← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten "
| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
| BINNENLANDSE ZAKEN | BINNENLANDSE ZAKEN |
| 30 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 30 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart | besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart |
| 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de | 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de |
| vakverenigingen van het personeel van de politiediensten | vakverenigingen van het personeel van de politiediensten |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen | Gelet op de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen |
| tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de | tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de |
| politiediensten, inzonderheid op de artikelen 8 en 9; | politiediensten, inzonderheid op de artikelen 8 en 9; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van |
| de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de | de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de |
| overheid en de vakverenigingen van het personeel van de | overheid en de vakverenigingen van het personeel van de |
| politiediensten, inzonderheid op de artikelen 34 en 37, en de bijlage; | politiediensten, inzonderheid op de artikelen 34 en 37, en de bijlage; |
| Gelet op het protocol nr. 128 van 9 september 2004 van het | Gelet op het protocol nr. 128 van 9 september 2004 van het |
| onderhandelingscomité voor de politiediensten; | onderhandelingscomité voor de politiediensten; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 |
| juli 2004; | juli 2004; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 |
| februari 2006; | februari 2006; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van |
| 10 september 2004; | 10 september 2004; |
| Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet | Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet |
| regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen | regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen |
| verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan | verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan |
| is voorbijgegaan; | is voorbijgegaan; |
| Gelet op het advies nr. 40.605/2 van de Raad van State, gegeven op 28 | Gelet op het advies nr. 40.605/2 van de Raad van State, gegeven op 28 |
| juni 2006; | juni 2006; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van |
| Binnenlandse Zaken, | Binnenlandse Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 34 van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 |
Artikel 1.Artikel 34 van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 |
| tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de | tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de |
| betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het | betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het |
| personeel van de politiediensten, wordt aangevuld met het volgende lid | personeel van de politiediensten, wordt aangevuld met het volgende lid |
| : | : |
| « Wanneer personeelsleden die ressorteren onder verscheidene | « Wanneer personeelsleden die ressorteren onder verscheidene |
| basisoverlegcomités dezelfde gebouwen betrekken, kunnen de | basisoverlegcomités dezelfde gebouwen betrekken, kunnen de |
| aangelegenheden die in particuliere bedrijven opgedragen zijn aan de | aangelegenheden die in particuliere bedrijven opgedragen zijn aan de |
| comités voor preventie en bescherming op het werk geheel of | comités voor preventie en bescherming op het werk geheel of |
| gedeeltelijk worden opgedragen aan specifieke basisoverlegcomités. » | gedeeltelijk worden opgedragen aan specifieke basisoverlegcomités. » |
Art. 2.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
Art. 2.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
| volgende leden : | volgende leden : |
| « De minister wijst de voorzitter en de leden van de afvaardiging van | « De minister wijst de voorzitter en de leden van de afvaardiging van |
| de overheid, alsmede hun plaatsvervangers, van de basisoverlegcomités | de overheid, alsmede hun plaatsvervangers, van de basisoverlegcomités |
| bedoeld in artikel 34, vierde lid, aan. | bedoeld in artikel 34, vierde lid, aan. |
| De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden aangewezen na eensluidend | De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden aangewezen na eensluidend |
| advies van de betrokken burgemeester of het betrokken politiecollege. | advies van de betrokken burgemeester of het betrokken politiecollege. |
| De leden van de afvaardiging van de overheid van de lokale politie en | De leden van de afvaardiging van de overheid van de lokale politie en |
| hun plaatsvervangers worden aangewezen op voordracht van de betrokken | hun plaatsvervangers worden aangewezen op voordracht van de betrokken |
| burgemeester of het betrokken politiecollege. » | burgemeester of het betrokken politiecollege. » |
Art. 3.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : |
Art. 3.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 4.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse |
Art. 4.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse |
| Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 30 januari 2007. | Gegeven te Brussel, 30 januari 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |