Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 30/05/1997
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels,
betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1) betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de orthopedische Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de orthopedische
schoeisels; schoeisels;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels,
betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters. betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 mei 1997. Gegeven te Brussel, 30 mei 1997.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996 Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996
Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (Overeenkomst Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (Overeenkomst
geregistreerd op 25 april 1996 onder het nummer 41624/CO/128.06) geregistreerd op 25 april 1996 onder het nummer 41624/CO/128.06)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werklieden, de werksters en op de huisarbeiders en -arbeidsters, de werklieden, de werksters en op de huisarbeiders en -arbeidsters,
hierna genoemd "werklieden" en op de werkgevers van de ondernemingen hierna genoemd "werklieden" en op de werkgevers van de ondernemingen
welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische
schoeisels. schoeisels.
Wanneer de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts Wanneer de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts
van toepassing zijn op de "regelmatige huisarbeiders" wordt hiervan van toepassing zijn op de "regelmatige huisarbeiders" wordt hiervan
telkens melding gemaakt. telkens melding gemaakt.
Onder "regelmatige huisarbeider" wordt verstaan, de huisarbeider die, Onder "regelmatige huisarbeider" wordt verstaan, de huisarbeider die,
tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende dat ten tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende dat ten
minste gelijk is aan 90 pct. van het referteloon van een minste gelijk is aan 90 pct. van het referteloon van een
fabrieksarbeider die is tewerkgesteld in dezelfde functieklasse als de fabrieksarbeider die is tewerkgesteld in dezelfde functieklasse als de
belanghebbende. In het loon is noch de vergoeding voor het gebruik van belanghebbende. In het loon is noch de vergoeding voor het gebruik van
eigen machine of materiaal, noch de vergoeding voor de levering van eigen machine of materiaal, noch de vergoeding voor de levering van
bijhorigheden begrepen. bijhorigheden begrepen.
Het in vorig lid bedoelde referteloon wordt vastgesteld door het Het in vorig lid bedoelde referteloon wordt vastgesteld door het
conventioneel minimumuurloon te vermenigvuldigen met het hierna conventioneel minimumuurloon te vermenigvuldigen met het hierna
vastgestelde aantal uren, eventueel verminderd met het aantal uren vastgestelde aantal uren, eventueel verminderd met het aantal uren
verloren wegens ziekte, bevalling, militaire dienst, betaalde verloren wegens ziekte, bevalling, militaire dienst, betaalde
vakantie, ongeval van de belanghebbende, evenals met zijn vakantie, ongeval van de belanghebbende, evenals met zijn
gecontroleerde werkloosheidsdagen voor de in aanmerking genomen gecontroleerde werkloosheidsdagen voor de in aanmerking genomen
periode. periode.
Dit aantal uren wordt voor vijf werkdagen per week op acht uur per dag Dit aantal uren wordt voor vijf werkdagen per week op acht uur per dag
vastgesteld. vastgesteld.
HOOFDSTUK II. - Classificatie van de functies en beloning HOOFDSTUK II. - Classificatie van de functies en beloning

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden worden op 1 januari 1996,

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden worden op 1 januari 1996,

voor een arbeidstijdregeling van 38 uren per week, als volgt voor een arbeidstijdregeling van 38 uren per week, als volgt
vastgesteld : vastgesteld :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
nieuwelingen vanaf 19 jaar : nieuwelingen vanaf 19 jaar :
2de vakjaar gedurende één jaar 2de vakjaar gedurende één jaar
na 1 jaar : 3e vakjaar - halfgeschoolde na 1 jaar : 3e vakjaar - halfgeschoolde
na 2 jaar : 4e vakjaar - halfgeschoolde na 2 jaar : 4e vakjaar - halfgeschoolde
na 3 jaar : 5e vakjaar - geschoolde na 3 jaar : 5e vakjaar - geschoolde
Stukwerk en huisarbeid. Stukwerk en huisarbeid.

Art. 3.Voor stukwerk uitgevoerd op de fabriek of thuis, is het loon

Art. 3.Voor stukwerk uitgevoerd op de fabriek of thuis, is het loon

van één uur arbeid ten minste gelijk aan het in het artikel 2 van één uur arbeid ten minste gelijk aan het in het artikel 2
vastgestelde minimumuurloon, verhoogd met 10 pct. vastgestelde minimumuurloon, verhoogd met 10 pct.

Art. 4.De tarieven voor de huisarbeid worden in tijdseenheden

Art. 4.De tarieven voor de huisarbeid worden in tijdseenheden

uitgedrukt. uitgedrukt.
Aan de huisarbeiders wordt een sleuteltabel van omzetting van de Aan de huisarbeiders wordt een sleuteltabel van omzetting van de
tijden in geldsommen ter beschikking gesteld. Deze wordt eveneens tijden in geldsommen ter beschikking gesteld. Deze wordt eveneens
aangeplakt in de werkplaatsen en plaatsen waar zij hun benodigdheden aangeplakt in de werkplaatsen en plaatsen waar zij hun benodigdheden
komen halen. komen halen.
HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen consumptieprijzen

Art. 5.De lonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de

Art. 5.De lonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de

consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst
van 29 januari 1969, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor van 29 januari 1969, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor
het huiden- en lederbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen en het huiden- en lederbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen en
uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in de uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in de
ondernemingen welke ressorteren onder dit paritair comité, algemeen ondernemingen welke ressorteren onder dit paritair comité, algemeen
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 mei 1969, verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 mei 1969,
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 juli 1969, gewijzigd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 juli 1969, gewijzigd
bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1969, algemeen bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1969, algemeen
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 oktober 1969, verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 oktober 1969,
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 november 1969. bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 november 1969.
HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie

Art. 6.De werklieden hebben, ten laste van hun werkgever, recht op

Art. 6.De werklieden hebben, ten laste van hun werkgever, recht op

een eindejaarspremie. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt een eindejaarspremie. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt
vastgesteld op 8,33 pct. van het door de werklieden bij hun werkgever vastgesteld op 8,33 pct. van het door de werklieden bij hun werkgever
verdiende loon in de loop van elk dienstjaar dat gaat van 1 december verdiende loon in de loop van elk dienstjaar dat gaat van 1 december
van het voorgaande jaar tot 30 november van het lopende jaar. van het voorgaande jaar tot 30 november van het lopende jaar.
Onder "verdiend loon" wordt verstaan het brutoloon dat door de werkman Onder "verdiend loon" wordt verstaan het brutoloon dat door de werkman
tijdens de referteperiode wordt verdiend, zoals bepaald bij de wet van tijdens de referteperiode wordt verdiend, zoals bepaald bij de wet van
12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers,
zonder evenwel de vergoedingen voor betaalde feestdagen, kort verzuim, zonder evenwel de vergoedingen voor betaalde feestdagen, kort verzuim,
gewaarborgd loon en vergoedingen voor bestaanszekerheid uit te gewaarborgd loon en vergoedingen voor bestaanszekerheid uit te
stellen. stellen.

Art. 7.Vanaf 1982 wordt aan de werklieden en regelmatige

Art. 7.Vanaf 1982 wordt aan de werklieden en regelmatige

huisarbeiders die ten minste twaalf maanden door een huisarbeiders die ten minste twaalf maanden door een
arbeidsovereenkomst zijn verbonden een minimumbedrag gewaarborgd van arbeidsovereenkomst zijn verbonden een minimumbedrag gewaarborgd van
10 000 F. 10 000 F.
Dat minimumbedrag wordt verleend per twaalfde voor iedere maand of Dat minimumbedrag wordt verleend per twaalfde voor iedere maand of
gedeelte van maand aanwezigheid in de onderneming, met dien verstande gedeelte van maand aanwezigheid in de onderneming, met dien verstande
dat de hierna vermelde afwezigheden met aanwezigheden worden dat de hierna vermelde afwezigheden met aanwezigheden worden
gelijkgesteld ten belope van maximum : gelijkgesteld ten belope van maximum :
a) gedeeltelijke of toevallige onvrijwillige werkloosheid : de a) gedeeltelijke of toevallige onvrijwillige werkloosheid : de
totaliteit; totaliteit;
b) ziekte en/of ongeval : twee maanden; b) ziekte en/of ongeval : twee maanden;
c) zwangerschap en bevalling met of zonder ziekte en/of ongeval : drie c) zwangerschap en bevalling met of zonder ziekte en/of ongeval : drie
maanden. maanden.

Art. 8.De eindejaarspremie wordt betaald tussen 15 en 31 december van

Art. 8.De eindejaarspremie wordt betaald tussen 15 en 31 december van

het jaar waarop de premie betrekking heeft. het jaar waarop de premie betrekking heeft.
Wanneer evenwel de arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar wordt Wanneer evenwel de arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar wordt
verbroken, dan geschiedt de betaling tegelijkertijd met de laatste verbroken, dan geschiedt de betaling tegelijkertijd met de laatste
uitbetaling van het loon. uitbetaling van het loon.

Art. 9.Voor de gewesten en ondernemingen waar, in verband met de

Art. 9.Voor de gewesten en ondernemingen waar, in verband met de

eindejaarspremie, gunstiger toepassingsmodaliteiten bestaan, blijven eindejaarspremie, gunstiger toepassingsmodaliteiten bestaan, blijven
deze laatste behouden. deze laatste behouden.
HOOFDSTUK V. - Werkgereedschap HOOFDSTUK V. - Werkgereedschap

Art. 10.De werkgever moet alle werkgereedschappen gratis ter

Art. 10.De werkgever moet alle werkgereedschappen gratis ter

beschikking stellen van de werklieden, zonder onderscheid van beschikking stellen van de werklieden, zonder onderscheid van
leeftijd. leeftijd.
Aan de huisarbeiders die eigen materieel gebruiken, wordt buiten hun Aan de huisarbeiders die eigen materieel gebruiken, wordt buiten hun
loon, een behoorlijke vergoeding toegekend. loon, een behoorlijke vergoeding toegekend.
HOOFDSTUK VI. - Huisarbeid, opzeggingstermijn HOOFDSTUK VI. - Huisarbeid, opzeggingstermijn

Art. 11.De bepalingen vervat in dit hoofdstuk zijn van toepassing op

Art. 11.De bepalingen vervat in dit hoofdstuk zijn van toepassing op

de regelmatige huisarbeiders evenals op hun werkgevers. de regelmatige huisarbeiders evenals op hun werkgevers.

Art. 12.Indien de arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd wordt

Art. 12.Indien de arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd wordt

gesloten, heeft elke partij het recht ze te doen eindigen door gesloten, heeft elke partij het recht ze te doen eindigen door
opzegging aan de andere. opzegging aan de andere.
Dit recht kan slechts worden uitgeoefend met inachtneming van een Dit recht kan slechts worden uitgeoefend met inachtneming van een
opzeggingstermijn. De termijn van opzegging gaat in de maandag welke opzeggingstermijn. De termijn van opzegging gaat in de maandag welke
volgt op de week waarin ze werd betekend. Op straffe van nietigheid volgt op de week waarin ze werd betekend. Op straffe van nietigheid
geschiedt de opzegging door overhandiging aan de andere partij van een geschiedt de opzegging door overhandiging aan de andere partij van een
geschrift met vermelding van de aanvang en de duur van de geschrift met vermelding van de aanvang en de duur van de
opzeggingstermijn. De handtekening van deze partij op het dubbel van opzeggingstermijn. De handtekening van deze partij op het dubbel van
dit geschrift geldt enkel als bewijs van ontvangst van de betekening. dit geschrift geldt enkel als bewijs van ontvangst van de betekening.
De betekening kan ook geschieden, ofwel bij een ter post aangetekende De betekening kan ook geschieden, ofwel bij een ter post aangetekende
brief welke uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van brief welke uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van
verzending, ofwel bij deurwaardersexploot. verzending, ofwel bij deurwaardersexploot.

Art. 13.De opzeggingstermijn is vastgesteld op achtentwintig dagen

Art. 13.De opzeggingstermijn is vastgesteld op achtentwintig dagen

wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en op veertien dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en op veertien dagen
wanneer zij van de huisarbeider uitgaat. wanneer zij van de huisarbeider uitgaat.
Deze termijnen worden verdubbeld voor de huisarbeiders die Deze termijnen worden verdubbeld voor de huisarbeiders die
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven
gedurende ten minste twintig jaar. gedurende ten minste twintig jaar.
Zij moeten worden berekend volgens de verworven anciënniteit op het Zij moeten worden berekend volgens de verworven anciënniteit op het
ogenblik dat de opzeggingstermijn ingaat. ogenblik dat de opzeggingstermijn ingaat.

Art. 14.Zijn nietig, alle bedingen waarbij de door de werkgever in

Art. 14.Zijn nietig, alle bedingen waarbij de door de werkgever in

acht te nemen opzeggingstermijn wordt ingekort of waarbij de door de acht te nemen opzeggingstermijn wordt ingekort of waarbij de door de
huisarbeider na te leven termijn wordt verlengd. huisarbeider na te leven termijn wordt verlengd.
Nochtans wanneer het huisarbeiders betreft die minder dan zes maanden Nochtans wanneer het huisarbeiders betreft die minder dan zes maanden
ononderbroken dienst bij dezelfde onderneming tellen, mag de ononderbroken dienst bij dezelfde onderneming tellen, mag de
overeenkomst van de beschikkingen van het voorgaand artikel afwijken, overeenkomst van de beschikkingen van het voorgaand artikel afwijken,
zonder dat de door de werkgever in acht te nemen termijn korter mag zonder dat de door de werkgever in acht te nemen termijn korter mag
zijn dan zeven dagen. De door de huisarbeider na te leven duur van de zijn dan zeven dagen. De door de huisarbeider na te leven duur van de
opzeggingstermijn mag de helft van de opzeggingstermijn overeengekomen opzeggingstermijn mag de helft van de opzeggingstermijn overeengekomen
voor de opzegging gedaan door de werkgever niet overtreffen. voor de opzegging gedaan door de werkgever niet overtreffen.

Art. 15.Indien de overeenkomst zonder tijdsbepaling is gesloten, dan

Art. 15.Indien de overeenkomst zonder tijdsbepaling is gesloten, dan

is de partij welke de verbintenis verbreekt zonder gegronde reden en is de partij welke de verbintenis verbreekt zonder gegronde reden en
zonder voldoende inachtneming van de opzeggingstermijn of voor het zonder voldoende inachtneming van de opzeggingstermijn of voor het
verstrijken daarvan, gehouden aan de andere partij een vergoeding te verstrijken daarvan, gehouden aan de andere partij een vergoeding te
betalen gelijk aan het loon dat overeenkomt met de duur van de betalen gelijk aan het loon dat overeenkomt met de duur van de
opzeggingstermijn, of met het nog te lopen gedeelte van deze termijn. opzeggingstermijn, of met het nog te lopen gedeelte van deze termijn.
Is nietig, elke bepaling welke in geval van verbreking van de Is nietig, elke bepaling welke in geval van verbreking van de
verbintenis door de werkgever voorziet in een lagere vergoeding. verbintenis door de werkgever voorziet in een lagere vergoeding.
HOOFDSTUK VII. - Kort verzuim HOOFDSTUK VII. - Kort verzuim

Art. 16.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28

Art. 16.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28

augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de
werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven
voor de dienst op binnenschepen voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid voor de dienst op binnenschepen voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid
van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke
verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 9 juli 1970, 22 juli 1970, 18 november 1975, koninklijke besluiten van 9 juli 1970, 22 juli 1970, 18 november 1975,
16 januari 1978, 12 augustus 1981, 8 juni 1984, 27 februari 1989 en 7 16 januari 1978, 12 augustus 1981, 8 juni 1984, 27 februari 1989 en 7
februari 1991, worden de volgende voordelen met behoud van het normaal februari 1991, worden de volgende voordelen met behoud van het normaal
loon toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden : loon toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 17.Voor de toepassing van artikel 16, nrs 2, 3, 6, 9 en 10,

Art. 17.Voor de toepassing van artikel 16, nrs 2, 3, 6, 9 en 10,

wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het
wettelijk of gewettigd kind. wettelijk of gewettigd kind.

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 16, nrs. 7 en 8, worden de

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 16, nrs. 7 en 8, worden de

schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de
echtgenote van de werkman gelijkgesteld met de schoonbroer, de echtgenote van de werkman gelijkgesteld met de schoonbroer, de
schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werkman. schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werkman.

Art. 19.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt gelijkgesteld met

Art. 19.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt gelijkgesteld met

de echtgenoot of de echtgenote van de werklieden : de echtgenoot of de echtgenote van de werklieden :
de met de werklieden op een duurzame wijze samenwonende persoon op de met de werklieden op een duurzame wijze samenwonende persoon op
voorwaarde dat zulks gestaafd wordt aan de hand van een officieel voorwaarde dat zulks gestaafd wordt aan de hand van een officieel
document. document.
HOOFDSTUK VIII. - Vakbondsverlof HOOFDSTUK VIII. - Vakbondsverlof

Art. 20.De werkgevers staan aan de werklieden, die door de

Art. 20.De werkgevers staan aan de werklieden, die door de

werknemersorganisaties welke in het Paritair Subcomité voor de werknemersorganisaties welke in het Paritair Subcomité voor de
orthopedische schoeisels zijn vertegenwoordigd als orthopedische schoeisels zijn vertegenwoordigd als
vakbondsafgevaardigden worden beschouwd, een vakbondsverlof toe ten vakbondsafgevaardigden worden beschouwd, een vakbondsverlof toe ten
einde deel te nemen aan vakbondsvergaderingen. einde deel te nemen aan vakbondsvergaderingen.

Art. 21.De werkgevers moeten geen loon betalen voor de

Art. 21.De werkgevers moeten geen loon betalen voor de

vakbondsverlofdagen. Deze dagen worden evenwel beschouwd als vakbondsverlofdagen. Deze dagen worden evenwel beschouwd als
gelijkgesteld met werkelijk gewerkte dagen en als dusdanig aangegeven gelijkgesteld met werkelijk gewerkte dagen en als dusdanig aangegeven
bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid. bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

Art. 22.De vakbondsverlofdagen mogen voor de goede organisatie van

Art. 22.De vakbondsverlofdagen mogen voor de goede organisatie van

het werk geen onoverkomelijke hinderpaal uitmaken. Gebeurlijke het werk geen onoverkomelijke hinderpaal uitmaken. Gebeurlijke
betwistingen zullen worden geregeld in gemeen akkoord met de betwistingen zullen worden geregeld in gemeen akkoord met de
vakbondsafvaardiging of met de betrokken werknemersorganisatie. vakbondsafvaardiging of met de betrokken werknemersorganisatie.
HOOFDSTUK IX. - Anciënniteitsverlofdagen HOOFDSTUK IX. - Anciënniteitsverlofdagen

Art. 23.De anciënniteitsverlofdagen worden als volgt vastgesteld :

Art. 23.De anciënniteitsverlofdagen worden als volgt vastgesteld :

- vanaf 5 tot en met 9 jaren dienst in de bedrijfstak : 1 dag; - vanaf 5 tot en met 9 jaren dienst in de bedrijfstak : 1 dag;
- vanaf 10 tot en met 14 jaren dienst in de bedrijfstak : 2 dagen; - vanaf 10 tot en met 14 jaren dienst in de bedrijfstak : 2 dagen;
- vanaf 15 tot en met 19 jaren dienst in de bedrijfstak : 3 dagen; - vanaf 15 tot en met 19 jaren dienst in de bedrijfstak : 3 dagen;
- vanaf 20 jaren en meer dienst in de bedrijfstak : maximum 4 dagen. - vanaf 20 jaren en meer dienst in de bedrijfstak : maximum 4 dagen.
De toepassingsmodaliteiten van de in dit hoofdstuk bepaalde De toepassingsmodaliteiten van de in dit hoofdstuk bepaalde
anciënniteitsverlofdagen worden vastgesteld op het vlak van de anciënniteitsverlofdagen worden vastgesteld op het vlak van de
onderneming, rekening houdend met de specifieke bevoegdheden terzake onderneming, rekening houdend met de specifieke bevoegdheden terzake
van de ondernemingsraad, van de vakbondsafvaardiging of van de van de ondernemingsraad, van de vakbondsafvaardiging of van de
syndicale vertegenwoordiger. syndicale vertegenwoordiger.
HOOFDSTUK X. - Carentiedag HOOFDSTUK X. - Carentiedag

Art. 24.De betaling van de carentiedag bij ziekte is ten laste van de

Art. 24.De betaling van de carentiedag bij ziekte is ten laste van de

werkgever. werkgever.
HOOFDSTUK XI. - Geldigheid HOOFDSTUK XI. - Geldigheid

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 1996 en is gesloten voor onbepaalde tijd. januari 1996 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een
opzeggingstermijn van drie maanden, mits voorafgaandelijk overleg met opzeggingstermijn van drie maanden, mits voorafgaandelijk overleg met
de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht
aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de orthopedische aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de orthopedische
schoeisels. schoeisels.
De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de
aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De
opzeggingstermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1 opzeggingstermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1
oktober 1996. oktober 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei
1997. 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld
^