← Terug naar "Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemene nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden "
| Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemene nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden | Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemene nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden |
|---|---|
| MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING |
| 30 MAART 1998. - Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemene | 30 MAART 1998. - Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemene |
| nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden | nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op het grondplan van de door de Belgische Staat aan te kopen of | Gelet op het grondplan van de door de Belgische Staat aan te kopen of |
| te onteigenen grondinnemingen, op het grondgebied van de gemeente | te onteigenen grondinnemingen, op het grondgebied van de gemeente |
| Blegny, sectie C (vroeger Saive); | Blegny, sectie C (vroeger Saive); |
| Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van bovenbedoelde | Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van bovenbedoelde |
| terreinen onontbeerlijk is om redenen van openbaar nut; | terreinen onontbeerlijk is om redenen van openbaar nut; |
| Overwegende dat de verwerving van boven bedoelde terreinen | Overwegende dat de verwerving van boven bedoelde terreinen |
| noodzakelijk is om te voldoen aan de behoeften die voortvloeien uit de | noodzakelijk is om te voldoen aan de behoeften die voortvloeien uit de |
| opvang van de eenheden die in de Duitse Bondsrepubliek gelegerd waren; | opvang van de eenheden die in de Duitse Bondsrepubliek gelegerd waren; |
| Gelet op de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende | Gelet op de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende |
| omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte, artikel 5 van de | omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte, artikel 5 van de |
| wet van 26 juli 1962; | wet van 26 juli 1962; |
| Op voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, | Op voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het is onontbeerlijk, om reden van openbaar nut, |
Artikel 1.Het is onontbeerlijk, om reden van openbaar nut, |
| onmiddellijk terreinen in bezit te nemen die nodig zijn voor de | onmiddellijk terreinen in bezit te nemen die nodig zijn voor de |
| oprichting van een nieuw wachtlokaal, van een nieuwe toegangsweg tot | oprichting van een nieuw wachtlokaal, van een nieuwe toegangsweg tot |
| het kwartier, van parkings, van garages, van een wasplaats, van een | het kwartier, van parkings, van garages, van een wasplaats, van een |
| POL station, van een loods met gecontroleerde vochtigheid en van een | POL station, van een loods met gecontroleerde vochtigheid en van een |
| complex voor onderhoud, bestemd voor de opvang van de eenheden die in | complex voor onderhoud, bestemd voor de opvang van de eenheden die in |
| de Duitse Bondsrepubliek gelegerd waren. Deze terreinen bevinden zich | de Duitse Bondsrepubliek gelegerd waren. Deze terreinen bevinden zich |
| op het grondgebied van de gemeente Blegny (vroeger Saive), sectie C, | op het grondgebied van de gemeente Blegny (vroeger Saive), sectie C, |
| nrs. 51b2, 51l2, 50, 52d2, 40c en 32f, zoals aangeduid op het | nrs. 51b2, 51l2, 50, 52d2, 40c en 32f, zoals aangeduid op het |
| bijgevoegd plan nr. 06616, goedgekeurd op 7 oktober 1997. | bijgevoegd plan nr. 06616, goedgekeurd op 7 oktober 1997. |
Art. 2.Deze onteigening zal gebeuren in toepassing van de procedure |
Art. 2.Deze onteigening zal gebeuren in toepassing van de procedure |
| bij hoogdringende omstandigheden, voorzien in artikel 5 van de wet van | bij hoogdringende omstandigheden, voorzien in artikel 5 van de wet van |
| 26 juli 1962. | 26 juli 1962. |
Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is gelast met de uitvoering |
Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is gelast met de uitvoering |
| van voorliggend besluit. | van voorliggend besluit. |
| Gegeven te Brussel, 30 maart 1998. | Gegeven te Brussel, 30 maart 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, |
| J.-P. PONCELET | J.-P. PONCELET |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |