg te plegen, telkens wanneer één van de partijen een onderhoud |
| vraagt. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen acht dagen na de | vraagt. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen acht dagen na de |
| aanvraag. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed worden | aanvraag. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed worden |
| beschouwd als normale werkuren. | beschouwd als normale werkuren. |
Art. 23.De vakbondsafgevaardigden mogen een beroep doen op de |
Art. 23.De vakbondsafgevaardigden mogen een beroep doen op de |
| vertegenwoordigers van hun werknemersorganisaties. De directie mag | vertegenwoordigers van hun werknemersorganisaties. De directie mag |
| zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar | zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar |
| werkgeversorganisatie. | werkgeversorganisatie. |
| Als geen enkele oplossing wordt gevonden, kunnen de directie of de | Als geen enkele oplossing wordt gevonden, kunnen de directie of de |
| vakbondsafvaardiging hun toevlucht nemen tot de verzoeningsprocedure. | vakbondsafvaardiging hun toevlucht nemen tot de verzoeningsprocedure. |
Art. 24.De schriftelijke akkoorden die worden gesloten tussen de |
Art. 24.De schriftelijke akkoorden die worden gesloten tussen de |
| vakbondsafvaardiging en de directie worden medegedeeld aan het | vakbondsafvaardiging en de directie worden medegedeeld aan het |
| personeel door de directie van de inrichting of de dienst, door middel | personeel door de directie van de inrichting of de dienst, door middel |
| van aanplakbiljetten in de lokalen van de inrichting of de dienst, | van aanplakbiljetten in de lokalen van de inrichting of de dienst, |
| behalve wanneer het om individuele gevallen gaat. | behalve wanneer het om individuele gevallen gaat. |
Art. 25.Samenwerking tussen de vakbondsafvaardigingen van |
Art. 25.Samenwerking tussen de vakbondsafvaardigingen van |
| verschillende zetels die afhangen van eenzelfde inrichtende macht is | verschillende zetels die afhangen van eenzelfde inrichtende macht is |
| mogelijk om specifieke zaken van algemeen belang te onderzoeken. | mogelijk om specifieke zaken van algemeen belang te onderzoeken. |
| HOOFDSTUK VI. - Statuut en rol van de afgevaardigde | HOOFDSTUK VI. - Statuut en rol van de afgevaardigde |
Art. 26.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen nadeel of |
Art. 26.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen nadeel of |
| bijzondere voordelen teweegbrengen voor diegene die het uitoefent. Dit | bijzondere voordelen teweegbrengen voor diegene die het uitoefent. Dit |
| betekent dat de afgevaardigden de normale bevorderingen en verhogingen | betekent dat de afgevaardigden de normale bevorderingen en verhogingen |
| genieten van de werknemerscategorie waartoe zij behoren. | genieten van de werknemerscategorie waartoe zij behoren. |
Art. 27.Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake |
Art. 27.Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake |
| personeelsproblematiek, bekijkt en behandelt de afgevaardigde de | personeelsproblematiek, bekijkt en behandelt de afgevaardigde de |
| gestelde problemen met de nodige objectiviteit. | gestelde problemen met de nodige objectiviteit. |
Art. 28.Een afgevaardigde mag zich in alle omstandigheden onderhouden |
Art. 28.Een afgevaardigde mag zich in alle omstandigheden onderhouden |
| met de directie. | met de directie. |
Art. 29.De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die |
Art. 29.De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die |
| inherent zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. De werkgever die | inherent zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. De werkgever die |
| overweegt om een afgevaardigde te ontslaan om welke reden dan ook, | overweegt om een afgevaardigde te ontslaan om welke reden dan ook, |
| behalve in geval van ernstige fout, verwittigt voorafgaandelijk de | behalve in geval van ernstige fout, verwittigt voorafgaandelijk de |
| vakbondsafvaardiging alsook de werknemersorganisatie die deze | vakbondsafvaardiging alsook de werknemersorganisatie die deze |
| afgevaardigde als kandidaat heeft voorgedragen. | afgevaardigde als kandidaat heeft voorgedragen. |
| Deze verwittiging gebeurt per aangetekende brief die van kracht wordt | Deze verwittiging gebeurt per aangetekende brief die van kracht wordt |
| de derde dag na de datum van verzending. | de derde dag na de datum van verzending. |
| De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven | De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven |
| dagen om mee te delen dat hij de geldigheid van de voorgenomen | dagen om mee te delen dat hij de geldigheid van de voorgenomen |
| afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt per | afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt per |
| aangetekende brief; de periode van zeven dagen vangt aan op de dag dat | aangetekende brief; de periode van zeven dagen vangt aan op de dag dat |
| de brief door de werkgever werd verzonden van kracht wordt. | de brief door de werkgever werd verzonden van kracht wordt. |
| Als de werknemersorganisatie niet reageert, moet dit worden beschouwd | Als de werknemersorganisatie niet reageert, moet dit worden beschouwd |
| als een aanvaarding van de geldigheid van het beoogde ontslag. | als een aanvaarding van de geldigheid van het beoogde ontslag. |
Art. 30.Als de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het |
Art. 30.Als de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het |
| beoogde ontslag te erkennen, heeft de meest gerede partij het recht om | beoogde ontslag te erkennen, heeft de meest gerede partij het recht om |
| het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau van | het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau van |
| het paritair subcomité. De uitvoering van de ontslagmaatregel mag niet | het paritair subcomité. De uitvoering van de ontslagmaatregel mag niet |
| gebeuren tijdens de duur van deze procedure. | gebeuren tijdens de duur van deze procedure. |
| Als het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing is kunnen | Als het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing is kunnen |
| komen binnen dertig dagen na het verzoek om bemiddeling, wordt het | komen binnen dertig dagen na het verzoek om bemiddeling, wordt het |
| geschil betreffende de geldigheid van de redenen die werden ingeroepen | geschil betreffende de geldigheid van de redenen die werden ingeroepen |
| door de werkgever om het ontslag te rechtvaardigen voorgelegd aan de | door de werkgever om het ontslag te rechtvaardigen voorgelegd aan de |
| arbeidsrechtbank. | arbeidsrechtbank. |
Art. 31.In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde om |
Art. 31.In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde om |
| dringende reden moet de vakbondsafvaardiging hiervan onmiddellijk op | dringende reden moet de vakbondsafvaardiging hiervan onmiddellijk op |
| de hoogte worden gebracht. | de hoogte worden gebracht. |
Art. 32.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd |
Art. 32.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd |
| in de volgende gevallen : | in de volgende gevallen : |
| 1. als hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure na | 1. als hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure na |
| te leven, bepaald in de artikelen 29 en 30 van deze collectieve | te leven, bepaald in de artikelen 29 en 30 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst; |
| 2. als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen | 2. als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen |
| van het ontslag, ten aanzien van de bepaling van voornoemd artikel 29, | van het ontslag, ten aanzien van de bepaling van voornoemd artikel 29, |
| eerste lid, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of door de | eerste lid, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of door de |
| arbeidsrechtbank; | arbeidsrechtbank; |
| 3. als de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende | 3. als de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende |
| reden en de arbeidsrechtbank heeft verklaard dat het ontslag ongegrond | reden en de arbeidsrechtbank heeft verklaard dat het ontslag ongegrond |
| is; | is; |
| 4. als aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen wegens een | 4. als aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen wegens een |
| ernstige tekortkoming van de werkgever, die voor de afgevaardigde een | ernstige tekortkoming van de werkgever, die voor de afgevaardigde een |
| reden vormt voor onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. | reden vormt voor onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. |
| De forfaitaire vergoeding is gelijk aan een brutojaarloon, onafgezien | De forfaitaire vergoeding is gelijk aan een brutojaarloon, onafgezien |
| van de toepassing van de artikelen 39, § 1, en 40, § 1, van de wet van | van de toepassing van de artikelen 39, § 1, en 40, § 1, van de wet van |
| 3 juli 1978. | 3 juli 1978. |
| Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de afgevaardigde geniet | Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de afgevaardigde geniet |
| van de bijzondere vergoeding bepaald voor de leden van de | van de bijzondere vergoeding bepaald voor de leden van de |
| ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op | ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op |
| het werk. | het werk. |
| HOOFDSTUK VII. - Regeling voor oplossing van sociale geschillen | HOOFDSTUK VII. - Regeling voor oplossing van sociale geschillen |
| Verplichtingen van de partijen in geval van geschil | Verplichtingen van de partijen in geval van geschil |
Art. 33.De partijen erkennen dat de sociale geschillen van aard zijn |
Art. 33.De partijen erkennen dat de sociale geschillen van aard zijn |
| om onmiddellijke weerslag te hebben op de personen waarvoor de | om onmiddellijke weerslag te hebben op de personen waarvoor de |
| inrichtingen of diensten de zorg hebben. | inrichtingen of diensten de zorg hebben. |
| Bijgevolg erkennen de partijen dat zij alles in het werk dienen te | Bijgevolg erkennen de partijen dat zij alles in het werk dienen te |
| stellen om overhaaste stakings- of lock-out aanzeggingen te vermijden. | stellen om overhaaste stakings- of lock-out aanzeggingen te vermijden. |
Art. 34.In de veronderstelling dat een probleem zich zou voordoen in |
Art. 34.In de veronderstelling dat een probleem zich zou voordoen in |
| de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, dient binnen de | de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, dient binnen de |
| instelling of de dienst een oplossing gezocht te worden tussen de | instelling of de dienst een oplossing gezocht te worden tussen de |
| directie en de syndicale afvaardiging. | directie en de syndicale afvaardiging. |
Art. 35.In geval van mislukking van de onderhandelingen in de |
Art. 35.In geval van mislukking van de onderhandelingen in de |
| instelling of dienst heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het | instelling of dienst heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het |
| geval aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair | geval aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair |
| subcomité voor te leggen. | subcomité voor te leggen. |
Art. 36.Als de verschillende onderhandelingspogingen uitgeput zijn en |
Art. 36.Als de verschillende onderhandelingspogingen uitgeput zijn en |
| de syndicale organisaties overwegen hun toevlucht te nemen tot | de syndicale organisaties overwegen hun toevlucht te nemen tot |
| staking, dienen deze laatsten een aanzegging van veertien | staking, dienen deze laatsten een aanzegging van veertien |
| kalenderdagen neer te leggen bij de voorzitter van het paritair | kalenderdagen neer te leggen bij de voorzitter van het paritair |
| subcomité en bij de werkgever. | subcomité en bij de werkgever. |
Art. 37.In uitvoering van artikel 34 van deze collectieve |
Art. 37.In uitvoering van artikel 34 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst en in geval van behoorlijk betekende | arbeidsovereenkomst en in geval van behoorlijk betekende |
| stakingsaanzegging wordt de minimumdienst vastgesteld tussen de | stakingsaanzegging wordt de minimumdienst vastgesteld tussen de |
| partijen teneinde te beantwoorden aan de noden van de personen | partijen teneinde te beantwoorden aan de noden van de personen |
| waarvoor zij de zorg hebben, met gekwalificeerden handelingen die niet | waarvoor zij de zorg hebben, met gekwalificeerden handelingen die niet |
| mogen nagelaten worden. Het aantal personeelsleden dat nodig is mag | mogen nagelaten worden. Het aantal personeelsleden dat nodig is mag |
| niet meer zijn dan dat op het ogenblik waarop er het minste personen | niet meer zijn dan dat op het ogenblik waarop er het minste personen |
| in normale werking aanwezig waren, per erkende dienst. | in normale werking aanwezig waren, per erkende dienst. |
| Het kan niet lager zijn dan volgende aantallen : | Het kan niet lager zijn dan volgende aantallen : |
| a) residentieel opvoedend : 1 opvoeder voor 10 personen ten laste; | a) residentieel opvoedend : 1 opvoeder voor 10 personen ten laste; |
| b) niet-residentieel opvoedend : 1 opvoeder voor 20 personen ten | b) niet-residentieel opvoedend : 1 opvoeder voor 20 personen ten |
| laste; | laste; |
| c) 1 administratief personeelslid; | c) 1 administratief personeelslid; |
| d) 1 technisch personeelslid. | d) 1 technisch personeelslid. |
Art. 38.Indien de partijen er niet in slagen tot een akkoord te komen |
Art. 38.Indien de partijen er niet in slagen tot een akkoord te komen |
| hebben zij de plicht het geschil voor te leggen aan de beoordeling van | hebben zij de plicht het geschil voor te leggen aan de beoordeling van |
| het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor het einde van de | het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor het einde van de |
| stakingsaanzegging. | stakingsaanzegging. |
| HOOFDSTUK VIII. - Toegekende kredieturen | HOOFDSTUK VIII. - Toegekende kredieturen |
| A) Uitoefening van het mandaat binnen de instelling of de dienst. | A) Uitoefening van het mandaat binnen de instelling of de dienst. |
Art. 39.Om hun taak te vervullen binnen de instelling of de dienst |
Art. 39.Om hun taak te vervullen binnen de instelling of de dienst |
| beschikken de personeelsafgevaardigden over de nodige tijd en | beschikken de personeelsafgevaardigden over de nodige tijd en |
| middelen. Zij dienen echter rekening te houden met de noodzaak de | middelen. Zij dienen echter rekening te houden met de noodzaak de |
| normale continuïteit en werking van de diensten te verzekeren. | normale continuïteit en werking van de diensten te verzekeren. |
| In de instellingen en diensten die tot 19 werknemers tellen zal het | In de instellingen en diensten die tot 19 werknemers tellen zal het |
| toe te kennen kredietuur het voorwerp uitmaken van een onderhandeling | toe te kennen kredietuur het voorwerp uitmaken van een onderhandeling |
| bij de installatie van de syndicale afvaardiging. | bij de installatie van de syndicale afvaardiging. |
| B) Syndicale vorming. | B) Syndicale vorming. |
Art. 40.In uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
Art. 40.In uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
| van 15 juni 1971, meer bepaald van punt 7, menen de ondertekenende | van 15 juni 1971, meer bepaald van punt 7, menen de ondertekenende |
| partijen dat het nodig is, binnen de hierna vastgestelde perken, | partijen dat het nodig is, binnen de hierna vastgestelde perken, |
| bepaalde faciliteiten toe te kennen aan de vertegenwoordigers van het | bepaalde faciliteiten toe te kennen aan de vertegenwoordigers van het |
| personeel, met het oog op hun deelname aan vormingscursussen die hun | personeel, met het oog op hun deelname aan vormingscursussen die hun |
| moeten toelaten hun taak te vervullen. | moeten toelaten hun taak te vervullen. |
Art. 41.Te dien einde worden de nodige kredieturen aan de |
Art. 41.Te dien einde worden de nodige kredieturen aan de |
| ondertekenende werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de comités | ondertekenende werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de comités |
| voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraden en de | voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraden en de |
| syndicale afvaardigingen in de instellingen en diensten, ter | syndicale afvaardigingen in de instellingen en diensten, ter |
| beschikking gesteld, zodat deze hun afgevaardigden zonder loonverlies | beschikking gesteld, zodat deze hun afgevaardigden zonder loonverlies |
| cursussen kunnen laten volgen : | cursussen kunnen laten volgen : |
| a) georganiseerd door de ondertekenende representatieve | a) georganiseerd door de ondertekenende representatieve |
| werknemersorganisaties en, | werknemersorganisaties en, |
| b) die tot doel hebben hun economische, sociale en technische kennis, | b) die tot doel hebben hun economische, sociale en technische kennis, |
| nodig voor het vervullen van hun taken als personeelsafgevaardigden, | nodig voor het vervullen van hun taken als personeelsafgevaardigden, |
| te verbeteren. | te verbeteren. |
Art. 42.Het aantal toegelaten dagen afwezigheid, ter beschikking |
Art. 42.Het aantal toegelaten dagen afwezigheid, ter beschikking |
| gesteld aan een bepaalde representatieve werknemersorganisatie, is | gesteld aan een bepaalde representatieve werknemersorganisatie, is |
| gelijk, voor de totale duur van de mandaten, aan tienmaal het totaal | gelijk, voor de totale duur van de mandaten, aan tienmaal het totaal |
| aantal effectieve zetels toegewezen of bekomen op de lijst voorgesteld | aantal effectieve zetels toegewezen of bekomen op de lijst voorgesteld |
| door deze representatieve werknemersorganisatie in het comité voor | door deze representatieve werknemersorganisatie in het comité voor |
| preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad of de | preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad of de |
| syndicale afvaardiging. | syndicale afvaardiging. |
| Elke afwezigheid voor het volgen van cursussen mag niet minder | Elke afwezigheid voor het volgen van cursussen mag niet minder |
| bedragen dan een dag. | bedragen dan een dag. |
| De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid de recuperatie te | De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid de recuperatie te |
| vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag zoals hierboven | vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag zoals hierboven |
| beschreven in artikel 41; in dat geval wordt de cursusdag afgetrokken | beschreven in artikel 41; in dat geval wordt de cursusdag afgetrokken |
| van het globaal krediet, verleend overeenkomstig het eerste lid van | van het globaal krediet, verleend overeenkomstig het eerste lid van |
| dit artikel. | dit artikel. |
Art. 43.De representatieve werknemersorganisaties dienen minstens een |
Art. 43.De representatieve werknemersorganisaties dienen minstens een |
| maand op voorhand een geschreven aanvraag te richten tot de betrokken | maand op voorhand een geschreven aanvraag te richten tot de betrokken |
| werkgever, teneinde het nodig verlof te verkrijgen zodat de betrokken | werkgever, teneinde het nodig verlof te verkrijgen zodat de betrokken |
| leden aan de cursus kunnen deelnemen. | leden aan de cursus kunnen deelnemen. |
| Deze aanvraag dient het volgende te bevatten : | Deze aanvraag dient het volgende te bevatten : |
| - de nominatieve lijst van de syndicale mandatarissen die genieten van | - de nominatieve lijst van de syndicale mandatarissen die genieten van |
| de aanvraag tot verlof, alsook van de duur van hun afwezigheid; | de aanvraag tot verlof, alsook van de duur van hun afwezigheid; |
| - de datum en de duur van de georganiseerde cursus; | - de datum en de duur van de georganiseerde cursus; |
| - de agenda en het beknopt programma van de cursussen. | - de agenda en het beknopt programma van de cursussen. |
| De werkgever geeft gunstig gevolg aan deze aanvraag in de mate waarin | De werkgever geeft gunstig gevolg aan deze aanvraag in de mate waarin |
| de aanwezigheid van betrokken personen op de voor de cursussen | de aanwezigheid van betrokken personen op de voor de cursussen |
| voorziene data niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de | voorziene data niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de |
| normale werking van de dienst te verzekeren. | normale werking van de dienst te verzekeren. |
| In geval van overmacht, die om dringende dienstredenen een persoon | In geval van overmacht, die om dringende dienstredenen een persoon |
| belet de cursussen te volgen op de data waarvoor de werkgever zijn | belet de cursussen te volgen op de data waarvoor de werkgever zijn |
| akkoord heeft gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de representatieve | akkoord heeft gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de representatieve |
| werknemersorganisatie van de betrokken werknemer. | werknemersorganisatie van de betrokken werknemer. |
Art. 44.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 43 van deze |
Art. 44.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 43 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht | collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht |
| worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| C) Externe mandaten. | C) Externe mandaten. |
Art. 45.In het geval van een personeelsafgevaardigde die mandaten |
Art. 45.In het geval van een personeelsafgevaardigde die mandaten |
| bekleedt buiten de instelling (bV. - diverse syndicale comités, | bekleedt buiten de instelling (bV. - diverse syndicale comités, |
| congressen, adviesraad, paritair comité,...) maakt het toe te kennen | congressen, adviesraad, paritair comité,...) maakt het toe te kennen |
| urenkrediet het voorwerp uit van een bijzondere onderhandeling tussen | urenkrediet het voorwerp uit van een bijzondere onderhandeling tussen |
| de werkgever en de betrokken representatieve werknemersorganisatie op | de werkgever en de betrokken representatieve werknemersorganisatie op |
| het ogenblik van de toewijzing van zulke mandaten. | het ogenblik van de toewijzing van zulke mandaten. |
Art. 46.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 45 van deze |
Art. 46.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 45 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht | collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht |
| worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen |
Art. 47.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
Art. 47.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
| onbepaalde tijd. Zij heeft uitwerking op 12 januari 1999. | onbepaalde tijd. Zij heeft uitwerking op 12 januari 1999. |
| Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes | Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes |
| maanden, bij ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van | maanden, bij ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van |
| het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen | het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
| van de Franse Gemeenschap. | van de Franse Gemeenschap. |
| De gunstigere bepalingen, van toepassing op het niveau van de | De gunstigere bepalingen, van toepassing op het niveau van de |
| instellingen en diensten, blijven van toepassing. | instellingen en diensten, blijven van toepassing. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 |
| september 2010. | september 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |