← Terug naar "Koninklijk besluit tot hernieuwing van het mandaat van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten "
| Koninklijk besluit tot hernieuwing van het mandaat van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten | Koninklijk besluit tot hernieuwing van het mandaat van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER |
| 30 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot hernieuwing van het mandaat | 30 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot hernieuwing van het mandaat |
| van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten | van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor | Gelet op de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor |
| Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek | Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek |
| recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart | recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart |
| 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en | 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en |
| de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig | de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig |
| gebied Brussel-Hoofdstad, inzonderheid op artikel 12, § 1, tweede lid, | gebied Brussel-Hoofdstad, inzonderheid op artikel 12, § 1, tweede lid, |
| en § 4; | en § 4; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 2001 houdende benoeming | Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 2001 houdende benoeming |
| van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten; | van de directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten; |
| Overwegende dat de heer Paul Dujardin in zijn hoedanigheid van | Overwegende dat de heer Paul Dujardin in zijn hoedanigheid van |
| directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten blijk heeft | directeur-generaal van het Paleis voor Schone Kunsten blijk heeft |
| gegeven van een zeer grote bekwaamheid in de uitvoering van het | gegeven van een zeer grote bekwaamheid in de uitvoering van het |
| globaal cultureel project van het Paleis voor Schone Kunsten en | globaal cultureel project van het Paleis voor Schone Kunsten en |
| opmerkelijk werk heeft verricht, onder meer, op het vlak van de grote | opmerkelijk werk heeft verricht, onder meer, op het vlak van de grote |
| artistieke kwaliteit van de programmering, het bereiken van een zeer | artistieke kwaliteit van de programmering, het bereiken van een zeer |
| divers publiek, en het goede beheer van de financiën van die | divers publiek, en het goede beheer van de financiën van die |
| instelling; | instelling; |
| Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in | Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in |
| Raad vergaderde Ministers, | Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het mandaat van directeur-generaal van het Paleis voor |
Artikel 1.Het mandaat van directeur-generaal van het Paleis voor |
| Schone Kunsten van de heer Paul Dujardin, wordt hernieuwd voor een | Schone Kunsten van de heer Paul Dujardin, wordt hernieuwd voor een |
| termijn van zes jaar, met ingang van 1 januari 2008. | termijn van zes jaar, met ingang van 1 januari 2008. |
Art. 2.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel 30 april 2007. | Gegeven te Brussel 30 april 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |