Koninklijk besluit tot bepaling van de regels met betrekking tot medische onderzoeken en bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en van de criteria voor erkenning van centra belast met deze onderzoeken | Koninklijk besluit tot bepaling van de regels met betrekking tot medische onderzoeken en bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en van de criteria voor erkenning van centra belast met deze onderzoeken |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER |
30 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot bepaling van de regels met | 30 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot bepaling van de regels met |
betrekking tot medische onderzoeken en bedrijfspsychologische | betrekking tot medische onderzoeken en bedrijfspsychologische |
onderzoeken voor treinbestuurders en van de criteria voor erkenning | onderzoeken voor treinbestuurders en van de criteria voor erkenning |
van centra belast met deze onderzoeken | van centra belast met deze onderzoeken |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de Spoorcodex, artikel 127, vierde, vijfde en zesde lid, | Gelet op de Spoorcodex, artikel 127, vierde, vijfde en zesde lid, |
artikel 141, § 2, en artikel 151, 5° en 6° ; | artikel 141, § 2, en artikel 151, 5° en 6° ; |
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de | Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de |
regels met betrekking tot medische onderzoeken en | regels met betrekking tot medische onderzoeken en |
bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en | bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en |
treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en | treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en |
centra belast met deze onderzoeken; | centra belast met deze onderzoeken; |
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen; | Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen; |
Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de | Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer, gegeven op 17 januari 2018, met toepassing | persoonlijke levenssfeer, gegeven op 17 januari 2018, met toepassing |
van artikel 152 van de Spoorcodex; | van artikel 152 van de Spoorcodex; |
Gelet op advies nr. 63.559/4 van de Raad van State, gegeven op 18 juni | Gelet op advies nr. 63.559/4 van de Raad van State, gegeven op 18 juni |
2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat in zijn advies met betrekking tot artikel 16, § 1, | Overwegende dat in zijn advies met betrekking tot artikel 16, § 1, |
tweede lid, de Raad van State oordeelt dat de bepaling volgens dewelke | tweede lid, de Raad van State oordeelt dat de bepaling volgens dewelke |
het centrum zelf in een interne herzieningsprocedure moet voorzien, | het centrum zelf in een interne herzieningsprocedure moet voorzien, |
neerkomt op het toekennen van een reglementaire bevoegdheid aan een | neerkomt op het toekennen van een reglementaire bevoegdheid aan een |
openbare instelling of organen ervan wat moeilijk verenigbaar is met | openbare instelling of organen ervan wat moeilijk verenigbaar is met |
de algemene principes van het Belgische publiek recht aangezien | de algemene principes van het Belgische publiek recht aangezien |
daardoor geraakt wordt aan het beginsel van de eenheid van de | daardoor geraakt wordt aan het beginsel van de eenheid van de |
verordenende macht en ter zake iedere rechtstreekse parlementaire | verordenende macht en ter zake iedere rechtstreekse parlementaire |
controle ontbreekt. De Raad laat opmerken dat het mechanisme nog meer | controle ontbreekt. De Raad laat opmerken dat het mechanisme nog meer |
ter discussie staat omdat het gaat om een delegatie aan een centrum | ter discussie staat omdat het gaat om een delegatie aan een centrum |
dat ook een privépersoon kan zijn; | dat ook een privépersoon kan zijn; |
Overwegende dat het advies van de Raad van State aangaande artikel 16, | Overwegende dat het advies van de Raad van State aangaande artikel 16, |
§ 1, tweede lid, niet gevolgd wordt omdat het hier niet gaat om het | § 1, tweede lid, niet gevolgd wordt omdat het hier niet gaat om het |
toekennen van een reglementaire bevoegdheid aan centra die enkel | toekennen van een reglementaire bevoegdheid aan centra die enkel |
gehouden zijn om zelf te voorzien in een interne herzieningsprocedure | gehouden zijn om zelf te voorzien in een interne herzieningsprocedure |
met betrekking tot hun eigen medische en psychologische onderzoeken. | met betrekking tot hun eigen medische en psychologische onderzoeken. |
De Koning kan in het kader van zijn bevoegdheden nadere regels bepalen | De Koning kan in het kader van zijn bevoegdheden nadere regels bepalen |
die voorzien dat een herzieningsmechanisme moet worden aangenomen en | die voorzien dat een herzieningsmechanisme moet worden aangenomen en |
hij kan het aan het centrum overlaten om te bepalen op welke wijze | hij kan het aan het centrum overlaten om te bepalen op welke wijze |
deze herziening dient te worden uitgewerkt op dezelfde wijze als zij | deze herziening dient te worden uitgewerkt op dezelfde wijze als zij |
andere interne procedures instelt, rekening houdend met de wijze | andere interne procedures instelt, rekening houdend met de wijze |
waarop zij functioneert. De verplichting voor het centrum om in zo'n | waarop zij functioneert. De verplichting voor het centrum om in zo'n |
procedure te voorzien, is overigens opgenomen in artikel 13, § 2, van | procedure te voorzien, is overigens opgenomen in artikel 13, § 2, van |
het koninklijk besluit van 22 juni 2011 dat door dit besluit gewijzigd | het koninklijk besluit van 22 juni 2011 dat door dit besluit gewijzigd |
wordt, wat nooit betwist werd; | wordt, wat nooit betwist werd; |
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, | Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, |
HOOFDSTUK 1. - Algemeen | HOOFDSTUK 1. - Algemeen |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van |
Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 | Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 |
oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven | oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven |
en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen. | en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen. |
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de treinbestuurders bedoeld |
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de treinbestuurders bedoeld |
in titel 5, hoofdstuk 1, van de Spoorcodex. | in titel 5, hoofdstuk 1, van de Spoorcodex. |
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° centrum : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon erkend op | 1° centrum : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon erkend op |
grond van dit besluit, die onderzoeken mag uitvoeren of laten | grond van dit besluit, die onderzoeken mag uitvoeren of laten |
uitvoeren onder zijn verantwoordelijkheid; | uitvoeren onder zijn verantwoordelijkheid; |
2° kandidaat : de kandidaat-treinbestuurder of de treinbestuurder die | 2° kandidaat : de kandidaat-treinbestuurder of de treinbestuurder die |
een medisch of bedrijfspsychologisch onderzoek ondergaat; | een medisch of bedrijfspsychologisch onderzoek ondergaat; |
3° aanvrager: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een | 3° aanvrager: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een |
aanvraag doet om als centrum erkend te worden; | aanvraag doet om als centrum erkend te worden; |
4° arts : de geneeskundige die aan de voorwaarden van dit besluit | 4° arts : de geneeskundige die aan de voorwaarden van dit besluit |
voldoet om het medisch onderzoek te verrichten; | voldoet om het medisch onderzoek te verrichten; |
5° psycholoog : de psycholoog die aan de voorwaarden van dit besluit | 5° psycholoog : de psycholoog die aan de voorwaarden van dit besluit |
voldoet om het bedrijfspsychologisch onderzoek te verrichten; | voldoet om het bedrijfspsychologisch onderzoek te verrichten; |
6° richtlijn : Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de | 6° richtlijn : Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de |
Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die | Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die |
locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap | locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap |
besturen; | besturen; |
7° TSI OPE : besluiten of verordeningen van de Europese Commissie wat | 7° TSI OPE : besluiten of verordeningen van de Europese Commissie wat |
betreft de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het | betreft de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het |
subsysteem "exploitatie en beheer van het treinverkeer"; | subsysteem "exploitatie en beheer van het treinverkeer"; |
8° onderzoek : het medisch onderzoek of bedrijfspsychologisch | 8° onderzoek : het medisch onderzoek of bedrijfspsychologisch |
onderzoek zoals bedoeld in bijlage 8 van de Spoorcodex. | onderzoek zoals bedoeld in bijlage 8 van de Spoorcodex. |
HOOFDSTUK 2. - Criteria voor artsen en psychologen en | HOOFDSTUK 2. - Criteria voor artsen en psychologen en |
erkenningscriteria voor centra | erkenningscriteria voor centra |
Afdeling 1. - Criteria voor artsen en psychologen | Afdeling 1. - Criteria voor artsen en psychologen |
Art. 4.De arts moet: |
Art. 4.De arts moet: |
1° gespecialiseerd zijn in de arbeidsgeneeskunde en gerechtigd zijn om | 1° gespecialiseerd zijn in de arbeidsgeneeskunde en gerechtigd zijn om |
zijn beroep uit te oefenen; | zijn beroep uit te oefenen; |
2° kennis hebben van de specifieke gevaren die de betreffende | 2° kennis hebben van de specifieke gevaren die de betreffende |
werkzaamheden met zich meebrengen; | werkzaamheden met zich meebrengen; |
3° inzicht hebben in de wijze waarop de lichamelijke gesteldheid van | 3° inzicht hebben in de wijze waarop de lichamelijke gesteldheid van |
invloed kan zijn op de maatregelen ter uitsluiting of beperking van | invloed kan zijn op de maatregelen ter uitsluiting of beperking van |
deze gevaren. | deze gevaren. |
Art. 5.De psycholoog bezit een licentiaats- of masterdiploma van |
Art. 5.De psycholoog bezit een licentiaats- of masterdiploma van |
psychologie en is gerechtigd om zijn beroep uit te oefenen. | psychologie en is gerechtigd om zijn beroep uit te oefenen. |
De psycholoog neemt de bedrijfspsychologische onderzoeken af, met | De psycholoog neemt de bedrijfspsychologische onderzoeken af, met |
inachtneming van de specifieke gevaren die de betreffende | inachtneming van de specifieke gevaren die de betreffende |
werkzaamheden met zich meebrengen. | werkzaamheden met zich meebrengen. |
Afdeling 2. - Erkenningscriteria voor centra | Afdeling 2. - Erkenningscriteria voor centra |
Art. 6.Enkel een door de veiligheidsinstantie erkend centrum mag een |
Art. 6.Enkel een door de veiligheidsinstantie erkend centrum mag een |
kandidaat onderzoeken. | kandidaat onderzoeken. |
Art. 7.Om te kunnen worden erkend door de veiligheidsinstantie, |
Art. 7.Om te kunnen worden erkend door de veiligheidsinstantie, |
voldoet de aanvrager aan de volgende criteria: | voldoet de aanvrager aan de volgende criteria: |
1° aantonen dat de bijgebrachte artsen of de psychologen voldoen aan | 1° aantonen dat de bijgebrachte artsen of de psychologen voldoen aan |
de criteria bedoeld in artikel 4 of 5; | de criteria bedoeld in artikel 4 of 5; |
2° beschikken over specifieke maatregelen om de professionele | 2° beschikken over specifieke maatregelen om de professionele |
vaardigheden te onderhouden; | vaardigheden te onderhouden; |
3° over een dekking van zijn burgerlijke aansprakelijkheid beschikken. | 3° over een dekking van zijn burgerlijke aansprakelijkheid beschikken. |
Art. 8.Indien een instelling uit meerdere juridische entiteiten |
Art. 8.Indien een instelling uit meerdere juridische entiteiten |
bestaat, vraagt elke entiteit die onderzoeken wenst uit te voeren een | bestaat, vraagt elke entiteit die onderzoeken wenst uit te voeren een |
afzonderlijke erkenning aan. | afzonderlijke erkenning aan. |
HOOFDSTUK 3. - Initiële aanvraag, hernieuwing, of bijwerking van de | HOOFDSTUK 3. - Initiële aanvraag, hernieuwing, of bijwerking van de |
erkenning | erkenning |
Art. 9.§ 1. Om een erkenning te bekomen dient de aanvrager een |
Art. 9.§ 1. Om een erkenning te bekomen dient de aanvrager een |
aanvraag in bij de veiligheidsinstantie per aangetekende zending of | aanvraag in bij de veiligheidsinstantie per aangetekende zending of |
bij afgifte tegen ontvangstbewijs. | bij afgifte tegen ontvangstbewijs. |
Ingeval van elektronische verzending, wordt de aanvraag opgesteld in | Ingeval van elektronische verzending, wordt de aanvraag opgesteld in |
het formaat opgelegd door de veiligheidsinstantie. De | het formaat opgelegd door de veiligheidsinstantie. De |
veiligheidsinstantie deelt het vereiste formaat mee via haar | veiligheidsinstantie deelt het vereiste formaat mee via haar |
internetsite. | internetsite. |
De aanvraag bevat alle passende documenten bedoeld in bijlage 4. | De aanvraag bevat alle passende documenten bedoeld in bijlage 4. |
Indien de aanvraag niet alle voorgeschreven documenten en informatie | Indien de aanvraag niet alle voorgeschreven documenten en informatie |
bevat, brengt de veiligheidsinstantie de aanvrager hier onmiddellijk | bevat, brengt de veiligheidsinstantie de aanvrager hier onmiddellijk |
van op de hoogte. | van op de hoogte. |
In dit geval, begint de termijn bedoeld in paragraaf 3 pas te lopen | In dit geval, begint de termijn bedoeld in paragraaf 3 pas te lopen |
eens de aanvrager alle ontbrekende stukken heeft overgemaakt aan de | eens de aanvrager alle ontbrekende stukken heeft overgemaakt aan de |
veiligheidsinstantie. | veiligheidsinstantie. |
§ 2. Indien de veiligheidsinstantie, nadat de termijn van paragraaf 3 | § 2. Indien de veiligheidsinstantie, nadat de termijn van paragraaf 3 |
is beginnen lopen, vaststelt dat het onderzoek van de aanvraag | is beginnen lopen, vaststelt dat het onderzoek van de aanvraag |
bijkomende informatie vereist, meldt zij dit schriftelijk aan de | bijkomende informatie vereist, meldt zij dit schriftelijk aan de |
aanvrager en vraagt hem aanvullende of verklarende stukken te | aanvrager en vraagt hem aanvullende of verklarende stukken te |
bezorgen. | bezorgen. |
De in het eerste lid bedoelde termijn wordt opgeschort tot aan de | De in het eerste lid bedoelde termijn wordt opgeschort tot aan de |
ontvangst van de gevraagde stukken. | ontvangst van de gevraagde stukken. |
§ 3. Zonder afbreuk te doen aan de tweede paragraaf, brengt de | § 3. Zonder afbreuk te doen aan de tweede paragraaf, brengt de |
veiligheidsinstantie de aanvrager binnen de vier maanden na ontvangst | veiligheidsinstantie de aanvrager binnen de vier maanden na ontvangst |
van de volledige aanvraag op de hoogte van zijn beslissing tot | van de volledige aanvraag op de hoogte van zijn beslissing tot |
erkenning, hernieuwing of bijwerking van de erkenning. | erkenning, hernieuwing of bijwerking van de erkenning. |
In geval van een gunstige beslissing, stuurt zij hem in dezelfde | In geval van een gunstige beslissing, stuurt zij hem in dezelfde |
zending een document dat conform is met bijlage 3. | zending een document dat conform is met bijlage 3. |
De erkenning is geldig voor vijf jaar en kan worden hernieuwd. | De erkenning is geldig voor vijf jaar en kan worden hernieuwd. |
Art. 10.§ 1. De aanvraag voor hernieuwing van de erkenning wordt |
Art. 10.§ 1. De aanvraag voor hernieuwing van de erkenning wordt |
ingediend overeenkomstig artikel 9, § 1, en minstens vijf maanden voor | ingediend overeenkomstig artikel 9, § 1, en minstens vijf maanden voor |
de vervaldatum van de erkenning. | de vervaldatum van de erkenning. |
De veiligheidsinstantie behandelt de aanvraag voor hernieuwing | De veiligheidsinstantie behandelt de aanvraag voor hernieuwing |
overeenkomstig artikel 9. | overeenkomstig artikel 9. |
§ 2. Bij elke substantiële wijziging van een voorwaarde voor | § 2. Bij elke substantiële wijziging van een voorwaarde voor |
erkenning, dient het centrum zonder verwijl een aanvraag tot | erkenning, dient het centrum zonder verwijl een aanvraag tot |
bijwerking in per aangetekende zending. | bijwerking in per aangetekende zending. |
Hij voegt bij zijn aanvraag elke nuttige informatie met betrekking tot | Hij voegt bij zijn aanvraag elke nuttige informatie met betrekking tot |
deze wijziging toe. | deze wijziging toe. |
De bijwerking heeft niet tot gevolg dat de geldigheidsduur van de | De bijwerking heeft niet tot gevolg dat de geldigheidsduur van de |
erkenning wordt verlengd. | erkenning wordt verlengd. |
HOOFDSTUK 4. - Schorsing of intrekking van de erkenning | HOOFDSTUK 4. - Schorsing of intrekking van de erkenning |
Art. 11.§ 1. De veiligheidsinstantie controleert de centra |
Art. 11.§ 1. De veiligheidsinstantie controleert de centra |
regelmatig. | regelmatig. |
Wanneer zij vaststelt dat het centrum niet meer voldoet aan de | Wanneer zij vaststelt dat het centrum niet meer voldoet aan de |
erkenningscriteria of aan haar verplichtingen dan stelt zij het | erkenningscriteria of aan haar verplichtingen dan stelt zij het |
centrum hiervan in kennis en geeft het een termijn om zich in regel te | centrum hiervan in kennis en geeft het een termijn om zich in regel te |
stellen. | stellen. |
Als het centrum binnen de gegeven termijn niet de nodige maatregelen | Als het centrum binnen de gegeven termijn niet de nodige maatregelen |
neemt, kan de veiligheidsinstantie, na het centrum te hebben gehoord, | neemt, kan de veiligheidsinstantie, na het centrum te hebben gehoord, |
de gehele of gedeeltelijke schorsing van de erkenning uitspreken. | de gehele of gedeeltelijke schorsing van de erkenning uitspreken. |
Zij geeft in haar beslissing tot schorsing de termijn aan die het | Zij geeft in haar beslissing tot schorsing de termijn aan die het |
centrum heeft voor het nemen van de nodige maatregelen. | centrum heeft voor het nemen van de nodige maatregelen. |
§ 2. Zodra de veiligheidsinstantie vaststelt dat het centrum terug | § 2. Zodra de veiligheidsinstantie vaststelt dat het centrum terug |
voldoet aan de erkenningscriteria of aan zijn verplichtingen, stelt ze | voldoet aan de erkenningscriteria of aan zijn verplichtingen, stelt ze |
het centrum hiervan op de hoogte en wordt de schorsing opgeheven. | het centrum hiervan op de hoogte en wordt de schorsing opgeheven. |
Art. 12.§ 1. De veiligheidsinstantie kan, na het centrum te hebben |
Art. 12.§ 1. De veiligheidsinstantie kan, na het centrum te hebben |
gehoord, de gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning | gehoord, de gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning |
uitspreken in de volgende situaties: | uitspreken in de volgende situaties: |
1° als zij vaststelt dat het centrum niet meer in staat is om | 1° als zij vaststelt dat het centrum niet meer in staat is om |
onderzoeken in te richten; | onderzoeken in te richten; |
2° als zij vaststelt dat het centrum waarvan de erkenning is geschorst | 2° als zij vaststelt dat het centrum waarvan de erkenning is geschorst |
in uitvoering van artikel 11, § 1, derde lid, opnieuw niet voldoet aan | in uitvoering van artikel 11, § 1, derde lid, opnieuw niet voldoet aan |
de erkenningscriteria of aan zijn verplichtingen binnen de termijn | de erkenningscriteria of aan zijn verplichtingen binnen de termijn |
bedoeld in artikel 11, § 1, vierde lid. | bedoeld in artikel 11, § 1, vierde lid. |
§ 2. Wanneer het centrum vaststelt dat het niet meer voldoet aan de | § 2. Wanneer het centrum vaststelt dat het niet meer voldoet aan de |
erkenningscriteria, licht het de veiligheidsinstantie hierover | erkenningscriteria, licht het de veiligheidsinstantie hierover |
onmiddellijk in. | onmiddellijk in. |
HOOFDSTUK 5. - Regels voor onderzoeken | HOOFDSTUK 5. - Regels voor onderzoeken |
Art. 13.De arts en psycholoog voeren de onderzoeken uit met behoud |
Art. 13.De arts en psycholoog voeren de onderzoeken uit met behoud |
van hun onafhankelijk oordeel ten opzichte van het centrum, de | van hun onafhankelijk oordeel ten opzichte van het centrum, de |
kandidaat of zijn werkgever. | kandidaat of zijn werkgever. |
De arts en psycholoog zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen | De arts en psycholoog zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen |
over de kandidaat bekend is en dragen zorg voor een zodanige bewaring | over de kandidaat bekend is en dragen zorg voor een zodanige bewaring |
van de desbetreffende gegevens dat deze niet voor derden toegankelijk | van de desbetreffende gegevens dat deze niet voor derden toegankelijk |
zijn. | zijn. |
De arts en de psycholoog stellen van de onderzoeken voldoende | De arts en de psycholoog stellen van de onderzoeken voldoende |
gedocumenteerde processen-verbaal op die bewaard worden in de | gedocumenteerde processen-verbaal op die bewaard worden in de |
gegevensbank bedoeld in artikel 17. | gegevensbank bedoeld in artikel 17. |
De onderzoeken hebben een gepaste duurtijd om alle relevante aspecten | De onderzoeken hebben een gepaste duurtijd om alle relevante aspecten |
die door de Spoorcodex aan treinbestuurders zijn opgelegd te kunnen | die door de Spoorcodex aan treinbestuurders zijn opgelegd te kunnen |
behandelen. | behandelen. |
Art. 14.De arts en psycholoog mogen in hun processen-verbaal externe |
Art. 14.De arts en psycholoog mogen in hun processen-verbaal externe |
medische of paramedische adviezen opnemen en deze betrekken bij hun | medische of paramedische adviezen opnemen en deze betrekken bij hun |
besluitvorming. | besluitvorming. |
Art. 15.Zodra een spoorwegonderneming of een |
Art. 15.Zodra een spoorwegonderneming of een |
spoorweginfrastructuurbeheerder, in toepassing van artikel 141, § 2, | spoorweginfrastructuurbeheerder, in toepassing van artikel 141, § 2, |
van de Spoorcodex, een onderzoek aanvraagt voor de treinbestuurder die | van de Spoorcodex, een onderzoek aanvraagt voor de treinbestuurder die |
hij tewerkstelt, organiseert het centrum zonder verwijl deze | hij tewerkstelt, organiseert het centrum zonder verwijl deze |
onderzoeken. | onderzoeken. |
Het centrum stelt zowel de werkgever als de kandidaat in kennis van de | Het centrum stelt zowel de werkgever als de kandidaat in kennis van de |
resultaten van onderzoeken. | resultaten van onderzoeken. |
Art. 16.§ 1. De kandidaat of zijn werkgever kunnen een aanvraag tot |
Art. 16.§ 1. De kandidaat of zijn werkgever kunnen een aanvraag tot |
herziening indienen tegen een beslissing van dit centrum. | herziening indienen tegen een beslissing van dit centrum. |
Het centrum voorziet in dat opzicht in een interne | Het centrum voorziet in dat opzicht in een interne |
herzieningsprocedure. | herzieningsprocedure. |
§ 2. Ingeval een herziening wordt gevraagd, kan het onderzoek niet | § 2. Ingeval een herziening wordt gevraagd, kan het onderzoek niet |
uitgevoerd worden door artsen of psychologen die betrokken waren bij | uitgevoerd worden door artsen of psychologen die betrokken waren bij |
het betwiste onderzoek. | het betwiste onderzoek. |
Het centrum kan beroep doen op externe artsen of psychologen om de | Het centrum kan beroep doen op externe artsen of psychologen om de |
aanvraag tot herziening te onderzoeken. | aanvraag tot herziening te onderzoeken. |
Deze artsen en psychologen voldoen aan de criteria bepaald in de | Deze artsen en psychologen voldoen aan de criteria bepaald in de |
artikelen 4 en 5, wat het centrum nagaat vooraleer te beslissen om met | artikelen 4 en 5, wat het centrum nagaat vooraleer te beslissen om met |
hen samen te werken. | hen samen te werken. |
Art. 17.Het centrum beschikt over een administratieve procedure voor |
Art. 17.Het centrum beschikt over een administratieve procedure voor |
het beheer en de archivering en over een gegevensbank en is | het beheer en de archivering en over een gegevensbank en is |
verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens die daarin zijn | verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens die daarin zijn |
opgenomen, te weten: de identiteit van elke kandidaat, de aard, de | opgenomen, te weten: de identiteit van elke kandidaat, de aard, de |
datum, het uur van het georganiseerde onderzoek, het proces-verbaal | datum, het uur van het georganiseerde onderzoek, het proces-verbaal |
van het onderzoek en het resultaat ervan. | van het onderzoek en het resultaat ervan. |
De verwerking van persoonsgegevens in de gegevensbank heeft als | De verwerking van persoonsgegevens in de gegevensbank heeft als |
doelstelling de controle van de lichamelijke en bedrijfspsychologische | doelstelling de controle van de lichamelijke en bedrijfspsychologische |
geschiktheid van kandidaten en van treinbestuurders mogelijk te maken. | geschiktheid van kandidaten en van treinbestuurders mogelijk te maken. |
Bij de verwerking van gegevens die de gezondheid betreffen, opgenomen | Bij de verwerking van gegevens die de gezondheid betreffen, opgenomen |
in de processen-verbaal, is het centrum tot geheimhouding verplicht. | in de processen-verbaal, is het centrum tot geheimhouding verplicht. |
Het centrum hanteert een strikt gebruikers- en toegangsbeheer en neemt | Het centrum hanteert een strikt gebruikers- en toegangsbeheer en neemt |
de gepaste technische en organisatorische maatregelen voor de | de gepaste technische en organisatorische maatregelen voor de |
bescherming van de persoonsgegevens. | bescherming van de persoonsgegevens. |
Het centrum bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid gedurende | Het centrum bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid gedurende |
tien jaar volgend op de dag van het onderzoek. | tien jaar volgend op de dag van het onderzoek. |
Enkel de veiligheidsinstantie kan de gegevensbank raadplegen, met | Enkel de veiligheidsinstantie kan de gegevensbank raadplegen, met |
uitzondering van de processen-verbaal en dit telkens zij het in het | uitzondering van de processen-verbaal en dit telkens zij het in het |
kader van de uitoefening van haar controlebevoegdheid nodig acht. | kader van de uitoefening van haar controlebevoegdheid nodig acht. |
Art. 18.De inschrijving voor een onderzoek gebeurt door de kandidaat |
Art. 18.De inschrijving voor een onderzoek gebeurt door de kandidaat |
of, in zijn naam, door de spoorwegonderneming of de | of, in zijn naam, door de spoorwegonderneming of de |
spoorweginfrastructuurbeheerder die hem tewerkstelt. | spoorweginfrastructuurbeheerder die hem tewerkstelt. |
Binnen de vijftien dagen na inschrijving, deelt het centrum aan de | Binnen de vijftien dagen na inschrijving, deelt het centrum aan de |
kandidaat en in voorkomend geval aan de spoorwegonderneming of de | kandidaat en in voorkomend geval aan de spoorwegonderneming of de |
infrastructuurbeheerder die hem in dienst heeft, de voorziene datum | infrastructuurbeheerder die hem in dienst heeft, de voorziene datum |
van het onderzoek mee. | van het onderzoek mee. |
Het centrum organiseert het onderzoek binnen de maand na de | Het centrum organiseert het onderzoek binnen de maand na de |
inschrijving en bepaalt de plaats van het onderzoek. | inschrijving en bepaalt de plaats van het onderzoek. |
Art. 19.De resultaten van de onderzoek zijn voldoende of onvoldoende. |
Art. 19.De resultaten van de onderzoek zijn voldoende of onvoldoende. |
Het centrum maakt een attest dat conform is met bijlage 1 of 2 over | Het centrum maakt een attest dat conform is met bijlage 1 of 2 over |
aan de kandidaat of aan de spoorwegonderneming of de | aan de kandidaat of aan de spoorwegonderneming of de |
infrastructuurbeheerder die hem in dienst heeft. | infrastructuurbeheerder die hem in dienst heeft. |
De spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder deelt de datum en | De spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder deelt de datum en |
de resultaten van elk onderzoek mee aan de veiligheidsinstantie. | de resultaten van elk onderzoek mee aan de veiligheidsinstantie. |
HOOFDSTUK 6. - Centrum voor onderzoeken erkend in een andere Lidstaat | HOOFDSTUK 6. - Centrum voor onderzoeken erkend in een andere Lidstaat |
Art. 20.Wordt gelijkgesteld aan een centrum, wat de certificering |
Art. 20.Wordt gelijkgesteld aan een centrum, wat de certificering |
betreft van een treinbestuurder door de veiligheidsinstantie, de | betreft van een treinbestuurder door de veiligheidsinstantie, de |
instelling die belast is met onderzoeken in een andere lidstaat voor | instelling die belast is met onderzoeken in een andere lidstaat voor |
zover de natuurlijke persoon of de rechtspersoon belast met | zover de natuurlijke persoon of de rechtspersoon belast met |
onderzoeken door een lidstaat erkend is volgens de voorwaarden van de | onderzoeken door een lidstaat erkend is volgens de voorwaarden van de |
richtlijn. | richtlijn. |
HOOFDSTUK 7. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK 7. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen |
Art. 21.Het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de |
Art. 21.Het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de |
regels met betrekking tot medische onderzoeken en | regels met betrekking tot medische onderzoeken en |
bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en | bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en |
treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en | treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en |
centra belast met deze onderzoeken wordt opgeheven. | centra belast met deze onderzoeken wordt opgeheven. |
Art. 22.De aanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit |
Art. 22.De aanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit |
zijn ingediend op grond van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 | zijn ingediend op grond van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 |
tot bepaling van de regels met betrekking tot medische onderzoeken en | tot bepaling van de regels met betrekking tot medische onderzoeken en |
bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en | bedrijfspsychologische onderzoeken voor treinbestuurders en |
treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en | treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning van personen en |
centra belast met deze onderzoeken, worden behandeld overeenkomstig de | centra belast met deze onderzoeken, worden behandeld overeenkomstig de |
bepalingen van het koninklijk besluit van 22 juni 2011. | bepalingen van het koninklijk besluit van 22 juni 2011. |
Art. 23.De erkenningen afgeleverd overeenkomstig het koninklijk |
Art. 23.De erkenningen afgeleverd overeenkomstig het koninklijk |
besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de regels met betrekking tot | besluit van 22 juni 2011 tot bepaling van de regels met betrekking tot |
medische onderzoeken en bedrijfspsychologische onderzoeken voor | medische onderzoeken en bedrijfspsychologische onderzoeken voor |
treinbestuurders en treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning | treinbestuurders en treinbegeleiders en van de criteria voor erkenning |
van personen en centra belast met deze onderzoeken, blijven geldig tot | van personen en centra belast met deze onderzoeken, blijven geldig tot |
aan hun vervaltermijn. | aan hun vervaltermijn. |
Art. 24.De minister bevoegd voor het spoorvervoer is belast met de |
Art. 24.De minister bevoegd voor het spoorvervoer is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te L'Ile d'Yeu, 30 juli 2018. | Gegeven te L'Ile d'Yeu, 30 juli 2018. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Mobiliteit, | De Minister van Mobiliteit, |
Fr. BELLOT | Fr. BELLOT |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |