| Koninklijk besluit tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid | Koninklijk besluit tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid |
|---|---|
| MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
| 30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot reglementering van de | 30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot reglementering van de |
| financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de | financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de |
| verkeersveiligheid | verkeersveiligheid |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op artikel 37 van de Grondwet; | Gelet op artikel 37 van de Grondwet; |
| Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli | Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli |
| 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58; | 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58; |
| Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 226bis; | Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 226bis; |
| Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de algemene | Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de algemene |
| uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999; | uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1961 tot regeling van de | Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1961 tot regeling van de |
| administratieve en begrotingscontrole; | administratieve en begrotingscontrole; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en | Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en |
| coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van | coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van |
| de toelagen; | de toelagen; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van |
| de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de | de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de |
| Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid, inzonderheid | Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid, inzonderheid |
| artikel 8, alinea 2; | artikel 8, alinea 2; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 |
| april 1999; | april 1999; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli |
| 1989; | 1989; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die gemotiveerd wordt door de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die gemotiveerd wordt door de |
| dringende noodzaak om zo vlug mogelijk de bedragen van de financiële | dringende noodzaak om zo vlug mogelijk de bedragen van de financiële |
| hulp waarvan gemeenten kunnen genieten voor initiatieven op het vlak | hulp waarvan gemeenten kunnen genieten voor initiatieven op het vlak |
| van de verkeersveiligheid, te bepalen; | van de verkeersveiligheid, te bepalen; |
| Overwegende dat de regels voor de toekenning van de in dit besluit | Overwegende dat de regels voor de toekenning van de in dit besluit |
| bedoelde financiële hulp voor het jaar 1999 reeds van toepassing zijn | bedoelde financiële hulp voor het jaar 1999 reeds van toepassing zijn |
| en dat de berekening van de precieze bedragen geen vertraging mag | en dat de berekening van de precieze bedragen geen vertraging mag |
| oplopen; | oplopen; |
| Overwegende dat de voorziene kredieten door de gemeenten niet zullen | Overwegende dat de voorziene kredieten door de gemeenten niet zullen |
| mogen gebruikt worden, zonder dat zij de bedragen waarop zij recht | mogen gebruikt worden, zonder dat zij de bedragen waarop zij recht |
| hebben, kennen en dat aangezien de gemeenten in de praktische | hebben, kennen en dat aangezien de gemeenten in de praktische |
| onmogelijkheid zouden verkeerd hebben de vereiste budgettaire | onmogelijkheid zouden verkeerd hebben de vereiste budgettaire |
| voorzieningen uit te werken; | voorzieningen uit te werken; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze |
| Staatssecretaris voor Veiligheid, | Staatssecretaris voor Veiligheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De gemeenten die tot een interpolitiezone behoren, kunnen |
Artikel 1.De gemeenten die tot een interpolitiezone behoren, kunnen |
| een financiële toelage bekomen voor investeringen, acties en studies | een financiële toelage bekomen voor investeringen, acties en studies |
| ter bevordering van de verkeersveiligheid. De voorkeur gaat uit naar | ter bevordering van de verkeersveiligheid. De voorkeur gaat uit naar |
| preventieve snelheidsradars, de verhoging van de verkeersveiligheid in | preventieve snelheidsradars, de verhoging van de verkeersveiligheid in |
| en rond scholen en bij de schoolgaande jeugd, verkeersklassen voor | en rond scholen en bij de schoolgaande jeugd, verkeersklassen voor |
| minderjarige overtreders en een consequent handhavingsbeleid inzake | minderjarige overtreders en een consequent handhavingsbeleid inzake |
| snelheidsovertredingen en alcoholopname. | snelheidsovertredingen en alcoholopname. |
Art. 2.De financiële toelage wordt vastgesteld op maximum BEF 1 000 |
Art. 2.De financiële toelage wordt vastgesteld op maximum BEF 1 000 |
| 000 per interpolitiezone. Loonkosten en de inhoud van de nomenclatuur | 000 per interpolitiezone. Loonkosten en de inhoud van de nomenclatuur |
| van uitrusting en materieel voor de politie komen voor deze toelage | van uitrusting en materieel voor de politie komen voor deze toelage |
| niet in aanmerking; de normale werkingskosten en de herstellingskosten | niet in aanmerking; de normale werkingskosten en de herstellingskosten |
| van het betoelaagde materieel evenmin. | van het betoelaagde materieel evenmin. |
Art. 3.Het beheer van de toelage gebeurt door een gemeente per |
Art. 3.Het beheer van de toelage gebeurt door een gemeente per |
| interpolitiezone. | interpolitiezone. |
Art. 4.De belangstellende interpolitiezones stellen een gemotiveerd |
Art. 4.De belangstellende interpolitiezones stellen een gemotiveerd |
| bestedingsplan op en dienen het in bij de Algemene Directie van de | bestedingsplan op en dienen het in bij de Algemene Directie van de |
| Algemene Rijkspolitie. Dat plan bevat een voorstelling en motivering | Algemene Rijkspolitie. Dat plan bevat een voorstelling en motivering |
| van het of de projecten en zijn of hun uitvoering (met vermelding van | van het of de projecten en zijn of hun uitvoering (met vermelding van |
| de eigen inbreng van de gemeente of gemeenten en de gevraagde inbreng) | de eigen inbreng van de gemeente of gemeenten en de gevraagde inbreng) |
| evenals de naam van de gemeente die voor de interpolitiezone als | evenals de naam van de gemeente die voor de interpolitiezone als |
| beheerder optreedt. Een selectiecommissie, waarvan de samenstelling | beheerder optreedt. Een selectiecommissie, waarvan de samenstelling |
| bepaald wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, beoordeelt de | bepaald wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, beoordeelt de |
| diverse projecten. Op basis van deze beoordelingsdossiers, die onder | diverse projecten. Op basis van deze beoordelingsdossiers, die onder |
| andere de criteria bevatten waarop het advies gebaseerd is, beslist de | andere de criteria bevatten waarop het advies gebaseerd is, beslist de |
| Minister van Binnnenlandse Zaken welke projecten voor een toelage in | Minister van Binnnenlandse Zaken welke projecten voor een toelage in |
| aanmerking komen. | aanmerking komen. |
Art. 5.De bedoelde financiële hulp wordt toegekend aan de door de |
Art. 5.De bedoelde financiële hulp wordt toegekend aan de door de |
| Minister van Binnenlandse Zaken in aanmerking genomen projecten en dat | Minister van Binnenlandse Zaken in aanmerking genomen projecten en dat |
| binnen de perken van de beschikbare financiële middelen. Die zijn | binnen de perken van de beschikbare financiële middelen. Die zijn |
| afkomstig van het in artikel 226bis van de nieuwe gemeentewet | afkomstig van het in artikel 226bis van de nieuwe gemeentewet |
| voorziene krediet en die de Minister van Binnenlandse Zaken - | voorziene krediet en die de Minister van Binnenlandse Zaken - |
| overeenkomstig artikel 8, alinea 2, van het koninklijk besluit van 5 | overeenkomstig artikel 8, alinea 2, van het koninklijk besluit van 5 |
| juli 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten | juli 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten |
| bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van | bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van |
| de veiligheid, reserveert op het aandeel dat aan de gemeenten in het | de veiligheid, reserveert op het aandeel dat aan de gemeenten in het |
| kader van hoofdstuk III van het vermelde koninklijk besluit wordt | kader van hoofdstuk III van het vermelde koninklijk besluit wordt |
| toegekend. | toegekend. |
Art. 6.Het toelagebedrag wordt bij de toekenning volledig uitbetaald. |
Art. 6.Het toelagebedrag wordt bij de toekenning volledig uitbetaald. |
| De interpolitiezones die een financiële toelage hebben bekomen, dienen | De interpolitiezones die een financiële toelage hebben bekomen, dienen |
| uiterlijk op 31 december van het begrotingsjaar dat volgt op dat | uiterlijk op 31 december van het begrotingsjaar dat volgt op dat |
| waarin de toelage werd toegekend, aan de Algemene Directie van de | waarin de toelage werd toegekend, aan de Algemene Directie van de |
| Algemene Rijkspolitie de verantwoordingsdocumenten in verband met de | Algemene Rijkspolitie de verantwoordingsdocumenten in verband met de |
| aanwending van de toelage te bezorgen. Daartoe behoort onder meer een | aanwending van de toelage te bezorgen. Daartoe behoort onder meer een |
| evaluatie van het betoelaagde project. | evaluatie van het betoelaagde project. |
| Bij niet naleving van het toelagebesluit door een betoelaagde | Bij niet naleving van het toelagebesluit door een betoelaagde |
| interpolitiezone en bij een verkeerd gebruik van de toegekende toelage | interpolitiezone en bij een verkeerd gebruik van de toegekende toelage |
| en/of het betoelaagde materieel zal de toelage geheel of gedeeltelijk | en/of het betoelaagde materieel zal de toelage geheel of gedeeltelijk |
| worden teruggevorderd. | worden teruggevorderd. |
Art. 7.De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kan |
Art. 7.De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kan |
| op ieder moment controles uitvoeren om zich ter plaatse van de | op ieder moment controles uitvoeren om zich ter plaatse van de |
| correcte uitvoering van het toelagebesluit te vergewissen. | correcte uitvoering van het toelagebesluit te vergewissen. |
| Bovendien kunnen de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn | Bovendien kunnen de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn |
| afgevaardigde, op eenvoudig verzoek, op ieder ogenblik ter plaatse | afgevaardigde, op eenvoudig verzoek, op ieder ogenblik ter plaatse |
| alle stukken raadplegen die een bewijs vormen dat de interpolitiezone | alle stukken raadplegen die een bewijs vormen dat de interpolitiezone |
| het toelagebesluit correct uitvoert en dat de uitgaven die met de | het toelagebesluit correct uitvoert en dat de uitgaven die met de |
| verleende financiële hulp verricht werden aan het toelagebesluit | verleende financiële hulp verricht werden aan het toelagebesluit |
| beantwoorden. | beantwoorden. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 30 april 1999. | Gegeven te Brussel, 30 april 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken | De Minister van Binnenlandse Zaken |
| L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
| De Staatssecretaris voor Veiligheid, | De Staatssecretaris voor Veiligheid, |
| J. PEETERS | J. PEETERS |